Extra Information

Controle 11: Zorg dat de netwerkinstellingen van de computer correct
zijn.
Zorg dat de computer kan communiceren met de printer en het toegangspunt via het draadloze LAN.
Controle 12: Controleer of Bi-directionele ondersteuning inschakelen
(Enable bidirectional support) is geselecteerd op het tabblad Poorten
(Ports) van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Controle 13: Zorg dat de firewall van de beveiligingssoftware is
uitgeschakeld.
Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht
weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing
wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Als u programma's gebruikt die de netwerkomgeving wijzigen controleert u de instellingen. Sommige
programma's zullen standaard een firewall inschakelen.
Controle 14: Wanneer u een router gebruikt, verbindt u de printer en de
computer aan de LAN-zijde (zelfde netwerksegment).
Als het probleem niet is verholpen, plaatst u de cd-rom in het dvd/cd-rom-station van de computer om de
installatie opnieuw te starten, of gaat u naar onze website via internet en downloadt u de nieuwste versie
van MiniMasterSetup voor uw model.