Gebruikershandleiding Foto van PowerShot A3100 IS • Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door. • Bewaar de handleiding, zodat u deze later nog kunt raadplegen.
De inhoud van de verpakking controleren Controleer of de verpakking waarin de camera is verzonden, de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met de leverancier van het product.
Lees dit eerst Proefopnamen en Disclaimer Maak enkele proefopnamen en speel deze af om te controleren of de beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Wat wilt u doen? Opnamen maken Opnamen maken en de instellingen aan de camera overlaten. . .27 Gewoon foto's maken (modus Easy) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Opnamen maken die zijn aangepast aan speciale omstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58 – 61 Mooie opnamen maken van mensen I Portretten (p. 58) F Bij nacht (p. 58) C Kinderen en dieren (p. 58) w Op het strand (p. 60) P In de sneeuw (p.
Wat wilt u doen? Weergeven De foto's bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Foto's automatisch afspelen (diavoorstelling) . . . . . . . . . . . . . . 98 Foto's bekijken op een tv . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 Foto's bekijken op een computer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Snel foto's zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96, 97 Foto's wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave De hoofdstukken 1 t/m 3 beschrijven het basisgebruik en de veelgebruikte functies van deze camera. Vanaf hoofdstuk 4 worden de geavanceerde functies beschreven, waarbij u in elk volgend hoofdstuk meer leert. De inhoud van de verpakking controleren................................................2 Lees dit eerst ............................................3 Wat wilt u doen? .......................................4 Conventies die in deze handleiding worden gebruikt.....................
Inhoudsopgave De kleurtoon van een foto wijzigen (My Colors) ..................................... 77 Continu-opnamen maken................... 78 Opnamen maken met de 2 secondenzelfontspanner.................................... 78 De zelfontspanner aanpassen ........... 79 Opnamen maken via een tv ............... 80 De compositie van de opname wijzigen met de focusvergrendeling ... 80 5 Haal meer uit uw camera..............................81 De modus AF Frame wijzigen ............
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt • In de tekst worden pictogrammen gebruikt die de knoppen en het programmakeuzewiel van de camera voorstellen. • Tekst op het scherm wordt weergegeven binnen vierkante haken [ ]. • De knoppen die een richting aanduiden en de knop FUNC./SET worden aangeduid met de volgende pictogrammen. (Knop Omhoog) (Knop FUNC./SET) (Knop Rechts) (Knop Links) (Knop Omlaag) • : Zaken waarmee u voorzichtig moet zijn. • : Tips voor het oplossen van problemen.
Veiligheidsvoorschriften • Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u de camera gebruikt. Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding. • De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's zijn bedoeld om letsel bij uzelf of bij andere personen, of schade aan de apparatuur te voorkomen. • Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangekochte accessoires die u gebruikt. Waarschuwing Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Veiligheidsvoorschriften Batterij en batterijlader • Gebruik alleen de aanbevolen batterijen. • Plaats de batterij niet in de buurt van of in open vuur. • Laat de batterij niet in contact komen met water (bijvoorbeeld zeewater) of andere vloeistoffen. • Probeer de batterij niet te demonteren, te wijzigen of op te warmen. • Laat de batterij niet vallen en voorkom harde schokken of stoten. Dit kan leiden tot explosies of lekkages die brand, letsel en/of schade aan de omgeving kunnen veroorzaken.
Veiligheidsvoorschriften • Zorg dat u de flitser niet per ongeluk met uw vingers of een kledingstuk bedekt wanneer u een foto maakt. Dit kan brandwonden of schade aan de flitser tot gevolg hebben. Voorzichtig • Richt de camera niet direct op een sterke lichtbron (zoals de zon). Dit kan de beeldsensor beschadigen of de werking ervan negatief beïnvloeden. • Als u de camera gebruikt op een strand of op een winderige plek, moet u erop letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
1 Aan de slag Dit hoofdstuk beschrijft het voorbereiden van de opnamen, het maken van opnamen in de modus A en het bekijken en wissen van de gemaakte foto's. Het laatste gedeelte van dit hoofdstuk behandelt het maken en bekijken van opnamen in de modus Easy, het maken en bekijken van films en het downloaden van beelden naar een computer.
De batterij opladen Gebruik de meegeleverde lader om de batterij op te laden. Bij aankoop is de batterij niet opgeladen. U moet deze dus eerst opladen. 1 Verwijder het klepje. de batterij. 2 Plaats ● Zorg dat de markeringen S op de batterij overeenkomen met de markeringen op de lader en plaats vervolgens de batterij door deze naar binnen en naar beneden te schuiven. de batterij op. 3 Laad ● Voor CB-2LA: kantel de stekker naar buiten CB-2LA CB-2LAE en steek deze in een stopcontact .
De batterij opladen Aantal opnamen dat kan worden gemaakt (bij benadering) Aantal opnamen 240 Afspeeltijd (uren) 230 6 • Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op metingen volgens de CIPA-norm (Camera & Imaging Products Association). • Onder bepaalde omstandigheden is het aantal opnamen dat gemaakt kan worden, kleiner dan hierboven is aangegeven. Batterij-oplaadlampje Op het scherm verschijnt een pictogram of een bericht om de resterende lading van de batterij aan te geven.
De interne, oplaadbare lithiumbatterij recyclen Als u uw camera weggooit, moet u eerst de interne, oplaadbare batterij verwijderen en voor recycling aanbieden volgens de regels die in uw land gelden. de schroeven van de 1 Draai behuizing los. ● Draai de schroeven van de behuizing aan de zijkanten en de onderkant los. de voor- en achterkant en 2 Verwijder het programmakeuzewiel. ● Trek de voor- en achterkant van de camera.
De interne, oplaadbare lithiumbatterij recyclen Verwijder het scherm. 4 ● Steek een platte schroevendraaier onder de onderrand van het scherm om het los te wrikken. ● Verwijder het scherm van de camera. het 5 Verwijder batterijcompartiment. ● Draai de camera om. ● Draai de schroeven van het batterijcompartiment los zoals wordt aangegeven. ● Draai de schroef van de statiefaansluiting los zoals aangegeven en verwijder de aansluiting. ● Draai de schroeven van de bedieningseenheid los.
De interne, oplaadbare lithiumbatterij recyclen de batterij. 7 Verwijder ● Trek de bedieningseenheid omhoog zoals aangegeven en verwijder de batterij. Verwijder de behuizing van de camera alleen als u de interne, oplaadbare lithiumbatterij wilt verwijderen voor recycling voordat u de camera weggooit.
Compatibele geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) • • • • • • SD-geheugenkaarten (2 GB en minder)* SDHC-geheugenkaarten (meer dan 2 GB, tot en met 32 GB)* SDXC-geheugenkaarten (meer dan 32 GB)* MultiMediaCards MMCplus-geheugenkaarten HC MMCplus-geheugenkaarten * Deze geheugenkaart voldoet aan de SD-normen. Sommige kaarten werken niet afhankelijk van het merk van de kaart die gebruikt wordt.
De batterij en geheugenkaart plaatsen de geheugenkaart. 4 Plaats ● Plaats de geheugenkaart op de afgebeelde wijze totdat deze vastklikt. ● Plaats de geheugenkaart in de juiste richting. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen. Label het klepje. 5 Sluit ● Sluit het klepje en duw het lichtjes aan terwijl u het naar binnen schuift, totdat het vastklikt .
De batterij en geheugenkaart plaatsen Aantal opnamen per geheugenkaart (bij benadering) Geheugenkaart 4 GB 16 GB Aantal opnamen 1231 5042 Geheugenkaart 4 GB 16 GB Aantal opnamen 1471 6026 • Deze waarden zijn gebaseerd op de standaardinstellingen. • Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, varieert al naar gelang de camerainstellingen, het onderwerp en de geheugenkaart die u gebruikt.
De datum en tijd instellen Het scherm voor datum/tijd-instellingen verschijnt wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld. Aangezien de datum en tijd die aan uw opnamen worden toegevoegd op deze instellingen worden gebaseerd, is het belangrijk dat u deze instelt. de camera in. 1 Schakel ● Druk op de ON/OFF-knop. X Het scherm Datum/Tijd verschijnt. de datum en tijd in. 2 Stel ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. ● Druk op de knoppen op om een waarde in te stellen. de instelling.
De datum en tijd instellen ● Datum en tijd wijzigen U kunt de huidige instellingen voor de datum en tijd wijzigen. de menulijst. 1 Open ● Druk op de knop n. [Datum/Tijd] op het 2 Selecteer tabblad 3. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [Datum/Tijd] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. de datum en/of de tijd. 3 Wijzig ● Volg stap 2 en 3 op p. 22 om de instelling te wijzigen. ● Als u op de knop n drukt, wordt het menu gesloten.
De taal van het scherm instellen U kunt de taal wijzigen die op het scherm wordt weergegeven. de afspeelmodus. 1 Selecteer ● Druk op de knop 1. het instellingenscherm. 2 Open ● Houd de knop m ingedrukt terwijl u op de knop n drukt. de taal van het 3 Stel LCD-scherm in. ● Druk op de knoppen opqr om een taal te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt ingesteld, wordt het instellingenscherm gesloten.
Geheugenkaarten formatteren Voordat u een nieuwe geheugenkaart gaat gebruiken of een geheugenkaart die is geformatteerd in een ander apparaat, moet u de kaart formatteren met deze camera. Door het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist. Aangezien u de gewiste gegevens niet kunt herstellen, moet u uiterst voorzichtig zijn als u een geheugenkaart gaat formatteren. het menu. 1 Open ● Druk op de knop n. [Formateren].
De sluiterknop indrukken X Als het formatteren is voltooid, wordt [Geheugenkaart is geformatteerd] weergegeven op het scherm. ● Druk op de knop m. Het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de gegevens op de geheugenkaart wijzigt enkel de bestandsbeheerinformatie op de kaart en garandeert niet dat de inhoud volledig wordt gewist. Wees voorzichtig bij het downloaden of weggooien van een geheugenkaart.
Opnames maken (Smart Auto) De camera kan de onderwerp- en opnameomstandigheden bepalen, zodat u de camera automatisch de beste instellingen voor de compositie kunt laten selecteren en u alleen nog maar de foto hoeft te maken. De camera kan ook gezichten detecteren en hierop automatisch scherpstellen, waarna de kleur en helderheid optimaal worden ingesteld. de camera in. 1 Schakel ● Druk op de ON/OFF-knop. X Het opstartscherm verschijnt. de modus A. 2 Selecteer ● Stel het programmakeuzewiel in op A.
Opnames maken (Smart Auto) X Wanneer de camera scherpstelt, hoort u tweemaal een piepgeluid en worden er AF-kaders weergegeven op de onderwerpen waarop de camera heeft scherpgesteld. Wanneer de camera scherpstelt op meer dan één punt, worden er meerdere frames gegeven. AF-kader de opname. 5 Maak ● Druk de sluiterknop helemaal in. X Het sluitergeluid klinkt terwijl het beeld wordt vastgelegd. Als er weinig licht is, wordt de flitser automatisch geactiveerd.
Opnames maken (Smart Auto) Onder bepaalde omstandigheden past het weergegeven pictogram niet bij de werkelijke compositie. Dit gebeurt met name wanneer er een oranje of blauwe achtergrond is (bijvoorbeeld een muur); of het pictogram “Inclusief blauwe luchten” wordt weergegeven, waardoor u geen foto's kunt maken met de juiste kleur. Probeer in dat geval opnamen te maken in de modus G (p. 70). Wat als...
Beelden bekijken U kunt de foto’s die u hebt gemaakt op het scherm bekijken. de afspeelmodus. 1 Selecteer ● Druk op de knop 1. X De laatst gemaakte opname verschijnt. een beeld. 2 Selecteer ● Als u op de knop q drukt, doorloopt ● ● X ● u de beelden in omgekeerde volgorde van opname, van het nieuwste beeld naar het oudste. Als u op de knop r drukt, doorloopt u de beelden in volgorde van opname, van het oudste beeld naar het nieuwste.
Beelden wissen U kunt de beelden één voor één selecteren en wissen. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist. de afspeelmodus. 1 Selecteer ● Druk op de knop 1. X De laatst gemaakte opname verschijnt. het beeld dat u wilt 2 Selecteer wissen. ● Druk op de knoppen qr om een beeld weer te geven dat u wilt wissen. het beeld. 3 ●Wis Druk op de knop p. X [Wissen?] verschijnt op het scherm. ● Druk op de knoppen qr om [Wissen] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
Opnamen maken in de modus Easy In de modus Easy worden bedieningsinstructies weergegeven op het scherm en de camera is zo ingesteld dat alleen de knoppen die op deze pagina worden uitgelegd en de zoomknop, werkzaam zijn. Hiermee wordt verkeerd gebruik van de camera voorkomen, zodat zelfs beginners zorgeloos foto's kunnen maken. de modus 9. 1 Selecteer ● Stel het programmakeuzewiel in op 9. de opname. 2 Maak ● Voer stap 3 – 5 op pp. 27 – 28 uit om opnamen te maken (zonder geluid).
Bekijken of wissen in de modus Easy In de modus Easy worden bedieningsinstructies weergegeven op het scherm en de camera is zo ingesteld dat alleen de knoppen die op deze pagina worden uitgelegd, werkzaam zijn. Hiermee wordt verkeerd gebruik van de camera voorkomen, zodat zelfs beginners zorgeloos beelden kunnen bekijken en wissen. ● Enkele beelden bekijken Selecteer een beeld. ● Druk op de knop 1 en druk vervolgens op de knoppen qr om te schakelen tussen beelden.
Films opnemen De camera kan automatisch alle instellingen selecteren, zodat u alleen nog op de sluiterknop hoeft te drukken om te filmen. de modus E. 1 Selecteer ● Stel het programmakeuzewiel in op E. Opnametijd de compositie. 2 Kies ● Als u op de zoomknop i drukt, zoomt u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt. Als u op de zoomknop j drukt, zoomt u uit op het onderwerp zodat dit kleiner lijkt. scherp. 3 Stel ● Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen.
Films opnemen X De camera begint met de filmopname en op het scherm verschijnen [ REC] en de verstreken tijd. ● Als de opname is begonnen, haalt u uw vinger van de sluiterknop. ● Als u tijdens de opname de compositie wijzigt, blijft de focus hetzelfde maar worden de helderheid en de kleurtoon automatisch aangepast. Verstreken tijd ● Raak de microfoon niet aan tijdens de opname. ● Gebruik tijdens de opname geen andere knoppen dan de sluiterknop. Het geluid van de knoppen wordt in de film opgenomen.
Films bekijken U kunt de films die u hebt gemaakt, op het scherm bekijken. de afspeelmodus. 1 Selecteer ● Druk op de knop 1. X De laatstgemaakte opname verschijnt. X wordt weergegeven op films. een film. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om een film te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Het filmbedieningspaneel verschijnt. de film af. 3 Speel ● Druk op de knoppen qr om X ● ● X 36 (afspelen) te selecteren en druk vervolgens op de knop m. De film wordt afgespeeld.
Beelden downloaden naar een computer voor weergave U kunt de meegeleverde software gebruiken om uw camerabeelden naar een computer te downloaden voor weergave. Als u ZoomBrowser EX/ ImageBrowser al gebruikt, installeert u de software van de meegeleverde cd-rom, zodat de huidige installatie wordt overschreven.
Beelden downloaden naar een computer voor weergave ● Voorbereidingen In de volgende beschrijvingen worden Windows Vista en Mac OS X (v10.5) gebruikt. 1 Installeer de software. Windows Plaats de cd in het cd-romstation van de computer. ● Plaats de meegeleverde cd-rom (DIGITAL CAMERA Solution Disk) (p. 2) in het cd-romstation van de computer. Start de installatie. ● Klik op [Easy Installation/Eenvoudige installatie] en volg de instructies op het -scherm om verder te gaan met de installatie.
Beelden downloaden naar een computer voor weergave de camera aan op de computer. 2 Sluit ● Schakel de camera uit. ● Open het klepje en steek de kleine stekker stevig in de aansluiting van de camera in de aangegeven richting. ● Steek de grote kabelstekker in de computer. Raadpleeg de handleiding van de computer voor meer informatie over de aansluiting. de camera in. 3 Schakel ● Druk op 1 om de camera aan te zetten. 4 Open CameraWindow.
Beelden downloaden naar een computer voor weergave ● Beelden verplaatsen en weergeven ● Klik op [Import Images from Camera/ Beelden importeren van camera] en vervolgens op [Import Untransferred Images/Niet-overgedragen beelden importeren]. X Alle beelden die nog niet zijn overgedragen, worden nu naar de computer overgedragen. Overgedragen beelden worden gesorteerd op datum en opgeslagen in afzonderlijke submappen in de map [Pictures/ Afbeeldingen]. ● Wanneer [Image import complete.
Accessoires Geleverd bij de camera Polsriem WS-800 Batterij NB-8L (met klepje)* Batterijlader CB-2LA/2LAE* AV-kabel AVC-DC400* Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk Interfacekabel IFC-400PCU* * Ook los verkrijgbaar. Geheugenkaart Kaartlezer Windows/Macintosh Canon PictBridge-compatibele printers Compact Photo Printers (SELPHY-serie) Inkjetprinters Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij de printer is geleverd voor meer informatie over de printer en interfacekabels.
Afzonderlijk verkrijgbare accessoires De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. Sommige accessoires worden niet verkocht of zijn niet meer verkrijgbaar in sommige regio's. Voedingen Voedingsadapterset ACK-DC60 Met deze set kunt u de camera aansluiten op een gewoon stopcontact. Dit wordt aanbevolen wanneer u de camera gedurende langere tijd wilt gebruiken of wanneer u de camera aansluit op een computer of printer. U kunt op deze manier niet de batterij in de camera opladen.
Afzonderlijk verkrijgbare accessoires Printers SELPHY-serie Canon PictBridge-compatibele printers Als u uw camera aansluit op een Canon PictBridge-compatibele printer, kunt u uw beelden afdrukken zonder een computer te gebruiken. Ga voor meer informatie naar een winkel bij u in de buurt waar Canon-producten worden verkocht. Inkjetprinters Gebruik van Canon-accessoires wordt aanbevolen.
2 Meer informatie Dit hoofdstuk beschrijft de onderdelen van de camera en de informatie op het scherm, evenals instructies voor het basisgebruik.
Overzicht van de onderdelen Lampje (pp. 29, 66, 67, 125) Microfoon (p. 35) Lens Programmakeuzewiel Sluiterknop (p. 26) ON/OFF-knop Luidspreker Flitser (pp. 62, 71) Aansluiting statief Klepje gelijkstroomkoppeling (p. 130) Klepje geheugenkaartsleuf/ batterijhouder (p. 19) Riembevestigingspunt (p. 13) Programmakeuzewiel Met het programmakeuzewiel wijzigt u de Opnamemodus. Modus P Selecteer zelf verschillende instellingen voor het maken van verschillende soorten foto's (p. 70).
Lampje Scherm (LCD-monitor) (pp. 48, 136) Zoomknop Opnemen: i (telelens)/j (groothoek) (p. 27) Afspelen: k (vergroten) (p. 100) / g (index) (p. 96) Knop 0 (gezichtsselectie) (pp. 84, 99) Knop l (weergave) (pp. 48, 99) A/V OUT- (audio/video-uitgang) / DIGITAL-aansluiting (pp. 39, 101, 114) Lampje (p. 47) Knop 1 (afspelen) (p. 30) Knop n (p. 51) Knop e (Macro) (p. 71) / u (Oneindig) (p. 72) / q Knop b (belichtingscompensatie) (p. 70) /knop d (volgende) (p. 97) / knop o. Knop m FUNC.
Schermweergave ● Heen en weer schakelen tussen weergaven U kunt de schermweergave wijzigen met de knop l Zie p. 136 voor details over de informatie die op het scherm verschijnt. Opnamen maken Informatieweergave Geen informatieweergave Afspelen Geen informatieweergave Korte informatieweergave Uitgebreide informatieweergave Focuscontroleweergave (p. 99) U kunt ook schakelen tussen weergaven door direct na de opname op de knop l te drukken terwijl het beeld wordt weergegeven.
De functie spaarstand (Automatisch Uit) Histogram tijdens afspelen Hoog Laag Donker Helder De grafiek die verschijnt in de “Uitgebreide informatieweergave” (p. 48), wordt het histogram genoemd. Het histogram toont de distributie van de helderheid van een beeld in horizontale richting en de sterkte van de helderheid in verticale richting. Als de grafiek meer naar rechts staat, is de opname helder. Staat de grafiek meer naar links, dan is de opname donker. Op deze manier kunt u de belichting beoordelen.
Menu FUNC. – Basishandelingen Met het menu FUNC. kunt u algemene opnamefuncties instellen. De menu-items en -opties zijn afhankelijk van de modus (pp. 138 – 139). een opnamemodus. 1 Selecteer ● Stel het programmakeuzewiel in op de gewenste opnamemodus. het menu FUNC. 2 Open ● Druk op de knop m. een menu-item. 3 Selecteer ● Druk op de knoppen op om een menu-item te selecteren. X Onder aan het scherm verschijnen de beschikbare opties voor het menu-item. Beschikbare opties Menu-items een optie.
MENU – Basishandelingen U kunt allerlei functies instellen via de menu's. De menu-items zijn geordend in tabbladen, zoals een tabblad voor opnemen (4) en voor afspelen (1). De beschikbare menu-items zijn afhankelijk van de modus (pp. 140 – 141). het menu. 1 Open ● Druk op de knop n. een tabblad. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr of druk op de zoomknop om een tabblad te selecteren. een menu-item. 3 Selecteer ● Druk op de knoppen op om een menuitem te selecteren.
De geluidsinstellingen wijzigen U kunt de camerageluiden uitschakelen of het volume ervan aanpassen. ● Geluiden dempen het menu. 1 Open ● Druk op de knop n. [mute]. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [mute] te selecteren en druk vervolgens op de knoppen qr om [Aan] te selecteren. ● Druk nogmaals op de knop n om terug te keren naar het normale scherm. ● Het volume aanpassen het menu. 1 Open ● Druk op de knop n. [Volume].
De helderheid van het scherm wijzigen U kunt de helderheid van het scherm op twee manieren wijzigen. ● Via het menu het menu. 1 Open ● Druk op de knop n. [LCD Helderheid]. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [LCD Helderheid] te selecteren. aanpassen. 3 Helderheid ● Druk op de knoppen qr om de helderheid aan te passen. ● Druk tweemaal op de knop n om terug te keren naar het normale scherm.
De standaardinstellingen van de camera herstellen Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de standaardinstellingen van de camera herstellen. het menu. 1 Open ● Druk op de knop n. [Reset alle]. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [Reset alle] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. de instellingen. 3 Herstel ● Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
Low Level Format van geheugenkaart Voer een Low Level Format uit als u denkt dat de opname-/leessnelheid van een geheugenkaart is verminderd. Door het uitvoeren van een Low Level Format van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist. Aangezien u de gewiste gegevens niet kunt herstellen, moet u uiterst voorzichtig zijn als u een Low Level Format uitvoert. het menu. 1 Open ● Druk op de knop n. [Formateren]. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren.
Klokfuncties Informatie over Low Level Format Als het bericht [Geheugenkaart fout] verschijnt, of als de camera niet goed werkt, kan het probleem wellicht worden opgelost door een Low Level Format uit te voeren. Kopieer eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer of een ander apparaat voordat u een Low Level Format uitvoert. • Een Low Level Format kan langer duren dan normaal formatteren, omdat alle opgenomen gegevens worden gewist.
3 Opnamen maken in speciale omstandigheden en veelgebruikte functies Dit hoofdstuk beschrijft het maken van opnamen in speciale omstandigheden en het gebruik van basisfuncties, zoals de zelfontspanner. • Als u een opnamemodus selecteert die overeenkomt met de speciale omstandigheden waarin u een opname wilt maken, selecteert de camera automatisch de benodigde instellingen. U hoeft alleen nog op de sluiterknop te drukken om een optimale foto te maken.
Opnamen maken in diverse omstandigheden Als u de juiste modus kiest, selecteert de camera automatisch de benodigde instellingen voor het soort opname dat u wilt maken. de opnamemodus. 1 Selecteer ● Stel het programmakeuzewiel in op de gewenste opnamemodus. 2 Maak de opname. I Portretten fotograferen (Portret) ● Hiermee krijgt u een zacht effect wanneer u mensen fotografeert.
Speciale opnamen maken H Binnenshuis foto's maken (Binnen) ● Hiermee maakt u binnenshuis mooie foto's met natuurlijke kleuren. In de modus F, C of H kunnen de opnamen grof lijken omdat de ISO-waarde (p. 75) wordt verhoogd om bij de opnameomstandigheden te passen. Speciale opnamen maken Als u de juiste modus kiest, selecteert de camera automatisch de benodigde instellingen voor het soort opname dat u wilt maken. de modus K. 1 Selecteer ● Stel het programmakeuzewiel in op K. de opnamemodus.
Speciale opnamen maken Opnames maken met weinig licht (Weinig licht ● Afhankelijk van de compositie worden de ISO-waarde en de sluitersnelheid hoger dan in de modus A, zodat u opnamen kunt maken in een donkere omgeving, met gereduceerde camerabeweging en onscherpe weergave. Aanbevolen voor opnamen bij kaarslicht of gelijksoortige donkere omgevingen. ● Een resolutie-instelling van wordt weergegeven en het beeld wordt vastgezet op 1600 x 1200 pixels.
Speciale opnamen maken In de modus t bevestigt u de camera op een statief zodat de camera niet kan bewegen, waardoor het beeld onscherp kan worden. Bovendien kunt u de camera op een statief plaatsen en vervolgens de [IS Modus] instellen op [Uit] (p. 127). ● Effecten toevoegen en opnamen maken Opnamen maken met levendige kleuren (Extra levendig) ● Hiermee maakt u foto's met levendige, intense kleuren.
De flitser uitzetten U kunt opnamen maken terwijl de flitser uit staat. 1 Druk op de knop r. !. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om ! te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Zodra deze instelling is ingesteld, wordt ! weergegeven op het scherm. ● Om de flitser weer in te schakelen, volgt de stappen hierboven en zet u de instelling terug op .
Inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom) U kunt met de digitale zoomfunctie inzoomen tot een factor 16x en zo onderwerpen vastleggen die te ver weg zijn om te vergroten met de optische zoom. De beelden kunnen echter grof lijken, afhankelijk van de instelling van de resolutie (p. 72) en de gebruikte zoomfactor. de zoomknop naar i. 1 Duw ● Houd de knop vast totdat het zoomen stopt.
Inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom) ● Digitale teleconverter De brandpuntafstand van de lens kan worden vergroot met een equivalent van 1,5x of 2,0x 1,4x of 2,3x. Dit verkort de sluitertijd en vermindert de kans op onscherpe opnamen ten opzichte van het gebruik van alleen de zoomfunctie (inclusief digitale zoom) met dezelfde zoomfactor. De beelden kunnen echter grof lijken, afhankelijk van de combinatie van de resolutie (p. 72) en de instellingen van de digitale teleconverter. [Digitale Zoom].
Datum en tijd aan de opname toevoegen U kunt de datum en tijd van de opname toevoegen in de rechterbenedenhoek van het beeld. U kunt deze daarna echter niet meer verwijderen. Controleer dus op voorhand of de datum en tijd correct zijn ingesteld (p. 22). [Datum stempel]. 1 Selecteer ● Druk op de knop n. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 4 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [Datum stempel] te selecteren. de instelling.
De zelfontspanner gebruiken De zelfontspanner kan worden gebruikt om een groepsfoto te maken waar de fotograaf zelf ook op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat de sluiterknop is ingedrukt. 1 Druk op de knop p. Ò. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen op om Ò te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Nadat u dit hebt ingesteld, verschijnt Ò op het scherm. de opname.
De gezicht-zelfontspanner gebruiken Als u een foto wilt maken waar de fotograaf ook op staat, zoals een groepsfoto, stelt u de compositie van de opname in en drukt u op de sluiterknop. Twee seconden nadat u verschijnt in de compositie en de camera uw gezicht detecteert, maakt deze een opname (p. 82). ". 1 Selecteer ● Volg stap 1 en 2 op p. 59 en selecteer ". de compositie en druk 2 Kies de sluiterknop half in.
4 Zelf instellingen selecteren In dit hoofdstuk leert u hoe u met de diverse functies in de modus G uw fotografische vaardigheden gaandeweg kunt uitbreiden. • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat het programmakeuzewiel is ingesteld op de modus G. • G staat voor “programma automatische belichting”. • Voordat u in een andere modus dan G een opname wilt maken met een functie die in dit hoofdstuk wordt uitgelegd, moet u controleren of de functie in die modus beschikbaar is (pp. 138 – 141).
Opnamen maken in Programma automatische belichting U kunt instellingen selecteren om allerlei opnamefuncties aan te passen aan uw voorkeuren. AE staat voor Auto Exposure (automatische belichting). het programmakeuzewiel 1 Stel in op G. de instellingen naar wens 2 Pas aan (pp. 70 – 79). 3 Maak de opname.
De flitser inschakelen Als u wilt, kan de flitser bij elke opname worden gebruikt. Het flitsbereik is ongeveer 30 cm – 4,0 m vanaf het einde van de lens (wanneer de zoomknop naar j is geduwd tot de lens niet meer beweegt en dus de maximale groothoekinstelling van de lens is bereikt), en 30 cm – 2,0 m (wanneer de zoomknop naar i is geduwd tot de lens niet meer beweegt en dus de maximale telelensinstelling is bereikt). Selecteer h. ● Druk eerst op de knop r en gebruik daarna de knoppen qr om h te selecteren.
Objecten op grote afstand fotograferen (oneindig) Wanneer het lastig is om te focussen omdat uw onderwerpen zowel dichtbij als ver weg zijn, kunt u het bereik van de focus aanpassen (het afstandbereik van uw onderwerp) om betrouwbaarder te kunnen focussen op onderwerpen die verder weg zijn (ongeveer 3 m of meer). Selecteer u. ● Druk eerst op de knop q en gebruik daarna de knoppen qr om u te selecteren. Druk vervolgens op de knop m. X Nadat u dit hebt ingesteld, verschijnt u op het scherm.
De compressieverhouding (beeldkwaliteit) wijzigen U kunt een van de volgende twee niveaus voor de compressieverhouding (beeldkwaliteit) selecteren: (Fijn), (Normaal). de 1 Selecteer compressieverhouding. ● Druk eerst op de knop m en gebruik daarna de knoppen op om te selecteren. Druk vervolgens op de knop l een optie. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m. X De instelling die u selecteert, wordt weergegeven op het scherm.
De compressieverhouding (beeldkwaliteit) wijzigen Resolutie Compressiev erhouding Gegevensgrootte van 1 opname (geschatte kB) Aantal mogelijke opnamen 4 GB 16 GB (Hoog) 10M/3648 x 2736 2.565 1471 6026 1.226 3017 12354 (Normaal 1) 6M/2816 x 2112 1.620 2320 9503 780 4641 19007 (Normaal 2) 4M/2272 x 1704 1.116 3352 13727 556 6352 26010 (Normaal 3) 2M/1600 x 1200 558 6352 26010 278 12069 49420 (Laag) 0.3M/640 x 480 150 20116 82367 84 30174 123550 1.
De ISO-waarde wijzigen de ISO-waarde. 1 Selecteer ● Druk op de knop m en vervolgens op de knoppen op om te selecteren. een optie. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m. X De instelling die u selecteert, wordt weergegeven op het scherm. Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch aangepast aan de opnamemodus en -omstandigheden.
De witbalans aanpassen Met de witbalansfunctie (WB) stelt u de optimale witbalans in voor natuurlijk ogende kleuren bij bepaalde opnameomstandigheden. de witbalansfunctie. 1 Selecteer ● Druk op de knop m en vervolgens op de knoppen op om te selecteren. Selecteer een optie. 2 ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m. X De instelling die u selecteert, wordt weergegeven op het scherm.
De kleurtoon van een foto wijzigen (My Colors) U kunt tijdens de opname de kleurtoon van een foto wijzigen in sepia of zwart-wit. My Colors. 1 Selecteer ● Druk op de knop m en vervolgens op de knoppen op om te selecteren. een optie. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m. X De instelling die u selecteert, wordt weergegeven op het scherm. My Colors uit — Levendig De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging, voor een levendige impressie.
Continu-opnamen maken U kunt continu opnemen met een maximale snelheid van ongeveer 0,8 beelden/seconde terwijl de sluiterknop volledig ingedrukt wordt gehouden. een transportmodus. 1 Selecteer ● Druk op de knop m en vervolgens op de knoppen op om te selecteren. een optie. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om W te selecteren en druk vervolgens op de knop m. Maak de opname. 3 X Zo lang u de sluiterknop ingedrukt houdt, maakt de camera doorlopend foto's.
De zelfontspanner aanpassen U kunt de vertraging (0 – 30 seconden) en het aantal opnamen (1 – 10 opnamen) instellen. $. 1 Selecteer ● Druk eerst op de knop p en gebruik daarna de knoppen op om $ te selecteren. Druk vervolgens op de knop n. de instellingen. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen op om [Vertraging] of [Beelden] te selecteren. ● Druk op de knoppen qr om een waarde te selecteren en druk vervolgens op de knop m. ● Volg stap 3 op p. 66 om opnamen te maken.
Opnamen maken via een tv U kunt de inhoud van het camerascherm op een tv weergeven wanneer u opnamen maakt. • Sluit de camera aan op een tv, zoals beschreven in “Beelden bekijken op een tv” (p. 101). • Het opnemen werkt op dezelfde manier als via het camerascherm. De compositie van de opname wijzigen met de focusvergrendeling De scherpstelling en belichting zijn vergrendeld wanneer u de sluiterknop half ingedrukt houdt. U kunt nu de compositie wijzigen en de opname maken.
5 Haal meer uit uw camera Dit hoofdstuk is een uitgebreide versie van hoofdstuk 4. Hierin wordt uitgelegd hoe u diverse functies gebruikt om foto's te maken. • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat het programmakeuzewiel is ingesteld op de modus G. • In het gedeelte “Opnamen met lange sluitertijd maken” (p. 88) wordt verondersteld dat de modusschakelaar is ingesteld op de modus K en dat de camera is ingesteld op ≈.
De modus AF Frame wijzigen U kunt de modus AF Frame (autofocus) aanpassen aan de omstandigheden van de opname. Selecteer [AF Frame]. ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 4. Selecteer vervolgens het menu-item [AF Frame]. Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. ● Gezichts-AiAF • Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen, de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen ) instellen.
Het autofocuskader vergroten U kunt het AF-kader kleiner maken • Druk op de knop n en selecteer het tabblad 4. Selecteer vervolgens het menu-item [AF kader afm.] en de optie [Klein]. • De instelling wordt vastgelegd op [Normaal] wanneer u de digitale zoom (p. 63) of digitale teleconverter (p. 64) gebruikt. Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de sluiterknop half indrukt, wordt het AF-kader geel en verschijnt op het scherm.
De persoon selecteren op wie u wilt scherpstellen (gezichtsselectie) U kunt een bepaald gezicht selecteren om op scherp te stellen, en vervolgens de opname maken. de modus Gezichtsselectie. 1 Open ● Richt de camera op het gezicht van het onderwerp en druk op 0. X Nadat [Gezichts selectie : Aan] wordt weergegeven, verschijnt er een rond het gezicht dat wordt gezichtskader gedetecteerd als het hoofdonderwerp.
Opnamen maken met AF-vergrendeling U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de afstand waarop wordt scherpgesteld niet veranderd, ook niet als u de sluiterknop loslaat. de focus. 1 Vergrendel ● Houd de sluiterknop half ingedrukt en druk op de knop q. X De scherpstelling wordt vergrendeld en % wordt op het scherm weergegeven. ● Als u de sluiterknop loslaat en nogmaals op de knop q drukt, verdwijnt % en wordt de scherpstelling ontgrendeld.
Opnamen maken met de AE-vergrendeling U kunt de belichting vergrendelen en opnamen maken of de scherpstelling en belichting afzonderlijk instellen voor de opnamen. AE staat voor Auto Exposure (automatische belichting). de belichting. 1 Vergrendel ● Richt de camera op het onderwerp en druk op de knop o terwijl u de sluiterknop half ingedrukt houdt. X Als & verschijnt op het scherm, is de belichting vergrendeld.
Opnamen maken met Slow sync Het hoofdonderwerp (zoals personen) wordt helder opgenomen als u de camera laat zorgen voor de juiste belichting met behulp van de flitser. Tegelijkertijd kunt u een langzame sluitertijd gebruiken om de achtergrond die niet verlicht wordt door de flitser, lichter te maken. …. 1 Selecteer ● Druk eerst op de knop r en gebruik daarna de knoppen qr om … te selecteren. Druk vervolgens nogmaals op de knop m. X Nadat u de items hebt ingesteld, verschijnt … op het scherm. de opname.
Opnamen met lange sluitertijd maken Rode-ogencorrectie kan ook worden toegepast op andere gebieden dan rode ogen. Bijvoorbeeld op rode make-up rond de ogen. • U kunt opgeslagen beelden corrigeren (p. 112). • Het scherm in stap 2 wordt ook weergegeven als u op de knop r drukt en vervolgens op de knop n. Opnamen met lange sluitertijd maken U kunt de sluitertijd instellen tussen 1 en 15 seconden en opnamen met een lange sluitertijd maken.
6 Diverse functies voor het opnemen van films Dit hoofdstuk bevat meer geavanceerde informatie dan de gedeelten “Films opnemen” en “Films bekijken” in hoofdstuk 1. • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat het programmakeuzewiel is ingesteld op E (filmmodus).
De beeldkwaliteit wijzigen U kunt kiezen uit drie instellingen voor beeldkwaliteit. de instelling voor de 1 Kies beeldkwaliteit. ● Druk op de knop m en vervolgens op de knoppen op om te selecteren. een optie. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m. X De instelling verschijnt op het scherm. Beeldkwaliteittabel Beeldkwaliteit (resolutie/aantal beelden) Beschrijving 640 x 480 pixels 30 beelden/sec. Voor filmopnamen met een standaardkwaliteit.
AE-vergrendeling/belichting U kunt de belichting vergrendelen of wijzigen met stappen van 1/3 in een bereik van ±2 voordat u een opname maakt. scherp. 1 Stel ● Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen. de belichting. 2 Vergrendel ● Nadat u de sluiterknop hebt losgelaten, drukt u op de knop o om de belichting te vergrendelen. De belichtingsschuifbalk verschijnt. ● Druk nogmaals op de knop o om de vergrendeling op te heffen. de belichting.
Afspeelfuncties De volgende functies kunnen op dezelfde manier worden gebruikt als voor foto's. • • • • • • • • • • • Beelden wissen (p. 31) Snel naar beelden zoeken (p. 96) Naar beelden zoeken in de springweergave (p. 97) Diavoorstellingen bekijken (p. 98) Beeldovergangen wijzigen (p. 100) Beelden bekijken op een tv (p. 101) Beelden beveiligen (p. 102) Alle beelden wissen (p. 105) Beelden markeren als favoriet (p. 107) Beelden indelen in categorieën (My Category) (p. 108) Beelden roteren (p.
Bewerken U kunt het begin en einde van opgenomen films bijsnijden in stappen van één seconde. *. 1 Selecteer ● Volg stappen 1 tot en met 3 op p. 36 om * te selecteren en druk op de knop m. X Het filmbewerkingspaneel en de balk met bewerkingsfuncties worden op het scherm weergegeven. Filmbewerkingspaneel Bewerkingsbalk voor films het bewerkingsbereik in. 2 Stel ● Druk op de knoppen op en selecteer of. ● Druk op de knoppen qr om te verplaatsen.
Bewerken de bewerkte film op. 4 Sla ● Druk op de knoppen op om te selecteren en druk vervolgens op de knop m. ● Druk op de knoppen qr om [Nieuw bestand] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X De film wordt opgeslagen als een nieuw bestand. • Als bij stap 4 [Overschrijven] wordt geselecteerd, wordt de nietbewerkte film overschreven door de bewerkte film. De oorspronkelijke film wordt dan gewist. • Als er onvoldoende ruimte over is op de geheugenkaart, kunt u alleen [Overschrijven] selecteren.
7 Diverse functies gebruiken voor afspelen en bewerken In dit hoofdstuk worden verschillende manieren beschreven voor het afspelen en bewerken van beelden. • Druk op 1 om de afspeelmodus te selecteren voordat u de camera bedient. • Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt. • De bewerkingsfunctie (pp.
Snel naar beelden zoeken ● Naar beelden zoeken in de indexweergave Door meerdere beelden tegelijk weer te geven, kunt u snel het beeld vinden dat u zoekt. de zoomknop naar g. 1 Duw X De beelden worden weergegeven in een index. ● Duw de zoomknop naar g om het aantal beelden uit te breiden. Het aantal beelden neemt elke keer toe wanneer u tegen de zoomknop duwt . ● Duw de zoomknop naar k om het aantal beelden te verkleinen. Het aantal beelden neemt elke keer af wanneer u tegen de zoomknop duwt . een beeld.
Naar beelden zoeken in de springweergave Als u dit effect wilt uitschakelen, drukt u op de knop n, selecteert u vervolgens [Beeld scrollen] op het tabblad 1 en selecteert u [Uit]. Naar beelden zoeken in de springweergave Als er veel beelden op de geheugenkaart staan, kunt u zoeken aan de hand van een opgegeven methode of in een opgegeven groep beelden. een springmethode. 1 Selecteer ● Druk in de enkelvoudige weergave op de knop o.
Diavoorstellingen bekijken Als er geen beelden zijn die overeenkomen met de springmethode, werken de knoppen qr niet. Diavoorstellingen bekijken Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u automatisch afspelen. [Diavoorstelling]. 1 Selecteer ● Druk op de knop n, selecteer [Diavoorstelling] op het tabblad 1 en druk op de knop m. de instelling. 2 Kies ● Druk op de knoppen op om een item te selecteren en druk vervolgens op de knoppen qr om de instelling aan te passen.
De focus controleren U kunt het gebied vergroten dat zich in een opgenomen beeld binnen het AF-kader bevindt, of het gebied van een gedetecteerd gezicht, om de focus te controleren. op de knop l en ga naar 1 Druk de focuscontroleweergave (p. 48). ● Bij beelden met gedetecteerde gezichten kunt u ook naar de focuscontroleweergave gaan door op de knop 0 te drukken. X Er verschijnt een wit kader waar het AF-kader of het gezicht zich bevond toen de focus werd ingesteld.
Beelden vergroten Duw de zoomknop naar k. Geschatte locatie van weergegeven gebied ● De weergave zoomt in op het beeld en wordt weergegeven op het scherm. Als u de zoomknop vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot een maximale factor van 10x. ● Met de knoppen opqr kunt u de locatie van het weergegeven gebied aanpassen. ● Duw de zoomknop naar g om uit te zoomen, of blijf de knop vasthouden om terug te keren naar de enkelvoudige weergave.
Beelden bekijken op een tv Met de meegeleverde AV-kabel (p. 2) kunt u de camera aansluiten op een televisie om opgenomen beelden te bekijken. 1 Schakel de camera en de tv uit. de camera aan op de tv. 2 Sluit ● Open het klepje van de aansluiting en Wit of zwart Geel steek de stekker van de kabel volledig in de aansluiting van de camera. ● Steek de kabelstekker helemaal in de video-ingangen, zoals wordt getoond in de afbeelding.
Beelden beveiligen U kunt belangrijke beelden beveiligen, zodat ze niet per ongeluk met de camera kunnen worden gewist (pp. 31, 105). • Als u de geheugenkaart formatteert (pp. 25, 55), worden beveiligde beelden ook gewist. • Zelfs als u van opnamemodus verandert of de camera uitschakelt voordat u de bewerkingen in stap 4 hebt uitgevoerd, worden de beelden niet beveiligd. Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie van de camera. Hef de beveiliging op voordat u een beeld wist.
Beelden beveiligen Beveilig de beelden. 4 ● Als u op de knop n drukt, wordt er een bevestigingsscherm weergegeven. ● Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X De beelden worden beveiligd. ● Reeks selecteren [Select. Reeks]. 1 Selecteer ● Volg stap 2 op p. 102 om [Select. Reeks] te selecteren en druk op de knop m. Selecteer het eerste beeld. 2 ● Druk op de knop m. ● Druk op de knoppen qr om het beeld te selecteren en druk op de knop m.
Beelden beveiligen het laatste beeld. 3 Selecteer ● Druk op de knop r, selecteer [Laatste beeld] en druk op de knop m. ● Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren en druk op de knop m. ● U kunt geen beelden vóór het eerste beeld selecteren. de beelden. 4 Beveilig ● Druk op de knop p, selecteer [Beveilig] en druk op de knop m. ● Alle beelden selecteren [Alle beelden]. 1 Selecteer ● Volg stap 2 op p. 102 om [Alle beelden] te selecteren en druk op de knop m. Beveilig de beelden.
Alle beelden wissen U kunt alle beelden tegelijk wissen. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld, dus denk goed na voordat u ze wist. Beveiligde beelden (p. 102) kunt u niet wissen. ● Alle beelden selecteren [Wissen]. 1 Selecteer ● Druk op de knop n, selecteer [Wissen] op het tabblad 1 en druk op de knop m. [Alle beelden]. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen op om [Alle beelden] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. de beelden.
Alle beelden wissen alle beelden. 2 Wis ● Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Alle beelden worden gewist. ● Druk op n om terug te keren naar het menuscherm. ● Afzonderlijke beelden selecteren [Selectie]. 1 Selecteer ● Volg stap 2 op p. 105 om [Selectie] te selecteren en druk op de knop m. ● Volg stap 3 op p. 102 om het beeld te selecteren. X Na de instelling verschijnt op het scherm. ● Druk nogmaals op de knop m om de selectie van het beeld ongedaan te maken.
Beelden markeren als favoriet Wanneer u beelden als favoriet markeert, kunt u alleen die beelden eenvoudig categoriseren. U kunt ook filteren zodat alleen die beelden worden weergegeven (p. 97). [Favorieten]. 1 Selecteer ● Druk op de knop n, selecteer [Favorieten] op het tabblad 1 en druk op de knop m. een beeld. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren en druk op de knop m. X Na de instelling verschijnt op het scherm.
Beelden indelen in categorieën (My Category) U kunt beelden indelen in categorieën. U kunt beelden toewijzen aan categorieën en filteren om ze weer te geven (p. 97). Als u van opnamemodus verandert of de camera uitschakelt voordat u de onderstaande stappen hebt gevolgd, worden de beelden niet aan categorieën toegewezen. Beelden worden tijdens de opname automatisch in categorieën ingedeeld aan de hand van de opnameomstandigheden.
Beelden roteren Kies de instelling. 3 ● Als u op de knop n drukt, wordt er een bevestigingsscherm weergegeven. ● Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk op de knop m. X Het beeld wordt toegewezen aan de categorie. ● Reeks selecteren [Select. Reeks]. 1 Selecteer ● Volg stap 2 op p. 108 om [Select. Reeks] te selecteren en druk op de knop m. ● Volg stappen 2 en 3 op pp. 103 – 104 om beelden te selecteren. ● Druk op de knop p, selecteer het item en druk op de knoppen qr om een type te kiezen.
Het formaat van beelden wijzigen U kunt beelden omzetten naar een lagere resolutie-instelling en de gewijzigde beelden opslaan als een afzonderlijk bestand. [Veranderen]. 1 Selecteer ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 1. Vervolgens selecteert u [Veranderen] en drukt u op de knop m. een beeld. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om het beeld te selecteren en druk op de knop m. Selecteer een beeldformaat. 3 ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren en druk op de knop m.
Trimmen U kunt een deel van een opgeslagen beeld uitsnijden en dit opslaan als een nieuw beeldbestand. [Trimmen]. 1 Selecteer ● Druk op de knop n, selecteer [Trimmen] op het tabblad 1 en druk op de knop m. Selecteer een beeld. 2 ● Druk op de knoppen qr om het beeld te selecteren en druk op de knop m. het snijgebied aan. 3 Pas X Er verschijnt een kader rond het gedeelte Snijgebied Weergave van snijgebied Resolutie na bijsnijden van het beeld dat u wilt bijsnijden.
Het rode-ogeneffect corrigeren U kunt rode ogen in beelden automatisch corrigeren en deze beelden opslaan als nieuwe bestanden. [Rode-Ogen Corr.]. 1 Selecteer ● Druk op de knop n en selecteer [Rode-Ogen Corr.] op het tabblad 1. Druk vervolgens op de knop m. een beeld. 2 Selecteer ● Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren. Corrigeer het beeld. 3 ● Druk op de knop m.
8 Afdrukken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u beelden selecteert voor afdrukken en hoe u kunt afdrukken met een printer die compatibel is met PictBridge (afzonderlijk verkrijgbaar, p. 43). Raadpleeg ook de Handleiding voor persoonlijk afdrukken.
Beelden afdrukken U kunt de gemaakte opnamen gemakkelijk afdrukken als u de camera met behulp van de meegeleverde interfacekabel (p. 2) aansluit op een printer die compatibel is met PictBridge (p. 2). de camera en de 1 Schakel printer uit. de camera aan op de printer. 2 Sluit ● Open het klepje en steek de kleine stekker stevig in de aansluiting van de camera in de aangegeven richting. ● Steek de grote kabelstekker in de printer.
Beelden afdrukken Druk de beelden af. 6 ● Druk op de knoppen op om [Print] te selecteren en druk op de knop m. X Het afdrukken wordt gestart. ● Als u nog meer beelden wilt afdrukken, herhaalt u stap 5 en 6 nadat het afdrukken is voltooid. ● Wanneer u klaar bent met afdrukken, schakelt u de camera en de printer uit en verwijdert u de interfacekabel. • Raadpleeg de Handleiding voor persoonlijk afdrukken voor meer informatie over afdrukken. • Zie pp. 41, 43 voor PictBridge-compatibele Canon-printers.
Beelden selecteren voor afdrukken (DPOF) U kunt maximaal 998 beelden op een geheugenkaart selecteren om af te drukken en instellingen zoals het gewenste aantal exemplaren te specificeren, zodat deze samen kunnen worden afgedrukt of worden verwerkt in een fotozaak. Deze selectiemethoden voldoen aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format). ● Afdrukinstellingen U kunt het afdruktype, de datum en het bestandsnummer instellen.
Beelden selecteren voor afdrukken (DPOF) • Wanneer [Index] is geselecteerd, kunnen de opties [Datum] en [File No.] niet tegelijk op [Aan] worden ingesteld. • De datum wordt afgedrukt volgens de notatie die is ingesteld in de functie [Datum/Tijd] op het tabblad 3 (p. 22). ● Het aantal exemplaren selecteren [Sel. beeld & aantal]. 1 Selecteer ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 2. Selecteer vervolgens [Sel. beeld & aantal] en druk op de knop m. een beeld.
Beelden afdrukken met DPOF-instellingen ● Instellen dat alle beelden één keer worden afgedrukt [Sel. alle beelden]. 1 Selecteer ● Selecteer [Sel. alle beelden] bij stap 1 op p. 117 en druk vervolgens op de knop m. Kies de afdrukinstellingen. 2 ● Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk op de knop m. ● Alle selecties wissen [Wis alle selecties]. 1 Selecteer ● Selecteer [Wis alle selecties] bij stap 1 op p. 117 en druk vervolgens op de knop m. selecties worden gewist.
9 De camera-instellingen aanpassen U kunt allerlei instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. Het eerste deel van dit hoofdstuk beschrijft enkele handige en veelgebruikte functies. Daarna wordt uitgelegd hoe u instellingen voor opnemen en afspelen aanpast aan uw wensen.
De camera-instellingen wijzigen U kunt handige en veelgebruikte functies aanpassen op het tabblad 3 (p. 51). ● Hints en tips uitschakelen Wanneer u een item selecteert in het menu FUNC. (p. 50) of MENU (p. 51), wordt er een beschrijving van de functie (hints en tips) weergegeven. U kunt deze functie uitschakelen. ● Selecteer [Hints en tips] en druk op de knoppen qr om [Uit] te selecteren. ● Geluiden wijzigen U kunt de bedieningsgeluiden van de camera veranderen.
De camera-instellingen wijzigen ● Het opstartscherm wijzigen U kunt het startbeeld veranderen dat op het scherm wordt weergegeven wanneer u de camera inschakelt. ● Selecteer [opstart scherm] en druk op de knop m. ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. Geen opstartscherm. 1 Vooringestelde beelden. (Kunnen niet worden gewijzigd.) 2 Vooringestelde beelden. U kunt vastgelegde beelden instellen en de meegeleverde software gebruiken om de beelden te wijzigen (p. 121).
De camera-instellingen wijzigen ● Het opstartscherm uitschakelen U kunt het opstartbeeld uitschakelen dat wordt weergegeven wanneer u de camera inschakelt. ● Selecteer [opstart scherm] en druk op de knoppen qr om [Uit] te selecteren. ● De bestandsnummering wijzigen Uw opnamen krijgen automatisch opeenvolgende bestandsnummers toegewezen van 0001 t/m 9999 en worden opgeslagen in mappen met maximaal 2.000 opnamen. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen. ● Selecteer [Bestandnr.
De camera-instellingen wijzigen ● Mappen maken volgens opnamedatum Beelden worden opgeslagen in mappen die elke maand worden gemaakt. U kunt echter ook mappen maken volgens de opnamedatum. ● Selecteer [Maak folder] en druk op de knoppen qr om [Dagelijks] te selecteren. X Beelden worden opgeslagen in mappen die op elke opnamedatum worden gemaakt.
De camera-instellingen wijzigen ● Spaarstand van het scherm instellen U kunt bepalen hoe lang het duurt voordat het scherm automatisch wordt uitgeschakeld (p. 49). Dit werkt ook als [Automatisch Uit] is ingesteld op [Uit]. ● Selecteer [spaarstand] en druk op de knop m. ● Druk op de knoppen op om [Display uit] te selecteren. Druk op de knoppen qr om een tijd te selecteren. ● Het is raadzaam om een tijd onder [1 min.] te selecteren om de batterij te sparen.
Instellingen voor opnamefuncties wijzigen Selecteer de wereldtijdzone. 3 ● Druk op de knoppen op om [ Wereld] te selecteren en druk vervolgens op n. ● wordt weergegeven in het opnamescherm (p. 136). Als u in de instelling de datum of tijd wijzigt (p. 22), worden de datum en tijd voor [ Thuis] automatisch gewijzigd. Instellingen voor opnamefuncties wijzigen Als u het programmakeuzewiel instelt op G, kunt u de instellingen op het tabblad 4 wijzigen (p. 51).
Instellingen voor opnamefuncties wijzigen ● functie Rode-ogenreductie uitzetten Het lampje van de rode-ogenreductie brandt om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer u opnamen maakt met de flitser in een donkere omgeving. U kunt deze functie uitschakelen. ● Selecteer [Flits Instellingen] en druk op de knop m. ● Druk op de knoppen op om [Lamp Aan] te selecteren en druk vervolgens op de knoppen qr om [Uit] te selecteren.
Instellingen voor opnamefuncties wijzigen ● De sjabloon weergeven U kunt verticale en horizontale rasterlijnen weergeven, of een uitsnede van 3:2, om het afdrukbare gebied voor een briefkaart aan te duiden. ● Selecteer [Disp. Sjabloon] en druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. Raster Een raster wordt over de weergave geplaatst. Uitsnede Boven en onder in de weergave verschijnen grijze balken. Dit gebied wordt niet afgedrukt als u afdrukt op papier met een verhouding van 3:2.
Instellingen voor afspeelfuncties wijzigen U kunt de instellingen op het tabblad 1 aanpassen door op de knop 1 te drukken (p. 51). ● Het beeld selecteren dat als eerste wordt weergegeven bij het afspelen ● Selecteer [Ga verder] en druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. 128 Laatst gez De weergave wordt hervat met de laatst bekeken opname. Laatste f. De weergave wordt hervat met de laatst gemaakte opname.
10 Nuttige informatie In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar) kunt gebruiken. Daarnaast bevat het hoofdstuk tips voor het oplossen van problemen, een lijst met functies en een lijst met items die op het scherm verschijnen. Verder vindt u aan het einde de index.
Aansluiten op het lichtnet Als u de voedingsadapterset ACK-DC60 (los verkrijgbaar) gebruikt, kunt u de camera gebruiken zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over het batterijniveau. de koppeling. 1 Plaats ● Open het klepje (p. 19) en plaats de koppeling op de afgebeelde wijze tot deze vastklikt. ● Sluit het klepje (p. 19). Aansluitpunt het snoer aan op de 2 Sluit koppeling. ● Open het klepje en steek de stekker helemaal in de koppeling. het netsnoer aan.
Problemen oplossen Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice die wordt vermeld op de adreslijst die bij het product wordt geleverd. Voeding Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt. • • • • Controleer of de batterij goed is geplaatst (p. 19). Controleer of de batterij niet leeg is (p. 15).
Problemen oplossen Het beeld is wazig. • Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop daarna volledig in om een opname te maken (p. 26). • Maak een opname op de juiste scherpstelafstand van het onderwerp (p. 144). • Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (p. 125). • Controleer of functies die u niet wilt gebruiken (macro enzovoort), niet zijn ingesteld. • Maak opnamen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (pp. 80, 85).
Problemen oplossen U kunt geen instellingen kiezen voor opnamefuncties of het menu FUNC. • Welke opties u kunt instellen, is afhankelijk van de opnamemodus. Zie “Beschikbare functies per opnamemodus” (pp. 138 – 139). Kan knoppen niet bedienen. • Als het programmakeuzewiel is ingesteld op 9, kunnen sommige knoppen niet worden gebruikt (p. 32). Films opnemen De juiste opnametijd wordt niet weergegeven of stopt.
Lijst met berichten die op het scherm verschijnen Als er foutmeldingen verschijnen op het scherm, kunt u een van de volgende oplossingen proberen. Geen geheugenkaart • De geheugenkaart is niet in de juiste richting geplaatst. Plaats de geheugenkaart in de juiste richting (p. 19). Geheugenkaart op slot • Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de SD-, SDHC- of SDXC-geheugenkaart is ingesteld op “LOCK”. Ontgrendel het schuifje voor schrijfbeveiliging (pp. 19, 20).
Lijst met berichten die op het scherm verschijnen Kan niet vergroten!/Kan niet roteren/Kan beeld niet wijzigen/Niet selecteerbaar beeld. • Het is niet mogelijk incompatibele beelden te vergroten (p. 100), te draaien (p. 109), te bewerken (pp. 110 – 112) of toe te voegen aan een afdruklijst (p. 116).
Informatieweergave op het scherm ● Opname (informatieweergave) Batterij-oplaadlampje (p. 15) Camerastand* Witbalans (p. 76) My Colors (p. 77) Transportmodus (p. 78) Waarschuwing: camera beweegt (p. 29) Lichtmeetmodi (p. 85) Beeldkwaliteit (compressie) (p. 73) / resolutie (pp. 72, 90) Foto's: aantal opnamen (p. 21) Films: resterende tijd / verstreken tijd (p. 35) * 136 Zelfontspanner (pp. 66, 78, 79) Disp. Sjabloon (p. 127) Digitale zoom (p. 63) / digitale teleconverter (p. 64) Scherpstelzone (pp.
Informatieweergave op het scherm ● Afspelen (uitgebreide informatieweergave) My Category (p. 108) Opnamemodus ISO-waarde (p. 75) Belichtingscompensatie (p. 70), Belichting (p. 91) Witbalans (p. 76) Histogram (p. 49) Compressie (beeldkwaliteit) (p. 73) Resolutie (p. 72), AVI (films) (p. 90) Batterij-oplaadlampje (p. 15) Lichtmeetmodi (p. 85) Mapnummer – bestandsnummer (p. 122) Nummer van weergegeven beeld / totaal aantal beelden Sluitertijd Diafragmawaarde, Beeldkwaliteit (films) Flitser (p.
Beschikbare functies per opnamemodus Opnamemodi Functie Belichtingscompensatie (p. 70)/Belichtingverschuiving (p. 91) e Scherpstelzone (pp. 71, 72) u Flitser (pp. 62, 71, 87) G A 9 { — — { — — { { { { — — { *1 *1 h { — — … { — — ! { { { { { — Ò Î { { — $ *2 { { — AE-vergrendeling (p. 86)/FE-vergrendeling (p. 86) { — — AF-vergrendeling (p. 85) Gezichtsselectie (p.
Beschikbare functies per opnamemodus K I J F C H w O P t ≈ { { { { { { { { — { { { { — { — — — — — — — — — — — — — { { { " E { { { { { { { { { { { { { { — — — — — — — — — — — — — { { { *1 *1 { { { { { { { { { — — — { *1 *1 { { { — { { { { { — *1 — — — — — — — — — — — — — — — — { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { — { { { { { { { { { { { { { { — { { {
Menu's ● 4 Opnamemenu Opnamemodi Functie Gezichts-AiAF { { { Centrum { — — Normaal/klein { — — Standaard/Uit { { *2 Digitale zoom (p. 63) Digitale teleconverter (1,5x/2,0x) { { — Digitale teleconverter (1,4x/2,3x) { { — AF-Punt Zoom (p. 83) Aan/Uit { { — AF-hulplicht (p. 125) Aan/Uit AF-kader (p. 82) Grootte AF-kader (p. 83) Flits Instellingen (pp. 87, 126) { { *2 Rode-Ogen Aan/Uit { { *3 Lamp Aan Aan/Uit { { *2 Bekijken (p. 126) Uit/2-10 sec.
Menu's K I J F C H { { { { { { { { { { { { { — — { — — — — — — — { { { { { { *3 { { { { { { — { { { { { { — { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { " ≈ E w O P t { { { { — { *1 { { { { { { — — — — — — — —
Menu's ● 3 Menu Instellen Item Zie pagina Aan/Uit* p. 52 Volume Alle bedieningsgeluiden instellen (5 niveaus). p. 52 Geluidsopties De geluiden instellen voor elke camerabewerking. Hints en tips Aan*/Uit LCD Helderheid Instellen binnen een bereik van ±2. Opstart scherm Een beeld toevoegen als opstartafbeelding. p. 120 p. 120 p. 53 p. 121 Opstart scherm Aan*/Uit Formateren Een geheugenkaart formatteren waarbij alle gegevens worden verwijderd. Bestandsnummering Continu*/Auto reset p.
Menu's ● 1 Menu Afspelen Item Opties/overzicht Zie pagina Diavoorstelling Beelden automatisch afspelen p. 98 Wissen Beelden wissen. p. 105 Alles wissen Alle beelden worden gewist. p. 105 Beveilig Beelden beveiligen. p. 102 Roteren Beelden draaien. p. 109 Favorieten Beelden markeren als favoriet. p. 107 My Category Beelden indelen in categorieën. p. 108 Rode-Ogen Corr. Rode ogen in foto's corrigeren. p. 112 Trimmen Delen van foto's bijsnijden. p.
Specificaties Effectieve pixels in camera . . . . . . . . . . . Ongeveer 12,1 miljoen Ongeveer 10,0 miljoen Beeldsensor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1/2,3-type CCD (totaal aantal pixels: Ongeveer 12,4 miljoen, Ongeveer 10,6 miljoen) Lens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6,2 (W) – 24,8 (T) mm overeenkomstig 35mm-filmbereik: 35 (W) – 140 (T) mm f/2,7 (W) – f/5,6 (T) Zoomfactor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Specificaties Bestandstype . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Design rule for Camera File systemontwerpstandaard, compatibel met DPOF (versie 1.1) Gegevenstype . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Foto's: Exif 2.2 (JPEG) Films: AVI (beeldgegevens: Motion JPEG, audiogegevens: WAVE (mono)) Aantal opnamepixels (resolutie foto's) . .
Specificaties Batterij NB-8L Type . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voltage. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Capaiteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Oplaadcycli . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedrijfstemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . Afmetingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voorzorgsmaatregelen • Deze camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten. • Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of andere apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren. Blootstelling aan sterke magnetische velden kan leiden tot defecten of beschadigde beeldgegevens.
Index A Aangepaste witbalans .............................76 Aansluiting ........................39, 101, 114, 130 Aantal opnamen...........................15, 73, 74 Accessoires ..............................................42 AE lock ................................................86, 91 AF J Focus Afdrukken ...............................................114 AF-kaders .................................................28 Afspeelknop .......................................
Index F H Fabrieksinstellingen J Standaardinstellingen Favorieten...............................................107 FE-vergrendeling .....................................86 Films Beeldkwaliteit (compressieverhouding) ..................90 Bekijken (Afspelen) .....................36, 92 Bewerken ...........................................93 Opnametijd ..................................35, 90 Resolutie ............................................90 Flitser Aan ...............................................
Index O ON/OFF-knop .................................................. 46 Oneindig ........................................................... 72 Opnamedatum en -tijd J Datum en Tijd Opnamen maken via een tv ........................... 80 Overzicht van de onderdelen......................... 46 P PictBridge....................................................... 114 Polsriem J Riem Portret (modus voor speciale opnamen) .........................................
Disclaimer • Geen enkel gedeelte van deze gebruikershandleiding mag worden gereproduceerd, overgedragen of in een opslagsysteem worden bewaard zonder toestemming van Canon. • Canon behoudt zich het recht voor de inhoud van deze handleiding te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. • De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.