Installation Instructions

De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen
Indien nodig kunt u schakelen tussen verschillende bedieningsmodi van het apparaat.
De procedure voor het configureren van de Aangepaste instellingen (Custom Settings) is als volgt:
Aangepaste instellingen (Custom Settings)
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Zorg dat het apparaat aan staat en klik vervolgens op Aangepaste instellingen
(Custom Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
Het dialoogvenster Aangepaste instellingen (Custom Settings) wordt geopend.
Opmerking
Als het apparaat is uitgeschakeld of als communicatie tussen het apparaat en de computer is
uitgeschakeld, kan een foutbericht verschijnen omdat de computer de apparaatstatus niet kan
vaststellen.
Als dit gebeurt, klikt u op OK om de meest recente instellingen op de computer weer te geven.
3.
Geef desgewenst de volgende instellingen op:
Afdrukbare disc in de disclade detecteren (Detects a printable disc in the disc tray)
Deze optie detecteert tijdens het afdrukken van disclabels of een afdrukbare disc in de disclade is
geplaatst en toont een bericht als er geen disc is geplaatst.
Schakel dit selectievakje in als u bij het afdrukken wilt detecteren of een afdrukbare disc is geplaatst.
Schakel dit selectievakje uit als u bij het afdrukken niet wilt detecteren of een afdrukbare disc is
geplaatst.
Belangrijk
Als u dit selectievakje uitgeschakeld laat, kan de printer naar de disclade afdrukken, ook al is er
geen afdrukbare disc in de disclade geplaatst. Daarom dient u dit selectievakje normaal
gesproken in te schakelen.
Als u een reeds bedrukte afdrukbare disc in de disclade plaatst, detecteert de printer mogelijk
dat er geen afdrukbare disc in de disclade is geplaatst. Schakel in dat geval dit selectievakje uit.
Schuring van papier voorkomen (Prevent paper abrasion)
Bij het gebruik van een hoge dichtheid kan het apparaat de ruimte tussen de printkop en het papier
vergroten om schuring van het papier te voorkomen.
Schakel dit selectievakje in om schuring van papier te voorkomen.
Koppen handmatig uitlijnen (Align heads manually)
De functie Uitlijning printkop (Print Head Alignment) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) is
normaliter ingesteld op automatische uitlijning. U kunt dit echter wijzigen in handmatige uitlijning.
Als het afdrukresultaat na een automatische printkopuitlijning niet naar wens is, raadpleegt u 'De
positie van de printkop handmatig uitlijnen vanaf de computer' en voert u de uitlijning handmatig uit.
Schakel dit selectievakje in om de printkop handmatig uit te lijnen. Schakel dit selectievakje uit om de
printkop automatisch uit te lijnen.
90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when
orientation is [Landscape])
Op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) kunt u de draairichting van de optie Liggend
(Landscape) bij Afdrukstand (Orientation) wijzigen.
Als u de afdrukgegevens tijdens het afdrukken 90 graden naar links wilt draaien, selecteert u deze
optie. Als u de afdrukgegevens tijdens het afdrukken 90 graden naar rechts wilt draaien, schakelt u
deze optie uit.