Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Gebruikershandleiding ● Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte “Veiligheidsmaatregelen” (= 14), voordat u de camera in gebruik neemt. ● Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct te gebruiken. ● Bewaar deze handleiding goed zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NEDERLANDS ● Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina's te openen.
Vóór gebruik Compatibele geheugenkaarten Vóór gebruik Basishandleiding De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht de capaciteit, worden gebruikt. Handleiding voor gevorderden ● SD-geheugenkaarten* Informatie om te beginnen Inhoud van de verpakking 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ● SDHC-geheugenkaarten* ● SDXC-geheugenkaarten* * Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de werking in deze camera geverifieerd.
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie ● Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Vóór gebruik Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt Basishandleiding Handleiding voor gevorderden (1) (2) (3) (4) (5) (1) (6) (4) (7) (2) (3) (4) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 (13) (14) (15) (16) (8) (9) (5) (15) (6) (16) (7) (17) (8) (10) (1) (11) (12) (13) (9) (10) (11) (12) Zoomknop (telelens)] / Opnamen maken: [ (groothoek)] [ Afspelen: [ (vergroten)] / (index)] [ (8) (2) Ontspanknop (3) Knop voorkant (4) Riembevestigingspunt (5) Flitser (6) An
● In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende cameraknoppen en controleknoppen, waarop de pictogrammen zijn afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
Inhoudsopgave Handleiding voor gevorderden 1 Vóór gebruik Spaarstandfuncties (Automatisch Uit) .......................................26 Spaarstand in de opnamemodus ..........................................26 Spaarstand in de afspeelmodus ............................................26 Informatie om te beginnen ............................................... 2 Inhoud van de verpakking ........................................................ 2 Het menu FUNC. gebruiken ..................................
Gemakkelijk composities maken na handmatig zoomen (Framing Assist – Vergrendelen) ...............................................39 Automatisch zoomen om grootte van gezichten constant te houden...................................................................................40 De constante grootte van het weergegeven gezicht aanpassen .............................................................................40 Gemakkelijk terughalen van onderwerpen met automatisch zoomen (Hulp vragen)..................
De meetmethode wijzigen .........................................................62 De ISO-waarde wijzigen ............................................................63 De helderheid corrigeren (i-Contrast) ........................................63 5 Specifieke sluitertijden (Modus [Tv]) ...................................... 74 Specifieke diafragmawaarden (Modus [Av])........................... 75 Beeldkleuren ..........................................................................
Een reeks selecteren .................................................................87 Alle beelden in één keer beveiligen ...........................................87 Alle beveiliging in één keer wissen ........................................87 Beelden wissen ...................................................................... 88 Meerdere beelden tegelijk wissen .............................................88 Een selectiemethode selecteren ...........................................
Beelden op de camera geotaggen ..........................................120 Opnamen maken op afstand ...................................................121 Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen ................................. 122 Verbindingsinformatie bewerken .............................................122 De bijnaam van een apparaat wijzigen ...............................122 Verbindingsinformatie wissen ..............................................
Beelden afdrukken die zijn toegevoegd aan de printlijst (DPOF) ...................................................................145 Beelden toevoegen aan een fotoboek .....................................145 Een selectiemethode selecteren .........................................145 Afzonderlijke beelden toevoegen ........................................146 Alle beelden toevoegen aan een fotoboek ..........................146 Alle beelden verwijderen uit een fotoboek ...........................
Algemene bediening camera Speciale effecten toepassen Vóór gebruik Basishandleiding Levendige kleuren (= 54) Opnamen maken ● Door de camera bepaalde instellingen gebruiken (Auto-modus, modus Hybride automatisch) - = 32, = 34 ● Verschillende effecten bekijken die zijn toegepast op elke opname met behulp van door de camera bepaalde instellingen (modus Creatieve opname) - = 52 Goede opnamen van mensen maken Portretten (= 53) In de sneeuw (= 53) Specifieke scènes afstemmen Weinig licht (= 53) Miniatuur
Weergeven ● Beelden bekijken (Afspeelmodus) - = 77 ● Automatisch afspelen (Diavoorstelling) - = 84 ● Op een tv - = 134 ● Op een computer - = 138 ● Snel door beelden bladeren - = 80 ● Beelden wissen - = 88 Opslaan ● Beelden opslaan op een computer via een kabel - = 138 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Wi-Fi-functies gebruiken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ● Beelden naar een smartphone verzenden - = 98 ● Beelden online delen - = 111 ● Beelden naar een computer verzenden - = 105 Films op
Veiligheidsmaatregelen ● Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze. ● De veiligheidsmaatregelen die hier worden vermeld, zijn bedoeld om letsel bij uzelf en bij andere personen of schade aan eigendommen te voorkomen. ● Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte accessoires die u gebruikt. Waarschuwing Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
● Laat de camera niet langdurig in contact komen met de huid. Zelfs als de camera niet warm aanvoelt kan dit leiden tot eerstegraads verbrandingen, die te herkennen zijn aan een rode huid of blaren. Gebruik een statief op warme plekken, of als u een slechte bloedsomloop of ongevoelige huid hebt. Voorzichtig Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
● Als uw product meerdere batterijen gebruikt, dient u geen combinatie van batterijen te gebruiken met verschillende spanningsniveaus. Gebruik verder geen oude en nieuwe batterijen samen. Let er bij het plaatsen van de batterijen op dat u de + en – polen niet verwisselt. Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ● Ga niet zitten terwijl u de camera in uw broekzak hebt. Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Basishandleiding Voordat u begint Vóór gebruik Basishandleiding Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt. Handleiding voor gevorderden De accessoires bevestigen Basishandelingen 1 (5) (4) Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot opnamen maken en afspelen (2) (1) (2) Bevestig de riem. ● Bevestig de meegeleverde riem aan de camera (zie afbeelding). (3) (1) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ● Bevestig de riem op dezelfde wijze aan de andere kant van de camera.
De camera vasthouden ● Doe de riem om uw nek. ● Houd bij het maken van opnamen uw armen tegen uw lichaam gedrukt en houd de camera stevig vast om te voorkomen dat deze beweegt. Laat uw vingers niet op de uitgeklapte flitser rusten. De batterij opladen Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de batterij eerst oplaadt. 1 (1) Plaats de batterij.
● Controleer altijd of de geheugenkaart in de juiste richting geplaatst wordt. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen. De batterij en geheugenkaart plaatsen Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar). Denk eraan dat u, voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken, de geheugenkaart met deze camera moet formatteren (= 127).
De datum en tijd instellen Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer u de camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt opgeslagen in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en wordt gebruikt bij het beheer van uw foto's of wanneer u foto's afdrukt met de datum erop. Desgewenst kunt u ook een datumstempel aan uw foto's toevoegen (= 43). 1 Schakel de camera in. ● Druk op de ON/OFF-knop. ● Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
3 Wijzig de datum en tijd. ● Volg stap 2 bij “De datum en tijd instellen” (= 20) om de instellingen aan te passen. ] om het ● Druk op de knop [ menuscherm te sluiten. ● Dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) kunnen de datum- en tijdinstellingen ongeveer 3 weken behouden blijven nadat de batterij is verwijderd.
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften. 1 Draai de schroeven van de behuizing los. ● Klap eerst de flitser op en open het aansluitingenklepje op de zijkant, en draai dan de schroeven van de behuizing op de bovenzijde, de onderzijde en de zijkanten los, zoals wordt weergegeven. 2 Verwijder de klep op de voorzijde.
4 Maak de opname. Foto's maken Films opnemen 1) Start met opnemen. 1) Stel scherp. ● Druk de ontspanknop half in. Nadat is scherpgesteld hoort u tweemaal een pieptoon en worden AF-kaders weergegeven om aan te geven op welke beeldgebieden is scherpgesteld. ● Wanneer [Flitser Opklappen] wordt getoond, klapt u de flitser met uw vinger uit zodat deze klaar is voor gebruik. Als u liever geen flitser gebruikt, drukt u de flitser met uw vinger omlaag. (1) ● Druk op de filmknop.
3 Bekijken Na het maken van foto's of het opnemen van films kunt u deze, zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken. 1 Open de afspeelmodus. ● Druk op de knop [ ]. ● Uw laatste opname wordt weergegeven. 2 Blader door uw beelden. ● Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt u op de knop [ ]. Als u het volgende beeld wilt bekijken, drukt u op de knop [ ]. Speel films af. ● Druk op de knop [ ], druk op de knoppen [ ][ ] om [ ] te selecteren en druk vervolgens nogmaals op de knop [ ].
Handleiding voor gevorderden 1 Basishandelingen van de camera Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te genieten, inclusief opties voor opnemen en afspelen Vóór gebruik Aan/Uit Basishandleiding Opnamemodus ● Druk op de ON/OFF-knop om de camera in te schakelen en gereed te maken om op te nemen. Handleiding voor gevorderden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ● Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen.
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit) Om de batterij te sparen worden het scherm (scherm uit) en de camera automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode. Spaarstand in de opnamemodus Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens ingetrokken en de camera uitgeschakeld.
Opnamestanden Opties opnameweergave Vóór gebruik Basishandleiding Gebruik het programmakeuzewiel om de gewenste opnamemodus te openen. (2) Druk op de knop [ ] om andere informatie weer te geven op het scherm of om de informatie te verbergen. Zie “Informatie op het scherm” (= 152) voor meer informatie over de weergegeven gegevens.
4 Het menu FUNC. gebruiken Configureer veelgebruikte functies als volgt via het menu FUNC. Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (= 156) of afspeelmodus (= 162). 1 Open het Menu FUNC. ● Druk op de knop [ 2 Voltooi de instellingsprocedure. ● Druk op de knop [ ]. ● Het scherm voordat u in stap 1 op de knop [ ] drukte, wordt opnieuw weergegeven en toont de optie die u hebt geconfigureerd.
3 Het menuscherm gebruiken Configureer verschillende camerafuncties als volgt via het menuscherm. De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen maken [ ], afspelen [ ], enzovoort. De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelmodus (= 157 – = 162). 1 Open het menuscherm. ● Druk op de knop [ 2 ]. ● Beweeg de zoomknop om een tabblad te selecteren.
Toetsenbord op het scherm Indicatorweergave Gebruik het toetsenbord op het scherm om informatie in te voeren voor Wi-Fi-aansluitingen (= 98). De lengte en het soort informatie dat u in kunt voeren hangt af van de functie die u gebruikt. De indicator op de achterkant van de camera (= 4) brandt of knippert afhankelijk van de status van de camera. Kleur Tekens invoeren ● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om een teken te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ] om het in te voeren.
Vóór gebruik Klok Basishandleiding U kunt kijken hoe laat het is. ● Houd de knop [ ] ingedrukt. Handleiding voor gevorderden ● De huidige tijd verschijnt. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ● Als u de camera verticaal houdt wanneer u de klokfunctie gebruik, schakelt het scherm over naar verticale weergave. Druk op de knoppen [ ][ ] om de weergavekleur te wijzigen. ● Druk nogmaals op de knop [ klokweergave te annuleren.
2 Auto-modus/Modus Hybride automatisch Basishandleiding Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specifieke composities. Handleiding voor gevorderden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Opnamen maken (Smart Auto) Foto's Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het maken van opnamen Vóór gebruik Opnamen maken met door de camera bepaalde instellingen 1 Films Schakel de camera in.
3 (1) (2) Kies de compositie. 2) Maak de opname. ● Om in te zoomen en het onderwerp te vergroten, duwt u de zoomknop naar [ ] (telelens) en om uit te zoomen duwt u de knop naar [ ] (groothoek). (Op het scherm verschijnt een zoombalk (1) die de zoompositie aangeeft, samen met het gebied waarop scherpgesteld is (2).
3) Voltooi de opname. ● Druk nogmaals op de filmknop om het opnemen te stoppen. De camera piept tweemaal als de opname stopt. ● De camera stopt automatisch met opnemen zodra de geheugenkaart vol raakt. Opnamen maken in de modus Hybride automatisch Foto's Films U kunt eenvoudig een korte film van de dag maken door foto's te maken. De camera neemt voor elke opname clips van 2 – 4 seconden op van scènes, die later worden gecombineerd in een digest-film. 1 Open de modus [ ].
Foto's/films ● Als de camera wordt ingeschakeld terwijl de knop [ ] wordt ingedrukt, maakt de camera geen geluid meer. U geeft geluiden ] te drukken en opnieuw weer door op de knop [ [mute] te kiezen op het tabblad [ ]. Druk vervolgens op de knoppen [ ][ ] om [Uit] kiezen. Films Vóór gebruik ● Klap met uw vinger de flitser op voordat u een film opneemt. Let erop dat u tijdens een filmopname de microfoon (1) niet aanraakt.
Compositiepictogrammen Foto's Films In de modus [ ] geeft de camera een pictogram weer voor de vastgestelde compositie. De bijbehorende instellingen voor optimale scherpstelling, helderheid en kleur van het onderwerp worden automatisch geselecteerd.
Pictogrammen voor beeldstabilisatie Vóór gebruik Kaders op het scherm Foto's Films Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt automatisch toegepast (Intelligent IS). Daarnaast worden in de standen [ ] en [ ] de volgende pictogrammen weergegeven. Beeldstabilisatie voor foto's (Normaal) Beeldstabilisatie voor foto's tijdens pannen (Pan)* Beeldstabilisatie voor macro-opnamen. Tijdens filmopname wordt [ ] weergegeven en wordt beeldstabilisatie voor macrofilmopname gebruikt (Hybrid IS).
Algemene, handige functies Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom) Foto's Films Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te vergroten, dan gebruikt u de digitale zoom om tot 200x te vergroten. 1 Duw de zoomknop naar [ ● Het inzoomen stopt wanneer de grootst mogelijke zoomfactor is bereikt (voordat het beeld merkbaar korrelig wordt). Dit wordt weergegeven op het scherm. 2 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ].
Gemakkelijk terughalen van onderwerpen die na het handmatig zoomen zijn verdwenen (Framing Assist – Zoeken) Foto's Films Als u een onderwerp tijdens het inzoomen uit het oog verliest, kunt u het gemakkelijker terugvinden door even uit te zoomen. 1 Kijk waar het verdwenen onderwerp zich bevindt. ● Houd de knop [ ] ingedrukt. ● De camera zoomt uit en er verschijnt een wit kader om het gebied dat werd weergegeven voordat u op de knop [ ] drukte.
2 ● De zoomfactor kan niet met de knop [ ] (= 39) worden gewijzigd terwijl u de knop [ ] ingedrukt houdt. ● De compositie van de opname aanpassen terwijl de knop [ ] is ingedrukt, kan de beeldstabilisatie minder doeltreffend maken. In dat geval wordt [ ] in het grijs weergegeven. Als dat gebeurt, laat u de knop [ ] los, maakt u een compositie en drukt u nogmaals op de knop.
● Een gezicht wordt mogelijk niet met een constant formaat weergegeven bij sommige zoomfactoren, of wanneer het onderwerp het hoofd schuin houdt of niet recht naar de camera kijkt. ● Tijdens filmopname wordt het geluid van een gewijzigde zoomfactor en van bediening van de camera opgenomen. ● Sommige opname-informatie wordt niet weergegeven Auto ingeschakeld is, en sommige opnamewanneer instellingen kunnen niet worden ingesteld.
2 ● De camera zoomt niet automatisch uit terwijl [ ] wordt weergegeven rond een gedetecteerd gezicht; zelfs als u de camera beweegt. ● Wanneer de functie die wordt beschreven in “Automatisch zoomen om grootte van gezichten constant te houden” is gedeactiveerd, wordt [ ] weergegeven rond een gedetecteerd gezicht en zoomt de camera automatisch uit wanneer die laatste wordt bewogen. ● Zoomen is niet mogelijk terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt.
De zelfontspanner aanpassen Foto's Films U kunt de vertraging (0 – 30 seconden) en het aantal opnamen (1 – 10 opnamen) aangeven. 1 Foto's 1 Configureer de instelling. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Configureer de instelling. ● Druk op de knop [ ], kies [Datumstemp. ] op het tabblad [ ] en kies vervolgens de gewenste optie (= 29). ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Vertraging] of [Beelden] te selecteren.
● Opnamen die zonder datumstempel zijn gemaakt, kunnen als volgt met stempel worden afgedrukt. Als u echter een datumstempel toevoegt aan beelden die al van deze informatie zijn voorzien, kan het gevolg zijn dat deze tweemaal wordt afgedrukt. - Gebruik de printerfuncties om af te drukken (= 140) - Gebruik de DPOF-afdrukinstellingen (= 143) van uw camera om af te drukken. Vóór gebruik Continue opname Foto's Films Houd in de stand [ ] de ontspanknop volledig ingedrukt om continue opnamen te maken.
Vóór gebruik De beeldresolutie wijzigen (grootte) Functies voor de beeldaanpassing Foto's De verhouding wijzigen Foto's Films Films Kies als volgt uit 4 niveaus voor beeldresolutie. Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart” (= 164) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke resolutie-instelling op een geheugenkaart passen. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (=28).
Rode-ogencorrectie Vóór gebruik Beeldkwaliteit van films wijzigen Foto's Films Rode ogen op beelden die met de flitser zijn gemaakt, kunnen als volgt automatisch worden gecorrigeerd. 1 Open het scherm [Flits Instellingen]. Foto's Films Er zijn 3 instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Opnametijd per geheugenkaart” (= 164) voor richtlijnen voor de maximale filmlengte die bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past.
Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten Handige opnamefuncties Foto's Raster weergeven Foto's Films Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het scherm rasterlijnen worden weergegeven. ● Druk op de knop [ ], selecteer [Raster] op het tabblad [ ] en selecteer vervolgens [Aan] (= 29). Films U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te drukken, waardoor het gedeelte van het beeld waarop is scherpgesteld in het AF-kader wordt vergroot.
Controleren op gesloten ogen De camerabewerkingen aanpassen Foto's Films [ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien hun ogen dicht hebben. 1 Configureer de instelling. ● Druk op de knop [ ], selecteer [Knipperdetectie] op het tabblad [ ] en selecteer daarna [Aan] (= 29). Vóór gebruik Basishandleiding Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad [ ] van het menuscherm. Zie “Het menuscherm gebruiken” (= 29) voor instructies over menufuncties.
Het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen Foto's Films U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer u opnamen maakt met de flitser in een omgeving met weinig licht. 1 Open het scherm [Flits Instellingen]. Foto's Basishandleiding Films Handleiding voor gevorderden U kunt instellen hoe lang na de opname beelden worden weergegeven en welke informatie wordt weergegeven.
Het weergegeven scherm na de opname wijzigen Wijzig als volgt de manier waarop beelden na de opname worden weergegeven. 1 2 Stel [Weergavetijd] in op [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten] (= 49). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Configureer de instelling. ● Kies [Scherminfo] en kies vervolgens de gewenste optie. ● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Uit].
3 Andere opnamestanden Helderheid/kleur aanpassen (Directe effecten) Foto's Films Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden U kunt de beeldhelderheid en -kleuren eenvoudig op de volgende manier tijdens het opnemen aanpassen. 1 Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere opnamen met unieke beeldeffecten of vastgelegd met speciale functies Open de modus [ 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ]. ● Stel het programmakeuzewiel in op [ ]. 2 Configureer de instelling.
Beelden weergeven tijdens het afspelen Genieten van diverse beelden van elke opname (Creatieve opname) Foto's Films De camera bepaalt het onderwerp en de opnameomstandigheden. Daarbij worden automatisch speciale effecten toegepast en de compositie van de opname aangepast om het onderwerp te benadrukken. Voor elke opnamen worden zes foto's opgeslagen. U kunt meerdere foto's met effecten vastleggen met door de camera bepaalde instellingen.
Effecten kiezen Vóór gebruik Specifieke scènes Foto's Films U kunt effecten kiezen voor beelden die zijn vastgelegd in de stand [ ]. ● Nadat u de modus [ ] hebt geselecteerd, draait u aan de knop [ om het effect te selecteren. ] Basishandleiding Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt automatisch de instellingen voor optimale foto's.
Opnamen maken in sneeuwlandschappen (Sneeuw) Foto's Vóór gebruik Beeldeffecten (Creatieve filters) Films ● Heldere foto's met natuurlijke kleuren van mensen tegen een besneeuwde achtergrond. Basishandleiding Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen. 1 Handleiding voor gevorderden Open de modus [ ]. ● Stel het programmakeuzewiel in op [ ]. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Vuurwerk fotograferen (Vuurwerk) Foto's Films ● Levendige foto's van vuurwerk.
Opnamen maken met het effect van een visooglens (Fisheye-effect) Foto's Films Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens. 1 Selecteer [ ]. ● Volg stap 1 - 2 bij “Beeldeffecten (Creatieve filters)” (= 54) en kies [ 2 ]. Kies een effectniveau. ● Draai aan de knop [ ] om een effectniveau te selecteren. ● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. 3 Vóór gebruik Foto's die lijken op een miniatuurmodel (Miniatuureffect) Maak de opname.
Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd (voor clips van één minuut) Snelheid Vóór gebruik Opnamen maken met een speels effect (Speels effect) Basishandleiding Afspeeltijd Circa 12 sec. Circa 6 sec. Circa 3 sec. Foto's Handleiding voor gevorderden Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage hoeken) en de algehele kleur wordt aangepast. 1 ● De zoomfunctie is niet beschikbaar voor het opnemen van films.
Opnamen maken in monochroom Foto's Films Vóór gebruik Speciale standen voor andere doeleinden Basishandleiding Opnamen maken in zwart-wit, sepia of blauw en wit. 1 Selecteer [ Handleiding voor gevorderden ]. ● Volg stap 1 – 2 bij “Beeldeffecten (Creatieve filters)” (= 54) en kies [ 2 ]. Selecteer een kleurtoon. ● Draai aan de knop [ kleurtoon te kiezen. ] om een ● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. 3 Zwart/wit Sepia Blauw Maak de opname. Zwart-witfoto's.
● U kunt ook foto's maken zoals gebruikelijk door gewoon de ontspanknop in te drukken. ● Een glimlach wordt sneller gedetecteerd als het gezicht naar de camera is gericht en als de mond een beetje geopend is zodat de tanden zichtbaar zijn. ● Als u het aantal foto's wilt wijzigen, drukt u op de knoppen [ ][ ] nadat u [ ] hebt gekozen bij stap 1. [Knipperdetectie] (= 48) is alleen beschikbaar voor de laatste opname. ● Automatisch opnemen is niet beschikbaar wanneer u de knop [ ] ingedrukt houdt.
2 Kies de compositie en druk de ontspanknop half in. ● Controleer of een groen kader wordt weergegeven rond het gezicht waarop is scherpgesteld en of er witte kaders rond de andere gezichten worden weergegeven. 3 Druk de ontspanknop helemaal naar beneden. ● De camera gaat nu in stand-bystand voor de opname en op het scherm verschijnt [Kijk recht naar camera om aftellen te starten]. ● Het lampje knippert en u hoort het geluid van de zelfontspanner.
Belichting vergrendelen of wijzigen voordat u een opname maakt Verschillende films opnemen Foto's Films Films maken in de filmmodus Open de modus [ Films ]. ● Stel het programmakeuzewiel in op [ ]. ● Er verschijnen zwarte balken aan de boven- en onderkant van het scherm en het onderwerp wordt iets vergroot. De zwarte balken geven beeldgebieden aan die niet worden vastgelegd. 2 Configureer de instellingen zo dat ze passen bij de film (= 154). 3 Maak de opname.
4 P-modus Meer veeleisende foto's in de opnamestijl van uw voorkeur Foto's ● [ ]: Programma AE; AE: Automatische belichting ● Voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een andere modus dan [ ], dient u te controleren of de functie in die modus beschikbaar is (= 154). Basishandleiding Films Handleiding voor gevorderden U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Open de modus [ ]. ● Stel het programmakeuzewiel in op [ ].
2 Helderheid van het beeld (Belichting) Kies de compositie en maak een opname. Vóór gebruik Basishandleiding ● AE: Automatische belichting ● Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u de combinatie van ] sluitertijd en diafragmawaarde wijzigen door aan de knop [ te draaien (Program Shift). De helderheid van het beeld aanpassen (Belichtingscompensatie) Foto's Films U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld, aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
De ISO-waarde wijzigen Foto's Films ● Druk op de knop [ ], druk op de knoppen [ ][ ] om een optie te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. ● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. AUTO 100, 200 400, 800 1600, 3200 Vóór gebruik De helderheid corrigeren (i-Contrast) Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch aangepast aan de opnamemodus en – omstandigheden. Voor opnamen buitenshuis bij Laag mooi weer. Voor opnamen bij bewolkt weer of Enigszins laag in de schemering.
Aangepaste witbalans Beeldkleuren Vóór gebruik Foto's Films Basishandleiding Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten. De witbalans aanpassen Foto's Films Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt. ● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu.
My Colors uit Levendig Neutraal – De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging, voor scherpere beelden. Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging afgevlakt, voor zachte beelden. Sepia Hiermee maakt u sepiakleurige beelden. Zwart/wit Hiermee maakt u zwart-witfoto's Positief Film Hiermee worden de effecten van Levendig Blauw, Levendig Groen en Levendig Rood gecombineerd om intense maar natuurlijke kleuren te krijgen, zoals de kleuren van dia's.
Foto's Close-ups maken (macro) Foto's Vóór gebruik Opnamen maken in de modus Handmatig scherpstellen Opnamebereik en scherpstellen Films Stel de camera in op [ ] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die zich dichtbij bevinden. Zie “Opnamebereik” (= 165) voor meer informatie over het scherpstelbereik. Basishandleiding Films Handleiding voor gevorderden Gebruik handmatig scherpstellen wanneer automatisch scherpstellen in AF-stand niet mogelijk is.
● Wanneer u handmatig scherpstelt, is de modus AF-kader (= 68) ingesteld op [Centrum] en de afmeting van het AF-kader op [Normaal]. Deze instellingen kunnen niet worden gewijzigd. ● Scherpstellen is mogelijk bij gebruik van digitale zoom (= 38) of de digitale telelens (= 67), of bij gebruik van een tv als beeldscherm (= 134), maar de vergrote weergave zal niet verschijnen. ● U kunt de camera op een statief plaatsen om deze te stabiliseren en nauwkeuriger scherp te stellen.
Gezichts-AiAf De modus AF Frame wijzigen Vóór gebruik Foto's Foto's Films Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de opnameomstandigheden aan. Films ● Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen, en de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen [ ]) instellen.
Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen (AF Tracking) Foto's Films Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop moet worden scherpgesteld. 1 Selecteer [AF Tracking]. ● Voer de stappen bij “De modus AF Frame wijzigen” (= 68) uit om [AF Tracking] te selecteren. ● [ ] wordt weergegeven in het midden van het scherm. 2 Kies een onderwerp waarop u wilt scherpstellen. ● Richt de camera zo dat [ ] op het gewenste onderwerp valt en druk op de knop [ ].
● In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk niet scherpstellen. ● In omstandigheden met weinig licht wordt Servo AF mogelijk niet geactiveerd (en worden de AF-kaders mogelijk niet blauw) wanneer u de ontspanknop half indrukt. In dat geval worden de focus en belichting ingesteld overeenkomstig de opgegeven modus voor AF Frame. ● Als er geen passende belichting kan worden gemaakt, worden de sluitertijden en de diafragmawaarden in oranje weergegeven.
Automatisch Flitser Als er weinig licht is, wordt er automatisch geflitst. Aan Flitsermodus wijzigen Er wordt bij elke opname geflitst. Foto's Films U kunt de flitsermodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie. Zie “Flitsbereik” (= 164) voor meer informatie over het flitsbereik. 1 2 Klap de flitser uit.
De flitsbelichtingscompensatie aanpassen Foto's Vóór gebruik Opnamen maken met FE-lock Films Net als bij de normale belichtingscompensatie (= 62) kunt u de flitsbelichting aanpassen met stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2. ● Klap de flitser uit, druk op de knop [ ] en ] draai meteen daarna aan de knop [ om het compensatieniveau te kiezen. Druk vervolgens op de knop [ ]. ● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ weergegeven.
Overige instellingen Continu Opname* De compressieverhouding wijzigen (Beeldkwaliteit) Uit Foto's Films Selecteer als volgt een van de twee compressieverhoudingen, [ ] (Superfijn) en [ ] (Fijn): Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart” (= 164) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke compressieverhouding op een geheugenkaart passen. ● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (=28).
5 Tv-, Av- en M-modus Foto's Films Stel de gewenste sluitertijd in voordat u met het opnemen begint. Op de camera wordt de diafragmawaarde automatisch aangepast aan de ingestelde sluitertijd. Zie “Sluitertijd” (= 165) voor informatie over de beschikbare sluitertijden. 1 Maak slimmer geraffineerde opnamen Open de modus [ Handleiding voor gevorderden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ]. Stel de sluitertijd in. ● Draai aan de knop [ in te stellen.
Specifieke diafragmawaarden (Modus [Av]) Foto's Films Stel de gewenste diafragmawaarde in voordat u begint met opnemen. Op de camera wordt de sluitertijd automatisch aangepast aan de ingestelde diafragmawaarde. Zie “Diafragma” (= 165) voor informatie over de beschikbare diafragmawaarden. 1 Open de modus [ Foto's 1 2 Stel de diafragmawaarde in.
● Na het instellen van de sluiterijd en diafragmawaarde kan het belichtingsniveau wijzigen als u de zoom aanpast of een nieuwe compositie voor de opname maakt. ● Afhankelijk van de ingestelde sluitertijd of diafragmawaarde, wordt de helderheid van het scherm mogelijk aangepast. De helderheid van het scherm wijzigt echter niet als de flitser is uitgeklapt en de modus [ ] is ingesteld.
6 Afspeelmodus Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van manieren doorbladeren en bewerken ] om de afspeelmodus te openen en de camera ● Druk op de knop [ voor te bereiden op deze handelingen. ● Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
● Films zijn herkenbaar aan het pictogram [ ]. Ga naar stap 3 als u films wilt afspelen. 3 Speel films af. ● Druk op de knop [ ], druk op de knoppen [ ][ ] om [ ] te selecteren en druk vervolgens nogmaals op de knop [ ] om het afspelen te starten. ● Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de ontspanknop half in. ● Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, kiest u MENU (= 29) > ] > [Beeld scrollen] > [Uit].
Overbelichtingswaarschuwing (voor highlights van beelden) Foto's Films In de uitgebreide informatieweergave (= 78) knipperen de vervaagde highlights van het beeld op het scherm. Histogram Foto's Films ● De grafiek die verschijnt in de uitgebreide informatieweergave (= 78) is een histogram dat de distributie van de helderheid in het beeld toont. Op de horizontale as staat de helderheidsgraad en de verticale geeft aan welk gedeelte van het beeld zich op elk helderheidsniveau bevindt.
Op datum weergeven Digest-films kunnen op datum worden bekeken. 1 Selecteer een film. ● Druk op de knop [ ], kies [Digest-films weerg./afsp.] op het tabblad [ ] en kies vervolgens een datum (= 29). 2 Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Bladeren door beelden in een index Foto's 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Films U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een index weer te geven. Speel de film af. ● Druk op de knop [ wilt starten.
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven voorwaarden Foto's Films Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door de beeldweergave te filteren op de door u opgegeven voorwaarden. U kunt deze beelden ook allemaal tegelijk beveiligen (= 85) of verwijderen (= 88). Mensen Opnamedatum Favorieten Foto/film Hiermee worden beelden weergegeven met gedetecteerde gezichten. Geeft beelden weer die op een bepaalde datum zijn opgenomen. Geeft beelden weer die gemarkeerd zijn als favoriet (= 91).
2 Bekijk de beelden die overeenkomen met de door u opgegeven voorwaarde, of spring met het opgegeven aantal. ● Draai aan de knop [ ] om alleen beelden te bekijken die overeenkomen met de voorwaarde of om met het opgegeven aantal beelden vooruit of achteruit te springen. ● Als op de camera voor bepaalde voorwaarden geen overeenkomende beelden zijn gevonden, zijn die voorwaarden niet beschikbaar. Foto's Films Beelden die in de modus [ ] of [ ] zijn gemaakt (= 52, = 59) zijn gegroepeerd voor weergave.
● Bij afspelen in een groep (stap 3) kunt u de functies van het functiemenu gebruiken door op de knop [ ] te drukken. U kunt ook snel door beelden bladeren “Bladeren door beelden in een index” (= 80) en deze vergroten “Beelden vergroten” (= 83). Door [Alle beelden in zoekopdr. bev.
Instellingen voor diavoorstellingen wijzigen Diavoorstellingen bekijken Foto's Films Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt automatisch afspelen. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden weergegeven. ● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 28). ● De diavoorstelling begint nadat [Laden van beeld] enkele seconden wordt weergegeven. ● Druk op de knop [ ] om de diavoorstelling te beëindigen.
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen (Smart Shuffle) Vóór gebruik Beelden beveiligen Foto's Foto's Films Op basis van het huidige beeld biedt de camera vier beelden aan die u wellicht wilt bekijken. Nadat u een van deze beelden hebt geselecteerd, worden op de camera opnieuw vier beelden weergegeven, zodat u beelden in een onverwachte volgorde kunt afspelen. Probeer deze functie eens als u veel opnamen hebt gemaakt, in verschillende omgevingen. 1 Selecteer Smart Shuffle.
Via het menu Afzonderlijke beelden selecteren Vóór gebruik Basishandleiding 1 Open het instellingenscherm. ● Druk op de knop [ ] en selecteer [Beveilig] op het tabblad [ ] (= 29). 1 2 2 Selecteer een selectiemethode. ● Kies een menu-item en de gewenste optie (= 29). ] om terug te ● Druk op de knop [ gaan naar het menuscherm. Selecteer [Selectie]. ● Volg stap 2 bij “Via het menu” (= 86), kies [Selectie] en druk op de knop [ ].
4 Een reeks selecteren Beveilig de beelden. ● Druk op de knop [ ] om [Beveilig] te kiezen en druk op de knop [ ]. 1 Selecteer [Select. reeks]. Selecteer het eerste beeld. ● Druk op de knop [ Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ● Volg stap 2 bij “Via het menu” (= 86), kies [Select. reeks] en druk op de knop [ ]. 2 Vóór gebruik 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ● Selecteer [Beveilig. uit] in stap 4 als u de beveiliging wilt opheffen voor groepen beelden. ].
Meerdere beelden tegelijk wissen Beelden wissen Foto's Films U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Beveiligde beelden (= 85) kunnen echter niet worden gewist. 1 Basishandleiding Handleiding voor gevorderden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Een selectiemethode selecteren 1 Selecteer het beeld dat u wilt wissen. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om een beeld te selecteren.
Afzonderlijke beelden selecteren 1 Selecteer [Selectie]. ● Volg stap 2 bij “Een selectiemethode selecteren” (= 88) om [Selectie] te selecteren en druk op de knop [ ]. 2 Selecteer een beeld. ● Nadat u een beeld hebt gekozen in stap 2 in “Afzonderlijke beelden selecteren” (= 86), wordt [ ] weergegeven. ● Druk nogmaals op de knop [ ] als u de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet meer weergegeven. ● Herhaal deze procedure om andere beelden op te geven.
2 Beelden roteren Foto's Films Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op. 1 Selecteer [ ]. ● Druk op de knop [ het menu (= 28). 2 ] en selecteer [ ] in Draai het beeld. ● Druk op de knop [ ] of [ ], afhankelijk van de gewenste richting. Het beeld wordt telkens als u op de knop drukt 90° geroteerd. Druk op de knop [ ] om de instelling te voltooien. Draai het beeld. Vóór gebruik ● Druk op de knoppen [ ][ ] om een beeld te selecteren.
2 Beelden markeren als favoriet Foto's Films U kunt beelden organiseren door deze als favorieten te markeren. Als u een categorie kiest in gefilterd afspelen kunt u de volgende handelingen beperken tot die beelden. ● Druk nogmaals op de knop [ ] om de markering van het beeld op te heffen. [ ] wordt niet meer weergegeven.
4 Foto's bewerken 5 Het formaat van beelden wijzigen Handleiding voor gevorderden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Bekijk het nieuwe beeld. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Ja] te kiezen en druk daarna op de knop [ ]. Films Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie. ● Het opgeslagen beeld wordt nu weergegeven. Selecteer [Veranderen]. ● Druk op de knop [ ] en kies [Veranderen] op het tabblad [ ] (= 29). ● Beelden die zijn vastgelegd met een resolutie van [ ] (= 45) kunnen niet worden bewerkt.
2 Selecteer een beeld. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om een beeld te kiezen en druk vervolgens op de knop [ ]. (1) (2) (3) 3 Vóór gebruik ● Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden dezelfde verhouding na het bijsnijden. ● Bijgesneden beelden hebben een lagere resolutie dan niet-bijgesneden beelden. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Pas het bijsnijgebied aan. ● Er verschijnt een kader rond het gedeelte van het beeld dat u wilt bijsnijden (1).
● Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur. ● De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan licht afwijken van die van de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors (= 64).
3 Corrigeer het beeld. ● Druk op de knop [ ● Het gebied met rode ogen dat door de camera wordt gedetecteerd, wordt nu gecorrigeerd en er worden kaders weergegeven om de gecorrigeerde gedeelten op het beeld. Foto's 1 Handleiding voor gevorderden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Selecteer [ ]. ● Het filmbewerkingspaneel en de bewerkingsbalk worden nu weergegeven. 2 (1) Geef aan welke delen u eruit wilt knippen. ● Het beeld wordt nu opgeslagen als een nieuw bestand.
3 Bekijk de bewerkte film. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. De bewerkte film wordt nu afgespeeld. ● Herhaal stap 2 als u de film nog een keer wilt bewerken. ● Als u de bewerking wilt annuleren, drukt u op de knoppen [ ][ ] en selecteert u [ ]. Druk op de knop [ ], druk op de knoppen [ ][ ] om [OK] te selecteren en druk vervolgens nogmaals op de knop [ ]. 4 Sla de bewerkte film op.
7 Wi-Fi-functies U kunt beelden draadloos vanaf de camera naar tal van compatibele apparaten verzenden en de camera gebruiken met webservices Beschikbare Wi-Fi-functies Vóór gebruik Basishandleiding U kunt beelden versturen en ontvangen of de camera op afstand bedienen door de camera via Wi-Fi aan te sluiten op deze apparaten en diensten. Handleiding voor gevorderden ● Smartphones en tablets Verzend beelden naar smartphones en tabletcomputers met Wi-Fi-functionaliteit.
Beelden naar een smartphone verzenden Er zijn meerdere manieren om de camera met een smartphone te verbinden en beelden te versturen. ● Verbinding maken via NFC (= 98) Houd gewoon een Android-smartphone die NFC ondersteunt (besturingssysteem versie 4.0 of hoger) tegen de camera om de apparaten met elkaar te verbinden. Beelden verzenden naar een smartphone die NFC ondersteunt Vóór gebruik Een Android-smartphone gebruiken die NFC ondersteunt (besturingssysteem versie 4.
2 Breng de verbinding tot stand. ● Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld of in opnamemodus staat. ● Houd de N-markering ( ) op de smartphone waarop CameraWindow geïnstalleerd is tegen de N-markering van de camera. ● De camera gaat automatisch aan. ● Als het scherm [Bijnaam apparaat] wordt weergegeven, drukt u op de knop [ ]. Gebruik het weergegeven toetsenbord om een bijnaam in te voeren (= 30). Druk in het scherm [Bijnaam apparaat] op de knoppen [ ][ ] om [OK] te selecteren.
● Houd rekening met het volgende als u NFC gebruikt. - Voorkom dat u de camera en de smartphone hard tegen elkaar slaat. Dit kan de apparaten beschadigen. - Afhankelijk van de smartphone kan het voorkomen dat de apparaten elkaar niet meteen herkennen. Probeer in dat geval de apparaten in iets andere posities tegen elkaar te houden. Als de verbinding mislukt, houd u de apparaten tegen elkaar totdat camerascherm wordt bijgewerkt. - Plaats geen andere voorwerpen tussen de camera en smartphone.
Verzenden naar een smartphone die is toegewezen aan de knop Nadat u de eerste keer verbinding hebt gemaakt met een smartphone door op de knop [ ] te drukken, kunt u daarna gewoon weer op de knop [ ] drukken om camerabeelden te bekijken en op te slaan op verbonden apparaten. Deze stappen leggen uit hoe u de camera als toegangspunt kunt gebruiken, maar u kunt ook een bestaand toegangspunt gebruiken (= 104). 1 Selecteer [ ]. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ].
6 Kies een smartphone om verbinding mee te maken. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om de smartphone te selecteren en druk daarna op de knop [ ]. ● Zodra de verbinding met de smartphone tot stand is gebracht, wordt de naam van de smartphone weergegeven op de camera. (Dit scherm wordt na ongeveer één minuut gesloten.) 7 Importeer afbeeldingen. ● Gebruik de smartphone om beelden van de camera te importeren naar de smartphone. ● Gebruik de smartphone om de verbinding te verbreken.
4 Kies [Apparaat toevoegen]. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Apparaat toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. ● De SSID van de camera wordt weergegeven. ● Kies een smartphone waarmee u verbinding wilt maken, zoals beschreven in stappen 4 – 6 bij “Verzenden naar een smartphone die is toegewezen aan de knop” (= 101). 5 Pas de privacy-instelling aan. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Ja] te kiezen en druk daarna op de knop [ ].
● Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in de camera zitten. ● Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw verbinding maken door op de knoppen [ ][ ] te drukken om het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [ ] te drukken. Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm voor apparaatselectie door [ ][ ] aan te raken.
Eerdere toegangspunten Om automatisch opnieuw verbinding te maken met een eerder toegangspunt, volgt u stap 3 bij “Verzenden naar een smartphone die is toegewezen aan de knop” (= 101) of stap 4 bij “Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu” (= 102). ● Om de camera als toegangspunt te gebruiken, selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht. Kies vervolgens [Camera Access Point modus].
2 Installeer de bestanden. ● Klik op [Easy Installation/Eenvoudige installatie] en volg de instructies op het scherm om verder te gaan met de installatie. ● De installatie kan enige tijd duren, afhankelijk van de prestaties van de computer en de internetverbinding. ● Klik op [Finish/Voltooien] of [Restart/ Herstarten] op het scherm dat na de installatie wordt getoond.
Beelden opslaan op een aangesloten computer Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi. Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt. Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de Wi-Fi-normen bij “Wi-Fi” (= 163). Er zijn verschillende verbindingsmethoden, afhankelijk van of het toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup, = 107) ondersteunt of niet (= 109).
3 Selecteer [ ]. ● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. 4 Kies [Apparaat toevoegen]. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Apparaat toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. 7 ● Druk op de camera op de knop [ ] om naar de volgende stap te gaan. ● De camera maakt verbinding met het toegangspunt en geeft op het scherm [Apparaat selecteren] een overzicht van apparaten die ermee verbonden zijn. 8 5 Kies [WPS-verbinding].
10 Geef CameraWindow weer. ● Windows: open CameraWindow door op [Downloads Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden] te klikken. ● Mac OS: CameraWindow wordt automatisch weergegeven als er een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht tussen de camera en de computer. 11 Importeer afbeeldingen. ● Klik op [Import Images from Camera/ Beelden importeren van camera] en vervolgens op [Import Untransferred Images/Niet-verzonden afbeeldingen importeren].
3 Voer het wachtwoord in voor het toegangspunt. ● Druk op de knop [ ] om het toetsenbord te openen en voer vervolgens het wachtwoord in (= 30). ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Volgende] te kiezen en druk daarna op de knop [ ]. 4 Kies [Auto]. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Auto] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. ● Om beelden op te slaan op een verbonden computer, volgt u de procedure bij “WPS-compatibele toegangspunten gebruiken” (= 107) vanaf stap 8.
Beelden verzenden naar een geregistreerde webservice CANON iMAGE GATEWAY registreren Nadat u de camera en CANON iMAGE GATEWAY hebt gekoppeld, voegt u CANON iMAGE GATEWAY toe als bestemmingswebservice op de camera. 1 Webservices registreren Gebruik een smartphone of computer om de camera toe te voegen aan webservices die u wilt gebruiken. ● Een smartphone of computer met browser en internettoegang is nodig om de camera-instellingen voor CANON iMAGE GATEWAY en andere webservices in te voeren.
4 Selecteer [ ]. ● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. 5 Selecteer [Verifiëren]. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Verifiëren] te selecteren en druk daarna op de knop [ ]. 6 Maak verbinding met een toegangspunt. ● Maak verbinding met het toegangspunt zoals wordt beschreven bij stap 5 – 7 van “WPS-compatibele toegangspunten gebruiken” (= 107) of stap 2 – 4 van “Verbinding maken met toegangspunten in de lijst” (= 109).
Andere webservices registreren 1 1 2 Stel de webservice in die u wilt gebruiken. ● Volg de instructies die op de computer of smartphone worden weergegeven om de webservice te configureren. 3 Selecteer [ ]. ● Druk in de afspeelmodus op de knop [ om het Wi-Fi-menu te openen. ] ● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. ● De instellingen voor de webservice zijn nu bijgewerkt.
● Om verbinding te kunnen maken moet in de camera een geheugenkaart met opgeslagen beelden zitten. ● U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en het formaat van beelden wijzigen of opmerkingen toevoegen voordat u beelden verzendt (= 117). ● U kunt het huidige beeld verzenden door [Dit beeld verz.] op het scherm te kiezen in stap 3. Beelden draadloos afdrukken met een verbonden printer Verbind de camera als volgt met een printer via Wi-Fi.
4 Laat de printer verbinding maken met het netwerk. ● Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen van de printer de SSID (netwerknaam) die op de camera wordt weergegeven om de verbinding tot stand te brengen. 5 Selecteer de printer. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om de naam van de printer te kiezen en druk vervolgens op de knop [ ]. 6 ● Om verbinding te kunnen maken moet in de camera een geheugenkaart met opgeslagen beelden zitten.
Beelden naar een andere camera verzenden U kunt als volgt twee camera's via Wi-Fi verbinden en beelden tussen de twee camera's verzenden. ● Een draadloze verbinding kan alleen tot stand worden gebracht bij camera's van Canon met een Wi-Fi-functie. Er kan zelfs geen verbinding gemaakt worden met Canon-camera's die Eye-Fi-kaarten ondersteunen als deze geen Wi-Fi-functie hebben. U kunt met deze camera geen verbinding maken met DIGITAL IXUS WIRELESS-camera's. 1 Open het Wi-Fi-menu.
Opties voor het verzenden van beelden U kunt meerdere beelden selecteren om in een keer te verzenden en de beeldresolutie (het formaat) wijzigen voordat u verzendt. Met sommige webservices is het ook mogelijk om opmerkingen toe te voegen aan de beelden die u wilt verzenden. Opmerkingen over het verzenden van beelden ● Raak het Wi-Fi-antennegebied niet aan met uw vingers of met andere voorwerpen (= 4). Als dit wordt bedekt, kan de beeldoverdracht vertraagd worden.
Opmerkingen toevoegen U kunt met de camera opmerkingen toevoegen aan beelden die u naar e-mailadressen, sociale netwerkservices en dergelijke verzendt. Hoeveel ruimte u voor uw opmerkingen hebt, is afhankelijk van de webservice. 1 Open het scherm om opmerkingen toe te voegen. ● Kies op het scherm voor beeldoverdracht [ ] door op de knoppen [ ][ ][ ][ ] te drukken. Druk daarna op de knop [ ]. 2 3 Voeg een opmerking toe (= 30). Verzend het beeld.
3 Wijs [ ] toe aan de knop [ ] (alleen bij het verzenden van beelden door op de knop [ ] te drukken). ● Wis de instelling voor de knop [ ] als al een smartphone aan de knop is toegewezen (= 101). ● Open het scherm voor mobiele verbindingen, zoals wordt beschreven bij stap 2 van “Verzenden naar een smartphone die is toegewezen aan de knop” (= 101). Druk op de knoppen [ ][ ] om [ ] te selecteren en druk daarna op de knop [ ].
● Zelfs als beelden met een andere methode op de computer zijn geïmporteerd, worden alle beelden naar de computer verzonden die niet via CANON iMAGE GATEWAY naar de computer zijn verzonden. ● Het verzenden wordt sneller uitgevoerd als de bestemming op een computer is op hetzelfde netwerk als de camera, omdat beelden worden verzonden via het toegangspunt in plaats van via CANON iMAGE GATEWAY.
Opnamen maken op afstand Terwijl u een opnamescherm bekijkt op uw smartphone, kunt u de smartphone gebruiken om op afstand een opname te maken. 1 Zet de camera vast. ● Zodra er begonnen wordt met opnamen maken op afstand, wordt de lens van de camera uitgeschoven. De camera kan ook verplaatst worden door lensbewegingen als gevolg van zoomen. Om de camera stil te houden, plaatst u deze op een statief of neemt u andere maatregelen. 2 Verbind de camera en de smartphone (= 101, = 102).
4 Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen Kies een item dat u wilt bewerken. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om een item om te bewerken te kiezen. Druk vervolgens op de knop [ ]. ● Welke items u kunt wijzigen, hangt af van het apparaat of de service waartoe de camera toegang heeft. U kunt Wi-Fi-instellingen als volgt bewerken of wissen. Verbindingsinformatie bewerken Open het Wi-Fi-menu en kies het apparaat dat u wilt bewerken. ● Druk op de knop [ te zetten. ● Druk op de knop [ ] om de camera aan ].
Verbindingsinformatie wissen 3 U kunt verbindingsinformatie (over apparaten waarmee u verbinding hebt gemaakt) als volgt wissen. ● Voer stap 4 bij “Verbindingsinformatie bewerken” (= 122) uit, kies [Verbindingsinfo wissen] en druk op de knop [ ]. ● Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de knoppen [ ][ ] om [OK] te selecteren. Druk daarna op de knop [ ]. Herstel de standaardinstellingen. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [OK] te kiezen en druk vervolgens op de knop [ ].
8 Menu Instellingen Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak Basisfuncties van de camera aanpassen Functies van MENU (= 29) op het tabblad [ ] kunnen worden ingesteld. Voor meer gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar wens aanpassen. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Camerageluiden dempen U dempt camerageluiden en films als volgt. ● Selecteer [mute] en kies vervolgens [Aan].
Vóór gebruik Hints en tips verbergen Wereldklok Er verschijnen hints en tips wanneer u items kiest in FUNC. (= 28) of MENU (= 29). U kunt deze informatie desgewenst uitschakelen. Als u in het buitenland bent en wilt dat uw foto's de juiste lokale tijd en datum krijgen, moet u gewoon uw bestemming van tevoren registreren en naar die tijdzone overschakelen. Deze handige functie maakt het onnodig om de datum/tijd-instelling handmatig te wijzigen.
Timing voor het intrekken van de lens De spaarstand aanpassen Nadat u op de knop [ ] hebt gedrukt in de opnamemodus (= 25) wordt om veiligheidsredenen na ongeveer een minuut de lens ingetrokken. Als u wilt dat de lens direct wordt ingetrokken nadat u op de ] drukt, stelt u de tijdsduur voor het intrekken in op [0 sec.]. knop [ U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display uit) aanpassen (= 26).
Schermhelderheid Geheugenkaarten formatteren Pas de helderheid van het scherm als volgt aan. Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart formatteren met deze camera. Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart verwijderd. Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de beelden op een andere manier veilig.
● De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan de aangegeven capaciteit. Low Level Format Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001 – 9999) en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen. ● Voer de stappen 2 – 3 in “Geheugenkaarten formatteren” (= 127) uit om door te gaan met het formatteren.
Vóór gebruik Beelden opslaan op datum Certificatielogo's controleren U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt, maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop u opnamen maakt. Sommige logo's voor certificatievereisten waaraan de camera voldoet, kunnen op het scherm worden bekeken. Andere certificatielogo's staan in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de camerabehuizing. ● Selecteer [Maak folder] en selecteer vervolgens [Dagelijks].
Vóór gebruik Andere instellingen aanpassen U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad [ ]. ● [Video Systeem] (= 134) Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ● [Instellingen Wi-Fi] (= 97) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ● [Mobiele apparaatverbinding] (= 101) Standaardwaarden herstellen Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de standaardinstellingen van de camera herstellen. 1 Open het scherm [Reset alle]. ● Selecteer [Reset alle] en druk op de knop [ ].
9 Vóór gebruik Systeemoverzicht Basishandleiding Meegeleverde accessoires Draagriem Accessoires Handleiding voor gevorderden Batterij NB-6LH*1 Haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere apart verkrijgbare, compatibele accessoires Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE*1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Lensdop (met snoer) USB-kabel (op de camera: Mini-B)*2 Geheugenkaart Voeding Kaartlezer Computer Kabels HDMI-kabel HTC-100 Voedingsadapterset ACK-DC40 Flitseenheid Stereo AV-kabel AVC-D
Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen. Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon. Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/ of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij).
HDMI-kabel HTC-100 ● De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). ● Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen. ● Om de camera aan te sluiten op een HDMI-aansluiting van een hdtv.
Optionele accessoires gebruiken Foto's Films ● Open het klepje van de cameraaansluiting en steek de kabelstekker er volledig in. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Afspelen op een tv Foto's Films Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken op een groter scherm. Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de aansluiting en over het wijzigen van de ingangen.
2 Sluit de camera aan op de tv. ● Steek de kabelstekker volledig in de video-ingangen van de tv, zoals weergegeven. ● Zorg ervoor dat de kabelstekkers in video-ingangen met dezelfde kleur zitten. Foto's 1 2 Geef beelden weer. ● Voer de stappen 3 – 4 bij “Afspelen op een HD-tv” (= 134) uit om beelden weer te geven. ● Correcte weergave is alleen mogelijk als de video-uitvoerindeling van de camera (NTSC of PAL) gelijk is aan die van de televisie.
● Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog is ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de camera beschadigen. ● Sluit de adapter of het adaptersnoer niet aan op andere voorwerpen. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben. Een lenskap gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) Foto's Basishandleiding ● De filteradapter en een lenskap kunnen niet tegelijkertijd op de camera worden bevestigd.
● We adviseren het gebruik van Canon-filters (67mm-dia.). ● Wanneer u bij het maken van opnamen geen gebruik maakt van automatisch scherpstellen, stelt u de optie voor handmatig scherpstellen [Veiligheids MF] in op [Aan]. ● Als u de ingebouwde flitser gebruikt terwijl de filteradapter is bevestigd, kunnen delen van het beeld donkerder lijken. ● Wanneer u de filteradapter gebruikt, moet u erop letten dat u maar één filter tegelijk gebruikt.
Verbinding maken met een computer via een kabel Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt. 1 De computeromgeving controleren De software kan op de volgende computers gebruikt worden. Voor uitgebreide informatie over systeemvereisten en compatibiliteit, inclusief ondersteuning door nieuwe besturingssystemen, gaat u naar de website van Canon. Besturingssysteem* Windows Windows 8/8.1 Windows 7 SP1 Mac OS Mac OS X 10.9 Mac OS X 10.
● Kies [Downloads Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden] en klik op [OK]. ● Dubbelklik op [ 3 ]. Beelden opslaan op de computer. ● Klik op [Import Images from Camera/ Beelden importeren van camera] en vervolgens op [Import Untransferred Images/Niet-verzonden afbeeldingen importeren]. ● Windows 7: als het scherm bij stap 2 niet wordt weergegeven, klikt u op het pictogram [ ] in de taakbalk.
4 Beelden afdrukken Foto's Films U kunt uw foto's eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken in serie, bestellingen bij fotozaken voorbereiden en bestellingen voorbereiden of beelden afdrukken voor fotoboeken. Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven schermen en beschikbare functies verschillen.
Beelden bijsnijden vóór het afdrukken Afdrukinstellingen configureren Foto's 1 Films Open het afdrukscherm. ● Voer stap 1 – 6 bij “Eenvoudig afdrukken” (= 140) uit om dit scherm te openen. 2 Configureer de instellingen. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om een item te selecteren en druk vervolgens op de knoppen [ ][ ] om een optie te selecteren. Default Datum File No. Beiden Uit Default Uit Aan R-Ogen1 Aantal exemplaren Trimmen – papier inst.
Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het afdrukken Foto's 1 Films Default Randen Selecteer [papier inst.] ● Voer eerst stap 1 bij “Afdrukinstellingen configureren” (= 141) uit om het afdrukscherm te openen, kies [papier inst.] en druk op de knop [ ]. 2 Beschikbare indelingsopties Selecteer een papierformaat. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om een optie te selecteren en druk daarna op de knop [ ]. Randloos N-plus ID Foto Vaste afm. Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Filmscènes afdrukken Foto's 1 Films Open het afdrukscherm. ● Voer stap 1 – 6 bij “Eenvoudig afdrukken” (= 140) uit om een film te kiezen. Dit scherm wordt weergegeven. Foto's Selecteer een afdrukmethode. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knoppen [ ][ ] om de afdrukmethode te selecteren. 3 Films U kunt op de camera instellingen kiezen voor afdrukken in serie (= 145) en bestellingen bij fotozaken.
● Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle DPOF-instellingen toe te passen bij het afdrukken. ● [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven. ● Als u [Datum] instelt op [Aan], drukken sommige printers de datum wellicht tweemaal af.
Alle beelden in de printlijst wissen Vóór gebruik Beelden toevoegen aan een fotoboek ● Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden” (= 144) uit om [Wis alle selecties] te selecteren en druk op de knop [ ]. ● Druk op de knoppen [ ][ ] om [OK] te kiezen en druk vervolgens op de knop [ ]. Films ● Als er afbeeldingen aan de printlijst zijn toegevoegd (= 143 – = 144), wordt dit scherm weergegeven wanneer u de camera aansluit op een PictBridge-compatibele printer.
Afzonderlijke beelden toevoegen Alle beelden verwijderen uit een fotoboek Foto's 1 Films Selecteer [Selectie]. ● Selecteer [Selectie] volgens de procedure bij “Een selectiemethode selecteren” (= 145) en druk op de knop [ ]. 2 Foto's Vóór gebruik Films ● Volg de procedure bij “Een selectiemethode selecteren” (= 145), selecteer [Wis alle selecties] en druk op de knop [ ].
10 Bijlage Nuttige informatie over het gebruik van de camera Problemen oplossen Vóór gebruik Basishandleiding Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice. Handleiding voor gevorderden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Voeding Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt. ● Controleer of de batterij is opgeladen (= 18).
Opnamen maken De onderwerpen in de opnamen zijn te donker. Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [ ] (= 71). Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (= 62). Pas het contrast aan met i-Contrast (= 63, = 94). Gebruik AE lock of spotmeting (= 62, = 62). ● Druk in de afspeelmodus (= 77) de ontspanknop half in (= 26). ● ● ● ● Vreemde weergave op het scherm bij weinig licht (= 27). De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
Films opnemen De verstreken tijd wordt verkeerd weergegeven, of de opname wordt onderbroken. ● Formatteer de geheugenkaart via de camera of gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt. Denk erom dat ook als de verstreken tijd verkeerd wordt weergegeven, de lengte van de films op de geheugenkaart overeenstemt met de werkelijke opnametijd (= 127, = 164). [ ] verschijnt en de opname stopt automatisch.
Kan geen verbinding maken met het toegangspunt. ● Controleer of het toegangspunt is ingesteld op een kanaal dat wordt ondersteund door de camera (= 163). In plaats van automatisch kanaaltoewijzing kunt u het beste handmatig een ondersteund kanaal toewijzen. Kan geen beelden verzenden. ● Het bestemmingsapparaat heeft onvoldoende opslagruimte. Vergroot de opslagruimte op het bestemmingsapparaat en verzend de afbeeldingen opnieuw.
Kan niet vergroten!/Kan dit niet afspelen in Smart Shuffle/Kan niet roteren/ Kan beeld niet wijzigen/Kan Niet Wijzigen/Kan niet aan Cat. toekennen/ Niet selecteerbaar beeld. ● De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die met een andere camera zijn gemaakt. Houd er rekening mee dat functies met een sterretje (*) niet beschikbaar zijn voor films.
Bestand(en) niet verzonden Geheugenkaart fout ● Neem contact op met een helpdesk van de klantenondersteuning van Canon indien dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een geformatteerde geheugenkaart correct hebt geplaatst. Bestand(en) niet ontvangen Te weinig kaartruimte Vóór gebruik Informatie op het scherm Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Opname (informatieweergave) ● Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart van de doelcamera om beelden te ontvangen.
(20) Rode-ogencorrectie (= 46) (21) Flitsbelichtingscompensatie / flitsuitvoerniveau (= 72, = 76) (22) Datumstempel (= 43) (29) ISO-waarde (= 63) (30) Zoombalk (= 32) Afspelen (uitgebreide informatieweergave) Basishandleiding (31) Pictogram IS-modus (= 37) (8) (9) (10) (11) (12) (13) (14) (32) Knipperdetectie (= 48) Handleiding voor gevorderden Automatisch (= 40) (33) (23) AE-lock (=62), FE-lock (=72) (34) Belichtingsniveau (= 75) (24) Sluitertijd (= 74, = 75) (15) (35) MF-indicator (= 66) (2
(25) Witbalans (= 64) (26) Rode-ogencorrectie (= 46, = 94) Vóór gebruik Functies en menutabellen Basishandleiding Beschikbare of automatisch ingestelde functies worden aangegeven door zwarte pictogrammen, zoals . Niet-beschikbare functies worden aangegeven door grijze pictogrammen, zoals . ● Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als u beelden bekijkt op een tv (= 134).
/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Flitssterkteniveau (= 76) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Basishandleiding Handleiding voor gevorderden / 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Display wijzigen (= 27) / / / / / / / / / / / / / Av/Tv-instellingen (= 74, = 75) /
/ Menu FUNC.
Resolutie (= 45) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / *1 *2 *3 *4 *5 / / / / / / *5 / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /
AF-Punt Zoom (= 47) MF-Punt Zoom (= 66) Aan / / Vóór gebruik Aan / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Uit / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Handleiding voor gevorderden Uit / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Servo AF (= 69) Uit* / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /
Rode-Ogen Uit Aan / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Vóór gebruik / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Basishandleiding Afbeelding direct bekijken (= 49) Uit Handleiding voor gevorderden Weergavetijd / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Lamp Aan Aan/Uit / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Veiligheids FE / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /
Uit Raster (= 47) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Uit/Continu / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / *1 *2 *3 Aan / / / / / / / / Basishandleiding Handleiding voor gevorderden / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /
Tabblad Instellen Vóór gebruik Tabblad Afspelen Basishandleiding Item Zie pagina Item Zie pagina mute = 124 Digest-films weerg./afsp. = 80 Volume = 124 Diavoorstelling = 84 Hints en tips = 125 Wissen = 88 Datum/Tijd = 20 Beveilig = 85 Tijdzone = 125 Roteren = 90 Lens intrekken = 126 Favorieten = 91 Eco-modus = 126 Fotoboek instellen = 145 spaarstand = 26, = 126 i-Contrast = 94 LCD Helderheid = 127 Rode-Ogen Corr.
Tabblad Print Voorzorgsmaatregelen Vóór gebruik Basishandleiding Item Print Zie pagina – Sel. beeld & aantal = 144 Select. reeks = 144 Sel. alle beelden = 144 Wis alle selecties = 145 Print instellingen = 143 ● De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten.
Wi-Fi Specificaties Normen Cameraspecificaties Effectieve pixels in de camera (max.) Focuslengte lens LCD-monitor Bestandsformaat Gegevenstype Interface Stroombron Afmetingen (gebaseerd op CIPA-normen) Gewicht (gebaseerd op CIPA-normen) Verzendmethoden Communicatiestanden Circa 16 miljoen pixels 50x zoom: 4.3 (G) – 215.0 (T) mm (equivalent aan 35 mm-film: 24 (G) – 1200 (T) mm) Kleuren-TFT LCD 7,5 cm (3,0 in) Effectieve pixels: Circa 461.
● Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op richtlijnen voor metingen van de CIPA (Camera & Imaging Products Association). ● Onder bepaalde opnameomstandigheden zijn het aantal opnamen en de opnametijd lager dan hierboven is aangegeven. Opnametijd per geheugenkaart 34 min. 38 sec. Aantal opnamen per geheugenkaart Opnamepixels Compressieverhouding Opnametijd per geheugenkaart 8 GB 32 GB Beeldkwaliteit ● Aantal opnamen/tijd met een volledig opgeladen batterij.
Opnamebereik Opnamemodus Diafragma Scherpstelbereik Maximale groothoek ( ) Maximale telelens ( ) – 0 cm – oneindig 1,3 m – oneindig 5 cm – oneindig 1,3 m – oneindig 0 – 50 cm – 0 cm – oneindig 1,3 m – oneindig Andere standen * * * Niet beschikbaar in bepaalde opnamestanden. Snelheid van continue opname Opnamemodus Snelheid Circa 1,6 beelden/sec. Circa 10 beelden/sec. f/nummer [ ]-modus, automatisch ingesteld bereik 1 – 1/2000 sec.
Index A Aangepaste witbalans 64 Aansluiting 134, 135, 140 Accessoires 132 AE lock 62 Afdrukken 140 AF-kaders 68 AF lock 70 Afspelen → Bekijken AF Tracking 69 Auto-modus (opnamemodus) 22, 32 Av (opnamemodus) 75 AV-kabel 134 B Batterij Eco-modus 126 Niveau 153 Opladen 18 Spaarstand 26 Batterijen → Datum/tijd (datum/tijd-batterij) Spaarstand 26 Batterijlader 2, 132 Beelden Afspelen → Bekijken Beveiligen 85 Weergaveduur 49 Wissen 88 Beelden opslaan op een computer 105, 138 Beelden verzenden 117 Beelden verzend
I P i-Contrast 63, 94 Indicator 30, 48, 49 Inhoud van de verpakking 2 ISO-waarde 63 P (opnamemodus) 61 PictBridge 133, 140 Portret (opnamemodus) 53 Postereffect (opnamemodus) 54 Problemen oplossen 147 Programma AE 61 K Kleur (witbalans) 64 Klok 31 Knipoogdetectie (opnamemodus) 58 Knipperdetectie 48 L Lichtnet 135 M M (opnamemodus) 75 Macro (scherpstelbereik) 66 Meetmethode 62 Menu Basishandelingen 29 Tabel 154 Menu FUNC.
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN) ● Landen en regio's waar WLAN-gebruik is toegestaan - Gebruik van WLAN is beperkt in bepaalde landen en regio's, en illegaal gebruik kan strafbaar zijn volgens nationale of lokale voorschriften. Om te voorkomen dat u de voorschriften met betrekking tot WLAN schendt, controleert u op de website van Canon waar het gebruik is toegestaan.
Als de veiligheidsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen zich de volgende problemen voordoen. ● Bekijken van de overdracht Derden met slechte bedoelingen kunnen Wi-Fi-overdrachten opsporen en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt. ● Ongeoorloofde netwerktoegang Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of vernietigen.