Installation Instructions

Opmerking
Geef dezelfde SSID op die is ingesteld voor het toegangspunt. De SSID is
hoofdlettergevoelig.
Coderingsmethode: (Encryption Method:)
Hiermee kunt u de coderingsmethode selecteren die wordt gebruikt op het draadloos LAN.
U kunt WEP-instellingen wijzigen door WEP gebruiken (Use WEP) te selecteren en te klikken
op Configuratie... (Configuration...).
De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen
U kunt WPA- of WPA2-instellingen wijzigen door WPA gebruiken (Use WPA) of WPA2
gebruiken (Use WPA2) te selecteren en te klikken op Configuratie... (Configuration...).
WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen
Belangrijk
Als de coderingstypen van het toegangspunt, de printer of de computer niet
overeenkomen, kan de printer niet communiceren met de computer. Als de printer niet kan
communiceren met de computer nadat het coderingstype van de printer is gewijzigd, zorgt u
dat het coderingstype van de computer en het toegangspunt overeenkomt met dat van de
printer.
Als u verbinding maakt met een netwerk dat niet wordt beschermd met
beveiligingsmaatregelen, is er een risico aanwezig dat gegevens, zoals uw persoonlijke
informatie, getoond worden aan derden.
Instelling TCP/IP: (TCP/IP Setup:)
Hiermee stelt u het IP-adres van de printer in dat moet worden gebruikt in het LAN. Voer een
waarde in die geschikt is voor uw netwerkomgeving.
6.
Klik op OK.
Nadat u de configuratie hebt gewijzigd, wordt er een venster weergegeven waarin u de
instellingen moet bevestigen voordat deze naar de printer worden verzonden. Als u op Ja (Yes)
klikt, worden de instellingen naar de printer verzonden en wordt het venster Verstuurde
instellingen (Transmitted Settings) weergegeven.
Opmerking
Als u de netwerkinstellingen wijzigt terwijl de USB-kabel tijdelijk is aangesloten, kan de
standaardprinter worden gewijzigd. In dit geval selecteert u Als standaardprinter instellen
(Set as Default Printer).