Operation Manual

De firmware van het apparaat bijwerken
U kunt de firmware van het apparaat bijwerken via internet.
Belangrijk
Wanneer u deze functie gebruikt, moet het apparaat zijn verbonden met het LAN en moet een
internetverbinding beschikbaar zijn.
Als de firmware-update wordt uitgevoerd, worden alle faxen verwijderd die in het apparaatgeheugen
zijn opgeslagen.
1.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
2.
Druk op de knop Instellingen (Setup).
Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven.
3.
Selecteer met de knop de optie Apparaatinstellingen (Device settings) en druk
vervolgens op de knop OK.
4.
Selecteer Firmware bijwerken (Firmware update) met de knoppen en druk
vervolgens op de knop OK.
5.
Selecteer Update installeren (Install update) met de knoppen en druk vervolgens op
de knop OK.
Het apparaat zoekt naar de nieuwste firmware op de server.
Opmerking
U kunt de firmware niet bijwerken in de volgende omstandigheden:
Terwijl het apparaat een fax verzendt of ontvangt
Terwijl het apparaat een niet-afgedrukte fax opslaat in het apparaatgeheugen
(geheugenontvangst)
Terwijl niet-verzonden faxen worden opgeslagen in het apparaatgeheugen
6.
Controleer de status van de firmware op de server.
Als de nieuwste firmware op de server aanwezig is, wordt De nieuwste firmware staat op de server
(The latest firmware is on the server) weergegeven op het LCD-scherm. Druk op de knop OK om
verder te gaan met de volgende stap.
Als de huidige firmware op het apparaat de nieuwste is, wordt Uw firmware is de nieuwste versie;
update is niet vereist (Your firmware is the latest version; update is not required) weergegeven op
het LCD-scherm. Druk op de knop OK om de procedure te voltooien.
Opmerking
Als Kan geen verbinding maken met server; probeer het opnieuw (Cannot connect to the
server; try again) wordt weergegeven op het LCD-scherm, drukt u op de knop OK en probeert u
het na enige tijd opnieuw.
172