Operation Manual

1. Selecteer cijfers om de begintijd op te geven.
U kunt het uur opgeven tussen 0 en 24.
2.
Hiermee wordt de begintijd bevestigd.
Zodra u de begintijd hebt opgegeven, moet u de eindtijd opgeven volgens dezelfde
procedure.
B. Hiermee wordt de begin- en eindtijd bevestigd.
Het bevestigingsscherm wordt weergegeven en het pictogram wordt weergegeven als
pictogram voor het menu Stille instelling (Quiet setting).
U kunt het geluid van de printer verminderen tijdens de opgegeven tijden.
Belangrijk
De werkingssnelheid is lager dan wanneer Stille modus niet gebruiken (Do not use quiet mode) is
geselecteerd.
Deze functie is mogelijk minder effectief, afhankelijk van de instellingen van de printer. Bovendien
worden bepaalde geluiden niet verminderd, zoals wanneer de printer wordt voorbereid op afdrukken.
Opmerking
U kunt de stille modus instellen via het bedieningspaneel van de printer of het printerstuurprogramma.
Ongeacht hoe u de stille modus instelt, wordt de modus toegepast wanneer u bewerkingen uitvoert via
het bedieningspaneel van de printer of als u afdrukt en scant vanaf de computer.
Voor Windows kunt u de stille modus instellen via ScanGear (scannerstuurprogramma).
210