Operation Manual

Dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used
Settings)
Selecteer de pictogrammen van de afdrukprofielen die u wilt registreren in Veelgebruikte instellingen
(Commonly Used Settings) en wijzig de items die u wilt opslaan in de afdrukprofielen.
Pictogram (Icon)
Hier selecteert u het pictogram voor het afdrukprofiel dat u wilt opslaan.
Het geselecteerde pictogram wordt, samen met de naam, weergegeven in de lijst Veelgebruikte
instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Papierformaat opslaan (Save the paper size setting)
Hiermee slaat u het papierformaat op in het afdrukprofiel in Veelgebruikte instellingen
(Commonly Used Settings).
Als u het opgeslagen papierformaat wilt toepassen wanneer het afdrukprofiel wordt geselecteerd,
schakelt u dit selectievakje in.
Als dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt het papierformaat niet opgeslagen en wordt de
instelling voor papierformaat daarom niet toegepast wanneer het afdrukprofiel wordt geselecteerd.
In plaats daarvan drukt de printer af met het papierformaat dat is opgegeven met de toepassing.
Afdrukstand opslaan (Save the orientation setting)
Hiermee slaat u de Afdrukstand (Orientation) op in het afdrukprofiel in Veelgebruikte
instellingen (Commonly Used Settings).
Als u de opgeslagen afdrukstand wilt toepassen wanneer het afdrukprofiel wordt geselecteerd,
schakelt u dit selectievakje in.
Als dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt de afdrukstand niet opgeslagen en wordt de instelling
voor Afdrukstand (Orientation) daarom niet toegepast wanneer het afdrukprofiel wordt
geselecteerd. In plaats daarvan drukt de printer af met de afdrukstand die is opgegeven met de
toepassing.
Aantal opslaan (Save the copies setting)
Hiermee slaat u de instelling Aantal (Copies) op in het afdrukprofiel in Veelgebruikte instellingen
(Commonly Used Settings).
Als u de opgeslagen instelling voor aantal afdrukken wilt toepassen wanneer het afdrukprofiel
wordt geselecteerd, schakelt u dit selectievakje in.
Als dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt het aantal afdrukken niet opgeslagen en wordt de
instelling voor Aantal (Copies) daarom niet toegepast wanneer het afdrukprofiel wordt
geselecteerd. In plaats daarvan drukt de printer het aantal exemplaren af dat is opgegeven met de
toepassing.
Dialoogvenster Aangepast papierformaat (Custom Paper Size)
In dit dialoogvenster kunt u het formaat (breedte en hoogte) van het aangepaste papier opgeven.
Eenheden (Units)
Selecteer de eenheid voor het opgeven van een door de gebruiker gedefinieerd papierformaat.
Papierformaat (Paper Size)
Hier geeft u waarden voor Breedte (Width) en Hoogte (Height) voor het aangepaste papier op. De
afmetingen worden weergegeven op basis van de eenheid die u hebt opgegeven bij Eenheden
(Units).
363