MX390 series Online handleiding Afdrukken Kopiëren Nederlands (Dutch)
Afdrukken Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma) Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken
Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma)
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken
Kopiëren Kopieën maken Basis Items instellen Kopieën verkleinen of vergroten Over het menu Speciale kopie Twee pagina’s kopiëren op één pagina Vier pagina’s kopiëren op één pagina Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren Kopiëren zonder marges Gesorteerd kopiëren
Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma) Afdrukken met de basisinstellingen Basis Verschillende afdrukmethoden De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren Overzicht van het printerstuurprogramma Het printerbesturingsbestand bijwerken De printer delen in een netwerk
Afdrukken met de basisinstellingen U kunt de volgende eenvoudige instelprocedure gebruiken om op de juiste manier af te drukken met dit apparaat: 1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats papier in het apparaat Papier plaatsen 3. Selecteer de printer Selecteer uw model in de lijst Printer in het dialoogvenster Afdrukken.
5. Selecteer Kwaliteit en media (Quality & Media) in het pop-upmenu 6. Selecteer het mediumtype Selecteer bij Mediumtype (Media Type) de papiersoort die in het apparaat is geplaatst.
7. Selecteer de afdrukkwaliteit Selecteer bij Afdrukkwaliteit (Print Quality), Hoog (High), Standaard (Standard) of Snel (Fast), afhankelijk van het gewenste afdrukresultaat. Belangrijk De beschikbare instellingen voor de afdrukkwaliteit zijn afhankelijk van het afdrukprofiel. 8. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Het document wordt afgedrukt in overeenstemming met het mediumtype en -formaat dat wordt gebruikt.
Belangrijk Klik in het gedeelte Instellingen (Presets) op Huidige instellingen opslaan... (Save Current Settings as Preset...) (Opslaan als... (Save As...)) om de opgegeven instellingen op te slaan.
Het mediumtype instellen met het printerstuurprogramma Wanneer u dit apparaat gebruikt, krijgt u het beste afdrukresultaat wanneer u een mediumtype selecteert dat overeenkomt met het soort afdruk. U kunt de volgende mediatypen gebruiken met dit apparaat.
Verschillende afdrukmethoden Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven De nietmarge instellen Afdrukken zonder marges starten Het formaat van de afdruk aanpassen aan het papierformaat Afdrukken op schaal Pagina-indeling afdrukken Afdrukken op briefkaarten Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Papierformaat instellen (aangepast formaat)
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven Pagina's sorteren (Collate pages) + Omgekeerd (Reverse) Pagina's sorteren (Collate pages) + Omgekeerd (Reverse) Normaal (Normal) U geeft als volgt het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde op: 1. Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken Geef het aantal afdrukken op bij Aantal (Copies) in het Dialoogvenster Afdrukken. 2. Selecteer Papierafhandeling (Paper Handling) in het pop-upmenu 3.
5. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Het opgegeven aantal exemplaren wordt in de gekozen volgorde afgedrukt. Belangrijk Als de toepassing waarmee het document is gemaakt dezelfde functie heeft, geeft u de instellingen op in het printerstuurprogramma. Als de afdrukresultaten echter niet naar wens zijn, geeft u de functieinstellingen op in de toepassing.
De nietmarge instellen De procedure voor het instellen van de nietzijde en de breedte van de marge is als volgt: 1. Selecteer Marge (Margin) in het pop-upmenu van het Dialoogvenster Afdrukken 2. Stel de nietmarge en de breedte van de marge in Selecteer een nietpositie in de lijst Nietmarge (Stapling Side) en stel zo nodig de breedte van de Marge (Margin) in. Opmerking Het afdrukgebied wordt automatisch door de printer verkleind, afhankelijk van de positie van de nietmarge. 3.
Afdrukken zonder marges starten Met de functie voor afdrukken zonder marges kunt u gegevens randloos afdrukken door de gegevens te vergroten, zodat ze net buiten de randen van het papier vallen. Standaard blijven de randen rondom het document leeg. Wanneer u echter de functie voor afdrukken zonder marges gebruikt, wordt het document zonder marges afgedrukt. Als u gegevens, zoals een foto, zonder lege rand eromheen wilt afdrukken, kiest u Afdrukken zonder marges.
Belangrijk Als u de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) helemaal naar rechts verplaatst, komen er mogelijk vegen op de achterzijde van het papier terecht. 4. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). De gegevens worden zonder marges op het papier afgedrukt. Belangrijk Voor Afdrukken zonder marges worden alleen bepaalde papierformaten ondersteund. Selecteer een papierformaat met de toevoeging '(geen randen)' bij Papierformaat (Paper Size).
Het formaat van de afdruk aanpassen aan het papierformaat De procedure voor het afdrukken van een document dat automatisch is verkleind of vergroot in overeenstemming met het paginaformaat, is als volgt: 1. Controleer het papierformaat Controleer of de instelling voor Papierformaat (Paper Size) in het Dialoogvenster Afdrukken gelijk is aan het papierformaat dat u hebt ingesteld in de toepassing. 2. Selecteer Papierafhandeling (Paper Handling) in het pop-upmenu 3.
Klik op Druk af (Print). Het document wordt bij het afdrukken vergroot of verkleind, zodat dit op het paginaformaat past.
Afdrukken op schaal De procedure voor het afdrukken van een document met pagina's die zijn vergroot of verkleind is als volgt: 1. Selecteer de printer Selecteer uw modelnaam in de lijst Stel in voor (Format For) in het Dialoogvenster Pagina-instelling. 2. Stel afdrukken op schaal in Geef de schaalfactor op bij Vergroot/verklein (Scale) en klik op OK. Opmerking Als u Mac OS X v10.7 gebruikt, kunt u Vergroot/verklein (Scale) instellen op een percentage tussen 1 en 999%. Als u Mac OS X v10.
Pagina-indeling afdrukken U kunt met de functie voor het afdrukken van een pagina-indeling meer dan een paginabeeld op een enkel vel papier afdrukken. De procedure voor het afdrukken van een pagina-indeling is als volgt: 1. Selecteer Indeling (Layout) in het pop-upmenu in het Dialoogvenster Afdrukken 2. Geef bij Pagina's per vel het aantal pagina's op dat u per vel wilt afdrukken Geef bij Pagina's per vel (Pages per Sheet) het aantal pagina's op dat u per vel wilt afdrukken. 3.
4. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Als u het afdrukken start, wordt het opgegeven aantal pagina's in de opgegeven volgorde op elk vel papier gerangschikt.
Afdrukken op briefkaarten Raadpleeg 'Papier plaatsen' voor meer informatie over het plaatsen van briefkaarten in het apparaat. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een briefkaart afdrukt. 1. Selecteer het papierformaat in het Dialoogvenster Afdrukken Selecteer Ansichtkaart (Postcard) of Briefkaart - dubbel (Postcard Double) in het menu Papierformaat (Paper Size). Belangrijk Antwoordkaarten kunnen alleen worden gebruikt wanneer u ze afdrukt vanaf een computer.
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Als u Mac OS X v10.6 gebruikt, kunt u de afdrukresultaten vóór het afdrukken bekijken en controleren. Als u de afdrukresultaten wilt weergegeven voordat u gaat afdrukken, klikt u op Voorbeeld (Preview) in het Dialoogvenster Afdrukken. Opmerking Wanneer u klikt op de knop (openvouwdriehoekje) in het dialoogvenster Afdrukken en overschakelt naar de gedetailleerde weergave, wordt Voorbeeld (Preview) niet weergegeven.
Papierformaat instellen (aangepast formaat) U kunt de hoogte en breedte van het papier opgeven als u het formaat niet kunt selecteren in het menu Papierformaat (Paper Size). Een dergelijk papierformaat wordt een 'aangepast formaat' genoemd. De procedure voor het opgeven van een aangepast papierformaat is als volgt: 1. Een nieuw aangepast papierformaat maken Kies Aangepaste formaten... (Manage Custom Sizes...) bij Papierformaat (Paper Size) in het Dialoogvenster Afdrukken.
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Een kleurendocument monochroom afdrukken Kleurcorrectie opgeven Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in de toepassingssoftware) Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in het printerbesturingsbestand) De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen He
De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) U kunt de afdrukkwaliteit instellen via Aangepast (Custom). De procedure voor het instellen van een afdrukkwaliteit is als volgt: 1. Selecteer Kwaliteit en media (Quality & Media) in het pop-upmenu van het Dialoogvenster Afdrukken 2. Selecteer de afdrukkwaliteit Selecteer Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality). 3. Stel de afdrukkwaliteit in Verplaats de schuifregelaar Kwaliteit (Quality) naar de gewenste afdrukkwaliteit. 4.
Een kleurendocument monochroom afdrukken De procedure voor het monochroom afdrukken van een kleurendocument is als volgt: 1. Selecteer Kwaliteit en media (Quality & Media) in het pop-upmenu van het Dialoogvenster Afdrukken 2. Stel afdrukken in grijstinten in Schakel het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) in. 3. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Wanneer u de afdruk uitvoert, wordt het document geconverteerd naar grijstinten.
Kleurcorrectie opgeven U kunt de methode voor kleurcorrectie aanpassen aan het type document dat u wilt afdrukken. Normaal gesproken worden de kleuren aangepast met behulp van Canon Digital Photo Color, zodat de gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. Als u bij het afdrukken de kleurruimte (Adobe RGB of sRGB) van de beeldgegevens effectief wilt gebruiken of een ICC-afdrukprofiel wilt opgeven via de toepassing, selecteert u ColorSync.
Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in de toepassingssoftware) Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in het printerbesturingsbestand)
Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken Wanneer mensen foto's afdrukken die met een digitale camera zijn gemaakt, krijgen zij soms het gevoel dat de afgedrukte kleuren anders zijn dan de kleuren in de oorspronkelijke foto of de kleuren op het scherm. Om een afdruk te krijgen die de gewenste kleurtinten zo dicht mogelijk benadert, moet u een afdrukmethode kiezen die geschikt is voor de gebruikte software of het doel van de afdruk.
De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma U kunt de functie voor kleurcorrectie van het printerstuurprogramma zo instellen dat wordt afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven door gebruik te maken van Canon Digital Photo Color. Als u afdrukt vanuit een toepassing die ICC-profielen kan identificeren en waarvoor u deze kunt opgeven, gebruikt u een ICC-profiel voor afdrukken in de toepassing en selecteert u instellingen voor kleurbeheer.
Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in de toepassingssoftware) Wanneer u afdrukt vanuit Adobe Photoshop, Canon Digital Photo Professional of een andere toepassing die ICC-invoerprofielen kan identificeren en waarin u deze profielen kunt opgeven, gebruikt de printer bij het afdrukken het ingebouwde kleurbeheersysteem van Mac OS, ColorSync.
De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen
Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in het printerbesturingsbestand) Vanuit een toepassing die geen ICC-invoerprofielen kan identificeren of waarin u geen ICC-profiel kunt opgeven, kunt u afdrukken met de kleurruimte van het ICC-invoerprofiel (sRGB) van de gegevens. 1. Selecteer Kleurafstemming (Color Matching) in het pop-upmenu van het Dialoogvenster Afdrukken 2. Selecteer de kleurcorrectie Selecteer ColorSync. U kunt Profiel (Profile) ingesteld laten staan op Automatisch (Automatic).
De kleurbalans aanpassen U kunt de kleurtinten tijdens het afdrukken aanpassen. Aangezien deze functie de kleurbalans van de afdruk aanpast door de inktverhoudingen van elke kleur te wijzigen, wordt de gehele kleurbalans van het document gewijzigd. Gebruik de toepassing als u uitgebreide wijzigingen wilt aanbrengen in de kleurbalans. Gebruik het printerstuurprogramma alleen als u kleine wijzigingen in de kleurbalans wilt aanbrengen.
3. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Wanneer u het document afdrukt, wordt de aangepaste kleurbalans gebruikt. Belangrijk Wanneer het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) is geselecteerd bij Kwaliteit en media (Quality & Media), zijn de opties voor kleurbalans (Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) niet beschikbaar.
De helderheid aanpassen U kunt de helderheid van afbeeldingsgegevens tijdens het afdrukken aanpassen. Puur wit en zwart worden niet veranderd, maar de helderheid van de tussenliggende kleuren wordt wel veranderd. Het volgende voorbeeld toont het afdrukresultaat wanneer de helderheid is aangepast. Licht (Light) is geselecteerd Normaal (Normal) is geselecteerd Donker (Dark) is geselecteerd De procedure voor het aanpassen van de helderheid is als volgt: 1.
Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen
De intensiteit aanpassen U kunt de kleuren van de beeldgegevens helderder of donkerder maken tijdens het afdrukken. Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt wanneer de intensiteit wordt verhoogd: de kleuren van de afbeeldingsgegevens worden donkerder afgedrukt. Geen aanpassing Hogere intensiteit De procedure voor het aanpassen van de intensiteit is als volgt: 1. Selecteer Kleuropties (Color Options) in het pop-upmenu van het Dialoogvenster Afdrukken 2.
Als u ColorSync selecteert voor Kleurenevenaring (Color Matching), is de optie Intensiteit (Intensity) niet beschikbaar voor selectie.
Het contrast aanpassen U kunt het beeldcontrast tijdens het afdrukken aanpassen. Wanneer u de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen groter en duidelijker wilt maken, verhoogt u het contrast. Wanneer u echter de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen kleiner en minder duidelijk wilt maken, verlaagt u het contrast. Geen aanpassing Pas het contrast aan De procedure voor het aanpassen van het contrast is als volgt: 1.
Als u ColorSync selecteert voor Kleurenevenaring (Color Matching), is de optie Contrast niet beschikbaar voor selectie.
Overzicht van het printerstuurprogramma Canon IJ-printerstuurprogramma Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen Dialoogvenster Pagina-instelling Dialoogvenster Afdrukken Kwaliteit en media Kleuropties Afdrukken zonder marges Marge Canon IJ Printer Utility De Canon IJ Printer Utility openen Onderhoud van dit apparaat Het scherm met de afdrukstatus weergeven Een ongewenste afdruktaak verwijderen Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
Canon IJ-printerstuurprogramma Het Canon IJ-printerstuurprogramma (hierna het printerstuurprogramma genoemd) is software die op uw computer wordt geïnstalleerd voor het afdrukken van gegevens met dit apparaat. Het printerstuurprogramma converteert de afdrukgegevens die in de toepassing zijn gemaakt, naar gegevens die de printer begrijpt en stuurt de geconverteerde gegevens naar de printer.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma weergeven vanuit de toepassing die u gebruikt. Het dialoogvenster Pagina-instelling openen Gebruik deze procedure als u de pagina-instellingen (papierinstellingen) wilt opgeven voordat u gaat afdrukken. 1. Selecteer Pagina-instelling... (Page Setup...) in het menu Bestand (File) van de toepassing Het Dialoogvenster Pagina-instelling wordt geopend.
Dialoogvenster Pagina-instelling U kunt in het dialoogvenster Pagina-instelling de basisinstellingen voor het afdrukken opgeven, zoals de schaalfactor of het formaat van het papier in het apparaat. U opent het dialoogvenster Pagina-instelling door Pagina-instelling... (Page Setup...) te selecteren in het menu Bestand (File) van uw toepassing.
Dialoogvenster Afdrukken U kunt in het dialoogvenster Afdrukken de papiersoort en de afdrukkwaliteit instellen. U opent het dialoogvenster Afdrukken door Afdrukken... (Print...) te selecteren in het menu Bestand (File) van de toepassing. Printer Selecteer de naam van het model dat u gebruikt. Wanneer u op Printer toevoegen... (Add Printer...) klikt, wordt er een dialoogvenster weergegeven waarin u een printer kunt opgeven.
Indeling (Layout) U kunt de pagina's in een bepaalde lay-out afdrukken. Gebruik de optie Keer paginarichting om (Reverse page orientation) om de afdrukstand te wijzigen en gebruik de optie Spiegel horizontaal (Flip horizontally) om het document in spiegelbeeld af te drukken. Kleurafstemming (Color Matching) Selecteer de methode voor kleurcorrectie. Papierafhandeling (Paper Handling) U kunt de pagina's die u wilt afdrukken en de afdrukvolgorde opgeven.
Kwaliteit en media In dit dialoogvenster kunt u basisafdrukinstellingen opgeven in overeenstemming met de papiersoort. Voor een normale afdruktaak volstaat het instellingen in dit dialoogvenster op te geven. Mediumtype (Media Type) Selecteer het mediumtype dat u wilt gebruiken. Selecteer het type medium dat in het apparaat is geplaatst. Hierdoor kan de printer het type afdruk maken dat geschikt is voor het afdrukmateriaal.
Verwante functies De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Een kleurendocument monochroom afdrukken
Kleuropties In dit dialoogvenster kunt u de afdrukkleur naar wens aanpassen. Als de kleuren van de afgedrukte afbeelding niet naar wens zijn, past u de eigenschappen in het dialoogvenster aan en drukt u opnieuw af. In tegenstelling tot speciale software voor beeldverwerking hebben de aanpassingen die u hier opgeeft, geen invloed op de kleuren van de oorspronkelijke afdrukgegevens. In dit dialoogvenster kunt u verfijnde aanpassingen aanbrengen. Voorbeeld Geeft het effect van kleuraanpassing weer.
Helderheid (Brightness) Selecteer de helderheid voor de afgedrukte afbeeldingen. U kunt het niveau van puur wit en zwart niet wijzigen. U kunt wel het contrast van de kleuren tussen wit en zwart wijzigen. Intensiteit (Intensity) Selecteer deze methode om de algehele dichtheid van een afdruk aan te passen. Sleep de schuifregelaar naar rechts om de intensiteit te verhogen. Sleep de schuifregelaar naar links om de intensiteit te verlagen. U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar.
Afdrukken zonder marges In dit dialoogvenster kunt u aanpassen hoeveel van het document buiten het papier valt bij afdrukken zonder marges. Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) Met de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) geeft u aan hoeveel van het document buiten het papier valt. Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt de hoeveelheid groter en wanneer u hem naar links schuift wordt de hoeveelheid kleiner.
Marge In dit dialoogvenster geeft u op aan welke kant u wilt nieten en hoe groot de marge voor het nieten van meerdere vellen papier moet zijn. Marge (Margin) Geef de grootte van de nietmarge van het papier op. Voer een waarde in tussen 0 mm (0 inch) en 30 mm (1,2 inch). Nietmarge (Stapling Side) Geef op aan welke zijde van het papier u wilt nieten.
Canon IJ Printer Utility Met Canon IJ Printer Utility kunt u onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan het apparaat of de instellingen van het apparaat wijzigen. De mogelijkheden van Canon IJ Printer Utility Via het pop-upmenu kunt u schakelen tussen de pagina's in Canon IJ Printer Utility. U kunt in het popupmenu de volgende items selecteren. Reiniging (Cleaning) Hiermee kunt u de printer reinigen om afdrukvegen te voorkomen en de spuitopening van printkop vrij te maken.
Verwante onderwerpen De printkoppen reinigen vanaf de computer De binnenkant van het apparaat reinigen De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De inktstatus controleren vanaf uw computer De te gebruiken inktpatroon instellen De stroomvoorziening van het apparaat beheren Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen
De Canon IJ Printer Utility openen U opent Canon IJ Printer Utility door de onderstaande stappen uit te voeren. 1. Open Systeemvoorkeuren (System Preferences) en selecteer Afdrukken en scannen (Print & Scan) (Afdrukken en faxen (Print & Fax)) 2. Start Canon IJ Printer Utility Selecteer uw model in de lijst met printers en klik op Opties en toebehoren... (Options & Supplies...). Klik op Open printerhulpprogramma (Open Printer Utility) op het tabblad Hulpprogramma (Utility).
Onderhoud van dit apparaat De printkoppen reinigen vanaf de computer De binnenkant van het apparaat reinigen De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De inktstatus controleren vanaf uw computer De te gebruiken inktpatroon instellen De stroomvoorziening van het apparaat beheren Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen
Het scherm met de afdrukstatus weergeven U kunt als volgt de voortgang van het afdrukken controleren: 1. Open het scherm met de afdrukstatus • Als de afdrukgegevens naar het apparaat zijn gestuurd Het scherm met de afdrukstatus wordt automatisch geopend. Als u het scherm met de afdrukstatus wilt weergeven, klikt u op (het printerpictogram) dat wordt weergegeven in het Dock.
Een ongewenste afdruktaak verwijderen Als de printer niet start met afdrukken, is het mogelijk dat geannuleerde of niet-uitgevoerde afdruktaken in de wachtrij blijven staan. Verwijder onnodige afdruktaken uit het scherm voor afdrukstatus. 1. Open Systeemvoorkeuren (System Preferences) en selecteer Afdrukken en scannen (Print & Scan) (Afdrukken en faxen (Print & Fax)) 2. Selecteer uw model en klik op Open afdrukwachtrij... (Open Print Queue...) Het venster Afdrukstatus verschijnt. 3.
Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma) Voor deze versie van het printerstuurprogramma gelden de volgende beperkingen. Houd bij het gebruik van het printerstuurprogramma rekening met het volgende. Beperkingen van het printerstuurprogramma • Als u het dialoogvenster Pagina-instelling instelt, moet u eerst het model dat u gebruikt selecteren in de lijst Stel in voor (Format For). Als u een andere printer selecteert, is het mogelijk dat het afdrukken niet goed verloopt.
Het printerbesturingsbestand bijwerken Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen De onnodige Canon IJ-printer uit de printerlijst verwijderen Voordat u het printerstuurprogramma installeert Het printerstuurprogramma installeren
Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen Door het printerstuurprogramma bij te werken naar de nieuwste versie, kunt u onopgeloste problemen mogelijk verhelpen. Het printerbesturingsbestand ophalen U kunt vanaf onze website het nieuwste printerbesturingsbestand voor uw model downloaden. Belangrijk U kunt het printerstuurprogramma gratis downloaden, maar de kosten van de internetverbinding zijn voor uw eigen rekening.
De onnodige Canon IJ-printer uit de printerlijst verwijderen Een Canon IJ-printer die u niet meer nodig hebt, kunt u uit de printerlijst verwijderen. Voordat u de Canon IJ-printer verwijdert, moet u de kabel waarmee het apparaat op de computer is aangesloten loskoppelen. De procedure voor het verwijderen van de overbodige Canon IJ-printer uit de printerlijst is als volgt: U kunt de Canon IJ-printer niet verwijderen, tenzij u bent aangemeld als gebruiker met beheerdersrechten.
Voordat u het printerstuurprogramma installeert Hier leest u wat u moet controleren voordat u het printerstuurprogramma gaat installeren. U moet dit gedeelte ook raadplegen als het printerstuurprogramma niet kan worden geïnstalleerd. De apparaatstatus controleren • Controleer of de USB-poort van het apparaat en de computer stevig op de USB-kabel zijn aangesloten. De instellingen van de computer controleren • Sluit alle actieve toepassingen. • Meld u aan als beheerder van de computer.
Het printerstuurprogramma installeren U kunt vanaf onze website het nieuwste printerstuurprogramma voor uw model downloaden. De procedure voor het installeren van het printerstuurprogramma is als volgt: 1. Activeer de schijf Dubbelklik op het schijfimage-bestand dat u hebt gedownload. Het bestand wordt uitgepakt en de schijf wordt geactiveerd. 2. Start het installatieprogramma Dubbelklik op 'PrinterDriver_XXX_YYY.pkg' (waarbij 'XXX' de naam van uw model is en 'YYY' de versie) op de schijf. 3.
De printer delen in een netwerk Wanneer meerdere computers in een netwerkomgeving worden gebruikt, kunt u de printer aansluiten op één computer en de printer vanaf de andere computers in het netwerk gebruiken. Voordat u de printer instelt als gedeelde printer, selecteert u Netwerk (Network) bij Systeemvoorkeuren (System Preferences) en controleert u of de netwerkinstellingen zijn ingesteld. In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het delen van een printer tussen Mac-computers.
Instellingen op de afdrukserver Wanneer u de printer in een netwerk wilt gebruiken, moet u het printerstuurprogramma op het afdrukserversysteem op delen instellen. De procedure voor het instellen van de afdrukserversystemen is als volgt: 1. Installeer het printerstuurprogramma op het afdrukserversysteem Zie "Het printerstuurprogramma installeren" voor installatie-instructies. 2.
Instellingen op de client-pc Na het instellen van het afdrukserversysteem, stelt u het clientsysteem in. De procedure voor het instellen van de clientsystemen is als volgt: 1. Installeer het printerstuurprogramma op de clientsystemen Zie "Het printerstuurprogramma installeren" voor installatie-instructies. 2. Geef de printerlijst weer Open Systeemvoorkeuren (System Preferences) en selecteer Afdrukken en scannen (Print & Scan) (Afdrukken en faxen (Print & Fax)). Klik op + om de printerlijst weer te geven.
Beperkingen bij het delen van printers Bij het gebruik van een printer in een netwerk gelden bepaalde beperkingen. Lees de beperkingen voor de omgeving waarin u werkt. • Installeer dezelfde versie van het printerbesturingsbestand op het afdrukserversysteem en op de clientsystemen. U kunt het nieuwste printerbesturingsbestand van onze website downloaden. • Gebruik printerdeling met gebruikers die beschikken over beheerdersrechten.
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken
Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken U kunt een sjabloonformulier, zoals gelinieerd papier, grafiekpapier of een controlelijst, afdrukken op normaal papier van A4-, B5- of Letter-formaat. Afdrukbare sjabloonformulieren Sjabloonformulieren afdrukken Afdrukbare sjabloonformulieren De volgende sjablonen zijn beschikbaar: • Gelinieerd papier U kunt drie indelingen voor de regelafstand selecteren.
• Handschriftpapier U kunt handschriftpapier afdrukken. Instellen op het LCD-scherm: Handschriftpapier (Handwriting paper) • Weekschema U kunt een formulier voor een weekschema afdrukken. Instellen op het LCD-scherm: Weekschema (Weekly schedule) • Maandschema U kunt een formulier voor een maandschema afdrukken. Instellen op het LCD-scherm: Maandschema (Monthly schedule) Sjabloonformulieren afdrukken Druk het sjabloonformulier af met behulp van de volgende procedure. 1.
Als een ander mediumtype dan Gewoon papr (Plain paper) is geselecteerd op het LCD, selecteert u Gewoon papr (Plain paper) met de knop . 8. Gebruik de knoppen (-) (+) of de numerieke toetsen om het aantal kopieën in te stellen. 9. Druk op de knop OK om het afdrukken te starten. Opmerking U kunt ook op de knop Kleur (Color) of Zwart (Black) drukken om het afdrukken te starten.
Kopiëren Kopieën maken Basis Items instellen Kopieën verkleinen of vergroten Over het menu Speciale kopie Twee pagina’s kopiëren op één pagina Vier pagina’s kopiëren op één pagina Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren Kopiëren zonder marges Gesorteerd kopiëren
Kopieën maken Het origineel plaatsen om te kopiëren. In dit gedeelte worden de basishandelingen voor normaal kopiëren beschreven. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats papier. Papier plaatsen 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4. Plaats het originele document op de glasplaat of in de ADF. Originelen plaatsen 5. Bevestig het paginaformaat en de vergroting. 1. Vergroting 2.
De kopieertaak toevoegen (reservekopie) Als u het origineel op de glasplaat legt, kunt u tijdens het afdrukken de kopieertaak toevoegen (reservekopie). Het onderstaande scherm wordt weergegeven voor een reservekopie. Leg het origineel op de glasplaat en druk op de dezelfde knop (de knop Kleur (Color) of op de knop Zwart (Black)) als de knop waarop u eerder had gedrukt. Belangrijk Wanneer u het origineel op de glasplaat legt, verplaatst u de documentklep voorzichtig.
Items instellen U kunt de kopieerinstellingen, zoals paginaformaat, mediumtype en intensiteit, wijzigen. Druk op de knop Menu, gebruik de knop OK. om een instellingsitem te selecteren en druk op de knop Gebruik de knop om een instellingsitem aan te passen en druk op de knop OK. Het volgende instellingsitem wordt weergegeven. Het LCD gaat terug naar het stand-byscherm voor kopiëren nadat alle instellingen zijn voltooid. Opmerking Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan.
De beeldkwaliteit selecteren op basis van het origineel. Voorbeeld: Opmerking Als u Snel (Fast) selecteert terwijl u het mediumtype hebt ingesteld op Gewoon papr (Plain paper) en de kwaliteit niet naar wens is, selecteert u Standaard (Standard) of Hoog (High) en probeert u opnieuw te kopiëren. Selecteer Hoog (High) om te kopiëren in grijstinten. Bij grijstinten wordt een reeks grijstinten gebruikt in plaats van alleen zwart en wit.
Kopieën verkleinen of vergroten U kunt de vergroting optioneel opgeven of een kopie met een vooraf ingestelde verhouding of een kopie passend op het papierformaat selecteren. Druk in de kopieermodus op de knop Menu, gebruikt de knop Reduce) te selecteren en druk op de knop OK. Selecteer de verkleinings-/vergrotingsmethode met de knoppen om Vergroten/verklein. (Enlarge/ en druk vervolgens op de knop OK.
Over het menu Speciale kopie U kunt de volgende menu's selecteren in het menu Speciale kopie (Special copy). • Kop. kader wissen (Frame erase copy) Wanneer u een dik origineel zoals een boek kopieert, kunt u kopiëren zonder zwarte marges rondom het beeld en schaduwen van rugmarges. Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren • Kopie zonder marge (Borderless copy) U kunt afbeeldingen zo kopiëren dat deze de hele pagina vullen zonder marges.
Twee pagina’s kopiëren op één pagina U kunt twee pagina's van een origineel op één vel papier kopiëren door elke pagina verkleind weer te geven. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats papier. Papier plaatsen 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4. Druk op de knop Menu. Het scherm Menu Kopie (Copy menu) wordt weergegeven. 5.
Het volgende bericht wordt weergegeven nadat het apparaat het eerste documentvel heeft gescand. Als u nog een documentvel wilt scannen, plaatst u dit op de glasplaat en drukt u op de knop OK. Het apparaat begint met kopiëren. Als u niets meer wilt scannen, drukt u op de toonknop om het kopiëren te starten. Het apparaat begint met kopiëren. Opmerking U kunt de kopieertaak toevoegen tijdens het afdrukken.
Vier pagina’s kopiëren op één pagina U kunt vier pagina's van een origineel op één vel papier kopiëren door elke pagina verkleind weer te geven. Er zijn vier verschillende indelingen beschikbaar. Indeling 1 (Layout 1) Indeling 2 (Layout 2) Indeling 3 (Layout 3) Indeling 4 (Layout 4) 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats papier. Papier plaatsen 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4.
1. Druk op de knop Menu. Het scherm Menu Kopie (Copy menu) wordt weergegeven. 2. Selecteer met de knop knop OK. de optie Indeling 4 op 1 (4-on-1 layout) en druk vervolgens op de 3. Selecteer de indeling en druk op de knop OK. Selecteer de indeling bij Indeling 1 (Layout 1), Indeling 2 (Layout 2), Indeling 3 (Layout 3) of Indeling 4 (Layout 4). Opmerking Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan. 8. Plaats het originele document op de glasplaat of in de ADF. Originelen plaatsen 9.
Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren Wanneer u een dik origineel zoals een boek kopieert, kunt u kopiëren zonder zwarte marges rondom het beeld en schaduwen van rugmarges. Met deze functie vermindert u onnodig inktverbruik. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats papier. Papier plaatsen 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4. Druk op de knop Menu.
documentkleur niet onderscheiden van de schaduw, waardoor het document mogelijk enigszins wordt bijgesneden of een schaduw in de vouw wordt weergegeven.
Kopiëren zonder marges U kunt afbeeldingen zo kopiëren dat deze de hele pagina vullen zonder marges. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats het fotopapier. Papier plaatsen 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4. Druk op de knop Menu. Het scherm Menu Kopie (Copy menu) wordt weergegeven. de optie Speciale kopie (Special copy) en druk 5. Selecteer met de knop vervolgens op de knop OK.
9. Druk op de knop Kleur (Color) als u in kleur wilt kopiëren of op de knop Zwart (Black) als u in zwart-wit wilt kopiëren. Het apparaat begint met kopiëren zonder marges. Opmerking De afbeelding kan aan de randen enigszins worden afgekapt omdat de gekopieerde afbeelding wordt vergroot om de hele pagina te vullen. Zo nodig kunt u instellen tot welke breedte de randen van de originele afbeelding worden bijgesneden. Het uitgesneden gedeelte zal echter groter zijn als de hoeveelheid uitbreiding groot is.
Gesorteerd kopiëren U kunt gesorteerde afdrukken maken wanneer u meerdere kopieën maakt van een origineel met meerdere pagina's. • Als Kopie sorter. (Collated copy) is geselecteerd: • Als Kopie sorter. (Collated copy) niet is geselecteerd: 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats het papier. Papier plaatsen 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4. Druk op de knop Menu.
9. Druk op de knop Kleur (Color) als u in kleur wilt kopiëren of op de knop Zwart (Black) als u in zwart-wit wilt kopiëren. Het apparaat begint met kopiëren. Opmerking Het aantal pagina's dat het apparaat kan lezen, hangt af van het document. Als tijdens het scannen Geheugen is vol (Memory is full) wordt weergegeven op het LCD, verlaagt u het aantal documentpagina's dat moet worden gescand en probeert u opnieuw te kopiëren.