User manual

Stille modus gebruiken op opgegeven tijden (Use quiet mode during specified hours)
Selecteer deze optie als u wilt dat het apparaat minder geluid maakt op de opgegeven tijden.
Geef de Begintijd (Start time) en de Eindtijd (End time) op van de periode waarin de stille modus
actief moet zijn.
Belangrijk
U moet voor Begintijd (Start time) en Eindtijd (End time) verschillende tijden opgeven.
Map voor tijdelijke bestanden (Select Folder Where Temporary Files are Saved)
Hier wordt de map weergegeven waarin de afbeeldingen tijdelijk moeten worden opgeslagen. Als u de
map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te geven.
Geluidsinstellingen (Sound Settings)
U kunt het apparaat zodanig instellen dat er een geluidsbestand wordt afgespeeld wanneer het scannen
is voltooid.
Schakel het selectievakje Geluidssignaal na voltooiing scan (Play Sound When Scanning is
Completed) in, klik op Bladeren... (Browse...) en geef een audiobestand op.
U kunt de volgende bestanden opgeven.
- MIDI-bestand (*.mid, *.midi)
- Audiobestand (*.wav, *.aif, *.aiff)
- MP3-bestand (*.mp3)
Kalibratie-instellingen (Calibration Settings)
Wanneer u voor Uitvoeren bij elke scan (Execute at Every Scan) AAN (ON) selecteert, wordt de
scanner telkens vóór een voorbeeldweergave en scan gekalibreerd, zodat de juiste kleurtinten in de
gescande afbeeldingen worden weergegeven.
Opmerking
Zelfs als Uitvoeren bij elke scan (Execute at Every Scan) is ingesteld op UIT (OFF), wordt de
scanner mogelijk automatisch gekalibreerd in bepaalde gevallen (bijvoorbeeld meteen nadat u het
apparaat hebt ingeschakeld).
Kalibratie kan enige tijd duren, afhankelijk van uw computer.