Operation Manual

58
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Opnamen maken met Programma
automatische belichting ([P]-modus)
Foto’s
Films
U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete
opnamestijl.
1
Open de modus [ ].
Voer de stappen 1–2 in “Specieke
scènes” (
=
50) uit en kies [ ].
2
Pas de instellingen naar wens aan
(=
59 – =
69) en maak een
opname.
Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer
u de ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de
diafragmawaarde in het oranje weergegeven. Probeer in dit geval
de ISO-waarde aan te passen (
=
60) of de itser te activeren
(bij donkere onderwerpen,
=
67) om zo de juiste belichting te
verkrijgen.
U kunt ook lms opnemen in de modus [
] door op de lmknop
te drukken. Sommige FUNC.- (
=
27) en MENU-instellingen
(
=
28) kunnen echter automatisch worden aangepast voor
lmopnamen.
P-modus
Meer veeleisende foto’s in de opnamestijl van uw voorkeur
In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de modusschakelaar is
ingesteld op [ ] en de modus op [ ].
[
]: Programma AE; AE: Automatische belichting
Voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een
andere modus dan [
], dient u te controleren of de functie in die
modus beschikbaar is (
=
149).