Operation Manual
66
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Opnamen maken met Servo AF
Foto’s
Films
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en
de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
1
Congureer de instelling.
● Druk op de knop [ ], selecteer
[Servo AF] op het tabblad [ ] en
selecteer vervolgens [Aan] (
=
28).
2
Stel scherp.
● De focus en belichting blijven behouden
als het blauwe AF-kader wordt
weergegeven wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
● In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk niet
scherpstellen.
● In omstandigheden met weinig licht wordt Servo AF mogelijk
niet geactiveerd (en worden de AF-kaders mogelijk niet blauw)
wanneer u de ontspanknop half indrukt. In dat geval worden
de focus en belichting ingesteld overeenkomstig de opgegeven
modus voor AF Frame.
● Als er geen correcte belichting kan worden verkregen, worden
de sluitertijd en de diafragmawaarde in het oranje weergegeven.
Laat de ontspanknop los en druk deze opnieuw half in.
● [AF-Punt Zoom] op het tabblad [
] (
=
28) is niet
beschikbaar.
● Niet beschikbaar als u de zelfontspanner gebruikt (
=
38).
● De camera kan zelfs onderwerpen detecteren wanneer
u de ontspanknop half ingedrukt houdt zonder op de
knop [
] te drukken. Nadat u de opname hebt gemaakt,
wordt [
] weergegeven in het midden van het scherm.
Centrum
Foto’s
Films
Eén AF-kader wordt in het midden weergegeven. Effectief voor
betrouwbaar scherpstellen.
● Een geel AF-kader wordt weergegeven met [ ] als de camera
niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
● Druk op de knop [ ] en stel [AF kader afm.] op het
tabblad [
] in op [Klein] (
=
28) om de afmetingen van het
AF-kader te verkleinen.
● De afmeting van het AF-kader wordt ingesteld op [Normaal]
wanneer u de digitale zoom (
=
37) of de digitale telelens
(
=
64) gebruikt.
● Om composities te maken met de onderwerpen aan de rand of
in een hoek, richt u de camera eerst zo dat u het onderwerp in
het AF kader ziet en vervolgens houdt u de ontspanknop half
ingedrukt. Terwijl u de ontspanknop half ingedrukt blijft houden,
creëert u de gewenste compositie en vervolgens drukt u de
ontspanknop helemaal in (Focusvergrendeling).
● De positie van het AF-kader wordt vergroot wanneer u de
ontspanknop half indrukt als [AF-Punt Zoom] (
=
44) is
ingesteld op [Aan].