Gebruikershandleiding • Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door, met name het gedeelte 'Veiligheidsmaatregelen'. • De handleiding maakt u vertrouwd met het juiste gebruik van de camera. • Houd de handleiding bij de hand, zodat u hem later nog eens kunt raadplegen.
Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier. Camera Interfacekabel IFC-400PCU Introductiehandleiding Batterij NB-6L (met kapje) Polsriem WS-DC8 Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE Riembevestigingspunt Canon garantiesysteemboekje • Een geheugenkaart is niet bijgesloten (p. 2).
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie Over Eye-Fi-kaarten Ondersteuning van de Eye-Fi-kaartfuncties (inclusief draadloze overdracht) wordt niet gegarandeerd voor dit product. Als u een probleem hebt met een Eye-Fi-kaart, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de kaart. Denk er ook aan dat u in veel landen of gebieden toestemming nodig hebt voor het gebruik van Eye-Fi-kaarten. Zonder toestemming is het gebruik van de kaart niet toegestaan.
Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt Microfoon Lampje Flitser 1 (afspeelknop) Ontspanknop Indicator ON/OFF-knop GPS-antenne Lens Schouderriem/ karabijnriembevestigingspunt • : Wat u beslist moet weten • : Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik • (p. xx): Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat 'xx' voor een paginanummer) • De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de standaardinstellingen is ingesteld.
Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt Aansluiting statief Geheugenkaart-/batterijklepje Vergrendeling geheugenkaart-/ batterijklepje Waterdichte verzegeling n-knop Vergrendelknop Riembevestigingspunt Klepje Vergrendeling van klepje Waterdichte verzegeling AV OUT (audio/video-uitgang) / DIGITAL-aansluiting HDMITM-aansluiting DC IN-aansluiting (stroomtoevoer) Scherm (LCD-monitor) Zoomknop Opnemen: j (groothoek) Afspelen: g (index) Luidspreker Zoomknop Opnemen: i (telelen
Inhoudsopgave Inhoud van de verpakking..................2 Compatibele geheugenkaarten..........2 Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie .........................3 Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt............4 Inhoudsopgave ..................................6 Inhoud: basishandelingen..................8 Veiligheidsmaatregelen ...................10 Opmerkingen wanneer u deze waterdichte, stofdichte en schokbestendige camera gebruikt................................
Inhoudsopgave Beelden wissen............................. 144 Beelden roteren ............................ 146 Beeldcategorieën .......................... 148 Foto's bewerken............................ 152 Films bewerken............................. 157 Optionele accessoires ................... 171 Optionele accessoires gebruiken .................................... 174 Beelden afdrukken ........................ 183 Een Eye-Fi-kaart gebruiken........... 196 7 Menu Instellingen...........159 9 Bijlage .
Inhoud: basishandelingen 4 Opnamen maken Gebruik de door de camera bepaalde instellingen (Auto-modus) ................................................................................ 60 Goede opnamen van mensen maken I P Portretten (p. 85) In de sneeuw (p. 85) Specifieke scènes afstemmen Nachtscènes (p. 85) Weinig licht (p. 85) S Onderwater (p. 84) Close-ups onder water (p. 84) t Vuurwerk (p. 85) Speciale effecten Levendige kleuren (p. 88) Poster-effect (p. 88) Fisheye-effect (p.
Inhoud: basishandelingen 1 Weergeven Beelden bekijken (afspeelmodus). ............................................. 128 Automatisch afspelen (Diavoorstelling) ...................................... 138 Op een tv .................................................................................... 174 Op een computer.......................................................................... 32 Snel door beelden bladeren ....................................................... 134 Beelden wissen ...............
Veiligheidsmaatregelen • Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door voordat u het product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze. • De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's zijn bedoeld om letsel bij uzelf of bij andere personen, of schade aan de apparatuur te voorkomen. • Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte accessoires die u gebruikt. Waarschuwing Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Veiligheidsmaatregelen • Zet de camera uit op plaatsen waar het gebruik van een camera niet is toegestaan. De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat u de camera gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen. • Speel de meegeleverde cd-rom(s) met gegevens alleen af in een cd-speler die hiervoor geschikt is.
Veiligheidsmaatregelen • Als u de camera gebruikt op een strand of op een winderige plek, moet u erop letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt. Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden. • Bij normaal gebruik kan er soms een beetje rook uit de flitser komen. Dit komt door de hoge intensiteit van de flitser, waardoor er stofdeeltjes verbranden die vastzitten aan de voorkant van het apparaat.
Opmerkingen wanneer u deze waterdichte, stofdichte en schokbestendige camera gebruikt U kunt deze camera gebruiken in de regen, op het strand, tijdens het skiën of onder water tot een diepte van 10 m. De camera kan echter niet worden gebruikt in warmwaterbronnen of andere mineraalbronnen. Canon is niet aansprakelijk voor schade aan de camera, batterijen, geheugenkaarten of opgeslagen gegevens veroorzaakt door lekkage als gevolg van onkuist gebruik van het product.
Opmerkingen wanneer u deze waterdichte, stofdichte en schokbestendige camera gebruikt Opmerkingen na het gebruik van de camera en cameraonderhoud • Spoel de camera schoon als er vloeistof of zand op de camera zit na gebruik. De vloeistof of het zand kan de camera doen roesten, en als u de camera schoonveegt terwijl deze zand bevat, kan krassen veroorzaken.
Voordat u begint Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt. De riem bevestigen Bevestig de riem. Nadat u de riem hebt bevestigd aan het riembevestigingspunt, steekt u het riembevestigingspunt in de opening op de camera en draait u deze tot u een klik hoort. Als u het riembevestigingspunt wilt losmaken, houdt u de ontgrendelingsknop ingedrukt terwijl u het riembevestigingspunt linksom draait.
Voordat u begint De batterij opladen Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er dus voor dat u de batterij eerst oplaadt. Verwijder het klepje. Plaats de batterij. Zorg eerst dat de markering S op de batterij overeenkomt met die op de oplader en plaats de batterij door deze naar binnen ( ) en naar beneden ( ) te drukken. Laad de batterij op.
Voordat u begint • Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij te beschermen en in goede staat te houden. • Als u een batterijlader gebruikt met een netsnoer, moet u de lader of het snoer niet aansluiten op andere voorwerpen. Dit kan een storing veroorzaken of het product beschadigen. • Zie “Specificaties” (p. 39) voor meer informatie over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnameduur met een volledig opgeladen batterij.
Voordat u begint Plaats de geheugenkaart. Etiket Plaats de geheugenkaart in de getoonde richting totdat hij vastklikt en is vergrendeld. Controleer altijd of de geheugenkaart in de juiste richting is geplaatst. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen. Zorg ervoor dat u de waterdichte verzegeling niet beschadigt wanneer u de geheugenkaart plaatst. Sluit het klepje.
Voordat u begint De batterij en geheugenkaart verwijderen Verwijder de batterij. Open het klepje en duw de batterijvergrendeling in de richting van de pijl. X De batterij wipt nu omhoog. Verwijder de geheugenkaart. Duw de geheugenkaart naar binnen tot u een klik hoort en laat de kaart langzaam los. X De geheugenkaart wipt nu omhoog. De datum en tijd instellen Wanneer u de camera de eerste keer inschakelt, verschijnt een scherm voor het instellen van de datum en tijd.
Voordat u begint Stel de datum en tijd in. Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. Druk op de knoppen op om de datum en tijd op te geven. Als u klaar bent, drukt u op de knop m. Stel de lokale tijdzone in. Druk op de knoppen qr om uw lokale tijdzone te selecteren. Voltooi de instellingsprocedure. Als u klaar bent, drukt u op de knop m. Nadat een bevestigingsbericht is weergegeven, wordt het instellingenscherm niet meer weergegeven. Druk op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen.
Voordat u begint De datum en tijd wijzigen Wijzig de datum en tijd als volgt. Open het cameramenu. Druk op de knop n. Kies [Datum/Tijd]. Druk op de zoomknoppen om het tabblad 3 te selecteren. Druk op de knoppen op om [Datum/Tijd] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. Wijzig de datum en tijd. Voer stap 2 op p. 20 uit om de instellingen te wijzigen. Druk op de knop n om het menu te sluiten.
Voordat u begint Taal van LCD-scherm U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen. Open de afspeelmodus. Druk op de knop 1. Open het instellingenscherm. Houd de knop m ingedrukt en druk direct op de knop n. Stel de taal van het LCD-scherm in. Druk op de knoppen opqr om een taal te kiezen en druk vervolgens op de knop m. X Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt ingesteld, wordt het instellingenscherm niet langer weergegeven.
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften. Verwijder de vier schroeven uit de zijklep, verwijder de zijklep en verwijder de twee resterende schroeven. Verwijder de vijf schroeven uit de achterklep en verwijder de achterklep.
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen Verwijder de aangegeven schroef, knip de circuitkabels los op de zeven aangegeven posities, verwijder het bovenste onderdeel en verwijder de printplaat. Verwijder de klep en het onderdeel eronder. Verwijder de drie aangegeven schroeven en verwijder de klep en het onderdeel eronder. Open het klepje van de batterijhouder en de aansluitingen, verwijder de vijf aangegeven schroeven en verwijder het bovenste onderdeel.
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen Verwijder het onderdeel. Raak nooit het gedeelte aan dat is aangegeven in de afbeelding. Dit kan leiden tot een zware elektrische schok. Raak dit gebied nooit aan! Verwijder de vier aangegeven schroeven en verwijder het onderdeel. Verwijder uiteindelijk de batterij. Verwijder nooit de camerabehuizing om een andere reden dan om de interne oplaadbare lithiumbatterij te verwijderen voor recycling, wanneer u de camera afdankt.
Foto's Films De camera testen Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of filmopnamen te maken en deze daarna te bekijken. Opnamen maken (Smart Auto) Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specifieke composities. Controleer of de klepjes zijn gesloten.
De camera testen Kies de compositie. Om in te zoomen en het onderwerp te vergroten, drukt u op de zoomknop i (telelens) en om uit te zoomen drukt u op de zoomknop j (groothoek). Maak de opname. Foto's maken Stel scherp. Druk de ontspanknop half in. De camera piept twee keer nadat is scherpgesteld en er worden AF-kaders weergegeven om aan te geven op welke beeldgebieden is scherpgesteld. AF-kaders Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal naar beneden.
De camera testen Films opnemen Start met opnemen. Verstreken tijd Druk op de filmknop. U hoort één pieptoon zodra de camera met de filmopname begint en op het scherm verschijnen [ REC] en de verstreken tijd. X Zwarte balken aan de boven- en onderkant op het scherm geven aan welke gebieden niet worden opgenomen. Zodra de opname is begonnen, kunt u uw vinger van de filmknop wegnemen. Voltooi de opname. Druk nogmaals op de filmknop om het opnemen te stoppen. De camera piept twee maal als de opname stopt.
De camera testen Blader door uw beelden. Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt u op de knop q. Als u het volgende beeld wilt bekijken, drukt u op de knop r. Voor toegang tot de modus Beeld scrollen, houdt u de knoppen qr gedurende ten minste één seconde ingedrukt. Druk in deze modus op de knoppen qr om door uw beelden te bladeren. Druk op de knop m om terug te keren naar de enkelvoudige weergave.
De camera testen Beelden wissen U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Selecteer het beeld dat u wilt wissen. Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren. Wis het beeld. Druk op de knop m, druk op de knoppen op om a te selecteren druk nogmaals op de knop m. Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de knoppen qr om [Wissen] te selecteren. Druk daarna op de knop m.
Meegeleverde software, handleidingen De software en de handleidingen op de cd-rom's worden hieronder beschreven, met instructies voor installeren, beelden opslaan op een computer en de handleidingen gebruiken. Eigenschappen van de meegeleverde software Nadat u de software op de cd-rom hebt geïnstalleerd, kunt u het volgende op uw computer doen.
Meegeleverde software, handleidingen Systeemvereisten De bijgeleverde software kan worden gebruikt op de volgende computers.
Meegeleverde software, handleidingen De software installeren Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt. Met de automatische updatefunctie voor de software kunt u bijwerken tot de nieuwste versie en nieuwe functies downloaden via internet (uitgezonderd bepaalde software). U moet dus de software installeren op een computer met een internetverbinding. Plaats de cd-rom in het cdromstation van de computer. Plaats de meegeleverde cd-rom (Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk) (p.
Meegeleverde software, handleidingen Steek de grote stekker van de interfacekabel in de USB-poort van de computer. Raadpleeg de computerhandleiding voor meer informatie over USB-aansluitingen op de computer. Installeer de bestanden. Schakel de camera in en volg de instructies op het scherm om het installatieproces te voltooien. X De software maakt verbinding met internet om bij te werken naar de nieuwste versie en nieuwe functies te downloaden.
Meegeleverde software, handleidingen Beelden opslaan op een computer Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt. Sluit de camera aan op de computer. Voer stap 3 op p. 33 uit om de camera aan te sluiten op een computer. Zet de camera aan om CameraWindow te openen. Druk op de knop 1 om de camera aan te zetten. Op een Macintosh-computer wordt CameraWindow weergegeven als er een verbinding tot stand is gebracht tussen de camera en de computer.
Meegeleverde software, handleidingen CameraWindow Beelden opslaan op de computer. Klik op [Import Images from Camera/Beelden importeren van camera] en vervolgens op [Import Untransferred Images/Nietovergedragen beelden importeren]. X De beelden worden nu in afzonderlijke mappen op datum op de computer opgeslagen in de map Afbeeldingen. Wanneer de beelden zijn opgeslagen, sluit u CameraWindow en drukt u op de knop 1 om de camera uit te schakelen. Koppel vervolgens de kabel los.
Accessoires Meegeleverde accessoires Batterij NB-6L*1 (met kapje) Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE*1 Polsriem WS-DC8 Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk Riembevestigingspunt Interfacekabel IFC-400PCU*1 Voeding Geheugenkaart Kaartlezer Kabel Windows/ Macintoshcomputer HDMI-kabel HTC-100 Voedingsadapterset ACK-DC40*3*4 AV-kabel AVC-DC400 Tv-/ videosysteem Accessoireset AKT-DC2 Zachte hoes SC-DC80 Karabijnriem Schouderriem Siliconenhoes Drijver *1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
Accessoires Flitseenheid Krachtige flitser HF-DC2*2 Behuizingen Waterdichte behuizing WP-DC45 Zachte hoes SC-DC80 Canon PictBridge-compatibele printers Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen. Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon.
Specificaties Effectieve pixels in de camera Ongeveer 12,1 miljoen pixels Focuslengte lens 5x zoom: 5.0 (G) – 25.0 (T) mm (equivalent aan film van 35 mm: 28 (G) – 140 (T) mm) Waterdichtheid Equivalent aan IEC/JIS-beschermingsklasse “IPX8”*1 Voor gebruik tot een diepte van 10 meter gedurende maximaal 60 minuten. Stofdichtheid Equivalent aan IEC/JIS-beschermingsklasse “IP6X”*1 Schikbestendigheid Canon-standaard gebaseerd op MIL-standaard 810F Methode 516.
Specificaties Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd Aantal opnamen Circa 280 Opnametijd film*1 Circa 1 uur Continu-opnamen*2 Circa 1 uur 40 min. Afspeeltijd Circa 5 uur *1 Tijden zijn gebaseerd op standaardinstellingen bij het uitvoeren van normale handelingen, zoals opnemen, pauzeren, de camera in- en uitschakelen en zoomen. *2 Beschikbare tijd voor opnemen van maximum filmlengte (tot opname automatisch wordt gestopt).
Specificaties Opnametijd per geheugenkaart Opnametijd per geheugenkaart Beeldkwaliteit 8 GB 32 GB 29 min. 39 sec. 1 uur 59 min. 43 sec. 42 min. 11 sec.*1 2 uur 50 min. 19 sec.*2 1 uur 28 min. 59 sec. 5 uur 59 min. 10 sec. 26 min. 24 sec. 1 uur 46 min. 35 sec. 52 min. 28 sec. 3 uur 31 min. 49 sec. *1 27 min. 39 sec. voor iFrame-films (zie p. 103). *2 1 uur 51 min. 37 sec. voor iFrame-films (zie p. 103).
Specificaties Snelheid continu-opnamen Circa 1,9 beelden/sec. Sluitertijd Modus A, automatisch ingesteld bereik 1 – 1/1600 sec. Bereik in alle opnamemodi 15 – 1/1600 sec. Diafragma f/nummer f/3.9, f/8.0 (G), f/4.8, f/10 (T) Batterij NB-6L Type Oplaadbare lithium-ionbatterij Nominale spanning 3,7 V gelijkstroom Nominaal vermogen 1.
1 Basishandelingen van de camera Basisbewerkingen en functies van de camera 43
In- en uitschakelen Opnamemodus Druk op de ON/OFF-knop om de camera in te schakelen en gereed te maken om op te nemen. Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen. Afspeelmodus Druk op de knop 1 om de camera in te schakelen en uw foto's te bekijken. Om de camera uit te schakelen drukt u opnieuw op de knop 1. • Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u op de knop 1. • Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de ontspanknop half in (p. 45).
Ontspanknop Om te zorgen dat uw opnamen altijd zijn scherpgesteld, drukt u altijd eerst (licht) de ontspanknop half in. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop helemaal naar beneden om de opname te maken. In deze handleiding worden de handelingen van de ontspanknop beschreven, zoals de knop half of helemaal indrukken. Druk half in. (Licht indrukken om scherp te stellen.) Druk de ontspanknop half in.
Opties opnameweergave Druk op de knop p om andere informatie weer te geven op het scherm of om de informatie te verbergen. Zie p. 206 voor meer details over de weergegeven informatie. Informatie wordt weergegeven Geen informatie weergegeven • Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt de helderheid van het LCD-scherm met de nachtschermfunctie automatisch verhoogd, zodat u de compositie van uw opnamen gemakkelijker kunt controleren.
Menu FUNC. Configureer veelgebruikte functies als volgt via het menu FUNC. Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (pp. 212 – 213) of afspeelmodus (p. 217). Open het Menu FUNC. Druk op de knop m. Selecteer een menu-item. Opties Menu-items Druk op de knoppen op om een menu-item te selecteren en druk vervolgens op de knop m of r.
Menu n Configureer verschillende camerafuncties als volgt via overige menu’s. De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen maken (4), afspelen (1), enzovoort. De beschikbare instellingen verschillen afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelmodus (pp. 214 – 217). Open het menu. Druk op de knop n. Selecteer een tabblad. Druk op de zoomknoppen of de knoppen qr om een tabblad te kiezen. Selecteer een instelling. Druk op de knoppen op om een instelling te selecteren.
Indicatorweergave De indicator bovenop de camera (p. 4) brandt of knippert afhankelijk van de status van de camera. Kleur Indicatorstatus Camerastatus Aan Aangesloten op een computer (p. 35) of het scherm is uitgeschakeld Knippert Bezig met opstarten, opnemen/lezen/verzenden van beelden, het maken van opnamen met lange sluitertijd (p. 100) of de GPS-logger is actief (p.
2 De GPS-functie gebruiken Basisbewerkingen en functies van de GPS-functie 51
De GPS-functie gebruiken De locatiegegevens van de camera (breedtegraad, lengtegraad en hoogte) op basis van de verkregen GPS-signalen, kunnen aan foto's en films die u opneemt worden toegevoegd, of de informatie kan afzonderlijk in een logboek worden geregistreerd. Naast geotagging (toevoegen van gpscoördinaten) kan ook de cameraklok automatisch gelijk worden gezet.
De GPS-functie gebruiken Locaties met slechte GPS-dekking • Locatiegegevens worden mogelijk niet opgenomen, of onjuiste gegevens worden opgenomen wanneer het GPS-signaal zwak is, zoals op de volgende locaties.
De GPS-functie gebruiken Tips wanneer wordt weergegeven. • Wanneer binnenshuis of op andere locaties zonder dekking geen GPSsignaal kan worden ontvangen (p. 53), probeert u naar buiten te gaan waar u een onbelemmerd zicht op de lucht hebt. Houd de camera op de juiste manier (p. 52) en richt de GPS-antenne omhoog naar de lucht.
De GPS-functie gebruiken Logboek van de cameralocatiegegevens U kunt bijhouden waar de camera mee naartoe is genomen door locatiegegevens te gebruiken die worden verkregen van GPSsatellietsignalen gedurende een bepaalde periode. Dagelijkse locatie- en tijdgegevens worden bijgehouden in een bestand, gescheiden van de beeldgegevens. Logbestanden kunnen worden weergegeven op de camera (p. 57), en met de bijgeleverde software (p.
De GPS-functie gebruiken Sla het GPS-logbestand op de geheugenkaart op. Wanneer u de camera uitschakelt, wordt een bericht over de logger weergegeven. De locatiegegevens, datum en tijd worden opgeslagen op de geheugenkaart. Deze gegevens worden niet bewaard op de camera. Als de camera is uitgeschakeld en u de geheugenkaart wilt verwijderen wanneer de loggerfunctie actief is, schakelt u de camera in en weer uit voordat u de geheugenkaart verwijderd.
De GPS-functie gebruiken De GPS-logbestanden controleren U kunt de GPS-logbestanden controleren die zijn opgeslagen op een geheugenkaart in de camera. Open het scherm [GPS-instell.]. Druk op de knop n, kies [GPS-instell.] op het tabblad 3 (p. 48). Open het scherm [Logbestanden weergeven]. Kies [Logbestanden weergeven] en druk op de knop m (p. 48). Kies het logbestand dat u wilt bekijken.
De GPS-functie gebruiken Datum en tijd automatisch bijwerken De datum en tijd voor de ingestelde tijdzones (pp. 19, 166) kunnen automatisch worden bijgewerkt wanneer de camera een GPS-signaal ontvangt. De bijgewerkte opnamedatum/-tijd worden toegevoegd aan de opnamen (p. 54, in UTC-indeling), samen met de locatiegegevens (p. 132). Stel [GPS] in op [Aan]. Voer stap 1 – 2 op p. 53 uit om de instelling te configureren. Configureer de instelling.
3 Smart Auto-modus Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het maken van opnamen.
Foto's Films Opnamen maken in Smart Auto-modus Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen, zodat de optimale instellingen voor specifieke composities volledig automatisch worden geselecteerd. Controleer of de klepjes zijn gesloten. Rode markering Controleer of zowel de vergrendeling van het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder als de vergrendeling van het klepje op de aansluitpunten is ingesteld op de aangegeven positie, waarbij de rode markeringen niet langer zichtbaar zijn.
Opnamen maken in Smart Auto-modus Kies de compositie. Zoombalk Om in te zoomen en het onderwerp te vergroten, drukt u op de zoomknop i (telelens) en om uit te zoomen drukt u op de zoomknop j (groothoek). (Op het scherm verschijnt de zoombalk, die de zoompositie aangeeft.) Maak de opname. Foto's maken Stel scherp. Druk de ontspanknop half in. De camera piept twee keer nadat is scherpgesteld en er worden AF-kaders weergegeven om aan te geven op welke beeldgebieden is scherpgesteld.
Opnamen maken in Smart Auto-modus Films opnemen Start met opnemen. Verstreken tijd Druk op de filmknop. U hoort één pieptoon zodra de camera met de filmopname begint en op het scherm verschijnen [ REC] en de verstreken tijd. X Zwarte balken aan de boven- en onderkant op het scherm geven aan welke gebieden niet worden opgenomen. Zodra de opname is begonnen, kunt u uw vinger van de filmknop wegnemen. Pas de grootte van het onderwerp aan en wijzig zo nodig de compositie van de opname.
Opnamen maken in Smart Auto-modus Foto’s/films • Om het camerageluid weer te herstellen als u dit per ongeluk hebt uitgeschakeld (doordat u de knop p ingedrukt hield bij het inschakelen van de camera), drukt u op de knop n en selecteert u [mute] op het tabblad 3. Druk dan op de knoppen qr en selecteer [Uit]. Foto's • Een knipperend -pictogram is een waarschuwing dat de beelden mogelijk onscherp worden door camerabewegingen.
Opnamen maken in Smart Auto-modus Films • De camerabehuizing kan warm worden wanneer u herhaaldelijk gedurende langere tijd films opneemt. Dit is geen teken van beschadiging. Microfoon • Kom tijdens het opnemen van films niet met uw vingers aan de microfoon. Het blokkeren van de microfoon kan verhinderen dat het geluid wordt opgenomen of het opgenomen geluid klinkt daardoor gedempt.
Opnamen maken in Smart Auto-modus Compositiepictogrammen In de modus A geeft de camera automatisch een pictogram weer voor de vastgestelde compositie. Vervolgens worden automatisch de bijbehorende instellingen geselecteerd voor optimale scherpstelling, helderheid en kleur van het onderwerp.
Opnamen maken in Smart Auto-modus Pictogrammen voor beeldstabilisatie Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt automatisch toegepast (Intelligent IS). Daarnaast worden in de modus A de volgende pictogrammen weergegeven.
Opnamen maken in Smart Auto-modus Kaders op het scherm Zodra de camera onderwerpen waarop u de camera richt, waarneemt, worden verschillende kaders weergegeven. • Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven en om andere gezichten die zijn herkend worden grijze kaders weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden.
Algemene, handige functies Foto's Films Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom) Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te vergroten, gebruikt u de digitale zoom om tot 20x te vergroten. Druk op de zoomknop i. Houd de knop vast totdat het zoomen stopt. X Het inzoomen stopt wanneer de grootst mogelijke zoomfactor is bereikt (voordat het beeld korrelig wordt) en wanneer u de zoomknop loslaat, wordt de zoomfactor op het scherm weergegeven.
Algemene, handige functies Foto's Films De zelfontspanner gebruiken Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de ontspanknop indrukt. Configureer de instelling. Druk op de knop m, kies in het menu en kies de optie ] (p. 47). X Als de instelling is voltooid, wordt ] weergegeven. Maak de opname. Voor foto’s: druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop daarna helemaal naar beneden.
Algemene, handige functies Camerabeweging vermijden met de zelfontspanner Met deze optie reageert de sluiter nadat u de ontspanknop indrukt met een vertraging van ongeveer twee seconden. Zou de camera dan bewegen terwijl u de ontspanknop indrukt, dan heeft dat geen invloed op uw opname. Configureer de instelling. Voer stap 1 op p. 69 uit en selecteer [. X Als de instelling is voltooid, wordt [ weergegeven. Voer stap 2 op p. 69 uit om de opname te maken.
Algemene, handige functies • Wanneer u meerdere opnamen opgeeft, worden de beeldhelderheid en witbalans bij de eerste opname vastgesteld. Tussen de opnamen in is meer tijd nodig als de flitser afgaat of als u hebt opgegeven dat u veel opnamen wilt maken. De camera stopt automatisch met opnemen zodra de geheugenkaart vol raakt. • Als u een vertraging van meer dan twee seconden instelt, versnellen het geluid en het lampje van de zelfontspanner twee seconden voor de opname.
Algemene, handige functies Foto's De opnamedatum en -tijd toevoegen De camera kan de opnamedatum en -tijd aan beelden toevoegen in de rechterbenedenhoek van het beeld. Ze kunnen echter niet worden verwijderd. Controleer dus vooraf of de datum en tijd correct zijn ingesteld (p. 19). Configureer de instelling. Druk op de knop n, kies [Datum stempel] op het tabblad 4 en kies de gewenste optie (p. 48). X Als de instelling is voltooid, wordt [DATUM] weergegeven. Maak de opname.
Functies voor de beeldaanpassing Foto's De verhouding wijzigen Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt: Configureer de instelling. Druk op de knop m en kies in het menu. Kies de gewenste optie (p. 47). X Zodra de instelling is voltooid, wordt de verhouding van het scherm gewijzigd. Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u .
Functies voor de beeldaanpassing Foto's De beeldresolutie wijzigen (grootte) Kies als volgt uit 4 niveaus voor beeldresolutie. Zie “Specificaties” (p. 39) voor richtlijnen hoeveel opnamen bij elke resolutie-instelling op een geheugenkaart passen. Configureer de instelling. Druk op de knop m en kies in het menu. Kies de gewenste optie (p. 47). X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u .
Functies voor de beeldaanpassing Foto's Rode-ogencorrectie Rode ogen op beelden die met de flitser zijn gemaakt, kunnen als volgt automatisch worden gecorrigeerd. Open het scherm [Flits Instellingen]. Druk op de knop n, kies [Flits Instellingen] op het tabblad 4 (p. 48). Configureer de instelling. Selecteer [Rode-Ogen] en selecteer vervolgens [Aan] (p. 48). X Als de instelling is voltooid, wordt R weergegeven.
Functies voor de beeldaanpassing Films Beeldkwaliteit van films wijzigen Er zijn 3 instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Specificaties” (p. 39) voor richtlijnen voor de maximale filmlengte die bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past. Configureer de instelling. Druk op de knop m en kies in het menu. Kies de gewenste optie (p. 47). X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven.
Functies voor de beeldaanpassing Films Het windfilter gebruiken De vervorming van het geluid door opnemen bij harde wind kan worden beperkt. Als er geen wind is, kan het opgenomen geluid bij gebruik van deze optie echter onnatuurlijk gaan klinken. Configureer de instelling. Druk op de knop n, selecteer [Wind Filter] op het tabblad 4 en selecteer vervolgens [Aan] (p. 48). Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Uit].
Handige opnamefuncties Foto's Films Raster weergeven Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het scherm rasterlijnen worden weergegeven. Configureer de instelling. Druk op de knop n, selecteer [Raster] op het tabblad 4 en selecteer [Aan] (p. 48). X Zodra de instelling is voltooid, wordt het raster op het scherm weergegeven. Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Uit].
Handige opnamefuncties Foto's Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te drukken om het beeldgebied binnen het AF-kader te vergroten. Configureer de instelling. Druk op de knop n, selecteer [AF-Punt Zoom] op het tabblad 4 en selecteer vervolgens [Aan] (p. 48). Controleer de scherpstelling. Druk de ontspanknop half in. Het gezicht dat is gedetecteerd als het hoofdonderwerp, wordt nu vergroot.
Handige opnamefuncties Foto's Controleren op gesloten ogen wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien hun ogen dicht hebben. Configureer de instelling. Druk op de knop n, selecteer vervolgens [Knipperdetectie] op het tabblad 4 en selecteer daarna [Aan] (p. 48). Maak de opname. X Een kader voorzien van wordt weergegeven als de camera iemand detecteert die zijn/haar ogen dicht heeft. Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, selecteert u [Uit] in stap 1.
Foto's De camerabewerkingen aanpassen Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad 4 van het menu. Zie “Menu n” (p. 48) voor instructies over menufuncties. Het AF-hulplicht uitschakelen U kunt de lamp, die normaal als u de ontspanknop half indrukt gaat branden als hulp bij het scherpstellen, uitschakelen in omstandigheden met weinig licht. Configureer de instelling. Druk op de knop n, kies [AF-hulplicht] op het tabblad 4 en kies [Uit] (p. 48).
De camerabewerkingen aanpassen De weergaveduur van het beeld na de opname wijzigen Wijzig als volgt hoe lang beelden worden weergeven na de opname. Configureer de instelling. Druk op de knop n, kies [Bekijken] op het tabblad 4 en kies de gewenste optie (p. 48). Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [2 sec.]. 2 – 10 sec. Beelden worden gedurende de opgegeven tijd weergegeven.
4 Andere opnamemodi Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere opnamen met unieke beeldeffecten of vastgelegd met speciale functies.
Foto's Films Specifieke scènes Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt automatisch de instellingen voor optimale foto’s. Selecteer een opnamemodus. Druk op de knop o en vervolgens op de knoppen op om een opnamemodus te kiezen. Wanneer er meerdere pictogrammen worden weergegeven in het midden van het scherm, drukt u op de knoppen qr om een opnamemodus te kiezen. Druk op de knop m. Maak de opname.
Specifieke scènes Foto's Films P Opnamen maken in sneeuwlandschappen (Sneeuw) Heldere foto's met natuurlijke kleuren van mensen tegen een besneeuwde achtergrond. Foto's Films I Portretopnamen maken (Portret) Mensen fotograferen met een verzachtend effect. Foto's Avondcomposities maken zonder statief (Nachtscene handm) Mooie opnamen van avondscènes doordat opeenvolgende foto’s worden gecombineerd om camerabeweging en beeldruis te verminderen.
Specifieke scènes • Stabiliseer de camera aangezien deze in de modus continuopnamen maakt. • In de modus kunnen opnameomstandigheden die overmatige camerabeweging of vergelijkbare bewegingen veroorzaken ervoor zorgen dat de camera geen beelden combineert, waardoor u mogelijk niet het verwachte resultaat verkrijgt. • Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de modus t. In dit geval moet u [IS modus] op [Uit] te zetten (p. 125).
Specifieke scènes • Het AF-kader blijft wit wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt. • Deze instellingen zijn niet beschikbaar wanneer u AF Tracking (p. 120) gebruikt. Foto's Films De witbalans corrigeren De witbalans kan handmatig worden aangepast in de modi S en (p. 84). Deze aanpassing kan hetzelfde effect geven als wanneer u een in de winkel verkrijgbaar kleurcompensatiefilter gebruikt. Selecteer S of . Voer stap 1 op p. 84 uit en selecteer S of . Selecteer de witbalans.
Speciale effecten toepassen Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen. Selecteer een opnamemodus. Voer stap 1 op p. 84 uit om een opnamemodus te selecteren. Maak de opname. • In de modi , , , en moet u eerst een aantal testopnamen maken om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat zult verkrijgen. Foto's Films Opnamen maken in levendige kleuren (Extra levendig) Opnamen met rijke, levendige kleuren.
Speciale effecten toepassen Foto's Opnamen maken met het effect van een visooglens (Fisheye-effect) Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens. Selecteer . Voer stap 1 op p. 84 uit en selecteer . Kies een effectniveau. Druk op de knop p, druk op de knoppen qr om een effectniveau te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. Maak de opname.
Speciale effecten toepassen Kies het gebied waarop u wilt scherpstellen. Druk op de knop p. Druk op de zoomknoppen om de afmeting van het kader te wijzigen en druk op de knoppen op om het kader te verplaatsen. Selecteer voor films de afspeelsnelheid van de film. Druk op de knop n en druk vervolgens op de knoppen qr om de snelheid te selecteren. Ga terug naar het opnamescherm en maak de opname. Druk op de knop n om terug te keren naar het opnamescherm en maak de opname.
Speciale effecten toepassen Foto's Opnamen maken met een speels effect (Speels effect) Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage hoeken) en de algehele kleur wordt aangepast. Selecteer . Voer stap 1 op p. 84 uit en selecteer . Selecteer een kleurtoon. Druk op de knop p, druk op de knoppen qr om een kleurtoon te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast.
Speciale effecten toepassen Foto's Films Opnamen maken in monochroom Opnamen maken in zwart-wit, sepia of blauw en wit. Selecteer . Voer stap 1 op p. 84 uit en selecteer . Selecteer een kleurtoon. Druk op de knop p, druk op de knoppen qr om een kleurtoon te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. Maak de opname. Zwart/wit Zwart-witfoto's. Sepia Sepiakleurige foto’s. Blauw Foto’s in blauw en wit.
Speciale effecten toepassen Foto's Films Opnamen maken met Kleur Accent Kies één kleur die u wilt behouden en wijzig de andere kleuren in zwart-wit. Selecteer T. Voer stap 1 op p. 84 uit en selecteer T. Open het instellingenscherm. Druk op de knop p. X Het oorspronkelijke beeld en het beeld waarop Kleur Accent is toegepast, worden na elkaar weergegeven. X Standaard is groen de kleur die behouden blijft. Geef de kleur op.
Speciale effecten toepassen Foto's Films Opnamen maken met Kleur Wissel U kunt de ene beeldkleur vervangen door een andere voordat u een opname maakt. U kunt slechts één kleur vervangen. Selecteer Y. Voer stap 1 op p. 84 uit en selecteer Y. Open het instellingenscherm. Druk op de knop p. X Het oorspronkelijke beeld en het beeld waarop Kleur Wissel is toegepast, worden na elkaar weergegeven. X Groen wordt standaard vervangen door grijs. Geef de kleur op die u wilt vervangen.
Speciale effecten toepassen Geef het kleurengamma op dat u wilt vervangen. Druk op de knoppen op om het bereik aan te passen. Kies een grote negatieve waarde als u alleen de opgegeven kleur wilt vervangen. Kies een grote positieve waarde als u ook kleuren wilt vervangen die gelijk zijn aan de opgegeven kleur. Druk op de knop m om terug te keren naar het opnamescherm. • Als u in deze modus de flitser gebruikt, kan dat onverwachte resultaten opleveren.
Speciale modi voor andere doeleinden Foto's Films Automatisch opnemen van clips (Filmsynopsis) U kunt een korte film van een dag maken door foto's te maken. Voor iedere opname neemt de camera automatisch een filmclip uit de scène op. Van alle clips die op die dag zijn opgenomen, wordt één bestand gemaakt. Selecteer . Voer stap 1 op p. 84 uit en selecteer . Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal naar beneden om een foto te maken.
Speciale modi voor andere doeleinden Foto's Automatisch opnemen na gezichtsdetectie (Smart Shutter) Automatisch opnemen na glimlachdetectie Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt. Selecteer . Voer stap 1 op p. 84 uit, kies en druk op de knop p. Druk op de knoppen qr om te kiezen en druk op de knop m. X De camera gaat nu in stand-by voor opname en op het scherm verschijnt [Lachdetectie aan].
Speciale modi voor andere doeleinden De knipoogdetectie gebruiken Richt de camera op een persoon en druk de ontspanknop helemaal naar beneden. De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een knipoog wordt gedetecteerd. Selecteer . Voer stap 1 op p. 84 uit, kies de knop p. Druk op de knoppen qr om druk op de knop m. en druk op te kiezen en Kies de compositie en druk de ontspanknop half in. Controleer of een groen kader wordt weergegeven rond het gezicht van de persoon die gaat knipogen.
Speciale modi voor andere doeleinden De gezicht-zelfontspanner gebruiken De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat het gezicht van een andere persoon (zoals de fotograaf) het opnamegebied betreedt (p. 118). Dit is handig wanneer u zelf ook op een groepsfoto of een vergelijkbare foto wilt staan. Selecteer . Voer stap 1 op p. 84 uit, kies de knop p. Druk op de knoppen qr om druk op de knop m. en druk op te kiezen en Kies de compositie en druk de ontspanknop half in.
Speciale modi voor andere doeleinden Foto's Opnamen met lange sluitertijd maken (Lange sluiter) Geef een sluitertijd van 1 – 15 seconden op om opnamen met een lange sluitertijd maken. Plaats in dit geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen. Selecteer N. Voer stap 1 op p. 84 uit en selecteer N. Selecteer de sluitertijd. Druk op de knop m en kies ) in het menu. Kies de gewenste sluitertijd (p. 47). Controleer de belichting.
Speciale modi voor andere doeleinden Foto's Opnamen maken met Stitch Hulp Maak een opname van een groot onderwerp door verschillende opnamen te maken vanuit verschillende posities en gebruik daarna de meegeleverde software om de opnamen te combineren tot een panoramafoto. Selecteer x of v. Voer stap 1 op p. 84 uit en selecteer x of v. Maak de eerste opname. X De eerste opname bepaalt de belichting en de witbalans. Maak extra foto’s.
Films Verschillende films opnemen Films Super slow-motion films opnemen U kunt een opname maken van snel bewegende objecten om deze af te spelen in slow motion. Het geluid wordt niet opgenomen. Selecteer . Voer stap 1 op p. 84 uit en selecteer . Selecteer het aantal beelden. Druk op de knop m en kies in het menu. Kies het gewenste aantal beelden (p. 47). X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Maak de opname. Druk op de filmknop. X Een balk met de verstreken tijd wordt weergegeven.
Verschillende films opnemen • De film wordt afgespeeld in slow motion wanneer u stap 1 – 3 op pp. 128 – 129 uitvoert. • Met behulp van de meegeleverde software kunt u de afspeelsnelheid wijzigen van films die zijn opgenomen in de modus . Raadpleeg de ImageBrowser EX Gebruikershandleiding voor meer informatie (p. 31). Films iFrame-films opnemen Maak filmopnamen die kunnen worden bewerkt met software of apparatuur die compatibel is met iFrame.
5 G-modus Meer veeleisende foto's in de opnamestijl van uw voorkeur • G: Programma automatische belichting; Automatische belichting: Automatische belichting • Voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een andere modus dan G, moet u controleren of de functie in die modus beschikbaar is (pp. 210 – 215).
Foto's Films Opnamen maken in de modus Programma automatische belichting (modus G ) U kunt vele functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl. Open de modus G. Voer stap 1 op p. 84 uit en selecteer G. Pas de instellingen naar wens aan (pp. 107 – 125) en maak een opname. • Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in oranje weergegeven.
Belichting (Belichtingscompensatie) Foto's De belichting aanpassen (Belichtingscompensatie) U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld, aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2. Druk op de knop m en kies # in het menu. Kijk naar het scherm en druk op de knoppen op om de helderheid aan te passen en druk vervolgens op de knop m (p. 47). X Het correctieniveau dat u hebt opgegeven wordt nu weergegeven.
Belichting (Belichtingscompensatie) Foto's De meetmethode wijzigen U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden. Druk op de knop m en kies in het menu. Kies de gewenste optie (p. 47). X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Deelmeting Voor standaardomstandigheden, inclusief onderwerpen die van achteren worden belicht. De belichting wordt automatisch aangepast aan de opnameomstandigheden.
Belichting (Belichtingscompensatie) Foto's De helderheid corrigeren (i-Contrast) Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat ook automatisch worden gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen. Druk op de knop n, kies [i-Contrast] op het tabblad 4 en kies [Aan] (p. 48).
Kleur- en continu-opnamen maken Foto's Films De witbalans aanpassen Door de witbalans (WB) aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt. Druk op de knop m en kies in het menu. Kies de gewenste optie (p. 47). X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. S 110 Auto Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld voor de opnameomstandigheden. Dag Licht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Kleur- en continu-opnamen maken Aangepaste witbalans Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten. Voer de stappen “De witbalans aanpassen” uit om te kiezen. Richt de camera op een effen wit onderwerp, zodat het hele scherm wit is. Druk op de knop n. X De schermtint verandert nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd.
Kleur- en continu-opnamen maken Foto's Films De kleurtoon van een foto wijzigen (My Colors) U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden converteren naar sepia of zwart-wit. Druk op de knop m en kies in het menu. Kies de gewenste optie (p. 47). X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. My Colors uit 112 – Levendig De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging, voor scherpere beelden.
Kleur- en continu-opnamen maken • U kunt de witbalans (p. 110) niet instellen in de modi en . • Met de modi en kunnen ook andere kleuren dan huidtinten worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk niet het verwachte resultaat met sommige huidtinten. Custom Kleur Kies het gewenste niveau voor beeldcontrast, scherpte, kleurverzadiging en rode, groene, blauwe en huidkleurige tinten uit een bereik van 1 – 5. Open het instellingenscherm.
Kleur- en continu-opnamen maken Foto's Continu-opnamen maken Houd de ontspanknop volledig ingedrukt om continu-opnamen te maken. Zie “Specificaties” (p. 39) voor meer informatie over de snelheid van continuopnamen. Configureer de instelling. Druk op de knop m, kies in het menu en selecteer vervolgens W (p. 47). X Als de instelling is voltooid, wordt W weergegeven. Maak de opname. X Houd de ontspanknop volledig ingedrukt om continu-opnamen te maken. • Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (p.
Opnamebereik en scherpstellen Foto's Close-ups maken (macro) Stel de camera in op e om de scherpte te beperken tot onderwerpen die zich dichtbij bevinden. Zie “Specificaties” (p. 39) voor meer informatie over het scherpstelbereik. Druk op de knop q, druk op de knoppen qr om e te selecteren druk op de knop m. X Als de instelling is voltooid, wordt e weergegeven. • In het weergavegebied in de gele balk onder de zoombalk wordt e grijs en de camera stelt niet scherp.
Opnamebereik en scherpstellen Geef de algemene focuspositie op. Druk op de knoppen op om de algemene focuspositie op te geven aan de hand van de MF-indicatorbalk op het scherm (die de afstand en de focuspositie laat zien) en het vergrote beeldgebied. Druk vervolgens op de knop m. MF-indicator Pas de focus verder aan. Druk de ontspanknop half in om de camera de focuspositie verder te laten afstellen (Veiligheids MF).
Opnamebereik en scherpstellen Foto's Films Digitale Tele-converter De brandpuntafstand van de lens kan worden vergroot met ongeveer 1,5x of 2,0x. Dit kan camerabeweging verminderen doordat de sluitertijd hoger is dan wanneer u zou zoomen (inclusief het gebruik van digitale zoom) in dezelfde zoomfactor. Druk op de knop n, kies [Digitale Zoom] op het tabblad 4 en kies de gewenste optie (p. 48). X Het beeld wordt vergroot en de zoomfactor verschijnt op het scherm.
Opnamebereik en scherpstellen Foto's Films De modus AF Frame wijzigen Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de opnameomstandigheden aan. Druk op de knop n, kies [AF Frame] op het tabblad 4 en kies de gewenste optie (p. 48). Foto's Films Gezichts-AiAf • Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen, en de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen ) instellen.
Opnamebereik en scherpstellen Foto's Films Centrum Eén AF-kader wordt in het midden weergegeven. Effectief voor betrouwbaar scherpstellen. • Een geel AF-kader wordt weergegeven met als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt. AF-puntzoom (p. 79) is niet mogelijk. • Druk op de knop n en stel [AF kader afm.] op het tabblad 4 in op [Klein] (p. 48) om de afmeting van het AF-kader te verkleinen.
Opnamebereik en scherpstellen Foto's Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen (AF Tracking) Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop moet worden scherpgesteld. Selecteer [AF Tracking]. Voer de stappen in “De modus AF Frame wijzigen” (p. 118) uit om [AF Tracking] te selecteren. X wordt weergegeven in het midden van het scherm. Kies een onderwerp waarop u wilt scherpstellen. Richt de camera zo dat op het gewenste onderwerp valt en druk op de knop q.
Opnamebereik en scherpstellen • [Servo AF] is ingesteld op [Aan] en kan niet worden gewijzigd. • Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond te klein is. • [AF-Punt Zoom] op het tabblad 4 is niet beschikbaar. • e is niet beschikbaar. • De camera detecteert een onderwerp, zelfs wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt zonder op de knop q te drukken.
Opnamebereik en scherpstellen • In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk niet scherpstellen. • In omstandigheden met weinig licht worden de AF-kaders mogelijk niet geactiveerd (en worden mogelijk niet blauw) wanneer u de ontspanknop half indrukt. In dat geval worden de focus en belichting ingesteld overeenkomstig de opgegeven modus voor AF Frame. • Als er geen passende belichting kan worden gemaakt, worden de sluitertijden en de diafragmawaarden in oranje weergegeven.
Foto's Flitser Flitser activeren U kunt de flitser zo instellen dat deze altijd flitst als u een opname maakt. Zie “Flitsbereik” voor meer informatie over het flitsbereik (zie “Specificaties” (p. 39)). Druk op de knop r, druk op de knoppen qr om h te selecteren druk op de knop m. X Als de instelling is voltooid, wordt h weergegeven.
Flitser Opnamen maken met FE-lock Net als met de AE lock (p. 107) kunt u de belichting vergrendelen voor het maken van opnamen met de flitser. Stel de flitser in op h (p. 123). Vergrendel de flitsbelichting. Richt de camera met vergrendelde belichting op het onderwerp waarvan u een opname wilt maken. Houd de ontspanknop half ingedrukt en druk op de knop r. X De flitser gaat af en wanneer ( wordt weergegeven, blijf het flitsuitvoerniveau behouden.
Flitser Foto's Films Instellingen van de IS-modus wijzigen Open het instellingenscherm. Druk op de knop n, kies [IS-instellingen] op het tabblad 4 (p. 48). Configureer de instelling. Kies [IS modus] en kies vervolgens de gewenste optie (p. 48). Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt automatisch toegepast (Intelligent IS) (p. 66). Beeldstabilisatie is alleen actief op het Opname* moment van de opname. Uit Schakelt de beedstabilisatie uit.
6 Afspeelmodus Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van manieren doorbladeren en bewerken. • Druk op de knop 1 om de afspeelmodus te openen en de camera voor te bereiden op deze handelingen. • Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
Foto's Films Bekijken Na het opnemen van beelden of films kunt u deze op de volgende manier op het scherm bekijken. Open de afspeelmodus. Druk op de knop 1. X Uw laatste opname wordt weergegeven. Blader door uw beelden. Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt u op de knop q. Als u het volgende beeld wilt bekijken, drukt u op de knop r. Voor toegang tot de modus Beeld scrollen, houdt u de knoppen qr gedurende ten minste één seconde ingedrukt.
Bekijken Speel films af. Druk op de knop m, druk op de knoppen op om te selecteren en druk vervolgens nogmaals op de knop m om het afspelen te starten. Pas het volume aan. Druk op de knoppen op om het volume aan te passen. Onderbreek het afspelen. Druk op de knop m als u het afspelen wilt onderbreken. Het filmbedieningspaneel wordt weergegeven. Als u het afspelen wilt hervatten, drukt u op de knoppen qr om te selecteren, en drukt u vervolgens op de knop m. X Na de film verschijnt .
Bekijken Foto's Films Active Display U kunt tijdens de weergave van beelden wisselen tussen beelden door licht op de zijkant van de camera te tikken, zoals hieronder aangegeven. Naar volgende beeld Naar vorige beeld • Houd de riem altijd om uw pols en houd de camera goed vast om te voorkomen dat deze valt. • De beelden worden in sommige gevallen niet gewisseld, afhankelijk van de manier waarop u op de camera tikt.
Bekijken Foto's Films Schakelen tussen weergavemodi Druk op de knop p om andere informatie weer te geven op het scherm of om de informatie te verbergen. Zie p. 206 voor meer details over de weergegeven informatie. Geen informatie weergegeven Korte informatieweergave Uitgebreide informatieweergave Hiermee kunt u de scherpstelling controleren (p. 133)* *Wordt niet weergegeven voor films.
Bekijken Overbelichtingswaarschuwing (voor highlights van beelden) In de uitgebreide informatieweergave knipperen de vervaagde highlights van het beeld op het scherm. Histogram Hoog Laag Donker Helder De grafiek die verschijnt in de uitgebreide informatieweergave (p. 208) is een histogram dat de distributie van de helderheid in het beeld toont. Op de horizontale as staat de helderheidsgraad en de verticale geeft aan welk gedeelte van het beeld zich op elk helderheidsniveau bevindt.
Bekijken Foto's De focus controleren Als u de focus van uw opnamen wilt controleren, kunt u het gebied van het beeld vergroten dat zich tijdens het maken van de opname binnen het AFkader bevindt. Open Focus check. Druk op de knop p (p. 131). X Er verschijnt een wit kader waar het AF-kader zich bevond toen de focus werd ingesteld. X In de afspeelmodus worden grijze kaders weergegeven over gezichten die later zijn gedetecteerd. X Het gedeelte van het beeld binnen het oranje kader wordt vergroot.
Door beelden bladeren en beelden filteren Foto's Films Bladeren door beelden in een index U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een index weer te geven. Geef beelden weer in een index. Druk op de zoomknop g als u beelden in een index wilt weergeven. Als u opnieuw op de zoomknop drukt, worden meer beelden weergegeven. Druk op de zoomknop k om minder beelden weer te geven. Het aantal beelden neemt elke keer af wanneer u op de zoomknop drukt. Selecteer een beeld.
Door beelden bladeren en beelden filteren Kies een zoekvoorwaarde. Druk op de knop m, kies in het menu en selecteer vervolgens een voorwaarde (p. 47). Bekijk de beelden in het zoekresultaten. Druk op de knoppen opqr en druk vervolgens op de knop m om het type beelden te selecteren dat u wilt bekijken. (Behalve wanneer u beelden zoekt op .) Beelden die overeenkomen met de zoekvoorwaarden worden weergegeven in een geel kader. Druk op de knoppen qr om de zoekresultaten voor beelden weer te geven.
Door beelden bladeren en beelden filteren Films Films weergeven die zijn gemaakt met filmsynopsis Films die zijn gemaakt in de modus bekeken. (p. 96) kunnen op datum worden Selecteer een film. Druk op de knop m, selecteer [Filmsynopsis afspelen] in het menu en selecteer de datum (p. 47). Speel de film af. Druk op de knop m om het afspelen van een film te starten.
Opties voor het weergeven van foto's Foto's Beelden vergroten Vergroot een beeld. Als u op de zoomknop k drukt, wordt er ingezoomd op het beeld en wordt het beeld vergroot. Als u de zoomknop ingedrukt houdt, wordt er verder ingezoomd tot een factor van 10x. Als u wilt uitzoomen, drukt u op de zoomknop g. Als u de zoomknop vasthoudt, keert u terug naar de enkelvoudige weergave. Geschatte locatie van weergegeven gebied Verschuif de weergavelocatie en schakel indien nodig tussen beelden.
Opties voor het weergeven van foto's Foto's Films Diavoorstellingen bekijken Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt automatisch afspelen. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden weergegeven. Selecteer een overgang voor de diavoorstelling en start het afspelen. Druk op de knop m en kies . in het menu. Kies de gewenste optie (p. 47). X De diavoorstelling begint enkele seconden nadat [Laden van beeld..] wordt weergegeven. Druk op de knop n om de diavoorstelling te beëindigen.
Opties voor het weergeven van foto's • U kunt [Speeltijd] niet wijzigen als [Bubbel] is geselecteerd bij [Effect]. Foto's Vergelijkbare beelden automatisch afspelen (Smart Shuffle) Op basis van het huidige beeld staan op de camera vier vergelijkbare beelden die u wellicht ook wilt bekijken. Nadat u een van deze beelden hebt geselecteerd, worden op de camera opnieuw vier beelden weergegeven, zodat u beelden in een onverwachte volgorde kunt afspelen.
Foto's Films Beelden beveiligen Beveilig belangrijke beelden zodat ze niet per ongeluk door de camera kunnen worden gewist (p. 144). Druk op de knop m en selecteer : in het menu (p. 47). [Beveiligd] wordt weergegeven. Als u de beveiliging wilt annuleren, herhaalt u deze procedure en selecteert u : nogmaals. Druk vervolgens op de knop m. • Als u de geheugenkaart formatteert (pp. 163, 164), worden beveiligde beelden ook gewist. • Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist door de camera.
Beelden beveiligen Afzonderlijke beelden selecteren Kies [Selectie]. Voer stap 2 op p. 140 uit om [Selectie] te kiezen en druk op de knop m. Selecteer een beeld. Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop m. wordt weergegeven. Als u de beveiliging wilt opheffen, drukt u nogmaals op de knop m. verdwijnt. Herhaal deze procedure om andere beelden op te geven. Beveilig het beeld. Druk op de knop n. Er verschijnt een bevestigingsbericht op het scherm.
Beelden beveiligen Een reeks selecteren Selecteer [Select. reeks]. Voer stap 2 op p. 140 uit om [Select. reeks] te kiezen en druk op de knop m. Selecteer het eerste beeld. Druk op de knop m. Druk op de knoppen qr om een beeld te kiezen en druk op de knop m. Selecteer het laatste beeld. Druk op de knop r om [Laatste beeld] te selecteren en druk op de knop m. Druk op de knoppen qr om een beeld te kiezen en druk op de knop m. Beelden vóór het eerste beeld kunt u niet als het laatste beeld selecteren.
Beelden beveiligen Beveilig de beelden. Druk op de knop p om [Beveilig] te kiezen en druk op de knop m. Alle beelden in één keer opgeven Selecteer [Sel. alle beelden]. Voer stap 2 op p. 140 uit om [Sel. alle beelden] te kiezen en druk op de knop m. Beveilig de beelden. Druk op de knoppen op om [Beveilig] te kiezen en druk op de knop m. • U kunt de beveiliging van groepen beelden opheffen door [Beveilig.
Foto's Films Beelden wissen U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Selecteer het beeld dat u wilt wissen. Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren. Wis het beeld. Druk op de knop m en selecteer a in het menu (p. 47). Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de knoppen qr om [Wissen] te selecteren. Druk daarna op de knop m. X Het huidige beeld wordt nu gewist.
Beelden wissen Afzonderlijke beelden selecteren Kies [Selectie]. Voer stap 2 op p. 144 uit om [Selectie] te kiezen en druk op de knop m. Selecteer een beeld. Als u stap 2 op p. 141 uitvoert om een beeld te selecteren, verschijnt op het scherm. Als u het wissen wilt annuleren, drukt u nogmaals op de knop m. verdwijnt. Herhaal deze procedure om andere beelden op te geven. Wis het beeld. Druk op de knop n. Er verschijnt een bevestigingsbericht op het scherm.
Beelden roteren Alle beelden in één keer opgeven Selecteer [Sel. alle beelden]. Voer stap 2 op p. 144 uit om [Sel. alle beelden] te kiezen en druk op de knop m. Wis de beelden. Druk op de knoppen qr om [OK] te kiezen en druk op de knop m. Foto's Films Beelden roteren Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op. Selecteer \. Druk op de knop m en selecteer \ in het menu (p. 47). Draai het beeld. Druk op de knop q of r, afhankelijk van de gewenste richting.
Beelden roteren Via het menu Selecteer [Roteren]. Druk op de knop n en selecteer [Roteren] op het tabblad 1 (p. 48). Draai het beeld. Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren. Het beeld wordt telkens als u op de knop m drukt 90° geroteerd. Druk op de knop n om terug te gaan naar het menuscherm. • Films met een beeldkwaliteit van of kunnen niet worden geroteerd. • Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit] (p. 147).
Foto's Films Beeldcategorieën U kunt beelden als favoriet markeren of ze toewijzen aan My Category (p. 149). Als u een categorie kiest in beelden zoeken, kunt u de volgende handelingen beperken tot die beelden. • Bekijken (p.128), Diavoorstellingen bekijken (p.138), Beelden beveiligen (p.140), Beelden wissen (p.144), Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF) (p.190), Beelden toevoegen aan een fotoboek (p.194) Beelden markeren als favoriet Druk op de knop m en selecteer in het menu (p. 47).
Beeldcategorieën Voltooi de instellingsprocedure. Druk op de knop n. Er verschijnt een bevestigingsbericht op het scherm. Druk op de knoppen qr om [OK] te kiezen en druk op de knop m. • Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de beelden niet gemarkeerd als favoriet. • Als u Windows 7 of Windows Vista gebruikt en favoriete beelden overdraagt naar de computer, worden aan deze beelden drie sterren ( ) toegewezen.
Beeldcategorieën Voltooi de instellingsprocedure. Druk op de knop n. Er verschijnt een bevestigingsbericht op het scherm. Druk op de knoppen qr om [OK] te kiezen en druk op de knop m. • Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de beelden niet toegewezen aan een categorie. Via het menu Open het instellingenscherm. Druk op de knop n en selecteer [My Category] op het tabblad 1 (p. 48). Selecteer een selectiemethode.
Beeldcategorieën Selecteer een categorie. Druk op de knoppen op om een categorie te selecteren en druk vervolgens op de knop m. wordt weergegeven. Als u de selectie wilt annuleren, drukt u nogmaals op de knop m. verdwijnt. Herhaal deze procedure als u meerdere beelden wilt selecteren. Voltooi de instellingsprocedure. Druk op de knop n. Er verschijnt een bevestigingsbericht op het scherm. Druk op de knoppen qr om [OK] te kiezen en druk op de knop m.
Foto's Foto's bewerken • Beeldbewerking (pp. 152 – 156) is alleen mogelijk als er op de geheugenkaart voldoende vrije ruimte is. Het formaat van beelden wijzigen Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie. Selecteer [Veranderen]. Druk op de knop n en selecteer [Veranderen] op het tabblad 1 (p. 48). Selecteer een beeld. Druk op de knoppen qr om een beeld te kiezen en druk op de knop m. Selecteer een beeldformaat. Druk op de knoppen qr om het formaat te kiezen en druk op de knop m.
Foto's bewerken • Beelden die in stap 3 zijn opgeslagen als bewerkt. , kunnen niet worden • Beelden kunnen niet worden voorzien van een hogere resolutie. Bijsnijden U kunt een deel van een beeld aangeven dat als apart beeldbestand moet worden opgeslagen. Selecteer [Trimmen]. Druk op de knop n en selecteer [Trimmen] op het tabblad 1 (p. 48). Selecteer een beeld. Druk op de knoppen qr om een beeld te kiezen en druk op de knop m. Bijsnijgebied Pas het bijsnijgebied aan.
Foto's bewerken • Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van (p. 74) of waarvan het formaat is gewijzigd in (p. 152), kunnen niet worden bewerkt. • Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden dezelfde verhouding na het bijsnijden. • Bijgesneden beelden hebben een lagere resolutie dan niet-bijgesneden beelden. De kleurtoon van een foto wijzigen (My Colors) U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld opslaan als een apart bestand. Zie p.
Foto's bewerken De helderheid corrigeren (i-Contrast) Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden) kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat voor het maken van opnamen ook automatisch worden gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier correctieniveaus, en sla het beeld vervolgens op als een apart bestand. Selecteer [i-Contrast].
Foto's bewerken Rode ogen corrigeren Hiermee corrigeert u automatisch beelden met rode ogen. U kunt het gecorrigeerde beeld opslaan als een afzonderlijk bestand. Selecteer [Rode-Ogen Corr.]. Druk op de knop n en selecteer [RodeOgen Corr.] op het tabblad 1 (p. 48). Selecteer een beeld. Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren. Corrigeer het beeld. Druk op de knop m.
Films Films bewerken U kunt films inkorten door onnodige delen aan het begin en eind te verwijderen. Selecteer *. Voer 1 – 5 op pp. 128–129 uit, selecteer * en druk op de knop m. X Het filmbewerkingspaneel en de bewerkingsbalk worden nu weergegeven. Filmbewerkingspaneel Geef aan welke delen u eruit wilt knippen. Bewerkingsbalk voor films Druk op de knoppen op en selecteer of . Als u de delen wilt weergeven die u kunt bijsnijden (aangegeven met op het scherm), drukt u op de knoppen qr om te verschuiven.
Films bewerken Sla de bewerkte film op. Druk op de knoppen op om te kiezen en druk op de knop m. Druk op de knoppen qr om [Nieuw bestand] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X De film wordt nu opgeslagen als een nieuw bestand. • Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt de oorspronkelijke film overschreven door de afgesneden film. De oorspronkelijke film wordt dan gewist. • [Overschrijven] is alleen mogelijk als er op de geheugenkaart niet voldoende vrije ruimte is.
7 Menu Instellingen Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak 159
Basisfuncties van de camera aanpassen Functies kunnen worden ingesteld op het tabblad 3. Voor meer gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar wens aanpassen (p. 48). Camerageluiden dempen U dempt camerageluiden en films als volgt. Selecteer [mute] en kies vervolgens [Aan]. • U kunt de camerageluiden ook dempen door de knop p ingedrukt te houden terwijl u de camera inschakelt. • Als u de camerageluiden dempt, worden films afgespeeld zonder geluid (p. 128).
Basisfuncties van de camera aanpassen Geluiden aanpassen U past bedieningsgeluiden van de camera als volgt aan. Selecteer [Geluidsopties] en druk op de knop m. Kies een item en druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. 1 Vooringestelde geluiden (kunnen niet worden gewijzigd) 2 Vooringestelde geluiden Kunnen worden gewijzigd via de meegeleverde software. Hints en tips verbergen Er verschijnen hints en tips wanneer u items kiest in het menu FUNC. (p. 47) of bij Menu (p. 48).
Basisfuncties van de camera aanpassen Schermhelderheid Pas de helderheid van het scherm als volgt aan. Selecteer [LCD Helderheid] en druk vervolgens op de knoppen qr om de helderheid aan te passen. • Voor maximale helderheid houdt u de knop p minstens één seconden ingedrukt terwijl het opnamescherm wordt weergegeven of wanneer de enkelvoudige weergave is ingeschakeld. (Hiermee negeert u de instelling van [LCD Helderheid] op het tabblad 3.
Basisfuncties van de camera aanpassen Het opstartscherm aanpassen Open het [opstart scherm] in de afspeelmodus. Druk op de knop 1. Selecteer [2] volgens de voorgaande procedure en druk op de knop m. Selecteer een van uw foto's. Selecteer een beeld en druk op de knop m. Als [Registreren?] verschijnt, drukt u op de knoppen qr om [OK] te selecteren. Druk daarna op de knop m. • De vorige instelling voor het opstartbeeld wordt overschreven als u een nieuw opstartbeeld toewijst.
Basisfuncties van de camera aanpassen Formatteer de geheugenkaart. Om het formatteren te starten, drukt u op de knoppen op om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop m. Als het formatteren is voltooid, verschijnt de melding [Geheugenkaart is geformatteerd]. Druk op de knop m. • Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestandsbeheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de volledige inhoud gewist.
Basisfuncties van de camera aanpassen Bestandsnummering Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001–9999) en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen. Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie. Continu Ook als u een andere geheugenkaart gebruikt, worden de beelden oplopend genummerd totdat u een opname maakt en opslaat met het nummer 9999.
Basisfuncties van de camera aanpassen De spaarstand aanpassen U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display uit) aanpassen (p. 44). Open het scherm [Spaarstand]. Selecteer [spaarstand] en druk op de knop m. Configureer de instellingen. Nadat u een item hebt geselecteerd, drukt u op de knoppen qr om dit item aan te passen. • Om de batterij te sparen, kiest u gewoonlijk [Aan] voor [Automatisch Uit] en [1 min.
Basisfuncties van de camera aanpassen Schakel over naar de tijdzone van uw bestemming. Druk op de knoppen op om [ Wereld] te kiezen en druk op de knop n. X verschijnt nu op het opnamescherm (p. 206). • Als u in de modus de datum of tijd wijzigt (p. 21), worden de datum en tijd voor de optie [ Thuis] automatisch bijgewerkt. Datum en tijd Wijzig de datum en tijd als volgt. Open het scherm [Datum/Tijd]. Selecteer [Datum/Tijd] en druk op de knop m. Configureer de instelling.
Basisfuncties van de camera aanpassen Taal van LCD-scherm U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen. Open het scherm [Taal]. Selecteer [Taal ] en druk op de knop m. Configureer de instelling. Druk op de knoppen opqr om een taal te kiezen en druk vervolgens op de knop m. • U kunt het scherm [Taal] ook openen in de afspeelmodus door de knop m ingedrukt te houden en meteen op de knop n te drukken. Andere instellingen aanpassen U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad 3.
8 Accessoires Gebruik de bijgesloten accessoires efficiënt en haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere apart verkrijgbare, compatibele accessoires 169
Tips voor het gebruik van bijgesloten accessoires Efficiënt gebruik van batterij en oplader • Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak daarvoor Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze niet worden gebruikt. U kunt eenvoudig de resterende lading van de batterij aangeven door het klepje zo te plaatsen dat S zichtbaar is op een geladen batterij, en het zo te plaatsen dat S niet zichtbaar is op een niet opgeladen batterij.
Optionele accessoires De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. De verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet meer verkrijgbaar. Voedingen Batterij NB-6L Oplaadbare lithium-ionbatterij Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE Lader voor batterij NB-6L Voedingsadapterset ACK-DC40 Hiermee kunt u de camera aansluiten op een gewoon stopcontact.
Optionele accessoires Overige accessoires Accessoireset AKT-DC2 Bevat verschillende accessoires, zoals een beschermende behuizing, een handige riem om de camera te dragen en een drijver om te voorkomen dat de camera zinkt. Zachte hoes SC-DC80 Beschermt de camera tegen stof en krassen. Waterdichte behuizing WP-DC45 Voor onderwaterfoto's tot een diepte tot 40 meter. Ook bruikbaar voor foto's in de regen, op het strand en op skipistes.
Optionele accessoires Printers SELPHYserie Inkjet Printers Canon PictBridge-compatibele printers U kunt zonder computer beelden afdrukken als u uw camera aansluit op een Canon PictBridge-compatibele printer. Ga voor meer informatie naar een Canondealer bij u in de buurt.
Optionele accessoires gebruiken Foto's Films Afspelen op een tv Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken op een groter scherm. Raadpleeg de handleiding bij de televisie voor meer informatie over het aansluiten of voor het wijzigingen van het invoerkanaal. • Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als u beelden bekijkt op een tv (p. 208).
Optionele accessoires gebruiken • De bedieningsgeluiden van de camera worden niet afgespeeld als de camera is aangesloten op een hdtv. De camera bedienen via de afstandsbediening van een tv Als u de camera aansluit op een HDMI CEC-compatibele tv, kunt u de afstandsbediening van de tv gebruiken om beelden af te spelen of diavoorstellingen te bekijken. U moet in dat geval bepaalde tv-instellingen wijzigen. Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie. Configureer de instellingen.
Optionele accessoires gebruiken Overzicht van de bedieningspaneelopties van de camera die worden weergegeven op de tv Terug Het menu wordt gesloten. Film afspelen De film afspelen. (Verschijnt alleen als u een film hebt geselecteerd.) De diavoorstelling afspelen. Druk tijdens het afspelen op de Diavoorstelling knoppen qr van de afstandsbediening om van beeld te veranderen. . Index afspelen Meerdere beelden in een index weergeven. l Display wijzigen Heen en weer schakelen tussen weergavemodi (p.
Optionele accessoires gebruiken Schakel de camera in. Druk op de knop 1 om de camera aan te zetten. X De camerabeelden worden nu weergegeven op de tv. (Het camerascherm blijft leeg.) Als u klaar bent, schakelt u de camera en de tv uit en verwijdert u daarna de kabel. • Correcte weergave is alleen mogelijk als het video-uitvoerformaat van de camera (NTSC of PAL) gelijk is aan dat van de televisie. Om het video-uitvoerformaat te wijzigen, drukt u op de knop n en selecteert u [Video Systeem] op het tabblad 3.
Optionele accessoires gebruiken De camera voeden via het lichtnet Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset ACK-DC40, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading. Zorg dat de camera is uitgeschakeld. Sluit de adapter aan op de camera. Open het klepje en steek de stekker van de adapter helemaal in de camera. Sluit het netsnoer aan.
Optionele accessoires gebruiken De accessoirekit Met de accessoireset AKT-DC2 (los verkrijgbaar) kunt u de camera eenvoudiger gebruiken. De siliconenhoes gebruiken De hoed beschermt de camera tegen krassen. De hoes kan ook onder water en in zeewater worden gebruikt. Plaats de camera in de hoes. Plaats de camera in de hoes in de richting van de pijl. Om te voorkomen dat de camera bekrast raakt, moet u ervoor zorgen dat er geen stof of zand in de hoes komt.
Optionele accessoires gebruiken Riemen vervangen U kunt de schouderriem of de karabijnriem plaatsen al naar gelang de gebruiksomstandigheden van de camera. De schouderriem plaatsen Bevestig het riembevestigingspunt. Voer de procedure op p. 15 uit om het riembevestigingspunt te verwijderen dat bij de camera is geleverd en plaats het bevestigingspunt voor de schouderriem. Bevestig het kleinere bevestigingspunt op de camera.
Optionele accessoires gebruiken De karabijnriem plaatsen Bevestig het karabijnbevestigingspunt op de camera. Voer stap 2 op p. 180 uit om het kleinere karabijnbevestigingspunt te bevestigen op de camera. Als u alleen het bevestigingspunt voor de schouderriem aan de camera bevestigt, kunt u de camera ophangen zoals aangegeven wanneer deze niet wordt gebruikt. • Gebruik de schouderriem of karabijnriem niet onder water (p. 11). Gebruik in plaats daarvan de polsriem (pp. 2, 15) onder water.
Optionele accessoires gebruiken De drijver gebruiken De drijver kan worden gebruikt om te voorkomen dat de camera zinkt wanneer deze onder water wordt gebruikt. Bevestig de drijver aan de polsriem. Plaats de drijver zoals aangegeven aan het einde van de polsriem die bij de camera is geleverd. • Knijp niet in de drijver of bekras deze niet. Hierdoor kan het drijfvermogen worden verminderd.
Beelden afdrukken U kunt uw foto's eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken in serie, bestellingen bij fotozaken voorbereiden en beelden voorbereiden of afdrukken voor fotoboeken. Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven schermen en beschikbare functies verschillen. Lees ook de handleiding van de printer voor aanvullende informatie.
Beelden afdrukken Open het afdrukscherm. Druk op de knop m, kies c en druk nogmaals op de knop m. Druk het beeld af. Druk op de knoppen op om [Print] te kiezen en druk op de knop m. X Het afdrukken begint nu. Als u andere beelden wilt afdrukken, herhaalt u stap 5 en 6 nadat het afdrukken is voltooid. Wanneer u klaar bent met afdrukken, schakelt u de camera en de printer uit en verwijdert u de interfacekabel. • Zie p. 173 voor Canon PictBridge-compatibele printers (afzonderlijk verkrijgbaar).
Beelden afdrukken Foto's Afdrukinstellingen configureren Open het afdrukscherm. Voer stap 1 – 6 op pp. 183–184 uit om het scherm links te openen. Configureer de instellingen. Druk op de knoppen op om een item te selecteren en druk vervolgens op de knoppen qr om een optie te selecteren. Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt. Datum Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum. File No. Hiermee worden de beelden afgedrukt met een bestandsnummer.
Beelden afdrukken Beelden bijsnijden vóór het afdrukken (Trimmen) Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld. Selecteer [Trimmen]. Voer eerst stap 1 op p. 185 uit om het afdrukscherm te openen, kies [Trimmen] en druk op de knop m. X Er verschijnt een kader voor bijsnijden dat het af te drukken beeldgebied aanduidt. Pas het kader naar wens aan. Om de grootte van het kader te wijzigen, drukt u op de zoomknoppen.
Beelden afdrukken Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het afdrukken Selecteer [papier inst.] Voer eerst stap 1 op p. 185 uit om het afdrukscherm te openen, kies [papier inst.] en druk op de knop m. Selecteer een papierformaat. Druk op de knoppen op om een optie te kiezen en druk op de knop m. Selecteer een papiersoort. Druk op de knoppen op om een optie te kiezen en druk op de knop m. Selecteer een indeling. Druk op de knoppen op om een optie te selecteren.
Beelden afdrukken Beschikbare indelingsopties Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt. Randen Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege ruimte eromheen. Randloos Hiermee maakt u randloze afdrukken. N-plus Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op. ID Foto Hiermee drukt u foto's af voor identiteitsbewijzen. Alleen beschikbaar voor beelden met een resolutie L en een verhouding 4:3. Vaste afm. Hiermee wordt het afdrukformaat geselecteerd.
Beelden afdrukken Films Filmscènes afdrukken Open het afdrukscherm. Voer stap 1 – 6 op pp. 183 – 184 uit om een film te selecteren. Het scherm links wordt weergegeven. Selecteer een afdrukmethode. Druk op de knoppen op om te selecteren en druk vervolgens op de knoppen qr om de afdrukmethode te selecteren. Druk het beeld af. Afdrukopties voor films Enkel Hiermee wordt de huidige scène afgedrukt als een foto.
Beelden afdrukken Foto's Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF) U kunt op de camera instellingen maken voor afdrukken in serie (p. 193) en bestellingen bij fotozaken. Selecteer maximaal 998 beelden op een geheugenkaart en configureer de nodige instellingen, zoals het aantal exemplaren, als volgt. De afdrukinformatie die u op deze wijze voorbereidt, voldoet aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format). Beelden toevoegen aan de printlijst met het menu FUNC.
Beelden afdrukken Standaard Hiermee drukt u één foto per vel af. Index Hiermee drukt u meerdere verkleinde beelden per vel af. Hiermee worden zowel standaard- als indexformaten Beide afgedrukt. Hiermee worden de beelden afgedrukt met de Aan opnamedatum. Datum Uit – Hiermee worden de beelden afgedrukt met het Aan bestandsnummer. File No. Uit – Alle instellingen voor de printlijst worden na het afdrukken Aan verwijderd.
Beelden afdrukken Geef het aantal afdrukken op. Druk op de knoppen op om het aantal afdrukken op te geven (maximaal 99). Herhaal stap 2 en 3 om het afdrukken van andere beelden in te stellen en het aantal afdrukken van elk beeld op te geven. Voor indexafdrukken kunt u het aantal afdrukken niet instellen. U kunt alleen de af te drukken beelden selecteren, via stap 2. Als u klaar bent, drukt u op de knop n om terug te keren naar het menuscherm. Afdrukinstellingen voor een reeks beelden Selecteer [Select.
Beelden afdrukken Alle beelden verwijderen uit de printlijst Selecteer [Wis alle selecties]. Voer stap 1 op p. 191 uit, selecteer [Wis alle selecties] en druk op de knop m. Bevestig dat u de printlijst wilt wissen. Druk op de knoppen qr om [OK] te kiezen en druk op de knop m. Beelden afdrukken die zijn toegevoegd aan de printlijst (DPOF) Als er afbeeldingen aan de afdruklijst zijn toegevoegd (pp.
Beelden afdrukken Foto's Beelden toevoegen aan een fotoboek U kunt fotoboeken instellen op de camera door maximaal 998 beelden te selecteren op een geheugenkaart en deze te importeren in de meegeleverde software op uw computer, waar ze in een aparte map worden opgeslagen. Deze functie is handig wanneer u online afgedrukte fotoboeken bestelt of wanneer u fotoboeken afdrukt op uw eigen printer.
Beelden afdrukken Selecteer een beeld. Druk op de knoppen qr om een beeld te kiezen en druk op de knop m. X verschijnt. Druk nogmaals op de knop m om het beeld te verwijderen uit het fotoboek. verdwijnt. Herhaal deze procedure om andere beelden op te geven. Als u klaar bent, drukt u op de knop n om terug te keren naar het menuscherm. Alle beelden toevoegen aan een fotoboek Selecteer [Sel. alle beelden]. Volg de procedure op p. 194, selecteer [Sel. alle beelden] en druk op de knop m.
Foto's Films Een Eye-Fi-kaart gebruiken Voordat u een Eye-Fi-kaart gebruikt, controleert u altijd of dit op uw locatie is toegestaan (p. 3). Als u een Eye-Fi-kaart die klaar is voor gebruik in de camera plaatst, kunt u uw beelden automatisch draadloos overdragen naar een computer of uploaden naar een website voor gedeelde foto's. De beelden worden overgedragen via de Eye-Fi-kaart.
Een Eye-Fi-kaart gebruiken • Tijdens de beeldoverdracht wordt de spaarstand (p. 44) op de camera tijdelijk uitgeschakeld. • Als u de modus selecteert, wordt de Eye-Fi-verbinding verbroken. Als u een andere opnamemodus of de afspeelmodus activeert, wordt de Eye-Fiverbinding hersteld. Films die zijn gemaakt in de modus worden mogelijk opnieuw overgedragen. Verbindingsgegevens controleren U kunt indien nodig het toegangspunt SSID of de verbindingsstatus van de Eye-Fi-kaart controleren.
9 Bijlage Nuttige informatie over het gebruik van de camera 199
Problemen oplossen Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice. Voeding Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt. • Controleer of u het juiste type batterij gebruikt en of deze voldoende is opgeladen (p. 207). • Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (p. 17).
Problemen oplossen verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt (p. 71). • • • • Stel [IS modus] in op [Continu] (p. 125). Stel de flitsmodus in op h (p. 123). Verhoog de ISO-waarde (p. 108). Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden. In dit geval moet u [IS modus] op [Uit] te zetten (p. 125). De opnamen zijn niet scherp. • Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop daarna volledig in om een opname te maken (p.
Problemen oplossen De onderwerpen hebben rode ogen (p. 75). • Zet [Lamp Aan] op [Aan] (p. 81) om het licht voor rode-ogenreductie (p. 4) te activeren in geflitste foto's. Denk erom dat u geen opname kunt maken terwijl het licht voor rodeogenreductie brandt (dit is ongeveer 1 seconde), omdat het licht rode ogen tegengaat. U krijgt de beste resultaten als uw onderwerpen naar het licht voor rode-ogenreductie kijken. Probeer ook om de verlichting binnenshuis te verbeteren of dichter bij het onderwerp te gaan.
Problemen oplossen Computer Kan geen beelden overdragen naar een computer. Als u beelden wilt overdragen naar de computer via een kabel, probeert u als volgt de overdrachtsnelheid te verlagen: • Druk op de knop 1 om de afspeelmodus in te schakelen. Houd de knop n ingedrukt terwijl u tegelijkertijd op de knoppen o en m drukt. Druk in het volgende scherm op de knoppen qr om [B] te selecteren. Druk daarna op de knop m. Eye-Fi-kaarten Kan geen beelden overdragen (p. 196).
Berichten op het scherm Indien er een foutmelding verschijnt op het scherm, reageert u als volgt. Geen geheugenkaart • Wellicht is de geheugenkaart in de verkeerde richting geplaatst. Plaats de geheugenkaart opnieuw, en in de juiste richting (p. 18). Geheugenkaart op slot • Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de SD-, SDHC- of SDXC-geheugenkaart of de Eye-Fi-kaart is vergrendeld. Ontgrendel het schuifje voor de schrijfbeveiliging (pp. 17, 18).
Berichten op het scherm Selectielimiet bereikt • U hebt meer dan 998 beelden geselecteerd voor de printlijst (p. 190) of de Fotoboek instellen (p. 194). Selecteer 998 beelden of minder. • De instellingen voor Printlijst (p. 190) of voor Fotoboek instellen (p. 194) konden niet correct worden opgeslagen. Verminder het aantal geselecteerde beelden en probeer het opnieuw . • U wilde 500 of meer beelden selecteren bij Beveilig (p. 140), Wissen (p. 144), My Category (p. 149), Printlijst (p.
Informatie op het scherm Opname (informatieweergave) Batterijniveau (p. 207) Camerastand* Witbalans (p. 110) My Colors (p. 112) Transportmodus (p. 114) Raster (p. 78) Waarschuwing: camera beweegt (p. 63) Meetmethode (p. 108) Resolutie (p. 74) Aantal opnamen Zelfontspanner (p. 69) Filmkwaliteit (p. 76) Resterende tijd Digitale zoomvergroting (p. 68), Digitale Teleconverter (p. 117) 206 Opnamemodus (p. 210), Compositiepictogram (p. 65) Scherpstelbereik (p. 115), AFvergrendeling (p. 122) Flitsermodus (pp.
Informatie op het scherm * : Camerastand, : Verticale stand De camera detecteert de opnamerichting en past de instellingen aan voor optimale foto's. Ook tijdens het afspelen wordt de camerastand gedetecteerd, zodat de camera vanuit elke stand de beelden automatisch kan roteren indien nodig. Wanneer de camera recht omhoog of recht omlaag is gericht, werkt deze functie mogelijk niet naar behoren.
Informatie op het scherm Afspelen (uitgebreide informatieweergave) Films (pp. 60, 128), Weergave schakelen (GPS-informatie) (p. 132) My Category (p. 149) Opnamemodus (p. 210) ISO-waarde (p. 108), Afspeelsnelheid (p. 90) Belichtingscompensatieniveau (p. 107) Witbalans (p. 110) Histogram (p. 132) Beeld bewerken (pp. 152 – 156) Resolutie (pp. 74, 76), MOV (Films) Printlijst (p. 190) Overdracht via Eye-Fi (p. 196) Batterijniveau (p. 207) Meetmethode (p. 108) Mapnummer – bestandsnummer (p.
Informatie op het scherm Overzicht van filmbedieningspaneel in “Bekijken” (p. 128) Afsluiten Afspelen Slow Motion (Druk op de knoppen qr om de afspeelsnelheid aan te passen. Er wordt geen geluid afgespeeld.) Terug springen* (Om verder terug te springen, houdt u de knop m ingedrukt.) Vorig beeld (Om snel terug te spoelen houdt u de knop m ingedrukt.) Volgend beeld (Om snel vooruit te spoelen, houdt u de knop m ingedrukt.) Vooruit springen* (Om verder vooruit te springen, houdt u de knop m ingedrukt.
Functies en menutabellen Beschikbare functies per opnamemodus 4 Opnamemodus A Functie G I h – Z *1 – – – – ! AE-vergrendeling/FE-vergrendeling*3 (pp. 107, 124) – – – – – AF lock (p. 122) – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – Flitser (pp. 71, 123) Scherpstelbereik (p. 115) e – 8 – f – AF Tracking (p. 120) Schermweergave (p. 46) – – – – Geen informatieweergave Informatieweergave *1 Niet beschikbaar, maar schakelt in sommige gevallen over naar Z.
Functies en menutabellen 4 TY S P – t N xv – – – – – – – – – – – – – – – – – – *2 – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – Kan worden geselecteerd of wordt automatisch ingesteld. – Niet beschikbaar.
Functies en menutabellen Menu FUNC. 4 Opnamemodus A Functie GPS-instell. (p. 53) G I Uit/Aan Meetmethode (p. 108) – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – *1 My Colors (p. 112) *1 *2 S Witbalans (p. 110) *3 Onderwater witbalanscorrectie (p. 87) ISO-waarde (p. 108) Zelfontspanner (p. 69) Transportmodus (p. 114) – – – – ] [ $ Vertraging*4 Beelden*5 W – Verhouding voor foto's (p. 73) Resolutie (p. 74) – – Belichtingscompensatie (p.
Functies en menutabellen 4 TY S P t N xv – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – *6 – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – *7 – *7 – – –
Functies en menutabellen 4 Opnamemenu 4 Opnamemodus A Functie AF-kader (p. 118) AF kader afm.*2 (p. 119) Digitale Zoom (p. 68) AF-Punt Zoom (p. 79) Servo AF (p. 121) AF-hulplicht (p. 81) MF-Punt Zoom (p. 115) Veiligheids MF (p. 116) Flits Instellingen (pp. 75, 81) i-Contrast (p. 109) Wind Filter (p. 77) Bekijken (p. 82) Terugkijken (p. 82) Knipperdetectie (p. 80) Raster (p. 78) IS-instellingen (p. 125) Datum stempel (p.
Functies en menutabellen 4 TY – – – – – – – – – – – – – – – – S – P – – – – – – t N xv – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – Kan worden gese
Functies en menutabellen 3 Menu Instellen Item mute Zie pagina p. 160 Item Zie pagina Tijdzone p. 166 p. 21 Volume p. 160 Datum/Tijd Geluidsopties p. 161 GPS Auto Tijd p. 58 Hints en tips p. 161 GPS-instell. p. 53 LCD Helderheid p. 162 Maateenheden p. 167 opstart scherm p. 162 Video Systeem p. 177 Ctrl via HDMI p. 175 p. 196 Formateren pp. 163, 164 Bestandnr. p. 165 Eye-Fi instellingen Maak folder p. 165 Taal p. 22 Spaarstand pp. 44, 166 Reset alle p.
Functies en menutabellen 2 Menu Afdrukken Item Print Zie pagina – Item Zie pagina Sel. alle beelden p. 192 Sel. beeld & aantal p. 191 Wis alle selecties p. 193 Select. Reeks p. 192 Print instellingen p. 190 Afspeelmodus Menu FUNC. Item Zie pagina Item Zie pagina Roteren p. 146 Filmsynopsis afspelen Printlijst p. 190 Smart Shuffle p. 136 p. 139 Beveilig p. 140 Beeld zoeken p. 134 Favorieten p. 148 Diavoorstelling p. 138 Wissen p. 144 My Category p. 149 Film afspelen p.
Voorzorgsmaatregelen • De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten. • Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of andere apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren. Dit kan leiden tot storing of verlies van beeldgegevens. • Als er waterdruppels of vuil vastzitten op de camera of het scherm, wrijft u dit af met een droge zachte doek, zoals een brillendoekje.
Index A Aangepaste witbalans ............................. 111 Aansluiting ............................... 174, 176, 183 Accessoires ............................................. 171 Active Display .......................................... 130 AE lock .................................................... 107 Afdrukken ................................................ 183 AF J Scherpstellen AF-kaders .................................... 27, 61, 118 AF lock.....................................................
Index Flitser Aan ................................................... 123 De flitser uitschakelen ........................ 71 Slow sync ......................................... 123 Focus check ............................................ 133 Focusvergrendeling................................. 119 Fotoboek instellen ................................... 194 Foutmeldingen......................................... 204 FUNC., menu Basishandelingen ............................... 47 G Geheugenkaarten.............
Index S W Scherm Menu J Menu FUNC., menu Pictogrammen........................... 206, 208 Scherpstelbereik Handmatig scherpstellen .................. 115 macro................................................ 115 Snel .................................................... 86 Scherpstellen AF-kaders ......................................... 118 AF lock.............................................. 122 AF-Punt Zoom .................................... 79 Servo AF...........................................
VOORZICHTIG ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJEN WORDEN VERVANGEN DOOR EEN ONJUIST TYPE. HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE BATTERIJEN AAN DE LOKALE VOORSCHRIFTEN HIERVOOR. Informatie over handelsmerken • Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. • Dit apparaat gebruikt exFAT-technologie die in licentie is gegeven door Microsoft. • HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Disclaimer • Geen enkel gedeelte van deze gebruikershandleiding mag worden gereproduceerd, overgedragen of in een opslagsysteem worden bewaard zonder toestemming van Canon. • Canon behoudt zich het recht voor de inhoud van deze handleiding te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. • De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.