Operation Manual

Lampje
51
Schermweergave in donkere opnameomstandigheden
Als u in een donkere omgeving opnamen maakt, wordt het LCD-scherm
automatisch helder zodat u de compositie kunt controleren (nachtschermfunctie).
De helderheid van de opname op het scherm en de helderheid van het
daadwerkelijk vastgelegde beeld kunnen echter verschillend zijn. Er kan
schermruis ontstaan en de bewegingen van het onderwerp zijn wellicht wat
hoekig op het LCD-scherm. Dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld.
Overbelichtingswaarschuwing tijdens afspelen
In de Uitgebreide informatieweergave (p. 50) knipperen de overbelichte
gedeelten van het beeld op het scherm.
Histogram tijdens afspelen
z De grafiek die verschijnt in de Uitgebreide
informatieweergave (p. 177) wordt
histogram genoemd. Het histogram toont
de distributie van de helderheid van een
beeld in horizontale richting en de sterkte
van de helderheid in verticale richting. Als
de grafiek meer naar rechts staat, is de
opname helder. Staat de grafiek meer naar
links, dan is de opname donker. Op deze
manier kunt u de belichting beoordelen.
Het lampje aan de achterkant van de camera (p. 49) brandt of knippert
afhankelijk van de status. van de camera.
Helder
Donker
Hoog
Laag
Kleur Status Bedieningsstatus
Groen
Brandt
Indien verbonden met een computer (p. 40), display
uit (p. 159)
Knippert
Tijdens het starten van de camera, bij het opnemen/lezen/
verzenden van beeldgegevens, bij opnamen met lange
sluitertijd maken (p. 85)
Als het lampje groen knippert, mag u de stroom niet uitschakelen, het
klepje van de geheugenkaartsleuf/batterijklepje openen, of de camera
schudden of aanstoten. Deze acties kunnen de gegevens beschadigen of
storingen veroorzaken in de camera of de geheugenkaart.
Lampje