Operation Manual

2. Selecteer Instellingen (Setup) op het HOME-scherm.
Het bedieningspaneel gebruiken
3. Selecteer Instellingen (Settings).
4.
Selecteer ECO.
5.
Selecteer Energiebesparingsinstellingen (Energy saving settings).
6.
Raadpleeg de aanwijzingen op het scherm en selecteer Volgende (Next).
7.
Geef de gewenste instellingen op.
A. Geef op na hoeveel tijd de printer automatisch moet worden uitgeschakeld wanneer gedurende
een bepaalde periode geen bewerkingen zijn uitgevoerd of geen afdrukgegevens naar de
printer zijn gestuurd.
B. Als u AAN (ON) selecteert, kan de printer automatisch worden ingeschakeld wanneer een
scanopdracht van een computer of afdrukgegevens naar de printer worden gestuurd.
208