Operation Manual

118
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen
Zet de standaardinstellingen van Wi-Fi terug als u niet meer eigenaar bent
van de camera of als u deze weggooit.
Door de Wi-Fi-instellingen te resetten worden ook alle instellingen voor
webservices gewist. Als u deze optie wilt gebruiken, moet u zeker weten
dat u alle Wi-Fi-instellingen wilt resetten.
1
Kies [Instellingen Wi-Fi].
Druk op de knop [ ] en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [ ]
(
=
28).
2
Kies [Instellingen resetten].
Druk op de knoppen [ ][ ] om
[Instellingen resetten] te selecteren en
druk vervolgens op de knop [ ].
3
Herstel de standaardinstellingen.
Druk op de knoppen [ ][ ] om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop [ ].
De standaardinstellingen van Wi-Fi zijn
nu gereset.
Om andere standaardinstellingen te resetten (behalve Wi-Fi),
kiest u [Reset alle] op het tabblad [
] (
=
125).
De bijnaam van het apparaat wijzigen
U kunt de bijnaam van het apparaat die op het aangesloten apparaat wordt
weergegeven, wijzigen.
1
Kies [Instellingen Wi-Fi].
Druk op de knop [ ] en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [ ]
(
=
28).
2
Selecteer [Bijnaam apparaat
veranderen].
Druk op de knoppen [ ][ ] om [Bijnaam
apparaat veranderen] te selecteren en
druk vervolgens op de knop [ ].
3
Wijzig de bijnaam van het apparaat.
Druk op de knop [ ]. Gebruik het
weergegeven toetsenbord om een
nieuwe bijnaam in te voeren (
=
29).
Er wordt een bericht weergegeven als de bijnaam die u invoert,
met een symbool of spatie begint. Druk op de knop [
] en voer
een andere bijnaam in.
U kunt de bijnaam wijzigen wanneer u Wi-Fi voor de eerste keer
gebruikt door het invoerveld te selecteren op het scherm [Bijnaam
apparaat] dat wordt weergegeven, op de knop [
] te drukken en
het weergegeven toetsenbord te gebruiken.