TS200 series Online handleiding Basishandelingen Onderhoud Overzicht van het apparaat Informatie over papier Afdrukken Kopiëren Veelgestelde vragen Lijst met ondersteuningscodes voor fouten Nederlands (Dutch)
Inhoud Online handleiding gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Symbolen in dit document. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Gebruikers van aanraakgevoelige apparaten (Windows). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Handelsmerken en licenties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Basishandelingen. . . . . . . . .
Uw printer transporteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Een hoge afdrukkwaliteit handhaven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Hoofdonderdelen en hun gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Hoofdonderdelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113 Verschillende afdrukmethoden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Papier vertoont vlekken / Papieroppervlak vertoont krassen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198 Het afdrukken wordt niet voltooid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201 Lijnen zijn onvolledig of ontbreken (Windows). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202 Afbeeldingen zijn onvolledig of ontbreken (Windows). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1700. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247 1890. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248 4102. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249 4103. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Online handleiding gebruiken Gebruiksomgeving Symbolen in dit document Gebruikers van aanraakgevoelige apparaten (Windows) Online handleiding afdrukken Handelsmerken en licenties Schermafbeeldingen in deze handleiding 7
Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van het apparaat. Let op Instructies die u moet volgen om lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat te voorkomen.
Gebruikers van aanraakgevoelige apparaten (Windows) Voor handelingen via aanraking vervangt u 'klikken met de rechtermuisknop' in dit document door de handeling die is ingesteld in het besturingssysteem. Als de handeling voor uw besturingssysteem bijvoorbeeld is ingesteld op 'aanraken en vasthouden', vervangt u 'klikken met de rechtermuisknop' door 'aanraken en vasthouden'.
Handelsmerken en licenties • Microsoft is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. • Windows is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Windows Vista is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Internet Explorer is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Apache License Version 2.0, January 2004 http://www.apache.org/licenses/ TERMS AND CONDITIONS FOR USE, REPRODUCTION, AND DISTRIBUTION 1. Definitions. "License" shall mean the terms and conditions for use, reproduction, and distribution as defined by Sections 1 through 9 of this document. "Licensor" shall mean the copyright owner or entity authorized by the copyright owner that is granting the License.
2. Grant of Copyright License. Subject to the terms and conditions of this License, each Contributor hereby grants to You a perpetual, worldwide, non-exclusive, no-charge, royalty-free, irrevocable copyright license to reproduce, prepare Derivative Works of, publicly display, publicly perform, sublicense, and distribute the Work and such Derivative Works in Source or Object form. 3. Grant of Patent License.
7. Disclaimer of Warranty. Unless required by applicable law or agreed to in writing, Licensor provides the Work (and each Contributor provides its Contributions) on an "AS IS" BASIS, WITHOUT WARRANTIES OR CONDITIONS OF ANY KIND, either express or implied, including, without limitation, any warranties or conditions of TITLE, NON-INFRINGEMENT, MERCHANTABILITY, or FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: * Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. * Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
Use is subject to license terms below. This distribution may include materials developed by third parties. Sun, Sun Microsystems, the Sun logo and Solaris are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc. in the U.S. and other countries.
TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE. ---- Part 6: Cisco/BUPTNIC copyright notice (BSD) ----Copyright (c) 2004, Cisco, Inc and Information Network Center of Beijing University of Posts and Telecommunications. All rights reserved.
SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE. ---- Part 8: Apple Inc. copyright notice (BSD) ----Copyright (c) 2007 Apple Inc.
FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE. LEADTOOLS Copyright (C) 1991-2009 LEAD Technologies, Inc.
MIT License Copyright (c) 1998, 1999, 2000 Thai Open Source Software Center Ltd Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of this software and associated documentation files (the "Software"), to deal in the Software without restriction, including without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish, distribute, sublicense, and/or sell copies of the Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject to the following conditions:
* Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. * Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
Basishandelingen Foto's afdrukken vanaf een computer 21
Foto's afdrukken vanaf een computer In dit gedeelte wordt beschreven hoe u foto's kunt afdrukken met My Image Garden. 1. Open de papiersteun (A). 2. Trek de papieruitvoerlade (B) en het verlengstuk van de uitvoerlade (C) uit. 3. Plaats papier MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE GERICHT. 4. Lijn de papiergeleider (D) uit met de linkerzijde van het papier.
Nadat u papier in de achterste lade plaatst, gaat een van de Papier (Paper)-lampjes branden. 5. Controleer de instelling voor het papierformaat. Als het papierformaat dat in de achterste lade is geplaatst, niet overeenkomt met de aanduiding van het Papier (Paper)-lampje (E), drukt u op de knop Papier selecteren (Paper Select) (F) om de selectie te wijzigen. 6. Klik op het pictogram My Image Garden (G) in Quick Menu. Het scherm Hulpmenu (Guide Menu) wordt weergegeven.
8. Klik op de map (I) met de foto's die u wilt afdrukken. 9. Klik op de foto's (J) die u wilt afdrukken. Voor Windows: Om twee of meer foto´s tegelijk te selecteren, klikt u op de foto´s terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt. Voor macOS: Om twee of meer foto´s tegelijk te selecteren, klikt u op de foto´s terwijl u de opdrachttoets ingedrukt houdt. 10. Klik op Afdrukken (Print) (K). 11. Geef het aantal exemplaren, enz. op.
Voor macOS: Geef het aantal exemplaren op. 12. Start het afdrukken. Voor Windows: Klik op Afdrukken (Print). Voor macOS: Klik op Afdrukken (Print). Wanneer het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend, geeft u de printernaam, het papierformaat, enzovoort op en klikt u vervolgens op Afdrukken (Print). Opmerking • Met My Image Garden kunt u afbeeldingen op uw computer, zoals foto´s van een digitale camera, op meerdere manieren gebruiken.
Omgaan met papier, FINE-cartridges, enz.
Papier plaatsen Normaal papier/fotopapier plaatsen 27
Normaal papier/fotopapier plaatsen U kunt normaal papier of fotopapier plaatsen. Belangrijk • Als u normaal papier voor een proefafdruk uitknipt tot bijvoorbeeld 10 x 15 cm (4 x 6 inch), kan het papier vastlopen. Opmerking • Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Ondersteunde mediumtypen voor meer informatie over origineel Canon-papier.
2. Trek de papieruitvoerlade (B) en het verlengstuk van de uitvoerlade (C) uit. 3. Plaats papier verticaal en helemaal naar rechts in de achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE GERICHT. 4. Lijn de papiergeleider (D) uit met de linkerzijde van het papier. Schuif de papiergeleider niet te hard tegen het papier. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd. Belangrijk • Plaats het papier altijd in de lengterichting (E). Wanneer u papier in de breedterichting plaatst (F), kan het papier vastlopen.
Opmerking • Plaats het papier niet hoger dan de markering voor de maximumcapaciteit (G). Nadat u papier in de achterste lade plaatst, gaat een van de Papier (Paper)-lampjes branden, afhankelijk van het laatst geplaatste papierformaat. 5. Controleer de instelling voor het papierformaat. Als het papierformaat dat in de achterste lade is geplaatst, niet overeenkomt met de aanduiding van het Papier (Paper)-lampje (H), drukt u op de knop Papier selecteren (Paper Select) (I) om de selectie te wijzigen.
• Er zijn verschillende soorten papier, zoals papier met een speciale coating waarop foto’s met een optimale kwaliteit kunnen worden afgedrukt en papier dat geschikt is voor documenten. Voor elk mediumtype zijn er vooraf gedefinieerde instellingen (de manier waarop inkt wordt gebruikt en gespoten, de afstand vanaf de spuitopeningen enz.), waarmee u afdrukken met een optimale beeldkwaliteit op dat mediumtype kunt maken.
Een FINE-cartridge vervangen Een FINE-cartridge vervangen Inkttips 32
Een FINE-cartridge vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, knippert het Alarm-lampje om u op de hoogte te brengen van het probleem. Op dit moment kan de printer niet afdrukken. Tel het aantal malen dat het lampje knippert en neem de juiste maatregelen. Er treedt een fout op Bij het gebruik van de printer kunnen de randen van de papieruitvoersleuf vuil worden door inkt. Reinig voor het vervangen van de FINE-cartridge de randen van de papieruitvoersleuf.
Zie hieronder voor informatie over het configureren van deze instelling. De te gebruiken FINE-cartridge instellen • Mogelijk wordt toch kleureninkt verbruikt wanneer u een document in zwart-wit afdrukt of wanneer u hebt aangegeven een zwart-witafdruk te willen maken. Ook bij standaardreiniging en diepte-reiniging van de printkop, die nodig kunnen zijn om de printer goed te laten werken, wordt zowel kleureninkt als zwarte inkt verbruikt.
2. Verwijder de FINE-cartridge. Belangrijk • Wees voorzichtig met de FINE-cartridge om vlekken op kleding en dergelijke te voorkomen. • Houd bij het weggooien van een lege FINE-cartridge rekening met de plaatselijke regelgeving met betrekking tot afvalverwerking. 5. Bereid een nieuwe FINE-cartridge voor. 1. Haal de nieuwe FINE-cartridge uit de verpakking en verwijder de oranje beschermtape (C) voorzichtig.
Belangrijk • Als u schudt met een FINE-cartridge, kunt u inkt morsen en vlekken op uw handen en dergelijke krijgen. Ga voorzichtig te werk met FINE-cartridges. • Zorg dat er geen vlekken op uw handen en dergelijke komen door de inkt op de verwijderde beschermtape. • Plaats de beschermtape niet terug nadat u deze hebt verwijderd. Houd bij het weggooien rekening met de lokale wet- en regelgeving met betrekking tot de afvalverwerking.
Belangrijk • Plaats voorzichtig de FINE-cartridge, zodat deze niet de elektrische contactpunten van de FINEcartridgehouder raakt of problemen met de FINE-cartridge veroorzaakt. 2. Duw de FINE-cartridge naar binnen en omhoog totdat deze stevig vast zit. Belangrijk • Controleer of de FINE-cartridge correct is geïnstalleerd.
• De printer kan alleen afdrukken als zowel de kleuren-FINE-cartridge als de zwarte FINEcartridge is geplaatst. Plaats daarom beide cartridges. 7. Sluit de klep. Opmerking • Als het Alarm-lampje knippert nadat de klep is gesloten, voert u de vereiste stappen uit. Er treedt een fout op • De printer kan geluid maken tijdens het gebruik. 8. Pas de positie van de printkop aan.
Inkttips Hoe wordt de inkt, naast afdrukken, gebruikt voor andere toepassingen? Inkt kan, naast afdrukken, voor verschillende toepassingen worden gebruikt. De inkt wordt niet alleen gebruikt voor het maken van afdrukken, maar ook voor het reinigen van de printkop. Dit zorgt ervoor dat de optimale afdrukkwaliteit behouden blijft. De printer heeft een functie voor het automatisch reinigen van de spuitopeningen waaruit de inkt wordt gespoten, zodat verstopping wordt voorkomen.
Onderhoud Als afdrukken vaag of ongelijkmatig zijn Onderhoudsfuncties uitvoeren vanaf de computer (Windows) Onderhoudsfuncties uitvoeren vanaf de computer (macOS) Reiniging 40
Als afdrukken vaag of ongelijkmatig zijn Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen Dieptereiniging van de printkop 41
Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten vaag zijn, kleuren niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten (bijvoorbeeld omdat lijnen niet evenwijdig worden afgedrukt), voert u de onderstaande onderhoudsprocedure uit. Belangrijk • Spoel de FINE-cartridge niet af en veeg deze niet schoon. Dit kan problemen met de FINE-cartridge veroorzaken. Opmerking • Controleer of er nog inkt in de FINE-cartridge zit.
Stap 2 Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen. Als er lijnen ontbreken of er horizontale witte strepen voorkomen in dit raster: Stap 3 Reinig de printkop.
Als de afdrukresultaten niet gelijkmatig zijn (de evenwijdige lijnen zijn bijvoorbeeld niet correct afgedrukt): Stap Lijn de printkop uit.
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Opmerking • Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de FINE-cartridge die bijna leeg is. U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2.
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. 1. Controleer het raster op (A) ontbrekende lijnen en (B) de aanwezigheid van horizontale witte strepen.
De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt. Reinig de printkop daarom alleen als het echt nodig is. 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2.
Dieptereiniging van de printkop Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een dieptereiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan bij een normale reiniging van de printkop. Het is daarom raadzaam de diepte-reiniging van de printkop alleen uit te voeren als het echt nodig is. 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2.
Reiniging De buitenkanten reinigen Papierinvoerrollen reinigen Binnenkant van de printer reinigen (reiniging onderste plaat) 49
Papierinvoerrollen reinigen Als de papierinvoerrollen vuil zijn of als er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Reinig in dat geval de papierinvoerrollen. U moet het volgende voorbereiden: een vel normaal papier van A4- of Letter-formaat of een in de handel verkrijgbaar reinigingsvel 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2. Verwijder papier uit de achterste lade. 3. Reinig de papierinvoerrollen zonder papier. 1.
Nadat u de onderdelen van de papierinvoerrollen met een wattenstaafje hebt gereinigd, zet u de printer aan en reinigt u de papierinvoerrollen nogmaals. Als het probleem nog steeds niet is verholpen nadat de papierinvoerrollen zijn gereinigd, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
Binnenkant van de printer reinigen (reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u inktvlekken van de binnenkant van de printer. We raden aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen om te voorkomen dat een afgedrukt papier inktvlekken krijgt. U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat* * Zorg ervoor dat u een nieuw vel papier gebruikt. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en verwijder alle papier uit de achterste lade. 2. Bereid het papier voor. 1.
Overzicht Veiligheid Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving WEEE (EU EN EEA) Voorzorgsmaatregelen voor transport Afdruktaken annuleren Afgedrukte afbeeldingen bewaren Wettelijke beperkingen op afdrukken Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de printer Uw printer transporteren Een hoge afdrukkwaliteit handhaven Hoofdonderdelen en hun gebruik Hoofdonderdelen Stroomvoorziening Instellingen wijzigen Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen (Windows) Printerinstellingen vanaf de computer wijz
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving WEEE (EU&EEA) 55
Veiligheidsvoorschriften Een locatie kiezen • Installeer de printer op een stabiele plaats die vrij van trillingen is. • Installeer de printer niet op een plaats die zeer vochtig of stoffig is en niet in direct zonlicht, buitenshuis of dicht bij een warmtebron. U kunt het risico van brand of elektrische schokken beperken door de printer te gebruiken in de werkingsomgeving die staat aangegeven in de Specificaties. • Plaats de printer niet op een dik tapijt of vloerkleed.
Informatie over regelgeving Environmental Information Reducing your environmental impact Power Consumption and Operational Modes The amount of electricity a device consumes depends on the way the device is used. This product is designed and set in a way to allow you to reduce the power consumption. After the last print it switches to Ready Mode. In this mode it can print again immediately if required. If the product is not used for a time, the device switches to its Sleep Mode.
WEEE (EU&EEA) Only for European Union and EEA (Norway, Iceland and Liechtenstein) This symbol indicates that this product is not to be disposed of with your household waste, according to the WEEE Directive (2012/19/EU) and national legislation. This product should be handed over to a designated collection point, e.g., on an authorized one-for-one basis when you buy a new similar product or to an authorized collection site for recycling waste electrical and electronic equipment (EEE).
place par les collectivités locales pour le recyclage des Déchets des Équipements Électriques et Électroniques (DEEE). Le traitement inapproprié de ce type de déchet risque d'avoir des répercussions sur l'environnement et la santé humaine, du fait de la présence de substances potentiellement dangereuses généralement associées aux équipements électriques et électroniques.
autorizado o con el servicio de recogida de basuras doméstico. Si desea más información acerca de la devolución y reciclado de RAEE, visite la web www.canon-europe.com/weee. Només per a la Unió Europea i a l’Espai Econòmic Europeu (Noruega, Islàndia i Liechtenstein) Aquest símbol indica que aquest producte no s’ha de llençar a les escombraries de la llar, d’acord amb la Directiva RAEE (2012/19/UE) i la legislació nacional.
Este símbolo indica que o produto não deve ser colocado no lixo doméstico, de acordo com a Directiva REEE (2012/19/UE) e a legislação nacional. Este produto deverá ser colocado num ponto de recolha designado, por exemplo, num local próprio autorizado quando adquirir um produto semelhante novo ou num local de recolha autorizado para reciclar resíduos de equipamentos eléctricos e electrónicos (EEE).
ανακύκλωση, επικοινωνήστε με το τοπικό γραφείο της πόλης σας, την υπηρεσία απορριμμάτων, το εγκεκριμένο σχήμα ΑΗΗΕ ή την υπηρεσία απόρριψης οικιακών αποβλήτων. Για περισσότερες πληροφορίες σχετικά με την επιστροφή και την ανακύκλωση των προϊόντων ΑΗΗΕ, επισκεφθείτε την τοποθεσία www.canon-europe.com/weee.
köps (en mot en). Olämplig hantering av avfall av den här typen kan ha en negativ inverkan på miljön och människors hälsa på grund av de potentiellt farliga ämnen som kan återfinnas i elektrisk och elektronisk utrustning. Din medverkan till en korrekt avfallshantering av den här produkten bidrar dessutom till en effektiv användning av naturresurserna.
Tylko dla krajów Unii Europejskiej oraz EOG (Norwegia, Islandia i Liechtenstein) Ten symbol oznacza, że zgodnie z dyrektywą WEEE dotyczącą zużytego sprzętu elektrycznego i elektronicznego (2012/19/UE) oraz przepisami lokalnymi nie należy wyrzucać tego produktu razem z odpadami gospodarstwa domowego. Produkt należy przekazać do wyznaczonego punktu gromadzenia odpadów, np.
mõeldud kogumispunkti. Täiendava teabe saamiseks elektri- ja elektroonikaseadmetest tekkinud jäätmete tagastamise ja ümbertöötlemise kohta võtke ühendust kohaliku omavalitsusega, asjakohase valitsusasutusega, asjakohase tootjavastutusorganisatsiooniga või olmejäätmete käitlejaga. Lisateavet leitate ka Interneti-leheküljelt www.canon-europe.com/weee.
Ta simbol pomeni, da tega izdelka v skladu z direktivo OEEO (2012/19/EU) in državno zakonodajo ne smete odvreči v gospodinjske odpadke. Ta izdelek morate odložiti na ustrezno zbiralno mesto, na primer pri pooblaščenem prodajalcu, ko kupite podoben nov izdelek ali na zbiralno mesto za recikliranje električne in elektronske opreme. Neprimerno ravnanje s takšnimi odpadki lahko negativno vpliva na okolje in človekovo zdravje zaradi nevarnih snovi, ki so povezane z električno in elektronsko opremo.
mai multe informaţii privind returnarea şi reciclarea produselor DEEE, vizitaţi www.canon-europe.com/ weee. Samo za Europsku uniju i EEZ (Norveška, Island i Lihtenštajn) Ovaj simbol pokazuje da se ovaj proizvod ne smije odlagati s kućnim otpadom sukladno WEEE Direktivi (2012/19/EC) i vašem nacionalnom zakonu. Ovaj proizvod je potrebno predati na posebno mjesto za sakupljanje otpada, npr.
Voorzorgsmaatregelen voor transport Afdruktaken annuleren Afgedrukte afbeeldingen bewaren Wettelijke beperkingen op afdrukken Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de printer Uw printer transporteren Een hoge afdrukkwaliteit handhaven 68
Wettelijke beperkingen op afdrukken Afdrukken of wijzigen van afgedrukte exemplaren van het volgende kan wettelijk strafbaar zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een plaatselijke jurist.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de printer Leg geen voorwerpen op de printer! Leg geen voorwerpen op de printer. Deze kunnen in de achterste lade vallen en ertoe leiden dat de printer niet meer naar behoren werkt. Zorg er ook voor dat u de printer op een locatie plaatst waar geen objecten in het apparaat kunnen vallen.
Uw printer transporteren Let op het volgende wanneer u de printer vervoert. Belangrijk • Terwijl de FINE-cartridge in de printer is geïnstalleerd, drukt u op de knop AAN/Stoppen (ON/Stop) om het apparaat uit te schakelen. De printer kan de printkop dan automatisch bedekken om te voorkomen dat de inkt uitdroogt. • Pak de printer in een stevige doos in en zorg dat de printer rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant).
Een hoge afdrukkwaliteit handhaven Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Opmerking • Afhankelijk van het type papier kan de inkt vervagen als het afdrukgebied met een merk- of markeerstift is aangeraakt of uitlopen als het afdrukgebied met water of transpiratievocht in aanraking is geweest.
Hoofdonderdelen en hun gebruik Hoofdonderdelen Stroomvoorziening 73
Hoofdonderdelen Vooraanzicht Achteraanzicht Binnenaanzicht Bedieningspaneel 74
Vooraanzicht (1) bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om de printerinstellingen te wijzigen of de printer te bedienen. Bedieningspaneel (2) papiersteun Open de klep om papier in de achterste lade te plaatsen. (3) papiergeleiders Schuif de geleiders tegen de linkerzijde van de stapel papier aan. (4) achterste lade Plaats hier papier. Er kunnen twee of meer vellen papier van hetzelfde formaat en type tegelijk worden geplaatst. Het papier wordt automatisch met één vel tegelijk ingevoerd.
Achteraanzicht (1) netsnoeraansluiting Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten. (2) USB-poort Sluit de USB-kabel aan. Zorg dat de aansluiting juist is geplaatst wanneer u de USB-kabel aansluit. Belangrijk • Raak het metalen omhulsel niet aan. Dit kan problemen veroorzaken. • De USB-kabel mag niet worden aangesloten of losgekoppeld terwijl de printer bezig is met het afdrukken vanaf de computer. Dit kan problemen veroorzaken.
Binnenaanzicht (1) FINE-cartridge (inktcartridges) Een vervangbare cartridge met geïntegreerde printkop en inkttank. (2) FINE-cartridgehouder Plaats hier de FINE-cartridge. De kleuren FINE-cartridge moet in de linkersleuf worden geplaatst en de zwarte FINE-cartridge in de rechtersleuf. Opmerking • Zie Een FINE-cartridge vervangen voor informatie over het vervangen van een FINE-cartridge. Belangrijk • Het gebied rondom de onderdelen (A) kan inktspetters bevatten.
Bedieningspaneel * Ter illustratie branden alle lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding. (1) De knop AAN/Stoppen (ON/Stop) Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. Als u op deze knop drukt, worden ook bewerkingen of afdruktaken geannuleerd. (2) AAN (ON)-lampje Dit lampje knippert en brandt vervolgens wanneer het apparaat wordt aangezet.
Stroomvoorziening Controleer of de printer is ingeschakeld De printer in- en uitschakelen De stekker/het netsnoer controleren.
Controleer of de printer is ingeschakeld Het AAN (ON)-lampje brandt wanneer de printer is ingeschakeld. Opmerking • Het kan enige tijd duren voordat de printer met afdrukken begint nadat u de printer hebt ingeschakeld.
De printer in- en uitschakelen De printer inschakelen 1. Druk op de knop AAN/Stoppen (ON/Stop) om de printer in te schakelen. Het AAN (ON)-lampje knippert en blijft daarna branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking • Het kan enige tijd duren voordat de printer met afdrukken begint nadat u de printer hebt ingeschakeld. • Als het Alarm-lampje knippert, raadpleegt u Er treedt een fout op. • U kunt de printer automatisch laten inschakelen wanneer een afdrukbewerking wordt uitgevoerd.
Belangrijk • Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt nadat u de printer hebt uitgeschakeld, controleert u of het AAN (ON)-lampje uit is. Opmerking • U kunt de printer laten uitschakelen wanneer gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen worden uitgevoerd of geen afdruktaken naar de printer zijn gestuurd. Dit is de standaardinstelling. Zie hieronder voor meer informatie over de functie voor automatisch uitschakelen.
De stekker/het netsnoer controleren. Koppel het netsnoer eenmaal per maand los om te controleren of geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet bij de stekker of het netsnoer. • • • • • De stekker/het netsnoer is heet. De stekker/het netsnoer is roestig. De stekker/het netsnoer is verbogen. De stekker/het netsnoer is versleten. De stekker/het netsnoer is gespleten.
De printer loskoppelen Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk • Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop AAN/Stoppen (ON/Stop) en controleert u daarna of het AAN (ON)-lampje uit is. Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt terwijl het AAN (ON)-lampje brandt of knippert, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden. 1. Druk op de knop AAN/Stoppen (ON/Stop) om de printer uit te zetten. 2.
Instellingen wijzigen Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen (Windows) Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen (macOS) Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel 85
Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen (Windows) Afdrukopties wijzigen Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren De te gebruiken FINE-cartridge instellen De stroomvoorziening van de Printer beheren De bedieningsmodus van de Printer aanpassen 86
Afdrukopties wijzigen U kunt de gedetailleerde instellingen van het printerstuurprogramma wijzigen voor afdrukgegevens die worden verzonden vanuit een toepassing. Geef deze optie aan als u te maken hebt met afdrukproblemen, zoals een deel van beeldgegevens dat wordt afgesneden. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Klik op Afdrukopties... (Print Options...) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) Het dialoogvenster Afdrukopties (Print Options) wordt geopend.
Het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) wordt opnieuw weergegeven.
Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren U kunt een veelgebruikt afdrukprofiel registreren bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Afdrukprofielen die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen. Een afdrukprofiel registreren 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
4. Sla de instellingen op Geef een naam op in het veld Naam (Name). Klik zo nodig op Opties... (Options...) om opties in te stellen en klik vervolgens op OK. Klik in het dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) op OK om de afdrukinstellingen op te slaan en terug te keren naar het tabblad Snel instellen (Quick Setup). De naam en het pictogram worden weergegeven in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings). Belangrijk • Klik op Opties... (Options...
De te gebruiken FINE-cartridge instellen Met deze functie kunt u de meest geschikte FINE-cartridge van de geïnstalleerde cartridges opgeven voor een bepaald doel. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Klik op Afdrukopties... (Print Options...) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) Het dialoogvenster Afdrukopties (Print Options) wordt weergegeven. 3. Selecteer de FINE-cartridge die u wilt gebruiken bij Afdrukken met (Print With).
De stroomvoorziening van de Printer beheren Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van de printer vanuit de Canon IJ Printer Assistant Tool beheren. Printer uit (Power Off) Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u de printer uit. Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u de printer niet inschakelen vanuit de Canon IJ Printer Assistant Tool. 1. Open Canon IJ Printer Assistant Tool. 2. Voer het uitzetten van de printer uit Klik op Printer uit (Power Off). Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Printer automatisch uit (Auto Power Off) Geef de tijd op in de lijst. Als deze tijd is verstreken zonder dat er bewerkingen zijn geweest vanuit het printerstuurprogramma of de printer, wordt de printer automatisch uitgeschakeld. 4. Pas de instellingen toe Klik op OK. Klik op OK in het bevestigingsbericht. Hierna is de instelling geactiveerd. Als u deze functie wilt uitschakelen, selecteert u Uitschakelen (Disable) op dezelfde manier in de lijst.
De bedieningsmodus van de Printer aanpassen Indien nodig kunt u schakelen tussen verschillende bedieningsmodi van de printer. Aangepaste instellingen (Custom Settings) 1. Open de Canon IJ Printer Assistant Tool. 2. Zorg dat de printer is ingeschakeld en klik op Aangepaste instellingen (Custom Settings). Het dialoogvenster Aangepaste instellingen (Custom Settings) wordt geopend.
4. Pas de instellingen toe Klik op OK en vervolgens op OK in het bevestigingsbericht. Nadat u dit hebt gedaan, worden de aangepaste instellingen voor de printer gebruikt.
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel Printerinstellingen initialiseren 96
Printerinstellingen initialiseren U kunt de printerinstellingen initialiseren. Volg de onderstaande procedure om de printerinstellingen te initialiseren. 1. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Houd de knop HERVATTEN (RESUME) ingedrukt en laat deze los nadat het Alarm-lampje 13 maal heeft geknipperd. Alle printerinstellingen zijn geïnitialiseerd. Voer indien nodig na de reset opnieuw de installatie uit.
Specificaties Algemene specificaties Afdrukresolutie (dpi) 4800* (horizontaal) x 1200 (verticaal) * Inktdruppels kunnen worden aangebracht met een tussenafstand van minimaal 1/4800 inch. Interface USB-poort: Hi-Speed USB * Een computer die voldoet aan de Hi-Speed USB-standaard is vereist. Aangezien de Hi-Speed USB-interface volledig opwaarts compatibel is met USB 1.1, kan deze worden gebruikt met USB 1.1.
(Het meegeleverde netsnoer is alleen voor het land of de regio waar u hebt aangeschaft.) Stroomverbruik Afdrukken: circa 10 W Stand-by (minimum): circa 1,2 W *1*2 Uit: circa 0,2 W *1 *1 USB-verbinding naar computer *2 De tijd waarna het apparaat stand-by gaat, kan niet worden gewijzigd. Externe afmetingen Ongeveer 426 (B) x 255 (D) x 131 (H) mm Ongeveer 16,8 (B) x 10,1 (D) x 5,2 (H) inch * Met ingetrokken papiersteun en papieruitvoerlade.
• Deze printer kan niet worden gebruikt met iOS en Android. • Er is een internetverbinding of cd-romspeler vereist tijdens de installatie van de software voor Windows. • Voor het gebruik van Easy-WebPrint EX en de hele gebruikershandleiding is een internetverbinding vereist. • Easy-WebPrint EX: Internet Explorer 8, 9, 10 en 11* (voor Windows) is vereist. • Windows: sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij Windows Media Center.
Informatie over papier Ondersteunde mediumtypen Maximaal aantal vellen Niet-ondersteunde mediumtypen Omgaan met papier Afdrukgebied 101
Ondersteunde mediumtypen Kies voor de beste resultaten papier dat geschikt is voor hoe u afdrukt. Diverse papiersoorten voor documenten en foto's of illustraties zijn verkrijgbaar bij Canon. Gebruik, wanneer mogelijk, origineel Canonpapier om belangrijke foto's af te drukken. Mediumtypen Origineel Canon-papier Opmerking • Raadpleeg de gebruiksgegevens van elk product voor waarschuwingen over het gebruik van de niet-afdrukbare zijde.
Aangepaste formaten: Aangepaste papierformaten moeten binnen de volgende limieten vallen: • Minimumformaat: 89,0 x 127,0 mm (3,50 x 5,00 inch) • Maximumformaat: 215,9 x 676,0 mm (8,50 x 26,61 inch) Papiergewicht U kunt papier met het volgende gewicht gebruiken.
Maximaal aantal vellen Origineel Canon-papier Papier voor het afdrukken van documenten: Mediumnaam Achterste lade Papieruitvoerlade Canon Red Label Superior Ongeveer 60 vellen Ongeveer 10 vellen Canon Océ Office Colour Paper Ongeveer 50 vellen Ongeveer 10 vellen Papier voor het afdrukken van foto's: Opmerking • Voor de beste resultaten met doorlopend afdrukken verwijdert u afgedrukte vellen uit de papieruitvoerlade om vlekken of verkleuringen te voorkomen.
Niet-ondersteunde mediumtypen De onderstaande soorten papier mogen niet worden gebruikt. Het gebruik van dergelijke papiersoorten levert niet alleen een onbevredigend resultaat op, maar kan ook leiden tot vastlopen of slecht functioneren van de printer.
Omgaan met papier • Zorg bij het hanteren van alle soorten papier dat u niet over het oppervlak wrijft of krast. • Houd het papier zo dicht mogelijk bij de rand vast en probeer het afdrukoppervlak niet aan te raken. De afdrukkwaliteit kan achteruit gaan als het afdrukoppervlak wordt besmeurd met zweet of vet afkomstig van uw handen. • Raak het afdrukoppervlak niet aan totdat de inkt is opgedroogd.
Afdrukken Afdrukken vanaf een computer Papierinstellingen 107
Afdrukken vanaf een computer Afdrukken vanuit toepassingssoftware (Windows-printerstuurprogramma) Afdrukken vanuit toepassingssoftware (macOS) Afdrukken met Canon-toepassingen 108
Afdrukken vanuit toepassingssoftware (Windowsprinterstuurprogramma) Basisinstellingen voor afdrukken Basis Verschillende afdrukmethoden De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren Overzicht van het printerstuurprogramma Beschrijving van het printerstuurprogramma Het printerbesturingsbestand bijwerken 109
Basisinstellingen voor afdrukken In dit gedeelte worden de instellingen beschreven op het tabblad Snel instellen dat voor eenvoudig afdrukken wordt gebruikt. 1. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats papier in de printer 3. Open het instelvenster van het printerstuurprogramma 4. Selecteer veelgebruikte instellingen Gebruik Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) om vooraf gedefinieerde afdrukinstellingen te selecteren.
Belangrijk • De selecties voor de afdrukkwaliteit verschillen afhankelijk van de afdrukinstelling die u selecteert. 6. Klik op OK De printer drukt nu af met deze instellingen.
Pagina-instelling (Page Setup) opgeslagen, en die instellingen worden gebruikt bij de daaropvolgende afdruktaken. • Om de huidige instellingen op te slaan als een nieuwe voorinstelling, klikt u op Opslaan... (Save...) onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings). Opmerking • Als het papierformaat in het printerstuurprogramma niet overeenkomt met het formaat dat op de printer is geregistreerd, kan er een fout optreden.
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma Wanneer u deze printer gebruikt, krijgt u het beste afdrukresultaat wanneer u een mediumtype selecteert dat overeenkomt met het soort afdruk. U kunt de volgende mediatypen gebruiken met deze printer.
Verschillende afdrukmethoden Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven Afdrukken zonder marges starten Afdrukken op schaal Pagina-indeling afdrukken Tegels/poster afdrukken Dubbelzijdig afdrukken Afdrukken op briefkaarten 114
Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Het papierformaat en de afdrukstand worden in principe bepaald door de toepassing. Als de instellingen voor Paginaformaat (Page Size) en Afdrukstand (Orientation) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) hetzelfde zijn als de instellingen in de toepassing, hoeft u deze niet te wijzigen op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
(Automatically reduce large document that the printer cannot output) weergegeven. Gewoonlijk kunt u het selectievakje ingeschakeld laten. Als u niet wilt dat grote documenten die de printer niet kan afdrukken automatisch worden verkleind, kunt u tijdens het printen het selectievakje uitschakelen.
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven U kunt ook het aantal exemplaren instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken Geef bij Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) het aantal af te drukken exemplaren op. 3.
• Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): • Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): 4. Klik op OK Het opgegeven aantal exemplaren wordt in de gekozen volgorde afgedrukt. Belangrijk • Als de toepassing waarmee het document is gemaakt dezelfde functie heeft, geeft u de instellingen op in het printerstuurprogramma. Als de afdrukresultaten echter niet naar wens zijn, geeft u de functieinstellingen op in de toepassing.
Afdrukken zonder marges starten Met de functie voor afdrukken zonder marges kunt u gegevens randloos afdrukken door de gegevens te vergroten, zodat ze net buiten de randen van het papier vallen. Standaard blijven de randen rondom het document leeg. Wanneer u echter de functie voor afdrukken zonder marges gebruikt, wordt het document zonder marges afgedrukt. Als u gegevens, zoals een foto, zonder lege rand eromheen wilt afdrukken, kiest u Afdrukken zonder marges.
Klik op OK in het bevestigingsbericht. Wanneer een bericht verschijnt dat aangeeft dat u het mediumtype moet wijzigen, selecteert u een mediumtype in de lijst en klikt u op OK. 3. Controleer het papierformaat Controleer de lijst Paginaformaat (Page Size). Als u het papierformaat wilt wijzigen, selecteert u een ander formaat in de lijst. In de lijst worden alleen formaten weergegeven die kunnen worden gebruikt voor afdrukken zonder marge. 4.
Het bereik van het af te drukken document vergroten Als u een grote hoeveelheid uitbreiding opgeeft, kunt u probleemloos afdrukken zonder marges. Het gedeelte van het document dat echter van het papier afloopt, wordt niet afgedrukt en daarom wordt een foto mogelijk niet volledig afgedrukt. Als u niet tevreden bent met het resultaat, vermindert u de hoeveelheid uitbreiding. De hoeveelheid uitbreiding wordt kleiner wanneer u de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) naar links schuift.
Afdrukken op schaal 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel afdrukken op schaal in Selecteer Op schaal (Scaled) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Paginainstelling (Page Setup). 3. Selecteer het papierformaat van het document Geef bij Paginaformaat (Page Size) het paginaformaat op dat in de toepassing is ingesteld. 4.
• Geef een schaalfactor op Typ een waarde in het vak Schaling (Scaling). De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 5. Klik op OK De afbeelding wordt met de opgegeven schaal afgedrukt.
Belangrijk • Als de toepassing waarin u het origineel hebt gemaakt een functie heeft voor afdrukken op schaal, geeft u de instelling in deze toepassing op. U hoeft deze instelling dan niet in het printerstuurprogramma op te geven. Opmerking • Als u Op schaal (Scaled) selecteert, wordt het afdrukgebied van het document gewijzigd.
Pagina-indeling afdrukken U kunt met de functie voor het afdrukken van een pagina-indeling meer dan een paginabeeld op een enkel vel papier afdrukken. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel Pagina-indeling afdrukken in Selecteer Pagina-indeling (Page Layout) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 3.
Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Paginaindeling afdrukken (Page Layout Printing) en klik op OK. Pagina-indeling (Page Layout) Als u het aantal pagina’s dat op één vel moet worden afgedrukt wilt wijzigen, selecteert u het gewenste aantal pagina's in de lijst. Paginavolgorde (Page Order) Selecteer een methode in de lijst om de volgorde van de pagina's te wijzigen.
Tegels/poster afdrukken Met deze functie kunt u de afbeeldingsgegevens vergroten, over meerdere pagina's verdelen en deze pagina's op afzonderlijke vellen papier afdrukken. U kunt de pagina's ook aan elkaar plakken zodat ze één grote afdruk vormen, zoals die van een poster. Instellingen opgeven voor tegels/poster afdrukken 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Selecteer in de lijst Papierformaat printer (Printer Paper Size) het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst. 4. Stel het aantal af te drukken beeldscheidingen en het aantal af te drukken pagina's in Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Tegels/poster afdrukken (Tiling/Poster Printing) en klik op OK. Beeldscheidingen (Image Divisions) Selecteer het aantal scheidingen (verticaal x horizontaal).
1. Stel het afdrukbereik in Klik in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) achtereenvolgens op de pagina's die u niet wilt afdrukken. De pagina's waarop u hebt geklikt, worden verborgen en alleen de af te drukken pagina's worden weergegeven. Opmerking • U kunt de pagina's weer weergeven door er nogmaals op te klikken.
Dubbelzijdig afdrukken U kunt dubbelzijdig afdrukken ook instellen bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel dubbelzijdig afdrukken in Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (Handmatig) (Duplex Printing (Manual)) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) in. 3.
5. Stel de breedte van de marge in Klik zo nodig op Marge instellen... (Specify Margin...) om de breedte van de marge in te stellen en klik vervolgens op OK. 6. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Wanneer u het document afdrukt, wordt dit eerst afgedrukt op één zijde van een vel papier. Nadat één zijde is bedrukt, plaatst u het papier opnieuw, zoals in het bericht wordt weergegeven.
Afdrukken op briefkaarten 1. Plaats briefkaarten in de printer 2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 3. Selecteer veelgebruikte instellingen Geef het tabblad Snel instellen (Quick Setup) weer en selecteer Standaard (Standard) voor Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings). 4. Selecteer het mediumtype Selecteer Ink Jet Hagaki (A), Ink Jet Hagaki, Hagaki K (A), Hagaki K, Hagaki (A) of Hagaki voor Mediumtype (Media Type).
• Wanneer u afdrukt op andere media dan briefkaarten, plaatst u het medium op basis van het gebruik ervan en klikt u op Afdrukken starten (Start Printing).
Overzicht van het printerstuurprogramma Canon IJ-printerstuurprogramma Het instelvenster van het printerstuurprogramma openen Canon IJ-statusmonitor De inktstatus controleren vanaf uw computer Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma) 134
Canon IJ-printerstuurprogramma Het Canon IJ-printerstuurprogramma (hierna het printerstuurprogramma genoemd) is software die u op uw computer installeert, zodat die kan communiceren met de printer. Het printerstuurprogramma converteert de afdrukgegevens die in de toepassing zijn gemaakt, naar gegevens die de printer begrijpt en stuurt de geconverteerde gegevens naar de printer.
Het instelvenster van het printerstuurprogramma openen U kunt het instelvenster van het printerstuurprogramma weergeven vanuit uw toepassing of door op het printerpictogram te klikken. Het instelvenster van het printerstuurprogramma weergeven vanuit uw toepassing Voer deze procedure uit als u tijdens het afdrukken de afdrukinstellingen wilt opgeven. 1. Selecteer de afdrukopdracht vanuit de toepassing De afdrukopdracht (Print) is over het algemeen te vinden in het menu Bestand (File). 2.
Canon IJ-statusmonitor De Canon IJ-statusmonitor is een toepassing die de status van de printer en de voortgang van het afdrukken weergeeft. U kunt aan de hand van de afbeeldingen, pictogrammen en berichten zien wat de status van de printer is. De Canon IJ-statusmonitor starten De Canon IJ-statusmonitor wordt automatisch gestart wanneer afdrukgegevens naar de printer worden gestuurd. De Canon IJ-statusmonitor wordt weergegeven als een knop op de taakbalk.
Voer in dergelijke gevallen de beschreven maatregelen uit.
De inktstatus controleren vanaf uw computer U kunt het resterende inktniveau en de typen FINE-cartridges voor uw model bekijken. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. De Canon IJ-statusmonitor starten Klik op Onderhoud (Maintenance) op het tabblad Printerstatus weergeven (View Printer Status). 3. Geschatte inktniveaus (Estimated ink levels) weergeven De inktstatus wordt weergegeven als afbeelding.
Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma) Voor deze versie van het printerstuurprogramma gelden de volgende beperkingen. Houd bij het gebruik van het printerstuurprogramma rekening met het volgende. Beperkingen van het printerstuurprogramma • In sommige toepassingen is de instelling Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma niet beschikbaar voor selectie.
◦ Als Microsoft Word dezelfde afdrukfuncties heeft als het printerstuurprogramma, stelt u deze in Word in. ◦ Als Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled) of Pagina-indeling (Page Layout) is ingesteld voor Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma, wordt het document mogelijk niet correct afgedrukt in bepaalde versies van Word.
Beschrijving van het printerstuurprogramma Beschrijving van het tabblad Snel instellen Beschrijving van het tabblad Afdruk Beschrijving van het tabblad Pagina-instelling Beschrijving van het tabblad Onderhoud Beschrijving van Canon IJ-statusmonitor 142
Beschrijving van het tabblad Snel instellen Op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) worden veelgebruikte afdrukinstellingen geregistreerd. Wanneer u een geregistreerde instelling selecteert, worden de vooraf ingestelde waarden automatisch toegepast op de printer. Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) De namen en pictogrammen van veelgebruikte afdrukprofielen worden geregistreerd.
Zakelijk document (Business Document) Selecteer deze instelling wanneer u een algemeen document afdrukt. Als Paginaformaat (Page Size), Afdrukstand (Orientation) en Aantal (Copies) zijn ingesteld vanuit de toepassing, hebben die instellingen voorrang. Papier besparen (Paper Saving) Selecteer deze instelling om papier te besparen wanneer u een algemeen document afdrukt.
Als u een functie wilt inschakelen, schakelt u het bijbehorende selectievakje in. Voor sommige functies kunt u gedetailleerde instellingen selecteren op de tabbladen Afdruk (Main) en Pagina-instelling (Page Setup). Belangrijk • Afhankelijk van de afdrukprofielen zijn sommige functies mogelijk lichtgrijs en kunt u ze niet wijzigen. 2 op 1 afdrukken (2-on-1 Printing) Hiermee drukt u twee pagina's van het document naast elkaar af op één vel papier.
Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) Selecteer deze optie als u de methode voor Kleurcorrectie (Color Correction) en afzonderlijke instellingen zoals Cyaan (Cyan), Magenta, Geel (Yellow), Helderheid (Brightness), Intensiteit (Intensity), Contrast enzovoort wilt opgeven. Mediumtype (Media Type) Hier selecteert u een type afdrukpapier. Selecteer een mediumtype dat overeenstemt met het papier dat in de printer is geplaatst.
Hoog (High) Hiermee krijgt afdrukkwaliteit prioriteit over afdruksnelheid. Standaard (Standard) Hiermee kunt u afdrukken met gemiddelde snelheid en kwaliteit. Klad (Draft) Deze instelling is geschikt voor testafdrukken. Papierbron (Paper Source) De bron waarvan het papier wordt ingevoerd wordt weergegeven. Achterste lade (Rear Tray) Het papier wordt altijd vanuit de achterste lade ingevoerd. Aantal (Copies) Hier geeft u het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken.
De naam wordt, samen met het bijbehorende pictogram, weergegeven in de lijst Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Opties... (Options...) Hiermee opent u het Dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan. Hier kunt u de details wijzigen van het afdrukprofiel dat u wilt opslaan.
Eenheden (Units) Selecteer de eenheid voor het opgeven van een door de gebruiker gedefinieerd papierformaat. Papierformaat (Paper Size) Hier geeft u waarden voor Breedte (Width) en Hoogte (Height) voor het aangepaste papier op. De afmetingen worden weergegeven op basis van de eenheid die u hebt opgegeven bij Eenheden (Units).
Beschrijving van het tabblad Afdruk Op het tabblad Afdruk (Main) kunt u basisafdrukinstellingen opgeven in overeenstemming met het mediumtype. Voor een normale afdruktaak volstaat het instellingen op dit tabblad op te geven. Voorbeeld van instellingen De afbeelding van het vel papier laat zien hoe het origineel eruitziet op een vel papier. Zo kunt u de algemene indeling controleren. Mediumtype (Media Type) Hier selecteert u een type afdrukpapier.
Klad (Draft) Deze instelling is geschikt voor testafdrukken. Aangepast (Custom) Selecteer deze optie als u een aangepaste afdrukkwaliteit wilt instellen. Instellen... (Set...) Selecteer Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality) om deze knop in te schakelen. Hiermee opent u het Dialoogvenster Aangepast. Vervolgens kunt u een aangepaste afdrukkwaliteit instellen. Kleur/Intensiteit (Color/Intensity) Hier selecteert u de methode voor kleuraanpassing.
Dialoogvenster Aangepast (Custom) Stel het kwaliteitsniveau in en selecteer de gewenste afdrukkwaliteit. Kwaliteit U kunt de schuifregelaar gebruiken om de afdrukkwaliteit aan te passen. Belangrijk • Bepaalde niveaus voor afdrukkwaliteit kunnen niet worden geselecteerd bij bepaalde instellingen voor Mediumtype (Media Type). Opmerking • De kwaliteitsmodi Hoog (High), Standaard (Standard) en Klad (Draft) zijn gekoppeld aan de schuifregelaar.
Helderheid (Brightness) Hier selecteert u de helderheid van de afdruk. U kunt het niveau van puur wit en zwart niet wijzigen. U kunt echter wel de helderheid van de kleuren tussen wit en zwart wijzigen. Intensiteit (Intensity) Hier past u de algehele intensiteit van de afdruk aan. Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, neemt de intensiteit toe en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift, neemt de intensiteit af. U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar.
Papierformaat printer (Printer Paper Size) Hier selecteert u het papierformaat dat u wilt gebruiken voor de patroonafdruk. Deze instelling is gekoppeld aan Papierformaat printer (Printer Paper Size) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Opmerking • Afhankelijk van het geselecteerde papierformaat op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) kunt u sommige formaten mogelijk niet selecteren.
Belangrijk • Als Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) is geselecteerd op het tabblad Afdruk (Main), is Kleurcorrectie (Color Correction) lichtgrijs en niet beschikbaar voor selectie. Driververgelijking (Driver Matching) Met Canon Digital Photo Color kunt u sRGB-gegevens afdrukken met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. ICM (ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)) Past de kleuren aan volgens een ICC-profiel tijdens het afdrukken.
Beschrijving van het tabblad Pagina-instelling Op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) kunt u bepalen hoe een document op het papier moet worden geplaatst. Op dit tabblad kunt u ook het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde opgeven. Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een vergelijkbare functie heeft, geeft u deze instellingen op met de toepassing. Voorbeeld van instellingen De afbeelding van het vel papier laat zien hoe het origineel eruitziet op een vel papier.
Als u het document tijdens het afdrukken 90 graden naar links wilt draaien, schakelt u het selectievakje 90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when orientation is [Landscape]) in. 180 graden roteren (Rotate 180 degrees) Het document wordt afgedrukt waarbij het 180 graden wordt gedraaid ten opzichte van de invoerrichting van het papier.
Passend op papier (Fit-to-Page) Met deze functie kunt u documenten automatisch vergroten of verkleinen op basis van het formaat van het papier in de printer zonder het opgegeven papierformaat in de toepassing te wijzigen. Op schaal (Scaled) Documenten kunnen worden vergroot of verkleind tijdens het afdrukken. Geef het formaat op bij Papierformaat printer (Printer Paper Size) of geef een schaalfactor op in het vak Schaling (Scaling).
Aantal (Copies) Hier geeft u het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken. U kunt een waarde opgeven tussen 1 en 999. Belangrijk • Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een vergelijkbare functie heeft, geeft u het aantal afdrukken op in de toepassing en niet hier. Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) Schakel dit selectievakje in als u wilt dat bij het afdrukken met de laatste pagina wordt begonnen.
Eenheden (Units) Selecteer de eenheid voor het opgeven van een door de gebruiker gedefinieerd papierformaat. Papierformaat (Paper Size) Hier geeft u waarden voor Breedte (Width) en Hoogte (Height) voor het aangepaste papier op. De afmetingen worden weergegeven op basis van de eenheid die u hebt opgegeven bij Eenheden (Units).
"Knippen/Plakken" afdrukken in marges (Print "Cut/Paste" in margins) Hier geeft u aan of u de woorden 'Knippen' en 'Plakken' wilt afdrukken in de marges. Deze woorden fungeren als hulpmiddel wanneer u de pagina's aan elkaar plakt om een poster te maken. Schakel dit selectievakje in om de woorden af te drukken. Opmerking • Afhankelijk van het type printerstuurprogramma dat u gebruikt en de omgeving is deze functie mogelijk niet beschikbaar.
Dialoogvenster Marge instellen (Specify Margin) In dit dialoogvenster kunt u de margebreedte opgeven voor de zijde die moet worden geniet. Als een document niet op één pagina past, wordt het document verkleind tijdens het afdrukken. Marge (Margin) Hier geeft u de breedte van de nietmarge op. De breedte van de zijde die is opgegeven bij Nietmarge (Stapling Side) wordt de nietmarge.
Toepassingen mogen afdrukgegevens niet comprimeren (Do not allow application software to compress print data) Compressie van de afdrukgegevens van de toepassing is niet toegestaan. Als afbeeldingsgegevens ontbreken in het afdrukresultaat of als de kleuren niet correct zijn, kunt u dit mogelijk verbeteren door dit selectievakje in te schakelen. Belangrijk • Normaal gesproken schakelt u dit selectievakje uit.
Eenheid voor verwerking van afdrukgegevens (Unit of Print Data Processing) Hier selecteert u de verwerkingseenheid van de afdrukgegevens die naar de printer worden gezonden. Normaal gesproken selecteert u Aanbevolen (Recommended). Belangrijk • Voor bepaalde instellingen kan een grote hoeveelheid geheugen worden gebruikt. Wijzig de instelling niet als uw computer weinig geheugen heeft.
Stempel over tekst plaatsen (Place stamp over text) Hier stelt u in hoe de stempel wordt afgedrukt op het document. Schakel het selectievakje Stempel (Stamp) in om dit in te schakelen. Schakel dit selectievakje in als u een stempel wilt afdrukken over de afgedrukte documentpagina. De afgedrukte gegevens worden mogelijk verborgen door de stempel. Schakel dit selectievakje uit als u de documentgegevens wilt afdrukken over de stempel. De afgedrukte gegevens worden niet verborgen door de stempel.
Stempeltype (Stamp Type) Hier geeft u het type stempel op. Selecteer Tekst (Text) om een stempel met tekens te maken. Selecteer Bitmap om een stempel van een bitmapbestand te maken. Selecteer Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/User Name) als u de aanmaakdatum en -tijd en de gebruikersnaam van het afgedrukte document wilt weergeven. De instellingsitems op het tabblad Stempel (Stamp) kunnen veranderen, afhankelijk van het geselecteerde type.
Transparant wit gebied (Transparent white area) Hier geeft u op of u met wit gevulde delen van de bitmap transparant wilt maken. Schakel dit selectievakje in als u met wit gevulde delen van de bitmap transparant wilt maken.
Stempels (Stamps) Hier ziet u een lijst met opgeslagen stempels. Selecteer een titel om de betreffende stempel weer te geven bij Titel (Title). Opslaan (Save)/Opslaan overschrijven (Save overwrite) Hiermee slaat u de stempel op. Geef een titel op bij Titel (Title) en klik daarna op deze knop. Verwijderen (Delete) Hiermee verwijdert u een overbodige stempel. Selecteer de titel van de overbodige stempel in de lijst Stempels (Stamps) en klik daarna op deze knop.
Titel (Title) Voer de titel in om de opgegeven achtergrondafbeelding op te slaan. U kunt maximaal 64 tekens invoeren. Opmerking • Spaties, tabs en regeleinden kunnen niet aan het begin of einde van een titel worden ingevoerd. Achtergronden (Backgrounds) Hier ziet u een lijst met geregistreerde achtergronden. Selecteer een titel om de betreffende achtergrond weer te geven bij Titel (Title). Opslaan (Save)/Opslaan overschrijven (Save overwrite) Hiermee slaat u de afbeeldingsgegevens op als achtergrond.
Beschrijving van het tabblad Onderhoud Op het tabblad Onderhoud (Maintenance) kunt u de Canon IJ Printer Assistant Tool starten of de status van de printer controleren. Onderhoud en voorkeuren (Maintenance and Preferences) Canon IJ Printer Assistant Tool wordt gestart. U kunt onderhoud uitvoeren aan de printer of de instellingen van de printer wijzigen. Afdrukgeschiedenis weergeven (View Print History) Deze functie start het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld en geeft de afdrukgeschiedenis weer.
Dialoogvenster Info (About) Wanneer u klikt op Info (About), wordt het dialoogvenster Info (About) weergegeven. In dit dialoogvenster worden de versie, een copyrightmelding en de modulelijst van het printerstuurprogramma weergegeven. U kunt de gebruikte taal selecteren en de taal wijzigen die wordt weergegeven in het eigenschappenvenster. Modules Hier worden de modules van het printerstuurprogramma vermeld.
Beschrijving van Canon IJ-statusmonitor De Canon IJ-statusmonitor toont de status van de printer en de voortgang van de afdruktaak. De printerstatus wordt weergegeven met afbeeldingen, pictogrammen en berichten op de statusmonitor. Functies van de Canon IJ-statusmonitor De Canon IJ-statusmonitor heeft de volgende functies: Weergavestatus van de printer op het scherm Met de statusmonitor wordt de printerstatus real-time weergegeven.
: Er is een melding over iets anders dan een waarschuwing of fout. : er is een fout opgetreden die service vereist. FINE-cartridges Als een waarschuwing verschijnt dat de inkt bijna op is of dat de inktcartridge leeg is, wordt een pictogram op de statusmonitor weergegeven. De statusmonitor gebruikt ook afbeeldingen om de geschatte inktniveaus van de FINE-cartridges weer te geven.
Hagaki afdrukken (Hagaki Printing) Hiermee worden gidsberichten weergegeven voordat de printer Hagaki afdrukt. U verbergt deze berichten door het selectievakje Dit bericht niet meer weergeven (Do not show this message again) in te schakelen. Als u de berichten opnieuw wilt weergeven, opent u het menu Optie (Option), selecteert u Gidsbericht weergeven (Display Guide Message), klikt u op Hagaki afdrukken (Hagaki Printing) en schakelt u deze instelling in.
Het printerstuurprogramma installeren U kunt op internet naar onze website gaan en het nieuwste printerstuurprogramma en XPSprinterstuurprogramma voor uw model downloaden. 1. Zet de printer uit 2. Start het installatieprogramma Dubbelklik op het pictogram van het bestand dat u hebt gedownload. Het installatieprogramma wordt gestart. Belangrijk • Er wordt mogelijk een bevestigings-/waarschuwingsvenster weergegeven bij het starten, installeren of verwijderen van software.
Verwante onderwerpen Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen Voordat u het printerstuurprogramma installeert 176
Afdrukken met Canon-toepassingen Handleiding voor My Image Garden Handleiding voor Quick Menu 177
Papierinstellingen Door het papierformaat van het in de achterste lade geplaatste papier te registreren, kunt u voorkomen dat de printer onjuiste afdrukken produceert. In dit geval gaan, voordat het afdrukken begint, het Alarm-lampje en het Papier (Paper)-lampje knipperen als het papierformaat van het geplaatste papier afwijkt van de afdrukinstellingen. Het ingestelde mediumtype is afhankelijk van het papierformaat dat bij de printer is geregistreerd.
Wanneer u het afdrukken start, knipperen het Alarm-lampje en het Papier (Paper)-lampje dat de printinstelling voor het papierformaat aangeeft tegelijkertijd. Selecteer een van de handelingen hieronder. • Afdrukken op het papier dat is geplaatst in de achterste lade U kunt afdrukken op het papier dat is geplaatst, zonder de instelling voor het papierformaat voor afdrukken te wijzigen. Druk op de knop HERVATTEN (RESUME).
• Wanneer u vanuit macOS afdrukt: Het knipperen van het Alarm-lampje om onjuist afdrukken te voorkomen, is standaard ingeschakeld. De instelling wijzigen: De bedieningsmodus van de Printer aanpassen Belangrijk • Wanneer het knipperen van het Alarm-lampje om onjuist afdrukken te voorkomen, is uitgeschakeld: De printer begint met afdrukken, ook al verschilt de instelling voor het papierformaat voor afdrukken van de instelling voor het papierformaat die bij de printer is geregistreerd.
Veelgestelde vragen Afdrukken De afdruktaak wordt niet gestart Papier is leeg/Afdrukken zijn onduidelijk/Onjuiste kleuren/Zichtbare witte strepen Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Lijst met ondersteuningscodes voor fouten (papierstoringen) Kan het printerstuurprogramma niet installeren (Windows) Installatie Er treedt een fout op Bericht (ondersteuningscode) wordt weergegeven Fout Voorbeelden van probleem De printer werkt niet De printer wordt niet ingeschakeld Het apparaat schakelt zichzelf uit
Mechanische problemen Problemen met installeren en downloaden Fouten en berichten Als u een probleem niet kunt oplossen 182
Afdrukproblemen De afdruktaak wordt niet gestart Er komt geen inkt uit Papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Afdrukresultaten zijn niet naar behoren 183
De afdruktaak wordt niet gestart Controle 1 Zorg dat de printer is ingeschakeld. Als dit niet het geval is, controleert u of de printer goed is aangesloten en drukt u op de knop AAN/Stoppen (ON/Stop) om deze in te schakelen. Het AAN (ON)-lampje knippert terwijl de printer wordt geïnitialiseerd. Wacht totdat het AAN (ON)-lampje stopt met knipperen en blijft branden.
Controle 5 Is het printerstuurprogramma van de printer geselecteerd wanneer u afdrukt? De printer drukt niet goed af als u een printerstuurprogramma voor een andere printer gebruikt. • Voor Windows: Controleer of 'Canon XXX series' (waarbij 'XXX' de naam van uw printer is) is geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken. Opmerking • Selecteer Als standaardprinter instellen (Set as Default Printer) als u de printer als standaardprinter wilt instellen.
Er komt geen inkt uit Controle 1 Hiermee kunt u de geschatte inktniveaus weergeven. • Voor Windows: De inktstatus controleren vanaf uw computer (Windows) • Voor macOS: De inktstatus controleren vanaf uw computer (macOS) Vervang een lege FINE-cartridge door een nieuwe. Controle 2 Is de FINE-cartridge correct geplaatst? Als de FINE-cartridge niet goed is geplaatst, wordt de inkt mogelijk niet goed uitgespoten.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u het controleraster voor de spuitopeningen af en controleert u het raster. • Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd: Voer een diepte-reiniging van de printkop uit. Als het probleem niet is opgelost na een diepte-reiniging van de printkop, zet u de printer uit en voert u na 24 uur nogmaals een diepte-reiniging van de printkop uit.
Papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Controle 1 Zorg dat er papier is geplaatst. Papier plaatsen Controle 2 Let op het volgende wanneer u papier plaatst. • Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u de vellen precies op elkaar leggen voordat u het papier plaatst. • Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u ervoor zorgen dat de stapel papier de maximumcapaciteit van het apparaat niet overschrijdt.
Als er vreemde voorwerpen in de achterste lade zitten, schakelt u de printer uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en verwijdert u het voorwerp. Controle 6 Reinig de papierinvoerrol. Papierinvoerrollen reinigen Als de bovenstaande maatregelen het probleem niet verhelpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Als de afdrukresultaten niet naar behoren zijn omdat ze witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, controleert u eerst de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit. Controle 1 Komen de instellingen voor paginaformaat en mediumtype overeen met het formaat en type van het geplaatste papier? Als deze instellingen niet overeenkomen, kan niet het juiste resultaat worden verkregen.
Als het afgedrukte papier verkleurd is Kleuren kunnen in de loop der tijd vervagen als het bedrukte papier gedurende langere tijd wordt blootgesteld. Na het afdrukken moet u het papier daarom voldoende drogen, hoge temperaturen, een hoge luchtvochtigheid en direct zonlicht vermijden, en het papier binnenshuis op kamertemperatuur en bij een normale luchtvochtigheid opbergen of ophangen.
Papier is leeg/Afdrukken zijn onduidelijk/Onjuiste kleuren/ Zichtbare witte strepen Afdrukken zijn onduidelijk Onjuiste kleuren 192
Zichtbare witte strepen Controle 1 Controleer de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit. Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Controle 2 Zijn de spuitopeningen van de printkop verstopt? Druk het controleraster voor spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Als u afdrukt op de verkeerde zijde van dit soort papier, kunnen de afdrukken onduidelijk worden of kan de kwaliteit minder worden. Plaats papier met de bedrukbare zijde naar boven. Raadpleeg de instructiehandleiding bij het papier voor meer informatie over de bedrukbare zijde. Controle 5 Is de FINE-cartridge correct geplaatst? Als de FINE-cartridge niet goed is geplaatst, wordt de inkt mogelijk niet goed uitgespoten.
Kleuren zijn onduidelijk Controle 1 Zijn de spuitopeningen van de printkop verstopt? Druk het controleraster voor spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten. Raadpleeg Als afdrukken vaag of ongelijkmatig zijn voor informatie over het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, het reinigen van de printkop en het uitvoeren van een diepte-reiniging van de printkop.
Nadat u hebt gecontroleerd of de FINE-cartridge correct is geplaatst, sluit u de klep. Opmerking • De afgedrukte kleuren komen mogelijk niet overeen met de schermkleuren als gevolg van fundamentele verschillen in de methoden die worden gebruikt om kleuren te produceren. Instellingen voor kleurbeheer en omgevingsverschillen kunnen tevens de weergave van de kleuren op het scherm beïnvloeden. Daarom kunnen de kleuren van de afdruk verschillen van die op het scherm.
Lijnen worden verkeerd afgedrukt Controle 1 Controleer de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit. Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Controle 2 Lijn de printkop uit. Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen.
Papier vertoont vlekken / Papieroppervlak vertoont krassen Papier vertoont vlekken Vlekkerige randen Vlekkerig papier Papieroppervlak vertoont krassen Controle 1 Controleer de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit. Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Controle 2 Controleer het papiertype. Zorg dat u het juiste papier gebruikt voor datgene wat u afdrukt. Ondersteunde mediumtypen Controle 3 Herstel het gekrulde papier voordat u het papier plaatst.
1. Rol het papier op tegen de richting van de krul in, zoals hieronder wordt weergegeven. 2. Controleer of het papier nu vlak is. Het is raadzaam om teruggekruld papier met een vel tegelijk in te voeren. Opmerking • Afhankelijk van het papiertype kan het papier besmeurd raken of niet goed worden ingevoerd, ook al krult het papier niet naar binnen. Volg de onderstaande instructies om het papier maximaal 3 mm/0,1 inch (B) naar buiten te krullen voordat u gaat afdrukken.
Als de intensiteit te hoog is ingesteld, verlaagt u de intensiteit en probeert u opnieuw af te drukken. (Windows) Controle 5 Als u afdrukt op normaal papier met een hoge intensiteit, absorbeert het papier mogelijk te veel inkt. Hierdoor kan het gaan golven en kan er papierschuring ontstaan. Controleer de instelling voor de intensiteit in het printerstuurprogramma. De intensiteit aanpassen Controle 6 Druk niet af buiten het aanbevolen afdrukgebied.
Het afdrukken wordt niet voltooid Controle 1 Selecteer de instelling die ervoor zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. (Windows) Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
Lijnen zijn onvolledig of ontbreken (Windows) Controle 1 Gebruikt u de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge? Als de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge wordt gebruikt, worden dunne lijnen mogelijk niet afgedrukt. Probeer de lijnen in het document dikker te maken. Controle 2 Zijn de afdrukgegevens extreem groot? Als de afdrukgegevens groot zijn, wordt mogelijk een deel van de afbeeldingsgegevens afgesneden en kan een afdrukfout optreden.
Afbeeldingen zijn onvolledig of ontbreken (Windows) Controle 1 Selecteer de instelling die ervoor zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
Inktvlekken / Gekruld papier Inktvlekken Gekruld papier Controle 1 Controleer de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit. Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Als de intensiteit te hoog is ingesteld, verlaagt u de intensiteit en probeert u opnieuw af te drukken. (Windows) Controle 2 Als u afdrukt op normaal papier met een hoge intensiteit, absorbeert het papier mogelijk te veel inkt. Hierdoor kan het gaan golven en kan er papierschuring ontstaan.
Vegen op de achterzijde van het papier Controle 1 Controleer de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit. Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Maak de binnenzijde van de printer schoon door een reiniging van de onderste plaat uit te voeren. Controle 2 Binnenkant van de printer reinigen (reiniging onderste plaat) Opmerking • Als u afdrukt zonder marges, dubbelzijdig afdrukt of te veel afdrukt, kan er inkt in het binnenste van de printer terechtkomen.
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen Kleuren zijn ongelijkmatig Kleuren vertonen strepen Controle 1 Controleer de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit. Afdrukresultaten zijn niet naar behoren Controle 2 Zijn de spuitopeningen van de printkop verstopt? Druk het controleraster voor spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
• Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd: Voer een diepte-reiniging van de printkop uit. Als het probleem niet is opgelost na een diepte-reiniging van de printkop, zet u de printer uit en voert u na 24 uur nogmaals een diepte-reiniging van de printkop uit. • Als het probleem niet is opgelost nadat u tweemaal een dieptereiniging van de printkop hebt uitgevoerd: De inkt is wellicht op. Vervang de FINE-cartridge. Controle 3 Lijn de printkop uit.
Afdrukken stopt Controle 1 Is er papier geplaatst? Zorg dat er papier is geplaatst. Plaats zo nodig papier. Controle 2 Bevatten de af te drukken documenten veel foto's of illustraties? Het duurt even voordat de printer en de computer grote bestanden zoals foto's of andere afbeeldingen verwerkt hebben. Het kan dan lijken alsof de printer het niet doet. Als u gegevens afdrukt waarbij voortdurend veel inkt op normaal papier wordt gebruikt, zal de printer bovendien af en toe een pauze inlassen.
Kan niet afdrukken met AirPrint Controle 1 Zorg dat de printer is ingeschakeld. Als de printer is ingeschakeld, schakelt u deze uit en weer in en controleert u of het probleem is opgelost. Controle 2 Controleer of de printer is geregistreerd op uw computer. Controle 3 Zorg dat de printer voldoende papier en inkt heeft. Controle 4 Controleer of er geen foutmelding op de computer wordt weergegeven.
Mechanische problemen De printer wordt niet ingeschakeld Het apparaat schakelt zichzelf uit Problemen met de USB-verbinding Kan niet communiceren met de printer via USB 210
De printer wordt niet ingeschakeld Controle 1 Druk op de knop AAN/Stoppen (ON/Stop). Controle 2 Controleer of de stekker goed is aangesloten op de printer en zet deze vervolgens weer aan. Controle 3 Haal de stekker van de printer uit het stopcontact. Wacht ten minste 2 minuten, steek daarna de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canonservicecentrum om een reparatie aan te vragen.
Het apparaat schakelt zichzelf uit Controle Als de printer zodanig is ingesteld dat deze na een bepaalde tijd wordt uitgeschakeld, schakelt u die instelling uit. Als u de printer zodanig hebt ingesteld dat deze na een bepaalde periode automatisch wordt uitgeschakeld, wordt de stroom aan het einde van die periode automatisch uitgeschakeld. Schakel de instelling op de computer uit. • Voor Windows: Volg de onderstaande procedure om de instelling uit te schakelen via Canon IJ Printer Assistant Tool. 1.
Problemen met de USB-verbinding Afdrukken is traag/USB Hi-Speed-verbinding werkt niet/Het bericht 'Dit apparaat kan sneller werken (This device can perform faster)' wordt weergegeven (Windows) Als uw systeemomgeving Hi-Speed USB niet ondersteunt, werkt de printer op de lagere snelheid van USB 1.1. In dit geval werkt de printer goed, maar kan de afdruk- of scansnelheid afnemen door de lagere communicatiesnelheid.
Kan niet communiceren met de printer via USB Controle 1 Zorg dat de printer is ingeschakeld. Controle 2 Sluit de USB-kabel goed aan. Zoals u ziet in de onderstaande afbeelding, bevindt de USB-poort zich aan de achterkant van de printer. Belangrijk • Verbind de 'Type B'-aansluiting met de printer met de zijde met de inkeping naar BOVEN. Raadpleeg de instructiehandleiding van de USB-kabel voor meer informatie.
Problemen met installeren en downloaden Kan het printerstuurprogramma niet installeren (Windows) 215
Kan het printerstuurprogramma niet installeren (Windows) • Als de installatie niet wordt gestart wanneer u de installatie-cd-rom plaatst: Volg de onderstaande aanwijzingen om de installatie te starten. 1. Breng de volgende instellingen aan. ◦ Klik in Windows 10 op de knop Start > Verkenner (File Explorer) en klik vervolgens op Deze pc (This PC) in de lijst aan de linkerkant. ◦ Selecteer in Windows 8.
• Als u niet voorbij het scherm Printeraansluiting (Printer Connection) komt: U komt niet verder dan het scherm Printeraansluiting • Andere gevallen: Installeer het printerstuurprogramma opnieuw: Als het printerstuurprogramma niet op de juiste wijze is geïnstalleerd, verwijdert u het printerstuurprogramma, start u de computer opnieuw op en installeert u het printerstuurprogramma opnieuw.
Fouten en berichten Er treedt een fout op Bericht (ondersteuningscode) wordt weergegeven 218
Er treedt een fout op Als er een fout optreedt tijdens het afdrukken (het papier in de printer is bijvoorbeeld op of vastgelopen), knippert het Alarm-lampje of knipperen het AAN (ON)-lampje en het Alarm-lampje afwisselend. In Windows wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op het computerscherm weergegeven (zie hieronder). Controleer de status van het Alarm-lampje en het bericht en neem vervolgens de juiste maatregelen.
1714 Knippert 9 keer Beschermend materiaal of tape is mogelijk nog steeds bevestigd aan de FINE-cartridgehouder. 1890 Knippert 11 keer De instellingen voor de papiersoort en het papierformaat zijn niet juist. 4102 Kan niet automatisch dubbelzijdig afdrukken met de huidige afdrukinstellingen. 4103 Knippert 12 keer De opgegeven gegevens kunnen niet worden afgedrukt. 4100 Knippert 13 keer De inkt is wellicht op. 1686 Knippert 14 keer Inktcartridge wordt niet herkend.
5B14 Knippert 8 keer Er is een printerfout opgetreden. 5200 5205 5206 Knippert 9 keer Er is een printerfout opgetreden. 6800 6801 Knippert 10 keer Er is een fout opgetreden waardoor een reparatie is vereist. B202 B203 B204 B205 Andere gevallen dan de bo- Er is een printerfout opgetreden.
Als een ondersteuningscode en een bericht worden weergegeven op het computerscherm (Windows): Opmerking • Zie Bericht (ondersteuningscode) wordt weergegeven voor meer informatie over het oplossen van fouten zonder ondersteuningscode.
Bericht (ondersteuningscode) wordt weergegeven In dit gedeelte worden enkele fouten en berichten beschreven die kunnen worden weergegeven. Opmerking • Voor sommige fouten wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op de computer weergegeven. Zie Lijst met ondersteuningscodes voor fouten voor meer informatie over fouten met een ondersteuningscode.
• Er kan ook een probleem met de USB-kabel zijn. Vervang de USB-kabel en probeer nogmaals af te drukken. Controle 3 Zorg dat het printerstuurprogramma op de juiste wijze is geïnstalleerd. Verwijder het printerstuurprogramma aan de hand van de procedure in Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen. Installeer het vervolgens opnieuw vanaf de installatie-cd-rom of de Canon-website. Als de printer met een USB-kabel op de computer is aangesloten, controleert u de apparaatstatus vanaf de computer.
Als u nog steeds niet kunt afdrukken, start u de computer opnieuw op en probeert u nogmaals af te drukken. • Kan printerstuurprogramma niet vinden (Printer driver could not be found) Verwijder het printerstuurprogramma aan de hand van de procedure in Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen. Installeer het vervolgens opnieuw vanaf de installatie-cd-rom of de Canon-website.
• Als u het selectievakje Vanaf nu automatisch verzenden (Send automatically from the next time) uitschakelt, worden de gegevens de volgende keer niet automatisch verzonden en wordt bij het volgende onderzoek een bevestigingsvenster weergegeven. Zie De instelling voor het bevestigingsvenster wijzigen: als u de gegevens automatisch wilt verzenden. • Als u niet wilt deelnemen aan het onderzoeksprogramma: Klik op Niet akkoord (Do not agree).
Het pictogram Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program verschijnt (macOS) Als Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program is geïnstalleerd, worden gegevens over het gebruik van de printer en toepassingen gedurende ongeveer tien jaar elke maand verzonden. Het pictogram Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program verschijnt in het Dock wanneer de gegevens over het printergebruik worden verzonden.
• Als u niet wilt deelnemen aan het onderzoeksprogramma: Klik op Niet akkoord (Do not agree). Het bevestigingsvenster wordt gesloten en het onderzoek wordt overgeslagen. Het bevestigingsvenster wordt na een maand opnieuw weergegeven. • Het verzenden van gegevens stoppen: Klik op Uitschakelen (Turn off). Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program wordt gestopt en de gegevens worden niet verzonden. Zie De instelling wijzigen: als u het onderzoek wilt hervatten.
Klik op de knop Uitschakelen (Turn off) als u Inkjetprinter/Scanner/Fax - Uitgebreid onderzoeksprogramma wilt stoppen. Klik op de knop Inschakelen (Turn on) als u Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program wilt stoppen.
Lijst met ondersteuningscodes voor fouten Als er een fout optreedt, wordt een ondersteuningscode weergegeven op het computerscherm. Een ondersteuningscode is een foutnummer dat verschijnt bij een foutbericht. Als er een fout optreedt, controleert u de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het computerscherm en voert u vervolgens de benodigde stappen uit.
Lijst met ondersteuningscodes voor fouten (papierstoringen) Als het papier is vastgelopen, verwijdert u dit aan de hand van de juiste procedure hieronder.
1300 Oorzaak Papier is vastgelopen toen het vanuit de achterste lade werd ingevoerd. Wat te doen Als het papier dat wordt ingevoerd vanuit de achterste lade vast loopt, verwijdert u het vastgelopen papier vanuit de papieruitvoersleuf of de achterste lade aan de hand van de volgende instructies. 1. Trek het papier langzaam naar buiten uit de papieruitvoersleuf of uit de achterste lade, wat het gemakkelijkst is. Houd het papier met beide handen vast en trek het er langzaam uit zodat het niet scheurt.
Als de bovenstaande maatregelen het probleem niet verhelpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
Er is papier vastgelopen in de printer Als het vastgelopen papier scheurt en u het papier niet kunt verwijderen uit de papieruitvoersleuf of de achterste lade, of als het vastgelopen papier in de printer blijft zitten, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende instructies. Opmerking • Als het papier vastloopt tijdens het afdrukken en u moet de printer uitschakelen om het te verwijderen, drukt u op de knop AAN/Stoppen (ON/Stop) om het afdrukken te onderbreken voordat u de printer uitzet. 1.
4. Houd het vastgelopen papier goed vast met beide handen. Als het papier is opgerold, trekt u het eruit. 5. Trek het papier er langzaam uit, zodat dit niet scheurt. 6. Controleer of al het vastgelopen papier is verwijderd. Als het papier scheurt wanneer u het naar buiten trekt, kan er wat papier in de printer blijven zitten. Controleer het volgende en verwijder eventueel achtergebleven papier uit de printer.
• Is er papier achtergebleven onder de FINE-cartridgehouder? • Zitten er nog kleine stukjes papier in de printer? • Zit er nog papier in de lege ruimtes links en rechts (B) van de printer? 7. Sluit de klep. Alle taken in de afdrukwachtrij worden geannuleerd. Druk opnieuw af. Opmerking • Wanneer u het papier opnieuw plaatst, zorgt u dat u geschikt papier gebruikt en het papier correct plaatst.
1000 Oorzaak Mogelijke oorzaken zijn: • Het papier in de achterste lade is op. • Het papier is niet goed geplaatst in de achterste lade. Wat te doen Neem de juiste actie zoals hieronder wordt beschreven. • Plaats papier in de achterste lade. • Schuif de papiergeleider tegen de papierstapel aan wanneer u papier plaatst. • Selecteer een papierformaat voor het papier in de achterste lade door op de knop Papier selecteren (Paper Select) op de printer te drukken.
1200 Oorzaak Klep is open. Wat te doen Sluit de klep en wacht een ogenblik. Sluit de klep niet terwijl u een FINE-cartridge vervangt.
1203 Oorzaak Klep is geopend tijdens het afdrukken. Wat te doen Als er papier is achtergebleven in de printer, trekt u het papier langzaam met beide handen naar buiten en sluit u de klep. Druk op de knop HERVATTEN (RESUME) op de printer om de fout op te lossen. De printer voert één leeg vel papier uit en het afdrukken wordt hervat vanaf het volgende vel papier. De printer drukt de pagina die werd afgedrukt toen de klep werd geopend, niet opnieuw af. Probeer opnieuw af te drukken.
1401 Oorzaak FINE-cartridge is niet geïnstalleerd. Wat te doen Plaats hier de FINE-cartridge. Als de fout zich blijft voordoen, is de FINE-cartridge mogelijk beschadigd. Neem contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
1430 Oorzaak FINE-cartridge wordt niet herkend. Wat te doen Verwijder de FINE-cartridge en installeer deze opnieuw. Als de fout zich blijft voordoen, is de FINE-cartridge mogelijk beschadigd. Vervang de FINE-cartridge door een nieuwe. Als het probleem hiermee nog steeds niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
1485 Oorzaak De juiste inktcartridge is niet geïnstalleerd. Wat te doen Het afdrukken kan niet worden uitgevoerd omdat de inktcartridge niet compatibel is met deze printer. Installeer de juiste inktcartridge. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop AAN/Stoppen (ON/Stop) op de printer.
1682 Oorzaak FINE-cartridge wordt niet herkend. Wat te doen Vervang de FINE-cartridge. Als de fout zich blijft voordoen, is de FINE-cartridge mogelijk beschadigd. Neem contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
1686 Oorzaak De inkt is wellicht op. Wat te doen De functie voor het bepalen van de resterende inktvoorraad wordt uitgeschakeld aangezien de inktvoorraad niet correct kan worden bepaald. Als u wilt doorgaan met afdrukken zonder deze functie, drukt u minstens 5 seconden op de knop HERVATTEN (RESUME) op de printer. Voor de beste kwaliteit beveelt Canon het gebruik van nieuwe, originele Canon-cartridges aan.
1688 Oorzaak De inkt is op. Wat te doen Vervang de inktpatroon en sluit de klep. Als er wordt afgedrukt en u wilt doorgaan met afdrukken, drukt u minstens 5 seconden op de knop HERVATTEN (RESUME) op de printer terwijl de inktcartridge is geïnstalleerd. Het afdrukken kan worden voortgezet terwijl de inkt op is. De functie voor het bepalen van de resterende inktvoorraad wordt uitgeschakeld. Vervang de lege inktpatroon direct na het afdrukken.
168A Oorzaak De FINE-cartridge is mogelijk niet correct geplaatst of de FINE-cartridge is niet geschikt voor deze printer. Wat te doen Trek het verlengstuk van de uitvoerlade en de papieruitvoerlade uit, open de klep en verwijder de FINEcartridges. Controleer of de FINE-cartridges die u wilt installeren, compatibel zijn met de printer. Plaats daarna de FINE-cartridges opnieuw. Een FINE-cartridge vervangen Duw de FINE-cartridge omhoog tot deze vastklikt. Sluit daarna de klep.
1700 Oorzaak Het absorptiekussen voor inkt is bijna vol. Wat te doen Druk op de knop HERVATTEN (RESUME) op de printer om het afdrukken te hervatten. Neem contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
1890 Oorzaak Beschermend materiaal of tape is mogelijk nog steeds bevestigd aan de FINE-cartridgehouder. Wat te doen Controleer of het beschermende materiaal en de tape zijn verwijderd van de FINE-cartridgehouder. Als er nog beschermend materiaal of tape aanwezig is, trekt u het verlengstuk van de uitvoerlade en de papieruitvoerlade uit om deze te verwijderen. Trek de tape omlaag om het beschermende materiaal te verwijderen. Sluit de klep als deze is geopend.
4102 Oorzaak Mediumtype en papierformaat zijn niet correct ingesteld. Wat te doen Druk op de knop AAN/Stoppen (ON/Stop) op de printer om het afdrukken te annuleren, wijzig de instelling voor mediumtype of papierformaat en probeer de afdruktaak nogmaals uit te voeren. • Als het mediumtype is ingesteld op Glossy Foto Papier Extra II: Stel het papierformaat in op 10 x 15 cm (4 x 6 inch). • Als het mediumtype is ingesteld op Glanzend Fotopapier: Stel het papierformaat in op 10 x 15 cm (4 x 6 inch).
4103 Oorzaak Kan niet automatisch dubbelzijdig afdrukken met de huidige afdrukinstellingen. Wat te doen Druk op de knop AAN/Stoppen (ON/Stop) op de printer als u het afdrukken wilt annuleren. Wijzig vervolgens de afdrukinstellingen en probeer opnieuw af te drukken.
5100 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Wat te doen Annuleer het afdrukken en schakel de printer uit. Controleer het volgende: • Controleer of de beweging van de FINE-cartridgehouder niet wordt belemmerd door een stabilisator, vastgelopen papier enz. Verwijder een eventuele belemmering. • Zorg dat de FINE-cartridges correct zijn geïnstalleerd. Duw de FINE-cartridge omhoog tot deze vastklikt. Zet de printer weer aan.
5200 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Wat te doen Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Steek na een poosje de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canonservicecentrum om een reparatie aan te vragen.
5B00 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Wat te doen Neem contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
6000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Wat te doen Als het papier is vastgelopen, verwijdert u het, afhankelijk van de locatie en de oorzaak. Lijst met ondersteuningscodes voor fouten (papierstoringen) Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Sluit de printer opnieuw aan zet schakel hem weer in. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canonservicecentrum om een reparatie aan te vragen.