NEDERLANDS Voordat u de camera in gebruik neemt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk- en verzendinstellingen Problemen oplossen Berichten Bijlagen Uitgebreid Gebruikershandleiding In deze handleiding worden de camerafuncties en het gebruik daarvan in detail beschreven.
Belangrijkste functies Opnamen maken zDe opname-instellingen worden automatisch aangepast aan de omstandigheden (modus Speciale opnamen) zDe kleuren van het beeld worden gewijzigd om speciale effecten te creëren (modi van My Colors) Weergeven zU kunt films afspelen zAutomatisch afspelen Bewerken zU kunt films bewerken Afdrukken zMet de knop Afdrukken/ Delen kunt u eenvoudig afdrukken maken zOndersteuning van compatibele PictBridgeprinters van andere fabrikanten Opnamen gebruiken zMet de knop Afdrukken/D
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt De pictogrammen die onder de titels worden weergegeven, geven aan in welke modus de procedure kan worden uitgevoerd. In het voorbeeld hieronder kan het programmakeuzewiel worden gebruikt in de volgende opnamemodi. • • (Handmatig) • * (Handmatig) • (Speciale opnamen) * (Super Macro) • * (My Colors) * Zwarte, vierkante pictogrammen duiden op modi die in het menu FUNC. beschikbaar zijn.
Inhoudsopgave Onderwerpen die zijn gemarkeerd met een zijn lijsten of overzichten van camerafuncties en -procedures. Conventies die in deze handleiding worden gebruikt . . . . . .1 Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Lees deze informatie aandachtig door . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Defecten voorkomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Raster weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 Verschillende methoden voor scherpstellen gebruiken . . . . .41 Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk scherp te stellen zijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken . . . . . . .43 De belichtingscompensatie aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . .44 De toon (witbalans) aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bijlagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .83 Batterijgebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 De geheugenkaart gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 De datumbatterij vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 Een voedingsadapterset gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 De voedingssets gebruiken (apart verkrijgbaar) . . . .
Voorzorgsmaatregelen Lees deze informatie aandachtig door Proefopnamen Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert. Canon Inc.
Temperatuur van de camerakast Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerakast warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt. Informatie over het LCD-scherm Het LCD-scherm is gefabriceerd met extreem hoge precisietechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen.
Waarschuwingen Apparatuur z Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere sterke lichtbron die uw gezichtsvermogen kan aantasten. z Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters. Als een kind de apparatuur per ongeluk beschadigt, kan dat ernstig letsel tot gevolg hebben. • Polsriem: als de riem om de nek van een kind komt te zitten, kan dat tot verstikking leiden. • Geheugenkaart: SD-kaarten kunnen per ongeluk worden ingeslikt.
Batterij z Plaats de batterij niet in de buurt van een warmtebron en stel de batterij niet bloot aan vuur of hitte. z Zorg dat de batterij niet wordt ondergedompeld in (zee)water. z Probeer de batterij niet te demonteren, aan te passen of op te warmen. z Laat de batterijen niet vallen en voorkom dat de behuizing van de batterij wordt beschadigd. z Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires.
Overige z Gebruik de flitser niet dichtbij de ogen van mensen of dieren. Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt. Voorzichtig Apparatuur z Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen stoot of deze anderszins blootstelt aan schokken wanneer u de camera vasthoudt of aan de riem draagt, om letsel en schade te voorkomen.
Flitser z Gebruik de flitser niet wanneer er vuil, stof of iets anders op de flitser zit. z Bedek de flitser niet met uw vingers of uw kleding wanneer u een opname maakt. De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of een vreemd geluid maken. De lens wordt dan warm waardoor de flitser kan worden beschadigd. z Raak de flitser niet aan nadat u snel achter elkaar een aantal opnamen hebt gemaakt. Dit kan resulteren in brandwonden.
Defecten voorkomen Sterk magnetische velden vermijden z Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere apparaten die sterk magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterk magnetische velden kan leiden tot defecten of beschadigde opnamegegevens. Condensatieproblemen voorkomen z Wanneer u de apparatuur blootstelt aan snel wisselende temperaturen, kan er condensatie optreden.
Voordat u de camera in gebruik neemt: Onderdelenoverzicht Vooraanzicht De polsriem bevestigen Aan/uit-knop (Verkorte handleiding p. 2) Ontspanknop (Verkorte handleiding p. 4) Flitser (Verkorte handleiding p. 8) Optische zoeker (p. 19) Bevestigingspunt polsriem AF-hulplicht (p. 24) Lampje voor rode-ogenreductie (Verkorte handleiding p. 8) Lampje voor zelfontspanner (p.
Achteraanzicht Voordat u de camera in gebruik neemt: onderdelenoverzicht LCD-scherm (p. 15) Zoeker (p. 19) DIGITAL-aansluiting (Verkorte handleiding p. 17) Klepje van aansluiting voor gelijkstroomkoppeling (p. 88) Klepje van aansluitingen Houder voor knoopcelbatterij (p. 87) Aansluiting statief Klepje van geheugenkaartsleuf/batterijhouder (Verkorte handleiding p.
Bedieningspaneel Indicatielampje (p. 19) Knop DISP. (Weergave) (p. 15) Programmakeuzewiel (Verkorte handleiding p. 5) Knop MENU (p. 23) Knop FUNC./SET (Functie/Instellen) (p. 22) Knop (Afdrukken/Delen) (Verkorte handleiding p. 12) Knop (Telelens) (tijdens opnamen)/ (Vergroten) (tijdens weergave)/ S (Verkorte handleiding p. 7/p. 32, 56) Knop (Macro)/ (Oneindig)/ W (Verkorte handleiding p. 9) Knop (Flitser)/ X (Verkorte handleiding p.
Voordat u de camera in gebruik neemt: basishandelingen Het LCD-scherm gebruiken 1 Druk op de knop DISP. zDe weergavemodus verandert telkens wanneer u op deze knop drukt. Opnamemodus ( Weergavemodus , , of Standaard (geen informatie) ) ( ) Standaard Details Uit Geen informatie zIn de opnamemodi wordt ongeveer 6 seconden lang informatie over de opname weergegeven wanneer u de modus verandert of wanneer u op of / drukt, ongeacht de geselecteerde weergavemodus.
Informatie op het LCD-scherm Opnamemodus * Spotkader * AF Frame (autofocus) (p. 42) Macro/Oneindig (Verkorte handleiding p. 9) * Batterij bijna leeg (p. 83) Flitser (Verkorte handleiding p. 8) (Rood)* Films opnemen (p. 37) Zoominstelling (p. 32)* Raster (p. 40) • Foto's: Resterend aantal opnamen • Films (Sec.): Resterende tijd/ verstreken tijd * * * Opnamemodus (Verkorte handleiding p. 6, 31, 37, 39, 49) Belichtingscompensatie (p. 44) ISO waarde (p. 54) Witbalans (p.
z Als het lampje oranje knippert en het waarschuwingspictogram wordt weergegeven om aan te geven dat de camera beweegt, is de belichting ontoereikend en wordt een langere sluitertijd geselecteerd. Selecteer de modus (Automatisch) of (Flitser aan) of sluit de camera op een statief of ander vast object. z Wanneer u opnamen maakt, kunt u een raster weergeven om te zien of de camera waterpas staat (p. 40).
Details Opnamemodus (Verkorte handleiding p. 6, 31, 37, 39, 49) Belichtingscompensatie (p. 44) Witbalans (p. 45) Foto-effect (p. 48) Flitser (Verkorte handleiding p. 8) My Colors (p. 49) Meetmethode (p. 43) ISO waarde (p. 54) Macro/Oneindig (Verkorte handleiding p. 9) Resolutie (films) (p. 29) Aantal beelden (films) (p. 29) De volgende informatie kan ook worden weergegeven bij sommige beelden. De bestandsindeling wordt niet herkend.
De zoeker gebruiken U kunt tijdens het maken van opnamen energie besparen door het LCD-scherm uit te schakelen (p. 15) en de zoeker te gebruiken. Zoeker Voordat u de camera in gebruik neemt: basishandelingen Indicatielampjes De lampjes branden of knipperen wanneer de aan/uit-knop of de ontspanknop wordt gebruikt. Doe nooit het volgende terwijl er een lampje brandt. Als u dat wel doet, kunnen beeldgegevens beschadigd raken. - Stel de camera niet bloot aan geschud en schokken.
Energiebesparingsfunctie De camera is uitgerust met een energiebesparingsfunctie. De voeding wordt in de volgende omstandigheden uitgeschakeld. Druk nogmaals op de aan/uit-knop om de voeding weer in te schakelen. Opnamemodus Ongeveer drie minuten nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera uitgeschakeld. Eén minuut* nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt het LCD-scherm automatisch uitgeschakeld, zelfs als [Automatisch Uit] is ingesteld op [Uit].
Geheugenkaarten formatteren U moet een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart waarvan u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren. Bedenk dat bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart alle gegevens op de kaart, inclusief beveiligde beelden en andere soorten bestanden, worden gewist. 1 Menu (Instellen) (Formatteren). Zie Menu's en instellingen (p. 22). Voordat u de camera in gebruik neemt: basishandelingen 2 Selecteer [OK] en druk op FUNC./SET.
Menu's en instellingen Via de menu's kunt u de opname- en weergave-instellingen aanpassen, evenals camera-instellingen als de datum, de tijd en geluidssignalen. De volgende menu's zijn beschikbaar: zMenu FUNC. zMenu's Opname, Keuze en Instellen Menu FUNC. In dit menu kunt u een groot aantal veelgebruikte opnamefuncties instellen. Zet de camera in de opnamemodus. Druk op de knop FUNC./SET. Druk op S of T om een menuoptie te selecteren. Sommige opties zijn in bepaalde opnamemodi niet beschikbaar.
Menu's Opname, Keuze en Instellen Via deze menu's kunt u eenvoudig de gewenste opnameof weergave-instellingen opgeven. Menu Menu (Opname) (Keuze) Menu (Instellen) Voordat u de camera in gebruik neemt: basishandelingen Wanneer dit gedeelte is geselecteerd, kunt u tussen de menu's schakelen met de knop W of X. * In dit voorbeeld wordt het menu Opname getoond. * In de weergavemodus wordt het menu Keuze weergegeven. Druk op de knop MENU. Gebruik de knop W of X om te schakelen tussen de menu's.
Overzicht van menu's Menu FUNC. Hier worden de pictogrammen voor de standaardinstellingen aangegeven. Handmatige modus Opnamemodus Handmatig p. 31 Per Beeld Super Macro p. 31 Continu My Colors p. 49 10 sec. zelfontspanner Stitch Hulp (van links naar rechts) Stitch Hulp (van rechts naar links) p. 33 2 sec. zelfontspanner p. 39 p. 35 Handm. Timer Speciale opnamen p. 30 Foto effect p. 48 Filmmodus p. 37 My Colors p. 49 Belichtingscompensatie p. 44 Resolutie/Compressie p.
Menu Keuze Menuoptie Referentiepagina Beveilig p. 63 Roteren p. 61 Alles wissen p. 64 Autom. Afspelen p. 62 Print Opties p. 65 volgorde p. 69 Menu Instellen Menuoptie Beschrijving Referentiepagina Aan/Uit* Stel deze optie in op [Aan] om het opstartgeluid, het werkgeluid, het geluid van de zelfontspanner en het sluitergeluid allemaal tegelijk uit te schakelen. Waarschuwingssignalen worden nog wel weergegeven wanneer [Mute] is ingesteld op [Aan] (Verkorte handleiding p. 2).
Alle standaardwaarden herstellen 1 menu (Instellen) (Reset alle). Zie Menu's en instellingen (p. 22). 2 Selecteer [OK] en druk op FUNC./SET. z De instellingen kunnen niet worden hersteld als de camera is aangesloten op een computer of printer. z De volgende items kunnen niet worden hersteld: - Opnamemodus - De opties (Datum/Tijd) en (Taal) in het menu (Instellen) (p. 25) - Instellingen voor witbalans die zijn opgeslagen met de functie voor aangepaste witbalans (p. 46).
Opnamen maken Resolutie en compressie wijzigen (Foto's) Opnamemodus 1 Menu FUNC. * (Resolutie/Compressie). Zie Menu's en instellingen (p. 22). * Standaardinstelling. zDruk op W of X om de resolutieinstellingen te selecteren. Druk op de knop Menu. zGebruik de knop W of X om de compressie te selecteren en druk op FUNC./SET. Opnamen maken 2 In de afdrukmodus voor briefkaarten kunt u de compressie niet wijzigen.
Waarden voor resoluties (bij benadering) Resolutie (Groot) 2048x1536 pixels (Normaal 1) 1600x1200 pixels (Normaal 2) 1024x768 pixels (Klein) 640x480 pixels Doel Hoog Afdrukken op maximaal A4-formaat* 210x297 mm Afdrukken op maximaal Letter-formaat* 216x279 mm Afdrukken op briefkaartformaat 148x100 mm Afdrukken op L-formaat 119x89 mm Afdrukken op creditcardformaat Beelden verzenden als e-mailbijlagen Laag Meer opnamen maken (Briefkaart met 1600x1200 Bij afdrukken op briefkaarten (p. 34).
Resolutie en aantal beelden per seconde wijzigen (Films) Opnamemodus U kunt de resolutie en het aantal beelden per seconde wijzigen wanneer de filmopnamemodus is ingesteld op (Standaard) of (My Colors). 1 Menu FUNC. * (Resolutie/Aantal beelden). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zGebruik de knop W of X om de resolutie/het aantal beelden te selecteren en druk op FUNC./SET. Resolutie Aantal beelden 640x480 pixels 10 beelden/sec. My Colors 320x240 pixels 20 beelden/sec.
Opnamen maken in een modus voor speciale opnamen Opnamemodus U kunt een optimale opname maken door eenvoudig de juiste opnamemodus te selecteren. 1 Menu FUNC. * (modus Speciale opnamen). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zGebruik de knop W of X om een opnamemodus te selecteren en druk op FUNC./SET. zRaadpleeg de Verkorte handleiding (p. 7) voor een uitleg van de modi voor speciale opnamen. 2 Maak de opname. z De sluitersnelheid is laag in de modus (Vuurwerk).
Opnamen maken in de handmatige modus Opnamemodus In deze modus kunt u zelf instellingen aanpassen, zoals de belichting, de witbalans en het foto-effect. 1 Menu FUNC. * (Handmatig). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zRaadpleeg de Verkorte handleiding (p. 7) voor een uitleg van de modus (Handmatig). zZie Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 106). Pas de gewenste instellingen aan en maak de opname.
De digitale zoom gebruiken Opnamemodus Door de digitale en optische zoomfuncties te combineren, kunt u op een object inzoomen en een opname maken. Stilstaande beelden: circa 10x max. (Super Macro: circa 3.2x max.) Films (Standaard): circa 6.4x max. De digitale zoom kan niet worden gebruikt als het LCD-scherm is uitgeschakeld. 1 Menu (Opname) (Digitale Zoom) [Aan]. Zie Menu's en instellingen (p. 22). z[Aan] is de standaardinstelling voor Super Macro en Film (Standaard). 2 Druk op en maak de opname.
Continu-opname Opnamemodus In deze modus worden continu opnamen gemaakt wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt. Bovendien kunnen onder de volgende voorwaarden (vloeiende) continu-opnamen (p. 99) met hetzelfde interval worden gemaakt totdat de geheugenkaart vol is.* * De aanbevolen supersnelle SDC-512MSH geheugenkaart (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt en geformatteerd met een low-level format (p. 21). zDit is gebaseerd op de standaardopnamecriteria die door Canon zijn vastgesteld.
Briefkaart met ingesloten datum Opnamemodus U kunt opnamen maken met de optimale instellingen voor briefkaarten door het beeld samen te stellen binnen het afdrukgebied (lengte-breedteverhouding van circa 3:2) zoals dat op het LCD-scherm wordt weergegeven. 1 Menu FUNC. * (Resolutie/Compressie) (Briefkaart). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zDe resolutie is ingesteld op (1600x1200) en de compressie op (Fijn).
z Zorg ervoor dat de datum en tijd van de camera van tevoren zijn ingesteld (p. 25). z Wanneer de datumstempel eenmaal in de beeldgegevens is opgenomen, kan deze niet meer worden verwijderd. De zelfontspanner gebruiken Opnamemodus U kunt de sluiter instellen op een vertraging van 10 seconden ( ) of 2 seconden ( ), of op een aangepaste vertraging en een specifiek aantal opnamen ( Handm. Timer), als u de opnamen wilt starten nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt. Menu FUNC. * (Transport mode).
De vertraging en het aantal opnamen wijzigen ( ). U kunt de gewenste vertraging (0 tot 10, 15, 20 of 30 seconden) en het gewenste aantal opnamen (1 tot 10) instellen. Deze instellingen kunnen echter niet worden opgegeven voor de modus Stitch Hulp, de filmmodus en de modi van My Colors. 1 Menu FUNC. (Transport mode) . Zie Menu's en instellingen (p. 23). 2 Druk op MENU. zGebruik S of T om [Vertraging]/[Beelden] te selecteren, gebruik W of X om de instellingen te wijzigen en druk vervolgens op FUNC.
Filmopnamen maken Opnamemodus U kunt geen audio opnemen. De volgende drie filmmodi zijn beschikbaar. Standaard U kunt de resolutie en het aantal beelden per seconde instellen en opnamen maken. De digitale zoom kan ook worden gebruikt in deze modus. • Resolutie/Aantal beelden: [ (640x480) 10 beelden/sec.], [ (320x240) 20 beelden/sec.
1 Menu FUNC. * (Film). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zGebruik de knop W of X om een filmmodus te selecteren en druk op FUNC./SET. zIn de modus (Standaard) en (My Colors) kunt u de resolutie en het aantal beelden per seconde wijzigen (p. 29). 2 Maak de opname. zAls u de ontspanknop half indrukt, worden de belichting, focus en witbalans automatisch ingesteld. zDoor de ontspanknop geheel in te drukken, start u de video-opname.
Panoramabeelden maken (Stitch Hulp) Opnamemodus Gebruik de modus Stitch Hulp om overlappende beelden te maken die u later op een computer kunt samenvoegen tot een panoramisch beeld. Opnamen maken De overlappende naden van meerdere aan elkaar grenzende beelden kunnen worden samengevoegd tot een volledig panorama. 1 Menu FUNC. / (Stitch Hulp). Zie Menu's en instellingen (p. 22).
3 Maak de tweede opname zodanig dat deze een deel van de eerste opname overlapt. zGebruik de knop W of X om naar het vorige beeld te gaan of de opgenomen beelden opnieuw te maken. zKleine verschuivingen in de overlappende delen kunnen worden gecorrigeerd tijdens het samenvoegen van de opnamen. 4 Herhaal de procedure voor de overige beelden. zEen opnamereeks kan maximaal 26 beelden bevatten. zDruk na de laatste opname op FUNC./SET. De eerste instellingen gelden vanaf de tweede opname.
Verschillende methoden voor scherpstellen gebruiken Opnamemodus U kunt een van de volgende twee scherpstelmodi kiezen, afhankelijk van de AiAF-instelling: De camera detecteert het onderwerp en markeert Aan de AF-kaders (op basis van vijf beschikbare punten) die worden gebruikt om de focus te bepalen. 1 Uit Menu De opname wordt scherpgesteld met het middelste AF-kader. Dit is handig wanneer u nauwkeuriger wilt scherpstellen op een bepaald deel van een onderwerp. (Opname) [AiAF] [Aan]/[Uit].
Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk scherp te stellen zijn Opnamemodus Het scherpstellen van de volgende typen onderwerpen kan moeilijk zijn. zOnderwerpen met zeer weinig contrast ten opzichte van de omgeving zScènes met een combinatie van onderwerpen dichtbij en ver weg zOnderwerpen waarbij zeer heldere objecten in het midden staan zOnderwerpen die snel bewegen zObjecten achter glas: houd de camera zo dicht mogelijk tegen het glas om de kans op lichtreflectie te verkleinen.
Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken Opnamemodus 1 (Opname) Menu (Lichtmeting) / / . Zie Menu's en instellingen (p. 22). Lichtmeetmethoden Gem. centrummeting De gemiddelde belichting van het gehele beeld wordt berekend, maar het object in het midden krijgt meer gewicht. Spot Het gebied binnen de spot in het midden van het LCD-scherm wordt gemeten. Gebruik deze instelling wanneer u de belichting wilt instellen op het onderwerp midden op het scherm.
De belichtingscompensatie aanpassen Opnamemodus Pas de belichtingscompensatie aan om te voorkomen dat het onderwerp te donker wordt als het van achteren wordt belicht of als de achtergrond erg helder is, of om te voorkomen dat lichtjes te helder worden weergegeven in nachtscènes. 1 Menu FUNC. * (Belichtingscompensatie). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zGebruik de knop W of X om de belichtingscompensatie aan te passen en druk op FUNC./SET.
De toon (witbalans) aanpassen Opnamemodus Normaal gesproken wordt automatisch de optimale witbalans ingesteld als de witbalansinstelling (Auto) is geselecteerd. Wanneer de instelling (Auto) geen natuurlijk uitziende kleuren oplevert, kunt u de witbalans instellen op de van toepassing zijnde lichtbron. 1 Menu FUNC. * (Witbalans). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zGebruik de knop W of X om een witbalansinstelling te selecteren en druk op FUNC./SET.
De witbalans Custom gebruiken U kunt de optimale witbalans voor een opname instellen door de camera een stuk wit papier, een witte doek of grijs karton van fotografische kwaliteit te laten evalueren om de standaardkleur wit in te stellen. Vooral in de volgende situaties waarin met de optie (Auto) moeilijk de juiste witbalans kan worden ingesteld, kunt u beter zelf de witbalans instellen.
Opnamen maken z Voordat u een aangepaste witbalans instelt, kunt u het beste de opnamemodus kiezen en de belichtingscompensatie instellen op nul (± 0). De witbalans kan mogelijk niet goed worden ingesteld wanneer de belichtingsinstelling onjuist is (het beeld is volledig zwart of wit). z Maak de opnamen met dezelfde instellingen die u hebt gebruikt bij het aanpassen van de witbalans. Als de instellingen verschillen, gebruikt u mogelijk niet de optimale witbalans.
Het foto-effect wijzigen Opnamemodus Als u een foto-effect instelt voordat u de opname maakt, krijgen uw foto's een speciale sfeer. 1 Menu FUNC. * (Foto effect). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zGebruik de knop W of X om een foto-effect te selecteren en druk op FUNC./SET. Instellingen voor het foto-effect Effect uit Met deze instelling maakt u normale opnamen. Levendig De nadruk komt te liggen op contrast en kleurintensiteit, zodat u een opname met heldere kleuren krijgt.
Opnamen maken in een modus van My Colors Opnamemodus Instellingen voor My Colors Positief Film Lichtere Huidtint* Gebruik deze optie om rode, groene of blauwe kleuren intenser te maken, zoals de effecten Levendig Rood, Levendig Groen of Levendig Blauw. Dit kan intense, natuurlijke kleuren geven, zoals de kleuren van positieve film.
Kleur Wissel Gebruik deze optie om een kleur die wordt opgegeven op het LCD-scherm te converteren naar een andere kleur. De opgegeven kleur kan worden veranderd in één andere kleur. U kunt niet meerdere kleuren kiezen. * U kunt ook de huidtinten van andere onderwerpen dan alleen mensen aanpassen. * Mogelijk krijgt u echter niet het verwachte resultaat. Dit hangt af van de huidskleur. 1 Menu FUNC. (My Colors: Foto's)/ (My Colors: Films). Zie Menu's en instellingen (p. 22). Foto's 2 Menu FUNC.
De methode van opslaan van het oorspronkelijke beeld wijzigen Wanneer u stilstaande beelden opneemt in een modus van My Colors, kunt u opgeven of u het gewijzigde beeld en het ongewijzigde beeld wilt opslaan. 1 (Opname) Menu [Aan]/[Uit]. (Orig. Opslaan) Zie Menu's en instellingen (p. 23). Orig. Opslaan is ingesteld op [Aan] - Alleen het gewijzigde beeld wordt weergegeven op het LCD-scherm tijdens het maken van de opname.
De camera instellen op de modus Kleur Accent Alle kleuren, behalve de kleur die wordt opgegeven op het LCD-scherm, worden vastgelegd als zwart-wit. 1 (Kleur Accent) knop MENU. Zie Menu's en instellingen (p. 22). zDe camera schakelt over naar de kleureninvoermodus en op het scherm worden afwisselend het oorspronkelijke beeld en het beeld met kleuraccent (op basis van de eerder ingestelde kleur) weergegeven.
De camera instellen op de modus Kleur Wissel Met deze modus kunt u een kleur die wordt opgegeven op het LCD-scherm converteren naar een andere kleur. 1 Gewenste kleur (na conversie) (Kleur Wissel) knop MENU. Zie Menu's en instellingen (p. 22). zDe camera schakelt over naar de kleureninvoermodus en op het scherm worden afwisselend het oorspronkelijke beeld en beeld waarin van kleur is gewisseld (op basis van de eerder ingestelde kleur) weergegeven.
3 Richt de camera zodanig dat de gewenste kleur wordt weergegeven in het midden van het LCD-scherm en druk op de knop X. zU kunt slechts één kleur opgeven. 4 Druk op de knop FUNC./SET. zDe instelling is hiermee afgerond. zDruk op MENU om terug te gaan naar het selectiescherm voor de modus van My Colors. z Met de standaardinstelling voor de modus Kleur Wissel wordt groen veranderd in wit.
Bestandsnummer opnieuw instellen Opnamemodus Weergavemodus Aan de opnamen die u maakt, worden automatisch bestandsnummers toegewezen. U kunt selecteren hoe bestandsnummers worden toegewezen. 1 Menu (Instellen) [Aan]/[Uit]. [File No. Reset] Zie Menu's en instellingen (p. 22). Telkens wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, wordt de bestandsnummering opnieuw ingesteld op het Aan beginnummer (100-0001).
Weergeven/wissen → Raadpleeg de Verkorte handleiding (p. 10) Beelden vergroten 1 Duw de zoomknop naar . z verschijnt en er wordt een vergroot deel van het beeld weergegeven. zBeelden kunnen tot een factor van ongeveer 10 worden vergroot. Geschatte locatie van het vergrote gebied. 2 Druk op FUNC./SET en gebruik W, X, S of T om het beeld te verschuiven. z verschijnt. zAls u nogmaals op FUNC./SET drukt, wordt de bladermodus geactiveerd en wordt weergegeven.
Negen beelden tegelijk weergeven (Indexweergave) 1 Geef een beeld weer door de knop FUNC./ SET minimaal één seconde lang ingedrukt te houden. zIn de indexweergave kunt u maximaal negen beelden tegelijk bekijken. zGebruik W, X, S of T om een ander beeld te selecteren. Geselecteerde opname Film Weergeven/wissen Terugkeren naar de enkelvoudige weergave Houd de knop FUNC./SET minimaal één seconde lang ingedrukt.
Films bekijken U kunt geen films afspelen als de indexweergave is geactiveerd. 1 Geef een film weer en druk op FUNC./SET. zBeelden met het pictogram zijn films. Filmbedieningspaneel 2 Selecteer (afspelen) en druk op FUNC./SET. zHet afspelen wordt onderbroken als u op FUNC./SET drukt. Het afspelen wordt hervat wanneer u nogmaals op de knop drukt. zWanneer het afspelen is voltooid, wordt het laatste beeld weergegeven. Druk op de knop FUNC./SET om het filmbedieningspaneel weer te geven.
Films bewerken U kunt delen van opgenomen films verwijderen. Films die in hun oorspronkelijke staat één seconde of langer zijn, kunnen worden bewerkt in eenheden van 1 seconde, maar beveiligde films en films van korter dan 1 seconde kunnen niet worden bewerkt. 1 Selecteer (bewerken) in het filmbedieningspaneel en druk op FUNC./SET. Bewerkingspaneel voor films zHet scherm voor filmbewerking en de balk met bewerkingsfuncties worden weergegeven.
4 Selecteer [Nieuw bestand] of [Overschrijven] en druk op FUNC./SET. zMet [Nieuw bestand] slaat u de bewerkte film op met een nieuwe bestandsnaam. De gegevens van vóór de wijziging blijven bewaard. Als u op FUNC./SET drukt terwijl u een film opslaat, wordt het opslaan geannuleerd. zMet [Overschrijven] wordt de bewerkte film met de oorspronkelijke naam opgeslagen. De gegevens van vóór de wijziging gaan verloren.
Beelden op het scherm roteren U kunt beelden 90º of 270º rechtsom draaien op het scherm. Origineel 1 90° 270° (Keuze) Menu (Roteren). Zie Menu's en instellingen (p. 22). Gebruik W of X om een beeld te selecteren en druk op FUNC./SET om het beeld te roteren. zDruk herhaaldelijk op de knop FUNC./SET om het beeld met 90° of 270° te draaien of weer in de originele stand weer te geven. zU kunt beelden ook tijdens de indexweergave roteren. z Filmbeelden kunnen niet worden geroteerd.
Beelden automatisch weergeven (Automatisch afspelen) Alle beelden op een geheugenkaart kunnen automatisch worden weergegeven. De beelden worden gedurende drie seconden weergegeven. 1 Menu (Keuze) knop FUNC./SET. (Autom. Afspelen) Zie Menu's en instellingen (p. 22). zHet automatisch afspelen wordt gestart. zDe volgende functies zijn beschikbaar wanneer beelden automatisch worden weergegeven: - Het automatisch afspelen onderbreken/hervatten: Druk op FUNC./SET.
Beelden beveiligen U kunt belangrijke beelden en films beveiligen, zodat ze niet per ongeluk worden gewist. 1 Menu (Keuze) (Beveilig). Zie Menu's en instellingen (p. 22). 2 Selecteer met W of X het beeld dat u wilt beveiligen en druk op FUNC./SET. Beveiligingspictogram Weergeven/wissen zDruk nogmaals op FUNC./SET om de instelling te annuleren. zU kunt beelden ook in de indexweergavemodus beveiligen.
Alle beelden wissen z Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist. z Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met deze functie. 1 Menu (Keuze) (Alles wissen). Zie Menu's en instellingen (p. 22). 2 Selecteer [OK] en druk op FUNC./SET. zAls u het wissen wilt annuleren, selecteert u [Stop]. Formatteer de geheugenkaart als u niet alleen de beelden, maar ook alle overige gegevens op de kaart wilt wissen (p. 21).
Afdruk- en verzendinstellingen DPOF-afdrukinstellingen opgeven Via de camera kunt u de beelden op een geheugenkaart selecteren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren opgeven. Dit is heel handig als u beelden wilt afdrukken op een Direct Print-compatibele printer of als u beelden wilt verzenden naar een fotozaak die DPOF ondersteunt. Het pictogram kan worden weergegeven voor een geheugenkaart waarvoor de afdrukopties zijn ingesteld met een andere DPOF-compatibele camera.
3 Selecteer de beelden die u wilt printen. zZoals hierna wordt aangegeven, is de selectiemethode afhankelijk van de instellingen voor Afdruktype (p. 67). (Standaard)/ (Beide) Selecteer een beeld, druk op FUNC./SET en gebruik S of T om het aantal afdrukken te selecteren (maximaal 99). - Aantal exemplaren Selectie voor indexafdruk (Index) Selecteer een beeld en druk op FUNC./SET om het beeld te selecteren of de selectie ervan op te heffen. zU kunt beelden ook in de indexweergavemodus selecteren.
z Beelden worden in volgorde van opnamedatum afgedrukt, waarbij het oudste beeld als eerste en het nieuwste beeld als laatste wordt afgedrukt. z U kunt maximaal 998 beelden tegelijk selecteren. z Wanneer [Afdruktype] is ingesteld op [Beide], kunt u het gewenste aantal exemplaren instellen. Is het printtype ingesteld op [Index], dan kan het aantal exemplaren niet worden ingesteld en wordt van elk beeld één exemplaar afgedrukt.
3 Selecteer [Afdruktype], [Datum] of [File No.] en kies vervolgens de gewenste instellingen. z De instellingen voor Datum en File No. worden bepaald door het afdruktype: - Index [Datum] en [File No.] kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld. - Standaard of Beide [Datum] en [File No.] kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld op [Aan]. De afdrukbare gegevens kunnen echter per printer verschillen. z De ingesloten datums bij (Briefkaart met ingesloten datum) (p.
DPOF-verzendinstellingen opgeven U kunt de camera gebruiken om beeldinstellingen op te geven voordat u deze downloadt naar een computer. Zie de Startershandleiding voor instructies over de transmissie van beelden naar de computer. De instellingen op de camera zijn compatibel met de DPOF-norm (Digital Print Order Format). Het pictogram kan worden weergegeven voor een geheugenkaart waarvoor de verzendopties zijn ingesteld met een andere DPOF-compatibele camera.
3 Selecteer het beeld dat u wilt verzenden en druk op FUNC./SET. zDruk nogmaals op FUNC./SET om de selectie van de instelling op te heffen. zU kunt beelden ook in de indexweergavemodus selecteren (p. 57). Selectie voor verzending Alle beelden op een geheugenkaart 2 Selecteer [markeer] en druk op FUNC./SET. zAls u [Herstel] selecteert, worden alle verzendinstellingen geannuleerd. 3 Selecteer [OK] en druk op FUNC./SET.
Problemen oplossen Camera Camera functioneert niet. De stroom is niet ingeschakeld. zDruk kort op de aan/uit-knop (Verkorte handleiding p. 2). Het klepje van de geheugenkaartsleuf/ batterijhouder is open. zZorg dat het klepje van de geheugenkaartsleuf/batterijhouder goed is gesloten (Verkorte handleiding p. 1). Batterijen zijn verkeerd geplaatst. zPlaats de batterijen in de juiste stand in de camera (Verkorte handleiding p. 1). Het verkeerde type batterijen is geplaatst.
Het menu Datum/Tijd wordt weergegeven. De lithiumknoopcelbatterij is bijna leeg. zVervang de batterij (p. 87). LCD-scherm Het scherm wordt donkerder. Het beeld op het LCDzDit duidt niet op een defect en heeft scherm wordt donkerder geen invloed op de opnamen. in sterk zonlicht of fel licht. Er verschijnt een lichtbalk (rood of paars) op het LCD-scherm. Onderwerp is te licht. zDit is een normaal verschijnsel bij apparaten met CCD's en wordt niet veroorzaakt door een storing.
Opnamen maken Camera maakt geen opnamen. De modusschakelaar is ingesteld op (weergeven). zZet de modusschakelaar op of , , (Verkorte handleiding p. 6). De flitser wordt opgeladen. zHet lampje brandt oranje wanneer de flitser wordt opgeladen. U kunt vervolgens de ontspanknop indrukken (p. 19). Geheugenkaart is vol. zPlaats een nieuwe geheugenkaart (Verkorte handleiding p. 1). zDownload de beelden indien nodig naar een computer en verwijder ze van de geheugenkaart om ruimte vrij te maken (p.
Het AF-hulplicht is ingesteld op [Uit]. zOp donkere locaties waar het moeilijk De camera beweegt wanneer u op de ontspanknop drukt. zAls u de zelfontspanner op (2 sec.) instelt, wordt de sluiter na twee seconden geactiveerd zodat de camera niet beweegt en u een scherp beeld krijgt (p. 35). U kunt nog betere resultaten verkrijgen door de camera op een stabiel oppervlak of een statief te zetten. Het onderwerp valt buiten het focusbereik.
Het onderwerp van de opname is te helder. Het onderwerp is te dichtbij, waardoor het flitslicht te fel is. zZorg er bij gebruik van de interne flitser voor dat u zich binnen de juiste opnameafstand van het onderwerp bevindt. Het onderwerp is te licht ten opzichte van de achtergrond. zStel de belichtingscompensatie in op een negatieve waarde (-) (p. 44). zGebruik de spotmeting (p. 43). Licht valt rechtstreeks op het onderwerp of weerspiegelt daarin. zWijzig de opnamehoek. De flitser is ingeschakeld.
Ogen zijn rood. De weerspiegeling van licht in ogen kan ertoe leiden dat de ogen rood worden weergegeven wanneer de flitser in het donker wordt gebruikt. zGebruik in deze omstandigheden de modus voor rode-ogenreductie (Verkorte handleiding p. 8). Deze modus heeft alleen effect als de persoon recht in de lamp voor rode-ogenreductie kijkt. Vraag de persoon recht in het lampje te kijken. zU krijgt nog betere resultaten als u de verlichting binnenshuis verbetert of dichter bij het onderwerp gaat staan.
Films opnemen De opnametijd wordt niet correct weergegeven of de opname wordt plotseling gestopt. zHoewel de opnametijd tijdens de De volgende typen geheugenkaarten worden opname mogelijk niet correct wordt weergegeven, wordt de film wel gebruikt: goed op de geheugenkaart - Kaarten waarop opgenomen.
Weergeven Weergeven werkt niet. U probeert beelden weer zComputerbeelden die niet kunnen worden weergegeven, worden wel te geven die met een weergegeven als u deze naar de andere camera zijn camera overbrengt met het gemaakt of met een softwareprogramma ZoomBrowser computer zijn bewerkt. EX of ImageBrowser. Raadpleeg de Gebruikershandleiding ZoomBrowser EX/ImageBrowsersoftware (PDF). Bestandsnaam is gewijzigd op een computer of bestandslocatie is gewijzigd.
Batterij/batterijlader De batterij is snel leeg. Het verkeerde type batterijen is geplaatst. zGebruik alleen nieuwe AA-formaat alkalinebatterijen of volledig opgeladen AA-formaat NiMH-batterijen van Canon. Zie Batterijgebruik (p. 83). De batterijen zijn koud. De batterijprestaties nemen af bij lage temperaturen. zAls u opnamen maakt in een koude omgeving, houdt u de batterijen warm (door deze bijvoorbeeld in uw binnenzak te plaatsen) totdat u de batterijen wilt gebruiken.
Overzicht van berichten De volgende berichten kunnen tijdens het opnemen of afspelen van beelden op het LCD-scherm verschijnen. In de Gebruikershandleiding voor Direct Print vindt u meer informatie over de berichten die verschijnen als de camera op een printer is aangesloten. Bezig... zEr wordt een beeld vastgelegd op of gelezen van de geheugenkaart. Geen geheugenkaart zU probeert opnamen te maken of weer te geven terwijl er geen geheugenkaart is geplaatst.
Geen beeld. zEr zijn geen beelden opgeslagen op de geheugenkaart. Beeld te groot zU wilt een beeld weergeven dat groter is dan 4992x3328 pixels of dat een uitzonderlijke gegevensgrootte heeft. Onjuist JPEG formaat zU probeert incompatibele JPEG-gegevens weer te geven. Corrupte Data zU probeert een beeld met beschadigde gegevens weer te geven. RAW zU probeert RAW-beelden weer te geven.
Niet selecteerbaar beeld. zU probeert afdrukopties in te stellen voor een beeld dat geen JPEG-gegevens heeft. Exx z(xx: nummer) Camerastoring. Schakel de camera uit en weer in, en maak vervolgens een opname of speel een beeld af. Als de foutcode weer verschijnt, is er sprake van een probleem. Noteer de foutcode en neem contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice. Als direct na het maken van een opname een foutcode verschijnt, is het beeld mogelijk niet vastgelegd.
Bijlagen Batterijgebruik Batterijlading Het volgende pictogram en bericht worden weergegeven: Laad de batterij zo snel mogelijk op als u deze langere tijd wilt gebruiken of gebruik een nieuwe batterij. Vervang\Verwissel accu De batterij is niet voldoende geladen om met de camera te kunnen werken. Vervang de batterij onmiddellijk. Voorzorgsmaatregelen voor batterijen Bijlagen z Gebruik alleen AA-formaat alkalinebatterijen of AA-formaat NiMH-batterijen van Canon (afzonderlijk te koop).
z Maak de batterijpolen schoon met een droge doek, voordat u ze in de camera plaatst. Door vuil van uw huid of ander vuil kan het aantal opnamen of de gebruikstijd aanzienlijk minder worden. z De prestaties van batterijen worden minder bij lage temperaturen. Het pictogram , waarmee wordt aangegeven dat de batterij bijna leeg is, wordt weergegeven.
De geheugenkaart gebruiken Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de SD-geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar) Schuifje voor schrijfbeveiliging Schuif de schakelaar omhoog. Schrijven/wissen mogelijk Schuif de schakelaar omlaag (u kunt de beelden en overige gegevens op de kaart beveiligen) Schrijven/wissen niet mogelijk Voorzorgsmaatregelen Bijlagen z Een geheugenkaart is een zeer geavanceerd stuk elektronica. Buig de kaart niet en stel deze niet bloot aan druk, schokken of trillingen.
Formatteren z Houd er rekening mee dat bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart alle gegevens op de kaart, inclusief beveiligde beelden en andere soorten bestanden, worden gewist. z U wordt aangeraden geheugenkaarten te gebruiken die in uw camera zijn geformatteerd. • De kaart die met de camera wordt meegeleverd, hoeft u niet eerst te formatteren. • Als de camera niet goed functioneert, kan de geheugenkaart beschadigd zijn.
De datumbatterij vervangen Als op het LCD-scherm het menu Datum/Tijd wordt weergegeven wanneer u de camera inschakelt, houdt dat in dat de datumbatterij leeg is en de klok niet meer loopt. Koop een nieuwe batterij (lithiumknoopcelbatterij CR1220) en plaats deze volgens de hierna aangegeven instructies. De datumbatterij wordt al in de fabriek geplaatst en kan daarom vanaf de aanschafdatum gerekend korter meegaan dan de opgegeven levensduur. Houd de datumbatterijen buiten het bereik van kinderen.
Op het LCD-scherm wordt het menu Datum/Tijd ook weergegeven wanneer u de camera voor de allereerste keer inschakelt. Dit is normaal; u hoeft de datumbatterij niet te vervangen. Een voedingsadapterset gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) U wordt aangeraden de voedingsadapterset ACK800 (afzonderlijk verkrijgbaar) op de camera aan te sluiten wanneer u de camera lange tijd gebruikt of op een computer aansluit. Schakel de camera uit voordat u de compacte voedingsadapter aansluit of loskoppelt.
De voedingssets gebruiken (apart verkrijgbaar) Oplaadbare batterijen gebruiken (Set van batterij en oplader CBK4-200) De batterijlader en vier oplaadbare AA-formaat NiMH-batterijen (nikkelmetaalhydride). Laad de batterijen op zoals hierna wordt aangegeven. Vier batterijen Oplaadlampje Twee batterijen * Er kunnen twee batterijen worden opgeladen in plaats van vier. Het lampje knippert wanneer de batterij wordt opgeladen en blijft branden wanneer het opladen is voltooid.
z Als u batterijen herhaaldelijk opnieuw oplaadt voordat ze helemaal leeg zijn, kan de capaciteit afnemen. Laad de batterijen niet op voordat het bericht 'Vervang de batterijen' wordt weergegeven op het LCD-scherm.
z Het duurt ongeveer 1 uur en 50 minuten wanneer twee batterijen elk aan één kant van de lader worden opgeladen en ongeveer 4 uur en 10 minuten om vier batterijen volledig opnieuw op te laden (volgens tests die door Canon zijn uitgevoerd). Laad batterijen niet op in een omgeving waar de temperatuur buiten het bereik van 0-35 °C ligt. z De oplaadtijd kan verschillen, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en het energieniveau van de batterijen. z De batterijlader kan geluid maken tijdens het opladen.
Een op een flitsschoen gemonteerde flitser gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) Krachtige flitser HF-DC1 Deze flitser wordt gebruikt in aanvulling op de ingebouwde flitser van de camera wanneer het onderwerp te ver weg is om goed te worden belicht. Gebruik de volgende procedure om de camera en de krachtige flitser te bevestigen aan de montageplaat. Lees de instructies bij de flitser en deze uitleg.
z Voordat u de montageplaat aan de flitser bevestigt, controleert u of de lithiumbatterij (CR123A of DL123) is geplaatst. z Voor een goede belichting van de onderwerpen moet de flitser aan de zijkant van de camera en parallel aan de voorkant van de camera worden bevestigd. z Ook als u een flitser hebt aangesloten, kunt u gebruikmaken van een statief. Batterijen zBatterijlading is zeer beperkt Maak de batterijpolen goed schoon met een droge doek, als de gebruikstijd van de batterij aanzienlijk is afgenomen.
Onderhoud en verzorging van de camera Gebruik nooit oplosmiddelen, benzeen, synthetische reinigingsmiddelen of water om de apparatuur te reinigen. Deze middelen kunnen de apparatuur aantasten of beschadigen. Camerabehuizing Verwijder het vuil voorzichtig van de camerabehuizing met een zachte doek of een brillendoekje. Lens Gebruik eerst een lensblazer om stof en vuil te verwijderen en verwijder vervolgens het resterende vuil door de lens voorzichtig schoon te vegen met een zachte doek.
Specificaties Alle gegevens zijn gebaseerd op de standaardtestmethoden van Canon. Wijzigingen zonder kennisgeving zijn mogelijk.
ISO-waarde Auto*, ISO 50/100/200 of gelijkwaardig * De optimale snelheid wordt automatisch door de camera ingesteld.
Aantal opnamen pixels Standaard, My Colors: (Films) 640x480 pixels (10 beelden/sec.) 320x240 pixels (20 beelden/sec.) Maximumlengte filmclip: 3 minuten Compact: (er kan 3 minuten lang worden opgenomen) 160x120 pixels (15 beelden/sec.) Maximumlengte filmclip: 3 minuten Weergavemodi Enkelvoudig, Index (9 miniaturen), Vergroot (circa 10x (max.) op LCD-scherm, Automatisch afspelen of Film.
Batterijcapaciteit Aantal opnamen LCD-scherm aan Weergavetijd (Gebaseerd op LCD-scherm uit de CIPA-norm) AA-alkalinebatterijen (meegeleverd bij camera) Circa 100 beelden Circa 500 beelden Circa 13 uur 20 min. AA NiMH-batterij (NB-2AH) (volledig opgeladen) Circa 400 beelden Circa 1000 beelden Circa 16 uur 40 min. zDe werkelijke gegevens zijn afhankelijk van de opnameomstandigheden en de instellingen. zDit geldt niet voor filmgegevens.
Geheugenkaarten en geschatte capaciteit * Resolutie : kaart wordt meegeleverd met de camera Compressie MMC-16M (Groot) 2048x1536 pixels 9 (Normaal 1) 1600x1200 pixels (Normaal 2) 1024x768 pixels SDC-128M SDC-512MSH 295* 76 16 136 529 33 269 1041 471 14 121 26 217 839 50 411 1590 25 211 816 45 372 1438 80 652 2518 56 460 1777 88 711 2747 138 1118 4317 26 217 839 (Klein) 640x480 pixels (Briefkaart met ingesloten datum) 1600x1200 pixels Vloeiende continu-opnamen mo
Grootte beeldgegevens (schatting) Compressie Resolutie (2048x1536 pixels) 1602 kB 893 kB 455 kB (1600x1200 pixels) 1002 kB 558 kB 278 kB (1024x768 pixels) 570 kB 320 kB 170 kB (640x480 pixels) 249 kB 150 kB 84 kB − 558 kB − (1600x1200 pixels) Resolutie 100 Aantal beelden Bestandsgrootte Standaard (640x480 pixels) My Colors (320x240 pixels) 660 kB/sec. 440 kB/sec. Compact (160x120 pixels) 120 kB/sec.
MultiMediaCard Interface Compatibel met MultiMediaCard-standaarden Afmetingen 32,0x24,0x1,4 mm Gewicht Ongeveer 1,5 g SD-geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar) Interface Compatibel met de standaard voor SD-geheugenkaarten Afmetingen 32,0x24,0x2,1 mm Gewicht Ongeveer 2 g NiMH-batterij NB-2AH (afzonderlijk verkrijgbaar) (Meegeleverd met de apart verkrijgbare NiMH NB4-200 of de set van batterij en oplader CBK4-200) Type Oplaadbare nikkelmetaalhydridebatterij Nominaal voltage 1,2 V gelijkstroo
Batterijlader CB-4AH (afzonderlijk verkrijgbaar) (Meegeleverd bij de apart verkrijgbare set van batterij en oplader CBK4-200) Nominaal ingangsvermogen 100-240 V wisselstroom (50/60 Hz) 16-21 VA Nominaal uitgangsvermogen 565 mA*1, 1275 mA*2 Oplaadtijd Circa 4 uur en 10 minuten*1 Circa 1 uur en 50 minuten*2 Werktemperaturen 0-35 °C Afmetingen 65,0x105,0x27,5 mm Gewicht Ongeveer 95 g (Meegeleverd bij kabel van compacte voedingsadapter) *1 Om vier NB-2AH *2 Om twee NB-2AH NiMH-batterijen op te laden
INDEX A Aan/uit-knop ...........................12 Aangepaste witbalans ............46 AF lock (Autofocusvergrendeling) .......42 Afdrukken ...............................65 AF-hulplicht ............................24 AF-kader ...........................41, 42 AiAF ........................................24 Autofocus ...............................41 Automatisch afspelen (Dia Show) ..............................62 B Batterij Batterijcapaciteit .................98 Gebruiken ...........................
K R Keuze, menu .......................... 25 Klepje van aansluitingen ........ 13 Knop Afdrukken/Delen ........... 14 Raster .....................................24 Reset alle ...............................25 Resolutie ..........................28, 29 Rode-ogenreductie .................12 Roteren ...................................61 L LCD-scherm LCD-scherm gebruiken ...... 15 Nachtscherm ...................... 15 Weergegeven informatie .... 16 Lichtmeting ............................ 43 M Macro ....
Disclaimer • Hoewel ernaar is gestreefd de informatie in deze handleiding volledig en accuraat weer te geven, kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke fouten of weglatingen. • Canon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hierin beschreven hardware en software te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Functies beschikbaar in elke opnamemodus In de volgende tabel ziet u welke instellingen u per opnamemodus kunt gebruiken. De instellingen die u voor een opnamemodus selecteert, worden opgeslagen wanneer u de opname beëindigt.
Functie Pagina AF Mode – o o o – o(4) – p. 41 AF-hulplicht o o o o U o(5) o p. 24 o o o – – o o(6) p. 32 Lichtmeetmetho Gem. centrummeting de Spot – o* o* o* – – – o o o o – – – – o o o – – – Belichtingscompensatie – o o o(7) U o – p. 44 Witbalans(8) – o o o U –(9) o p. 45 Foto-effect – o o – U –(9) o(10) p. 48 ISO-waarde –(9) o(11) o(11) –(9) –(9) –(9) –(9) p. 54 Raster o o o Digitale zoom Deelmeting o o – o p. 43 p.
CEL-SF2MA280 © 2005 CANON INC.