Operation Manual
95
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu
Deze stappen leggen uit hoe u de camera als toegangspunt kunt
gebruiken, maar u kunt ook een bestaand toegangspunt gebruiken
(
=
97).
1
Installeer Camera Connect.
● Voor een iPhone, iPad of iPod touch vindt
u Camera Connect in de App Store en
downloadt en installeert u de app.
● Voor Android-smartphones vindt
u Camera Connect in Google Play en
downloadt en installeert u de app.
2
Open het Wi-Fi-menu.
● Druk op de knop [ ] om de camera aan
te zetten.
● Druk op de knop [
].
● Als het scherm [Bijnaam apparaat]
wordt weergegeven, selecteert u [OK]
(
=
94).
3
Selecteer [ ].
● Druk op de knoppen [ ][ ] om [ ] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
6
Kies de smartphone waarmee
u verbinding wilt maken.
● Druk op de knoppen [ ][ ] om de
smartphone te selecteren en druk daarna
op de knop [ ].
● Nadat een verbinding met de smartphone
tot stand is gebracht, wordt de naam
van de smartphone weergegeven op de
camera. (Dit scherm sluit na ongeveer
een minuut.)
7
Importeer afbeeldingen.
● Gebruik de smartphone om beelden
vanaf de camera naar de smartphone te
importeren.
● Gebruik de smartphone om de verbinding
te beëindigen. De camera wordt
automatisch uitgeschakeld.
● Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in de
camera zitten.
● U kunt de bijnaam van de camera die op het scherm wordt
weergegeven, wijzigen in stap 2 (
=
94).
● Voor betere beveiliging kunt u een wachtwoord laten weergeven op
het scherm bij stap 3. U doet dit door MENU (
=
28) te openen
en tabblad [
] > [Instellingen Wi-Fi] > [Wachtwoord] > [Aan] te
selecteren. Voer in dit geval bij stap 4 in het wachtwoordveld op
de smartphone het wachtwoord in dat wordt weergegeven op de
camera.
● Er kan één smartphone worden toegewezen aan de knop [
].
Als
u een andere smartphone wilt toewijzen, wist u eerst
de huidige via MENU (
=
28) > tabblad [
] > [Mobiele
apparaatverbinding].
● Niet alle NFC-compatibele smartphones hebben een
N-teken (
). Raadpleeg de handleiding van de smartphone
voor meer informatie.