Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Gebruikershandleiding Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen NEDERLANDS • Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte “Veiligheidsmaatregelen” (= 8), voordat u de camera in gebruik neemt. • Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct te gebruiken.
Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier. Camera Polsriem Batterij NB-6LH Introductiehandleiding Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE Canon garantiesysteemboekje • Een geheugenkaart is niet bijgesloten (= 2). Compatibele geheugenkaarten De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht de capaciteit, worden gebruikt.
Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt • Opnamemodi en pictogrammen en tekst op het scherm worden tussen haakjes weergegeven. • : Wat u beslist moet weten • : Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik • =xx: Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx” voor een paginanummer) • De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de standaardinstellingen is ingesteld.
Vóór gebruik zz Aan de controleknop draaien is één Scherm (LCD-monitor) Luidspreker AV OUT (audio/video-uitgang) / DIGITAL-aansluiting HDMITM-aansluiting Programmakeuzewiel Knop <1 (afspeelknop)> Controleknop Knop / / Links Indicator Knop Knop < (Mobiele apparaatverbinding)> Knop / < (Wi-Fi)> / Omhoog Knop / Rechts FUNC.
Inhoudsopgave Inhoud van de verpakking................. 2 Compatibele geheugenkaarten......... 2 Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie........................... 2 Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt............. 3 Inhoudsopgave.................................. 5 Algemene bediening camera............ 7 Veiligheidsmaatregelen..................... 8 Basishandleiding............ 11 Voordat u begint..............................
Accessoires..............................154 Systeemoverzicht.......................... 155 Optionele accessoires................... 156 Optionele accessoires gebruiken....................................... 157 De software gebruiken.................. 160 Beelden afdrukken........................ 163 Bijlage........................................171 Problemen oplossen..................... 172 Berichten op het scherm............... 175 Informatie op het scherm.............. 178 Functies en menutabellen....
Algemene bediening camera 4 Vóór gebruik Speciale effecten toepassen Basishandleiding Opnamen maken Handleiding voor gevorderden zz Door de camera bepaalde instellingen gebruiken (Auto-modus, modus Hybride automatisch).................................... 28, 30 zz Verschillende effecten bekijken die zijn toegepast op elke opname met behulp van door de camera bepaalde instellingen (modus Creatieve opname)..................................................................
1 Weergeven zz Beelden bekijken (afspeelmodus)......................................................... 89 zz Automatisch afspelen (Diavoorstelling)................................................. 96 zz Op een tv............................................................................................ 157 zz Op een computer................................................................................ 161 zz Snel door beelden bladeren..................................................................
• Kijk niet door de zoeker (als uw model een zoeker heeft) naar een sterke lichtbron, zoals de zon op een heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron. Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten. • Raak het product niet aan tijdens onweer als de stekker in het stopcontact zit. Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Stop onmiddellijk met het gebruik van het product en kom niet in de buurt van het product. • Gebruik alleen de aanbevolen batterij/batterijen.
• Wanneer u optionele lenzen, lensfilters of filteradapters (indien van toepassing) gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat deze accessoires goed vastzitten. Als het lensaccessoire losraakt en valt, kan het barsten waarna de glassplinters snijwonden kunnen veroorzaken. • Haal een batterijlader die u voor het product gebruikt, uit het stopcontact wanneer deze niet gebruikt wordt. Bedek de lader niet met een doek of andere voorwerpen wanneer deze gebruikt wordt.
Vóór gebruik Basishandleiding Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot opnamen maken en afspelen Andere opnamemodi P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Voordat u begint................................................ 12 De riem bevestigen................................................ 12 De camera vasthouden..........................................
Voordat u begint Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt. De riem bevestigen Vóór gebruik De batterij opladen Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de batterij eerst oplaadt. 1 Plaats de batterij. zz Steek het uiteinde van de riem door de zz Zorg eerst dat de markering op de opening van de riem ( ) en haal het andere uiteinde van de riem door het oog aan het draadeinde ( ).
Vóór gebruik 2 Plaats de batterij. • Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij te beschermen en in goede staat te houden. • Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag u de lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben. • Zie “Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd” (= 189) voor meer informatie over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig opgeladen batterij.
• Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (= 190) voor richtlijnen over hoeveel foto’s of uren aan opnamen op één geheugenkaart passen. De batterij en geheugenkaart verwijderen Verwijder de batterij. zz Open het klepje en duw de batterijvergrendeling in de richting van de pijl. zz De batterij wipt nu omhoog. 2 Stel de datum en tijd in. zz Druk op de knoppen om een optie te selecteren. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om de datum en tijd op te geven.
De datum en tijd wijzigen Wijzig de datum en tijd als volgt. 1 Open het cameramenu. zz Druk op de knop . 2 Kies [Datum/Tijd]. zz Beweeg de zoomhendel om het tabblad [3] te selecteren. Vóór gebruik Weergavetaal U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen. 1 Open de afspeelmodus. zz Druk op de knop <1>. 2 Open het instellingenscherm. zz Houd de knop ingedrukt en druk direct op de knop .
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen Als u uw camera afdankt, verwijdert u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij in overeenstemming met plaatselijke voorschriften. 1 Schroef de schroeven van de Vóór gebruik 4 Verwijder de printplaat. zz Schroef de schroeven los waarmee de printplaat aan de camerabody vastzit. zz Trek de datakabel naar buiten en verwijder de printplaat. behuizing los en verwijder de achterste afdekking.
De camera testen Foto’s 3 Kies de compositie. Films zz Om in te zoomen en het onderwerp te vergroten, duwt u de zoomknop naar (telelens) en om uit te zoomen duwt u de knop naar (groothoek). Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of filmopnamen te maken en deze daarna te bekijken. 4 Maak de opname. Opnamen maken (Smart Auto) Foto’s maken Stel scherp.
zz Houd de camera stil tot het sluitergeluid stopt. zz Nadat de opname is weergegeven, schakelt de camera weer over naar het opnamescherm. Films opnemen Start met opnemen. zz Druk op de filmknop. Zodra de camera Verstreken tijd met opnemen begint, hoort u één pieptoon en verschijnen [ REC] en de verstreken tijd op het scherm. zz Er verschijnen zwarte balken aan de boven- en onderkant van het scherm en het onderwerp wordt iets vergroot.
Vóór gebruik zz Films zijn herkenbaar aan het pictogram ]. Ga naar stap 3 als u films [ wilt afspelen. Beelden wissen U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. 1 Selecteer het beeld dat 3 Films afspelen zz Druk op de knop , kies [ ] (druk op de knoppen of draai aan de knop <5>) en druk vervolgens opnieuw op de knop . zz Het afspelen begint en na de film ].
Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te genieten, inclusief opties voor opnemen en afspelen Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Aan/Uit................................................................ 21 Spaarstandfuncties (Automatisch Uit).................... 21 Ontspanknop..
Aan/Uit Spaarstandfuncties (Automatisch Uit) Opnamemodus zz Druk op de ON/OFF-knop om de camera in te schakelen en gereed te maken om op te nemen. zz Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen. Afspeelmodus zz Druk op de knop <1> om de camera in te schakelen en uw foto’s te bekijken. zz Om de camera uit te schakelen drukt u opnieuw op de knop <1>. • Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u op de knop <1>.
Ontspanknop Vóór gebruik Opnamemodi Om de scherpte van uw foto’s te waarborgen, houdt u de ontspanknop altijd eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop helemaal in om de foto te maken. In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven als de knop half of helemaal indrukken. Gebruik het programmakeuzewiel om de gewenste opnamemodus te openen.
Opties opnameweergave Druk op de knop om andere informatie weer te geven op het scherm of om de informatie te verbergen. Zie “Informatie op het scherm” (= 178) voor meer informatie over de weergegeven gegevens. Het menu FUNC. gebruiken Configureer veelgebruikte functies als volgt via het menu FUNC. Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (= 182–183) of afspeelmodus (= 188). 1 Open het Menu FUNC. zz Druk op de knop .
3 Selecteer een optie. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om een optie te selecteren. zz Opties met het pictogram [ ] kunnen worden geconfigureerd door op de knop te drukken. zz Druk op de knop om terug te gaan naar de menu-items. Menu’s gebruiken Configureer verschillende camerafuncties als volgt via overige menu’s. De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen maken [4], afspelen [1] enzovoort.
3 Selecteer een menu-item. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om een menu-item te selecteren. zz Bij menu-items met opties die niet worden weergegeven, drukt u eerst op de knop of om van scherm te wisselen en daarna drukt u op de knoppen of draait u aan de knop <5> om het menu-item te selecteren. zz Druk op de knop om terug te keren naar het vorige scherm. 4 Selecteer een optie. zz Druk op de knoppen om een optie te selecteren.
Indicatorweergave Klok De indicator op de achterkant van de camera (= 4) brandt of knippert afhankelijk van de status van de camera.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Auto-modus/Modus Hybride automatisch Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het maken van opnamen Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Opnamen maken met door de camera bepaalde instellingen...................................... 28 Opnamen maken (Smart Auto)..............................
Opnamen maken met door de camera bepaalde instellingen 3 Kies de compositie. zz Om snel in of uit te zoomen beweegt u de Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specifieke composities. Foto’s Zoombalk zoomknop helemaal naar (telelens) of (groothoek) en om langzaam in of uit te zoomen, beweegt u de zoomknop een beetje in de gewenste richting. Films 1 Schakel de camera in.
zz Als [Flitser Opklappen] op het scherm verschijnt, verschuift u de schakelaar om de flitser uit te klappen. De flitser flitst wanneer u een opname maakt. Als u liever geen flitser gebruikt, drukt u de flitser met uw vinger omlaag. Maak de opname. zz Druk de ontspanknop helemaal naar beneden. zz Wanneer de camera de opname maakt, hoort u het sluitergeluid en wanneer er weinig licht is, gaat de flitser, als u deze hebt uitgeklapt, automatisch af. zz Houd de camera stil tot het sluitergeluid stopt.
Foto’s Films Opnamen maken in de modus Hybride automatisch U kunt eenvoudig een korte film van de dag maken door foto’s te maken. De camera neemt voor elke opname clips van 2–4 seconden op van scènes, die later worden gecombineerd in een digest-film. 1 Open de modus [ ]. zz Volg stap 2 bij “Opnamen maken (Smart Auto)” (= 28) en kies [ ]. 2 Kies de compositie. zz Volg stap 3–4 bij “Opnamen maken (Smart Auto)” (= 28) om de compositie te kiezen en scherp te stellen.
Vóór gebruik Foto’s/films • Als de camera wordt ingeschakeld terwijl de knop wordt ingedrukt, maakt de camera geen geluid meer. U geeft geluiden opnieuw weer door op de knop te drukken en [mute] te kiezen op het tabblad [3]. Druk vervolgens op de knoppen om [Uit] kiezen. Foto’s • Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat de beelden mogelijk onscherp worden door camerabewegingen. Bevestig in dat geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden.
Foto’s Vóór gebruik Films Compositiepictogrammen In de standen [ ] en [ ] wordt de door de camera vastgestelde compositie aangeduid met een pictogram op het scherm. De bijbehorende instellingen voor optimale scherpstelling, helderheid en kleur van het onderwerp worden automatisch geselecteerd. Afhankelijk van de compositie worden er mogelijk continu beelden vastgelegd (= 33).
Scènes voor continu-opname Als u een foto neemt wanneer de volgende compositiepictogrammen worden weergegeven, neemt de camera continu-opnamen. Als u de ontspanknop half indrukt wanneer een van de pictogrammen in onderstaande tabel wordt weergegeven, wordt een van de volgende pictogrammen weergegeven om u te laten weten dat de camera continu beelden zal opnemen: [ ], [ ], of [W].
Foto’s Films Kaders op het scherm Zodra de camera in de modus [ ] onderwerpen waarneemt waarop u de camera richt, worden verschillende kaders weergegeven. • Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven en om andere gezichten die zijn herkend worden grijze kaders weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden.
Vóór gebruik • Als u de digitale zoomfunctie wilt uitschakelen, kiest u MENU (= 24) > tabblad [4] > [Digitale Zoom] > [Uit]. Foto’s Films Terughalen van onderwerpen die na het zoomen zijn verdwenen (Hulp bij kader – Zoeken) Als u een onderwerp tijdens het inzoomen uit het oog verliest, kunt u het gemakkelijker terugvinden door even uit te zoomen. 1 Kijk waar het verdwenen onderwerp zich bevindt. zz Houd de knop < > ingedrukt.
3 Kies het gezicht. zz Zodra er gezichten worden gedetecteerd, verschijnt [ ]. zz Als er meerdere gezichten worden gedetecteerd, drukt u op de knop om het gewenste onderwerp te kiezen. zz [ ] wordt weergegeven rond het gezicht dat de camera in hetzelfde formaat blijft weergeven. 4 Maak de opname. zz Zelfs nadat u een opname heeft gemaakt, wordt [ ] in een constant formaat weergegeven rond het gezicht. zz Om weergave van gezichten in een constant formaat te annuleren, drukt u nogmaals op de knop < >.
Vóór gebruik • Zoomen is niet mogelijk terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Foto’s Films De zelfontspanner gebruiken Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de ontspanknop indrukt. 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop
, kies []] (druk op de knoppen of draai aan de knop <5>) en druk vervolgens op de knop . zz Als de instelling is voltooid, wordt []] weergegeven.
Foto’s Films De zelfontspanner aanpassen U kunt de vertraging (0–30 seconden) en het aantal opnamen (1–10 opnamen) aangeven. 1 Selecteer [$]. zz Voer stap 1 uit in “De zelfontspanner gebruiken” (= 37), kies [$] en druk daarna direct op de knop . 2 Configureer de instelling. zz Druk op de knoppen om [Vertraging] of [Beelden] te selecteren. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om een waarde te selecteren. Druk vervolgens op de knop .
Vóór gebruik • Opnamen die zonder datumstempel zijn gemaakt, kunnen als volgt met stempel worden afgedrukt. Als u echter een datumstempel toevoegt aan beelden die al van deze informatie zijn voorzien, kan het gevolg zijn dat deze tweemaal wordt afgedrukt. - Gebruik de printerfuncties om af te drukken (= 163) - Gebruik de DPOF-afdrukinstellingen (= 167) van uw camera om af te drukken.
Gezichts-ID gebruiken Als u van tevoren een persoon had geregistreerd, zal de camera bij het maken van foto’s het gezicht van die persoon detecteren en de scherpstelling, helderheid en kleur voor die persoon instellen. In modus [ ] kan de camera baby’s en kinderen waarnemen op basis van geregistreerde verjaardagen. Zo kunt u met de optimale instellingen opnamen van hen maken. Deze functie is ook nuttig wanneer u in een groot aantal foto’s naar een specifieke geregistreerde persoon zoekt (= 93).
2 Gezichtsgegevens registreren. zz Richt de camera zodanig dat het gezicht van de persoon die u wilt registreren zich binnen het grijze kader midden op het scherm bevindt. zz Een wit kader over het gezicht van de persoon geeft aan dat het gezicht is herkend. Zorg dat er een wit kader rond het gezicht van de persoon wordt weergegeven en maak een foto. zz Als het gezicht niet wordt herkend, kunt u geen gezichtsgegevens registreren.
4 Sla de instellingen op. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [Opslaan] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . zz Nadat er een bericht wordt weergegeven, drukt u op de knoppen of draait u aan de knop <5> om [Ja] te selecteren. Vervolgens drukt u op de knop . 5 Gezichtsgegevens doorlopend registreren. zz Voor het registreren van maximaal vier extra punten met gezichtsinformatie (uitdrukkingen of hoeken) herhaalt u stap 2.
• Geregistreerde personen worden mogelijk niet correct gedetecteerd als het vastgelegde beeld of de compositie aanzienlijk afwijkt van de geregistreerde gezichtsgegevens. • Als een geregistreerd gezicht niet wordt gedetecteerd, of niet snel wordt gedetecteerd, overschrijft u de geregistreerde gegevens met de nieuwe gezichtsgegevens. Door voorafgaand aan het maken van foto’s de gezichtsinfo te registreren, worden geregistreerde gezichten sneller gedetecteerd.
Vóór gebruik zz Als u gezichtsgegevens wilt controleren, kiest u [Gezicht info lijst] (druk op de knoppen of draai aan de knop <5>) en drukt u vervolgens op de knop . Druk op de knop die op het scherm wordt weergegeven. Kies de gezichtsinformatie die u wilt wissen door op de knoppen te drukken of door aan de knop <5> te draaien. Druk vervolgens op de knop .
3 Selecteer de te overschrijven gezichtsinfo. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om de gezichtsgegevens te selecteren die u wilt overschrijven en druk vervolgens op de knop . 4 Gezichtsgegevens registreren. Vóór gebruik Geregistreerde gegevens wissen U kunt informatie (gezichtsinfo, namen, verjaardagen) wissen die met Gezichts-ID is vastgelegd. Namen die in eerder genomen beelden zijn vastgelegd, worden echter niet gewist. 1 Open het scherm [Info wissen].
Functies voor de beeldaanpassing Foto’s De verhouding wijzigen Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt: Foto’s De beeldresolutie wijzigen (grootte) Kies als volgt uit 4 niveaus voor beeldresolutie. Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (= 190) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke resolutie-instelling op een geheugenkaart passen. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 23).
Foto’s Rode-ogencorrectie Rode ogen op beelden die met de flitser zijn gemaakt, kunnen als volgt automatisch worden gecorrigeerd. 1 Open het scherm [Flits Instellingen]. Foto’s Groenige beeldgebieden door kwiklampen corrigeren In de modus [ ] kunnen de onderwerpen of de achtergrond bij opnamen van avondscènes die door kwiklampen worden verlicht een groenige zweem vertonen. Deze groenige zweem kan automatisch worden gecorrigeerd door opnamen te maken met behulp van Witbalans voor meerdere gebieden.
Films Beeldkwaliteit van films wijzigen Er zijn 4 instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Opnametijd per geheugenkaart” (= 190) voor richtlijnen voor de maximale filmlengte die bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 23). zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze ].
Foto’s Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te drukken, waardoor het gedeelte van het beeld waarop is scherpgesteld in het AF-kader wordt vergroot. 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , selecteer [AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] en selecteer vervolgens [Aan] (= 24). Foto’s Controleren op gesloten ogen [ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien hun ogen dicht hebben.
De camerabewerkingen aanpassen Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad MENU [4]. Zie “Menu’s gebruiken” (= 24) voor instructies over menufuncties. Foto’s Het AF-hulplicht uitschakelen U kunt de lamp, die normaal als u de ontspanknop half indrukt gaat branden als hulp bij het scherpstellen, uitschakelen in omstandigheden met weinig licht. zz Druk op de knop , kies [AF‑hulplicht] op het tabblad [4] en kies [Uit] (= 24).
Foto’s De weergavestijl van het beeld na opnamen wijzigen Vóór gebruik Het weergegeven scherm na de opname wijzigen Wijzig als volgt de manier waarop beelden na de opname worden weergegeven. U kunt instellen hoe lang na de opname beelden worden weergegeven en welke informatie wordt weergegeven. 1 Stel [Weergavetijd] in op De weergaveduur van het beeld na opnamen wijzigen 2 Configureer de instelling. [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten] (= 51).
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Andere opnamemodi Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere opnamen met unieke beeldeffecten of vastgelegd met speciale functies Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Genieten van diverse beelden van elke opname (Creatieve opname)................... 53 Helderheid/kleur aanpassen (Directe effecten)...................................
Vóór gebruik Foto’s Genieten van diverse beelden van elke opname (Creatieve opname) De camera bepaalt het onderwerp en de opnameomstandigheden. Daarbij worden automatisch speciale effecten toegepast en de compositie van de opname aangepast om het onderwerp te benadrukken. Voor elke opnamen worden zes foto’s opgeslagen. U kunt meerdere foto’s met effecten vastleggen met door de camera bepaalde instellingen. 1 Open de modus [ ].
Foto’s Films Helderheid/kleur aanpassen (Directe effecten) Bewegende onderwerpen (Sport) Basishandleiding Maak continu-opnamen terwijl de camera scherpstelt op bewegende onderwerpen. U kunt de beeldhelderheid en -kleuren eenvoudig op de volgende manier tijdens het opnemen aanpassen. 1 Open de modus [ Vóór gebruik Foto’s ]. zz Stel het programmakeuzewiel in op [ 1 Open de modus [ ]. zz Stel het programmakeuzewiel in op [ Basishandelingen van de camera ].
• In de modus [ ] kunnen de beelden korrelig lijken omdat de ISO-waarde (= 71) wordt verhoogd om bij de opnameomstandigheden te passen. • Zie “Opnamebereik” (= 190) voor meer informatie over het opnamebereik in de modus [ ]. • Na het maken van continu-opnamen kan een vertraging optreden voordat u opnieuw opnamen kunt maken. Door sommige typen geheugenkaarten kan er zelfs een nog grotere vertraging optreden voor uw volgende opname. U kunt het beste SD Speed Class 6-geheugenkaarten of hoger gebruiken.
Vóór gebruik Foto’s Avondcomposities maken zonder statief (Nachtscene handmatig) Foto’s Films tVuurwerk fotograferen (Vuurwerk) zz Levendige foto’s van vuurwerk. Foto’s Opnamen maken bij weinig licht (Weinig licht) zz Opnamen maken met minimale beweging van de camera en het onderwerp, zelfs in omstandigheden met weinig licht. Foto’s Films P Opnamen maken in sneeuwlandschappen (Sneeuw) zz Heldere foto’s met natuurlijke kleuren van mensen tegen een besneeuwde achtergrond.
Vóór gebruik Beeldeffecten (Creatieve filters) Foto’s 1 Open de modus [ ]. zz Stel het programmakeuzewiel in op [ 2 Selecteer een opnamemodus. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu en kies een opnamemodus (= 23). Films Opnamen maken in levendige kleuren (Extra levendig) Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen. zz Opnamen met rijke, levendige kleuren. ].
Foto’s Foto’s Opnamen maken met het effect van een visooglens (Fisheye-effect) 1 Selecteer [ ]. (Creatieve filters)” (= 57) en kies [ Basishandleiding Foto’s die lijken op een miniatuurmodel (Miniatuureffect) Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens. zz Volg stap 1–2 bij “Beeldeffecten Vóór gebruik Films ]. 2 Kies een effectniveau. zz Druk op de knop , kies een effectniveau (druk op de knoppen of draai aan de knop <5>) en druk nogmaals op de knop .
4 Ga terug naar het opnamescherm en maak de opname. zz Druk op de knop om terug te keren naar het opnamescherm en maak de opname. Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd (voor clips van één minuut) Snelheid Opnamen maken met een speelgoedcameraeffect (Speels effect) Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage hoeken) en de algehele kleur wordt aangepast. zz Volg stap 1–2 bij “Beeldeffecten Circa 12 sec.
Foto’s Foto’s Opnamen met een soft-focuseffect (Creatieve filters)” (= 57) en kies [ ]. ]. 2 Selecteer een kleurtoon. 2 Kies een effectniveau. zz Druk op de knop , kies een zz Druk op de knop , kies een kleurtoon (druk op de knoppen of draai aan de knop <5>) en druk nogmaals op de knop . zz U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. effectniveau (druk op de knoppen of draai aan de knop <5>) en druk nogmaals op de knop .
Foto’s Automatisch opnamen maken na gezichtsdetectie (Smart Shutter) Automatisch opnemen na glimlachdetectie Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt. 1 Selecteer [ ]. zz Voer de stappen 1–2 in “Specifieke scènes” (= 55) uit en kies [ ]. Druk daarna op de knop . zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop .
Foto’s De knipoogdetectie gebruiken Richt de camera op een persoon en druk de ontspanknop helemaal naar beneden. De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een knipoog wordt gedetecteerd. 1 Selecteer [ ]. zz Voer de stappen 1–2 in “Specifieke scènes” (= 55) uit en kies [ ]. Druk daarna op de knop . zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . 2 Kies de compositie en druk de ontspanknop half in.
Foto’s De gezicht-zelfontspanner gebruiken Ongeveer twee seconden nadat het gezicht van een andere persoon (zoals de fotograaf) het opnamegebied betreedt, maakt de camera een foto (= 76). Dit is handig wanneer u zelf ook op een groepsfoto of een vergelijkbare foto wilt staan. 1 Selecteer [ ]. zz Voer de stappen 1–2 in “Specifieke scènes” (= 55) uit en kies [ ]. Druk daarna op de knop . zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop .
Foto’s Snel na elkaar continue opnamen maken (High-speedburst HQ) U kunt een serie opnamen maken die elkaar snel opvolgen door de ontspanknop volledig in te drukken. Zie “Snelheid van continue opnamen” (= 190) voor meer informatie over de snelheid van continu-opnamen. 1 Selecteer [ ]. zz Voer de stappen 1–2 in “Specifieke scènes” (= 55) uit en kies [ ]. Vóór gebruik • • • • HQ: High Quality (hoge kwaliteit) Focus, beeldhelderheid en kleur worden bij de eerste opname vastgesteld.
Verschillende films opnemen Films Films Films maken in de modus [E] 1 Open de modus [E]. zz Stel het programmakeuzewiel in op [E]. zz Er verschijnen zwarte balken aan de boven- en onderkant van het scherm en het onderwerp wordt iets vergroot. De zwarte balken geven beeldgebieden aan die niet worden vastgelegd. 2 Configureer de instellingen zo dat ze passen bij de film (= 180–183). 3 Maak de opname. zz Druk op de filmknop. zz Druk nogmaals op de filmknop om de filmopname te stoppen.
Films iFrame-films opnemen Maak filmopnamen die kunnen worden bewerkt met software of apparaten die compatibel zijn met iFrame. Met de software (= 160) kunt u snel uw iFrame-films bewerken, opslaan en beheren. 1 Selecteer [ ]. zz Stel het programmakeuzewiel in op . zz Druk op de knop , selecteer [E] in het menu en selecteer vervolgens [ ] (= 23). zz Zwarte balken aan de boven- en onderkant van het scherm geven aan welke gebieden niet worden opgenomen. 2 Maak de opname (= 65).
Vóór gebruik Framesnelheid Beeldkwaliteit Afspeeltijd (voor een clip van 30 seconden) Basishandleiding 240 fps (320 x 240) Circa 4 min. Handleiding voor gevorderden 120 fps (640 x 480) Circa 2 min. Basishandelingen van de camera • Zoomen is niet beschikbaar tijdens het opnemen, zelfs niet wanneer u de zoomknop gebruikt. • De focus, belichting en kleur worden vastgesteld wanneer u op de filmknop drukt. • Wanneer u de film afspeelt (= 89), wordt deze afgespeeld in slow motion.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden P-modus Basishandelingen van de camera Meer veeleisende foto’s in de opnamestijl van uw voorkeur Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Tv-, Av- en M-modus • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat het programmakeuzewiel is ingesteld op de modus [G].
Foto’s Films Opnamen maken met programma automatische belichting ([P]-modus) U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl. 1 Open de modus [G]. zz Stel het programmakeuzewiel in op [G]. 2 Pas de instellingen naar wens aan (= 69–83) en maak een opname. • Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in oranje weergegeven.
Foto’s Belichting en helderheid van beeld vergrendelen (AE lock) Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt de focus en belichting afzonderlijk instellen. Foto’s De meetmethode wijzigen U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 2 3). zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven.
Foto’s De ISO-waarde wijzigen zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 23). zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Foto’s De helderheid corrigeren (i-Contrast) Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid.
Beeldkleuren Foto’s Foto’s Films De witbalans aanpassen Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 23). zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Auto Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld voor de opnameomstandigheden. Dag Licht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Foto’s Films De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors) U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden converteren naar sepia of zwart-wit. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 23). zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. My Colors uit Levendig Neutraal – De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging, voor scherpere beelden.
Opnamebereik en scherpstellen Foto’s Foto’s Close-ups maken (macro) Stel de camera in op [e] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die zich dichtbij bevinden. Zie “Opnamebereik” (= 190) voor meer informatie over het scherpstelbereik. Films Opnamen maken in de modus Handmatig scherpstellen Gebruik handmatig scherpstellen wanneer automatisch scherpstellen niet mogelijk is.
• Wanneer u handmatig scherpstelt, is de modus AF-kader (= 76) ingesteld op [Centrum] en de afmetingen van het AF-kader (= 76) op [Normaal]. Deze instellingen kunnen niet worden gewijzigd. • Scherpstellen is mogelijk bij gebruik van digitale zoom (= 34) of de digitale telelens (= 75), of bij gebruik van een tv als beeldscherm (= 159), maar de vergrote weergave zal niet verschijnen. • U kunt de camera op een statief plaatsen om deze te stabiliseren en nauwkeuriger scherp te stellen.
Foto’s Films De modus AF Frame wijzigen Foto’s Films Gezichts-AiAf Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de opnameomstandigheden aan. zz Druk op de knop , kies [AF Frame] op het tabblad [4] en kies de gewenste optie (= 24). • Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen, en de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen [ ]) instellen.
Foto’s Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen (AF Tracking) Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop moet worden scherpgesteld. 1 Selecteer [AF Tracking]. zz Voer de stappen bij “De modus AF Frame wijzigen” (= 76) uit om [AF Tracking] te selecteren. zz [ ] wordt weergegeven in het midden van het scherm. 2 Kies een onderwerp waarop u wilt scherpstellen. zz Richt de camera zo dat [ ] op het gewenste onderwerp valt en druk op de knop .
Foto’s Foto’s De focusinstelling veranderen Opnamen maken met Servo AF Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt. 1 Configureer de instelling. U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze constant scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs wanneer de ontspanknop niet wordt ingedrukt.
Foto’s Films Opnamen maken met AF lock U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat. 1 Vergrendel de focus. zz Houd de ontspanknop half ingedrukt en druk op de knop . zz De scherpstelling is nu vergrendeld en [f] en de MF-indicator verschijnen op het scherm.
Vóór gebruik Flitser Foto’s Flitsermodus wijzigen U kunt de flitsermodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie. Zie “Flitsbereik” (= 190) voor meer informatie over het flitsbereik. 1 Klap de flitser uit. zz Verschuif de schakelaar . 2 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies een flitsmodus (druk op de knoppen of draai aan de knop <5>) en druk daarna op de knop . zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven.
Foto’s De flitsbelichtingscompensatie aanpassen Net als bij de normale belichtingscompensatie (= 69) kunt u de flitsbelichting aanpassen met stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2. Foto’s Opnamen maken met FE-lock Net als met de AE lock (= 70) kunt u de belichting vergrendelen voor het maken van opnamen met de flitser. 1 Klap de flitser uit en stel deze zz Druk op de knop , kies [X] in het in op [h] (= 80).
Overige instellingen Foto’s Films Instellingen van de IS-modus wijzigen Foto’s 1 Open het instellingenscherm. De compressieverhouding wijzigen (Beeldkwaliteit) zz Druk op de knop en kies [IS‑instellingen] op het tabblad [4] en druk vervolgens op de knop (= 24).
Films Filmen met onderwerpen op hetzelfde formaat als waarop ze voor het filmen worden weergegeven Zodra de filmopname begint, wijzigt normaal gesproken het beeldgebied dat wordt weergegeven en worden onderwerpen uitvergroot. Op deze manier worden vervormingen gecorrigeerd die bijvoorbeeld ontstaan door een sterk bewegende camera. Als u onderwerpen wilt filmen op hetzelfde formaat als waarop ze voor het filmen worden weergegeven, kunt u ervoor kiezen om sterke camerabeweging niet te corrigeren.
Vóór gebruik Basishandleiding Tv-, Av- en M-modus Maak slimmer geraffineerde opnamen Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Tv-, Av- en M-modus • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de betreffende modus. Specifieke sluitertijden (Modus [Tv]).............. 85 Specifieke diafragmawaarden (Modus [Av]).....................................................
Foto’s Specifieke sluitertijden (Modus [Tv]) Stel de gewenste sluitertijd in voordat u met het opnemen begint. Op de camera wordt de diafragmawaarde automatisch aangepast aan de ingestelde sluitertijd. Zie “Sluitertijd” (= 191) voor informatie over de beschikbare sluitertijden. 1 Open de modus [M]. zz Stel het programmakeuzewiel in op [M]. 2 Stel de sluitertijd in. zz Draai aan de knop <5> om de sluitertijd in te stellen.
Specifieke sluitertijden en diafragmawaarden (Modus [M]) Foto’s Voer voordat u opnamen maakt de volgende stappen uit voor het instellen van de gewenste sluitertijd en diafragmawaarde, zodat u de gewenste belichting krijgt. Zie “Sluitertijd” (= 191) en “Diafragma” (= 191) voor informatie over beschikbare sluitertijden en diafragmawaarden. 1 Open de modus [D]. zz Stel het programmakeuzewiel in op [D]. 2 Configureer de instelling.
Foto’s De flitsoutput aanpassen Maak een keuze uit de drie flitsniveaus in modus [D]. 1 Open de modus [D]. zz Stel het programmakeuzewiel in op [D]. 2 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [X] in het menu en pas de instelling aan door op de knoppen te drukken of aan de knop <5> te draaien (= 23). zz Als de instelling is voltooid, wordt het flitsuitvoerniveau weergegeven.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Afspeelmodus Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van manieren doorbladeren en bewerken • Druk op de knop <1> om de afspeelmodus te openen en de camera voor te bereiden op deze handelingen. • Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
Bekijken Foto’s zz Druk in de modus Beeld scrollen Films Na het maken van foto’s of het opnemen van films kunt u deze, zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken. op de knoppen om door beelden te bladeren in de groepen van elke opnamedatum. Basishandleiding zz Films zijn herkenbaar aan het pictogram Basishandelingen van de camera ]. Ga naar stap 3 als u films [ wilt afspelen. 1 Open de afspeelmodus. zz Druk op de knop <1>. zz Uw laatste opname wordt weergegeven.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de ontspanknop half in. • Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, kiest u MENU (= 24) > tabblad [1] > [Beeld scrollen] > [Uit]. • Als u de meest recente opname wilt weergeven wanneer de afspeelmodus geopend wordt, kiest u MENU (= 24) > tabblad [1] > [Ga verder] > [Laatste f.]. • Om de weergegeven overgang tussen beelden te wijzigen, opent u MENU (= 24) en vervolgens kiest u het door u gewenste effect op het tabblad [1] > [Overgangseff.].
Foto’s Films GPS-informatieweergave zz Met een smartphone die via Wi-Fi is GPS-weergave verbonden met de camera kunt u beelden op de camera geotaggen en informatie toevoegen, zoals breedtegraad, lengtegraad en hoogte (= 141). U kunt deze informatie controleren in de GPS‑informatieweergave. zz Van boven naar onder worden breedtegraad, lengtegraad, hoogte en UTC (opnamedatum en –tijd) getoond. • De GPS-informatieweergave is niet beschikbaar voor beelden waarvoor deze informatie ontbreekt.
Foto’s Op datum weergeven Digest-films kunnen op datum worden bekeken. 1 Selecteer een film. zz Druk op de knop , kies [Digest‑films weerg./afsp.] op het tabblad [1] en kies een datum (= 24). 2 Speel de film af. zz Druk op de knop als u het afspelen wilt starten.
Door beelden bladeren en beelden filteren Foto’s Films Bladeren door beelden in een index U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een index weer te geven. 1 Geef beelden weer in een index. zz Verschuif de zoomknop naar als u beelden in een index wilt weergeven. Als u de zoomknop nogmaals verschuift, worden meer beelden weergegeven. zz Verschuif de zoomknop naar om minder beelden weer te geven. Het aantal beelden neemt elke keer af wanneer u de zoomknop verschuift.
Vóór gebruik • Als op de camera voor bepaalde voorwaarden geen overeenkomende beelden zijn gevonden, zijn die voorwaarden niet beschikbaar. • Druk op de knop in stap 2 om informatie weer te geven of te verbergen. • Opties voor het bekijken van de gevonden beelden (stap 2) zijn “Bladeren door beelden in een index” (= 93), “Beelden vergroten” (= 96) en “Diavoorstellingen bekijken” (= 96).
Gezichts-ID-gegevens bewerken 3 Kies de optie om te bewerken. zz Druk op de knoppen Als u tijdens het afspelen merkt dat een naam incorrect is, kunt u deze wijzigen of wissen. U kunt echter geen namen toevoegen voor personen die niet door Gezichts-ID gedetecteerd zijn (namen worden niet weergegeven en voor personen waarvan de naam is gewist. Namen wijzigen of draai aan de knop <5> om [Overschrijven] te kiezen en druk vervolgens op de knop .
Opties voor het weergeven van foto’s Foto’s Beelden vergroten 1 Vergroot een beeld. zz Verschuif de zoomknop naar als u wilt inzoomen op het beeld en het beeld wilt vergroten. Als u de zoomknop vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot een factor van 10x. zz Verschuif de zoomknop naar om uit te zoomen. Als u de zoomknop vasthoudt, keert u terug naar de enkelvoudige weergave. Geschatte locatie van weergegeven gebied 2 Verschuif de weergavelocatie en schakel indien nodig tussen beelden.
Instellingen voor diavoorstellingen wijzigen U kunt instellen dat de diavoorstelling wordt herhaald of u kunt overgangen tussen beelden en de weergaveduur van elk beeld wijzigen. 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop en kies vervolgens [Diavoorstelling] op het tabblad [1] (= 24). 2 Configureer de instellingen. zz Kies het menu-item dat u wilt configureren en kies de gewenste optie (= 25).
• U kunt in Smart Shuffle alleen foto’s afspelen die met deze camera zijn gemaakt. • Smart Shuffle is niet beschikbaar in de volgende situaties: - Als er minder dan 50 beelden met deze camera zijn gemaakt - Als op dit moment een niet-ondersteund beeld wordt weergegeven - Beelden worden weergegeven in gefilterde weergave (= 93) - Tijdens groep afspelen (= 94) Beelden beveiligen Foto’s Films Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk door de camera kunnen worden gewist (= 101).
Via het menu Afzonderlijke beelden selecteren 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop en selecteer [Beveilig] op het tabblad [1] (= 24). 1 Selecteer [Selectie]. zz Volg stap 2 in “Via het menu” (= 99), kies [Selectie] en druk op de knop . 2 Selecteer een beeld. zz Druk op de knoppen of draai 2 Selecteer een selectiemethode. zz Kies een menu-item en de gewenste optie (= 25). zz Druk op om terug te keren naar het menuscherm. aan de knop <5> om een beeld te selecteren.
Een reeks selecteren 1 Selecteer [Select. reeks]. zz Volg stap 2 in “Via het menu” (= 99), kies [Select. reeks] en druk op de knop . 2 Selecteer het eerste beeld. zz Druk op de knop . Vóór gebruik zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop . zz Beelden vóór het eerste beeld kunt u niet als het laatste beeld selecteren. 4 Beveilig de beelden. zz Druk op de knop , kies [Beveilig] en druk op de knop .
Alle beelden in één keer opgeven 1 Selecteer [Sel. alle beelden]. zz Volg stap 2 in “Via het menu” (= 99), kies [Sel. alle beelden] en druk op de knop . 2 Beveilig de beelden. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [Beveilig] te kiezen. Druk vervolgens op de knop . Beelden wissen Foto’s Films U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld.
Meerdere beelden tegelijk wissen U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Beveiligde beelden (= 98) kunnen echter niet worden gewist. Een selectiemethode selecteren 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop en kies vervolgens [Wissen] op het tabblad [1] (= 24). 2 Selecteer een selectiemethode.
Vóór gebruik Een reeks selecteren 1 Selecteer [Select. reeks]. zz Volg stap 2 in “Een selectiemethode selecteren” (= 102) om [Select. reeks] te selecteren en druk op de knop . 2 Selecteer de beelden. zz Voer de stappen 2–3 in “Een reeks selecteren” (= 100) uit om beelden op te geven. 3 Wis de beelden. zz Druk op de knop om [Wissen] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . Alle beelden in één keer opgeven 1 Selecteer [Sel. alle beelden].
Foto’s Beelden roteren Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op. 1 Selecteer [\]. Vóór gebruik Via het menu 1 Selecteer [Roteren]. zz Druk op de knop en kies [Roteren] op het tabblad [1] (= 24). menu (= 23). zz Druk op de knoppen of draai van de gewenste richting. Het beeld wordt telkens als u op de knop drukt 90° geroteerd. Druk op de knop om de instelling te voltooien. Basishandelingen van de camera Andere opnamemodi 2 Draai het beeld.
Automatisch draaien uitschakelen Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit te schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid, afhankelijk van de huidige oriëntatie van de camera. zz Druk op de knop om [Autom. draaien] te kiezen op het tabblad [1]. Kies vervolgens [Uit] (= 24). Foto’s Beelden markeren als favoriet Vóór gebruik Films Basishandleiding U kunt beelden organiseren door deze als favorieten te markeren.
Via het menu 1 Selecteer [Favorieten]. zz Druk op de knop en kies [Favorieten] op het tabblad [1] (= 24). Vóór gebruik Foto’s bewerken Basishandleiding • Beeldbewerking (= 106–110) is alleen mogelijk als er op de geheugenkaart voldoende vrije ruimte is. Foto’s 2 Selecteer een beeld. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop . [ ] wordt weergegeven. zz Druk nogmaals op de knop om de markering van het beeld op te heffen.
4 Sla het nieuwe beeld op. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . zz Het beeld wordt nu opgeslagen als een nieuw bestand. 5 Bekijk het nieuwe beeld. zz Druk op de knop . [Nieuw beeld Foto’s Bijsnijden U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk afbeeldingsbestand op te slaan. 1 Selecteer [Trimmen]. zz Druk op de knop en selecteer vervolgens [Trimmen] op het tabblad [1] (= 24).
Bijsnijgebied 3 Pas het bijsnijgebied aan. zz Er verschijnt een kader rond het gedeelte Voorbeeld van beeld na bijsnijden Resolutie na bijsnijden van het beeld dat u wilt bijsnijden. zz Het oorspronkelijke beeld wordt linksboven in het scherm weergegeven en een voorbeeld van het bijgesneden beeld wordt rechtsboven weergegeven. zz Om de grootte van het kader te wijzigen, beweegt u de zoomknop. zz Om het kader te verplaatsen drukt u op de knoppen .
Foto’s De helderheid van het beeld corrigeren (i-Contrast) Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden) kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat voor het maken van opnamen ook automatisch worden gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier correctieniveaus, en sla het beeld vervolgens op als een apart bestand. 1 Selecteer [i-Contrast].
3 Corrigeer het beeld. zz Druk op de knop . zz Het gebied met rode ogen dat door de camera wordt gedetecteerd, wordt nu gecorrigeerd en er worden kaders weergegeven om de gecorrigeerde gedeelten op het beeld. zz Vergroot of verklein de beelden naar wens. Volg de stappen in “Beelden vergroten” (= 96). 4 Sla het beeld op als een nieuw beeld en bekijk dit. Films bewerken • Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd.
3 Bekijk de bewerkte film. zz Druk op de knoppen om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop . De bewerkte film wordt nu afgespeeld. zz Herhaal stap 2 als u de film nog een keer wilt bewerken. zz Als u de bewerking wilt annuleren, drukt u op de knoppen om [ ] te selecteren. Druk op de knop , kies [OK] (druk op de knoppen of draai aan de knop <5>) en druk vervolgens nogmaals op de knop . 4 Sla de bewerkte film op.
Bestandsgroottes verkleinen Het formaat van bestanden kan worden verkleind door films als volgt te comprimeren. zz Kies in het scherm in stap 2 van “Films bewerken” de optie [ ]. Selecteer [Nieuw bestand] en druk op de knop . zz Selecteer [Compr. & Opsl.] en druk op de knop . ]. • Gecomprimeerde films worden opgeslagen in de indeling [ ] kunnen niet worden gecomprimeerd. • Films van het type [ • Bewerkte films kunnen niet worden opgeslagen in gecomprimeerd formaat als u [Overschrijven] kiest.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Wi-Fi-functies U kunt beelden draadloos vanaf de camera naar tal van compatibele apparaten verzenden en de camera gebruiken met webservices Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Tv-, Av- en M-modus Wat u kunt doen met Wi-Fi............................. 114 Beelden uploaden naar webservices................... 114 Beelden naar een smartphone verzenden...........
Wat u kunt doen met Wi-Fi Deze camera is een goedgekeurd Wi-Fi®-product. U kunt draadloos verbinding maken met en beelden verzenden naar de volgende apparaten en diensten. In dit hoofdstuk kunnen naast Wi-Fi ook andere draadloze LAN-functies worden aangeduid met Wi-Fi. Om beelden te verzenden via Wi-Fi is wat voorbereiding nodig op de camera en doelapparaten. De voorbereidingen en verzendmethodes verschillen afhankelijk van de bestemming.
Beelden naar een smartphone verzenden Verzend beelden naar smartphones en tabletcomputers met Wi-Fifunctionaliteit. Met een smartphone of tablet kunt u ook op afstand opnamen maken of uw opnamen geotaggen. Voor het gemak worden in deze handleiding smartphones, tablets en andere compatibele apparaten gezamenlijk aangeduid met de term “smartphones”. Beelden verzenden naar een computer Gebruik de software om beelden draadloos van de camera naar een computer te verzenden.
Webservices registreren Beelden draadloos afdrukken U kunt beelden draadloos verzenden naar een PictBridge-compatibele printer (die DPS over IP ondersteunt) om ze af te drukken. Stappen bij het verzenden van beelden Camera Printer Toegangspunt aak rechtstreeks verbinding (= 129) of via een toegangspunt (= 124) M Druk beelden af (= 163) Beelden naar een andere camera verzenden Gebruik de Wi-Fi-functie om beelden te verzenden van en naar digitale camera’s van Canon.
CANON iMAGE GATEWAY registreren Nadat u de camera en CANON iMAGE GATEWAY hebt gekoppeld, voegt u CANON iMAGE GATEWAY toe als bestemmingswebservice op de camera. 1 Meld u aan bij CANON iMAGE GATEWAY en open de pagina met camera-instellingen. zz Ga op een computer of smartphone naar http://www.canon.com/cig/ en ga naar de CANON iMAGE GATEWAY-site voor uw regio. zz Wanneer het aanmeldscherm wordt weergegeven, voert u uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te melden.
7 Voer het wachtwoord in voor het toegangspunt. zz Druk op de knop om het toetsenbord te openen en voer vervolgens het wachtwoord in (= 124). zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [Volgende] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . 8 Kies [Auto] en maak verbinding. zz Druk op de knoppen of 10 Controleer de bevestigings nummers om het instellingsproces te voltooien. zz Zorg ervoor dat het bevestigingsnummer 9 Voer de authenticatiecode in.
CameraWindow installeren op een Smartphone Andere webservices registreren U kunt ook andere webservices naast CANON iMAGE GATEWAY toevoegen aan de camera. CANON iMAGE GATEWAY dient eerst te worden geregistreerd op de camera (= 117). Voordat u uw camera verbindt met een smartphone, moet u eerst de gratis toepassing CameraWindow op uw smartphone installeren. 1 Open het scherm waarmee 1 Verbind de smartphone met u instellingen voor webservices invoert. een netwerk.
• Houd rekening met het volgende als u NFC gebruikt. - Voorkom dat u de camera en de smartphone hard tegen elkaar slaat. Dit kan de apparaten beschadigen. - Afhankelijk van de smartphone kan het voorkomen dat de apparaten elkaar niet meteen herkennen. Probeer in dat geval de apparaten in iets andere posities tegen elkaar te houden. - Plaats geen andere voorwerpen tussen de camera en smartphone. Let er ook op dat camera- of smartphonehoezen of gelijksoortige accessoires de communicatie kunnen blokkeren.
De software installeren Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt. U hebt het volgende nodig: zz Computer zz USB-kabel (op het uiteinde voor de camera: mini-B)* * Een USB-kabel wordt niet meegeleverd. Hoewel u de software kunt installeren zonder kabel, worden sommige functies niet toegevoegd. 1 Download de software. zz Ga met een computer met internetverbinding naar http://www.canon.com/icpd/. zz Ga naar de site voor uw land of regio. zz Download de software.
4 Installeer de bestanden. zz De installatie kan enige tijd duren, afhankelijk van de prestaties van de computer en de internetverbinding. zz Klik op [Finish/Voltooien] of [Restart/ Herstarten] op het scherm dat na de installatie wordt getoond. zz Nadat de installatie is voltooid en de camera is aangesloten op de computer, dient u de camera uit te schakelen voordat u de kabel loskoppelt.
Het Wi-Fi-menu openen Eerste verbinding via Wi-Fi Registreer om te beginnen een bijnaam voor de camera. Deze bijnaam wordt op het scherm van doelapparaten weergegeven als de camera via Wi-Fi op andere toestellen wordt aangesloten. 1 Open het Wi-Fi-menu. zz Druk op de knop <1> om de camera aan te zetten. zz Druk op de knop . 2 Voer een bijnaam in. zz Druk op de knop om het toetsenbord te openen en voer vervolgens de bijnaam in (= 25). zz Er kunnen tot 16 tekens worden gebruikt.
Verbinding maken via een toegangspunt Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi. Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt. Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de Wi-Finormen op “Wi-Fi” (= 189). Als u reeds gebruikmaakt van Wi-Fi, bevestigt u de volgende items. Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor instructies voor het controleren van de netwerkinstellingen.
Verbinding maken met WPS-compatibele toegangspunten Met WPS is het eenvoudig instellingen te voltooien wanneer u apparaten via Wi-Fi verbindt. U kunt ofwel de Push Button configuratiemethode gebruiken of de PIN-methode voor instellingen op een apparaat dat WPS ondersteunt. 1 Controleer of het doelapparaat verbonden is met het toegangspunt. zz Deze stap is niet nodig wanneer u verbinding maakt met webservices.
6 Kies [PBC-methode]. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [PBC-methode] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . 7 Breng de verbinding tot stand. zz Houd op het toegangspunt de WPSverbindingsknop enkele seconden ingedrukt. zz Druk op de camera op de knop om naar de volgende stap te gaan. zz De camera maakt verbinding met het toegangspunt.
9 Om verbinding te maken met een smartphone, printer of computer: kies het doelapparaat. zz Kies de naam van het doelapparaat (druk op de knoppen of draai aan de knop <5>) en druk daarna op de knop . zz Als u een smartphone hebt geselecteerd, gaat u naar stap 11. zz Als u een smartphone, printer of Macintosh-computer hebt geselecteerd, gaat u naar stap 12. 10 Als u bij stap 9 voor het eerst een computer hebt geselecteerd waarop Windows draait: installeer een stuurprogramma.
• Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 11. Als u de camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 11. • Om de privacy-instellingen voor smartphones in de lijst aan te passen, moet u de smartphone kiezen waarvoor u de instellingen wilt wijzigen bij [Apparaat bewerken] in stap 4 en daarna [Instell. tonen] kiezen.
4 Kies [Auto]. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [Auto] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . zz Als u [ ], [2] of [ ] als doelapparaat geselecteerd hebt, zie “Verbinding maken met WPS-compatibele toegangspunten” en begin bij stap 9 (= 127). zz Als u een webservice als toegangspunt hebt geselecteerd, zie “Verbinding maken met WPS-compatibele toegangspunten” en begin bij stap 12 (= 127).
zz De SSID van de camera wordt weergegeven. 5 Voor verbinding met een smartphone: open CameraWindow. zz Bij een Android-smartphone die NFC 4 Verbind het doelapparaat met het netwerk. zz Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen van de smartphone of printer de SSID (netwerknaam) die op de camera wordt weergegeven om er verbinding mee te maken. ondersteunt (OS versie 4.
Vóór gebruik 7 Voor verbinding met een smartphone: pas de privacyinstelling aan. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [Ja] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . zz U kunt de smartphone nu gebruiken om door beelden op de camera te bladeren, om beelden te importeren of te geotaggen (= 141) of om op afstand opnamen te maken (= 141). 8 Verzend de beelden of druk ze af.
Eerdere toegangspunten U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met eerdere toegangspunten door stap 3 bij “Verbinding maken zonder een toegangspunt” (= 129) te volgen. • Om de camera als toegangspunt te gebruiken, selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht. Kies vervolgens [Camera Access Point modus]. • Wanneer u opnieuw verbinding maakt met een eerder toegangspunt sluit u bij stap 4 het doelapparaat aan op het toegangspunt.
zz Nadat de doelcamera is toegevoegd, wordt het scherm voor de beeldoverdracht weergegeven. Ga verder naar “Beelden verzenden” (= 133). • Om meerdere camera’s toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf de eerste stap. • Nadat een camera is toegevoegd, wordt de cameranaam weergegeven op het scherm in stap 3. Om opnieuw verbinding te maken met een camera, kiest u de naam in de lijst. Beelden verzenden U kunt als volgt beelden draadloos verzenden naar bestemmingen die zijn geregistreerd op de camera.
2 Verzend het beeld. zz Druk op de knoppen om [Dit beeld verz.] te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz Wanneer u uploadt naar YouTube, leest u de servicevoorwaarden, kiest u [Akkoord] en drukt u op de knop . zz De beeldoverdracht wordt gestart. Tijdens het overbrengen van beelden wordt het scherm donker. zz Nadat beelden zijn geüpload naar een webservice, wordt [OK] weergegeven. Druk op de knop om terug te keren naar het afspeelscherm.
Meerdere beelden verzenden 1 Kies [Select. en verz.]. zz Druk op de knoppen om [Select. en verz.] te selecteren en druk vervolgens op de knop . 2 Selecteer de beelden. zz Druk op de knoppen om een beeld te selecteren dat u wilt verzenden en druk vervolgens op de knop . [ ] wordt weergegeven. zz Druk nogmaals op de knop als u de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet meer weergegeven. zz Herhaal deze procedure als u meerdere beelden wilt selecteren.
Opmerkingen toevoegen U kunt met de camera opmerkingen toevoegen aan beelden die u naar e-mailadressen, sociale netwerkservices en dergelijke verzendt. Hoeveel ruimte u voor uw opmerkingen hebt, is afhankelijk van de webservice. 1 Open het scherm om opmerkingen toe te voegen. zz Druk op de knoppen om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop . 2 Voeg een opmerking toe (= 25). 3 Verzend het beeld.
• Het duurt langer om films te importeren omdat dit grotere bestanden zijn dan foto’s. • Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken. • U kunt ook opgeven dat u alle beelden of alleen geselecteerde beelden wilt opslaan op de computer en u kunt de doelmap wijzigen. Zie “Softwarehandleiding” (= 160) voor meer informatie. • Windows 7: als het scherm bij stap 2 niet wordt weergegeven, klikt u op het pictogram [ ] in de taakbalk.
zz Nadat een verbinding met de smartphone tot stand is gebracht, wordt de bijnaam van de smartphone weergegeven op de camera. (Dit scherm sluit na ongeveer een minuut.) zz U kunt nu de smartphone gebruiken om beelden van de camera te importeren. (De camera kan niet worden gebruikt om beelden naar de smartphone te verzenden.) zz Gebruik de smartphone om de verbinding te verbreken. De camera wordt automatisch uitgeschakeld.
Geregistreerde bestemmingen verwijderen zz Druk op de knop en selecteer vervolgens [Mobiele apparaatverbinding] op het tabblad [3] (= 24). zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . zz Nadat een bevestigingsbericht is weergegeven, drukt u op de knop . • Geregistreerde bestemmingen worden ook verwijderd als u Wi-Fi-instellingen reset (= 144).
3 Kies het type beelden dat u wilt verzenden (alleen wanneer u ook films verzendt). zz Druk op de knop en kies [Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3] (= 24). zz Druk op de knoppen om [Beeldsync.] te selecteren en druk vervolgens op de knoppen om [Foto’s/films] te selecteren. • Als u een webservice wilt selecteren als de bestemming, voert u de stappen bij “Andere webservices registreren” (= 119) uit om de camera-instellingen bij te werken.
Beelden op de camera geotaggen GPS-gegevens die zijn vastgelegd op een smartphone met de speciale toepassing CameraWindow (= 119), kunnen worden toegevoegd aan beelden op de camera. Beelden worden gelabeld met informatie, waaronder de breedtegraad, lengtegraad en hoogte. • Voordat u opnamen maakt, moet u ervoor zorgen dat de datum en tijd en uw eigen tijdzone correct zijn ingesteld. (Zie “De datum en tijd instellen” (= 14).
zz Op dit moment wordt een bericht weergegeven op de camera en zijn alle bedieningsfuncties uitgeschakeld. De ON/OFF-knop kan wel worden ingedrukt. 4 Maak de opname. zz Gebruik de smartphone om een opname te maken. • De camera werkt in stand [G] wanneer er opnamen gemaakt worden op afstand. Sommige FUNC.- en MENU-instellingen die u vooraf hebt geconfigureerd, kunnen echter automatisch worden aangepast. • Filmopnamen maken is niet beschikbaar.
Vóór gebruik 5 Kies een item dat De bijnaam van een apparaat wijzigen u wilt bewerken. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om een item te selecteren om te bewerken. Druk vervolgens op de knop . zz Welke items u kunt wijzigen, hangt af van het apparaat of de service waartoe de camera toegang heeft. Configureerbare items Verbinding 4 c Web services [Bijnaam apparaat veranderen] (= 143) O O O O – [Instell.
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen Zet de standaardinstellingen van Wi-Fi terug als u niet meer eigenaar bent van de camera of als u deze weggooit. 1 Kies [Instellingen Wi-Fi]. zz Druk op de knop en kies [Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3] (= 24). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus 2 Kies [Instellingen resetten].
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Menu Instellingen Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Basisfuncties van de camera aanpassen..... 146 Camerageluiden dempen..................................... 146 Het volume aanpassen........................................ 146 Hints en tips verbergen........................................
Basisfuncties van de camera aanpassen Functies van MENU (= 24) op het tabblad [3] kunnen worden ingesteld. Voor meer gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar wens aanpassen. Camerageluiden dempen U dempt camerageluiden en films als volgt. Het volume aanpassen U past het volume van afzonderlijke camerageluiden als volgt aan. zz Selecteer [Volume] en druk op de knop . zz Kies een item en druk vervolgens op de knoppen om het volume aan te passen.
zz Om de zomertijd in te stellen (normale Datum en tijd tijd plus 1 uur), kiest u [ ] door op de knoppen te drukken of door aan de knop <5> te draaien. Kies vervolgens [ ] door op de knoppen te drukken. zz Druk op de knop . Wijzig de datum en tijd als volgt. zz Selecteer [Datum/Tijd] en druk op de knop . zz Druk op de knoppen om een optie te kiezen en wijzig vervolgens de instelling door op de knoppen te drukken of aan de knop <5> te draaien.
Eco-modus gebruiken Met deze functie kunt u batterijvermogen sparen in de opnamemodus. Wanneer de camera niet in gebruik is, wordt het scherm snel donker om het batterijverbruik te beperken. 1 Configureer de instelling. zz Kies [Eco-modus] en vervolgens [Aan]. zz [ ] verschijnt nu op het opnamescherm (= 178). zz Het scherm wordt donkerder wanneer de camera gedurende ongeveer twee seconden niet wordt gebruikt. Daarna gaat het scherm na ongeveer tien seconden uit.
Schermhelderheid Geheugenkaarten formatteren Pas de helderheid van het scherm als volgt aan. zz Selecteer [LCD Helderheid] en druk vervolgens op de knoppen om de helderheid aan te passen. Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart formatteren met deze camera. Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart verwijderd.
3 Formatteer de geheugenkaart. zz Om het formatteren te starten, drukt u op de knoppen of draait u aan de knop <5> om [OK] te selecteren. Druk daarna op de knop . zz Als het formatteren is voltooid, verschijnt de melding [Geheugenkaart is geformatteerd]. Druk op de knop . • Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestandsbeheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de volledige inhoud gewist.
Bestandsnummering Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001–9999) en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen. zz Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie. Beelden opslaan op datum U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt, maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop u opnamen maakt. zz Selecteer [Maak folder] en selecteer vervolgens [Dagelijks].
Certificatielogo’s controleren Sommige logo’s voor certificatievereisten waaraan de camera voldoet, kunnen op het scherm worden bekeken. Andere certificatielogo’s staan in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de camerabehuizing. zz Selecteer [Certificaatlogo weergeven] en Andere instellingen aanpassen U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad [3].
Vóór gebruik • De volgende functies worden niet hersteld naar de standaardinstellingen.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Accessoires Haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere apart verkrijgbare, compatibele accessoires Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Systeemoverzicht............................................ 155 Optionele accessoires.................................... 156 Voedingen............................................................
Vóór gebruik Systeemoverzicht Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen. Meegeleverde accessoires Polsriem Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE*1 Batterij NB-6LH*1 USB-kabel (op het uiteinde voor de camera: mini-B)*2 Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon.
Optionele accessoires De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. De verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet meer verkrijgbaar. Voedingen Batterij NB-6LH Vóór gebruik • De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100–240 V (50/60 Hz). • Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken.
Foto’s Optionele accessoires gebruiken Foto’s Films Vóór gebruik zz Open het klepje van de camera-aansluiting en steek de kabelstekker er volledig in. Films Afspelen op een tv Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken op een groter scherm. Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de aansluiting en over het wijzigen van de ingangen.
Foto’s zz Druk op de knop OK/Selecteren om Films het bedieningspaneel van de camera weer te geven. Om opties op het bedieningspaneel te kiezen, drukt u op de knoppen en daarna nogmaals op de knop OK/Selecteren. De camera bedienen via de afstandsbediening van een tv Als u de camera aansluit op een HDMI CEC-compatibele tv, kunt u de afstandsbediening van de tv gebruiken om beelden af te spelen of diavoorstellingen te bekijken.
Foto’s Films Afspelen op een SD-tv Met de afzonderlijk verkrijgbare stereo AV-kabel AVC-DC400ST kunt u de camera aansluiten op een tv om uw opnamen te bekijken op een groter scherm terwijl u de camera bedient. 1 Zorg dat de camera en de tv zijn uitgeschakeld. Geel Geel Wit Rood 2 Sluit de camera aan op de tv. zz Steek de kabelstekker volledig Rood Wit Vóór gebruik • Als de camera is aangesloten op een televisie, kunt u ook opnamen maken terwijl u de beelden bekijkt op het grotere tv-scherm.
4 Sluit het netsnoer aan. zz Sluit het ene uiteinde van het netsnoer aan op de compacte voedingsadapter en steek vervolgens het andere uiteinde in een stopcontact. zz Schakel de camera in en gebruik deze zoals u wilt. zz Als u klaar bent, schakelt u de camera uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact. • Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog is ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de camera beschadigen.
Verbinding maken met een computer via een kabel De computeromgeving controleren De software kan op de volgende computers gebruikt worden. Voor uitgebreide informatie over systeemvereisten en compatibiliteit, inclusief ondersteuning door nieuwe besturingssystemen, gaat u naar de website van Canon. Besturings systeem* Windows Windows 8/8.1 Windows 7 SP1 Windows Vista SP2 Windows XP SP3 Mac OS Mac OS X 10.9 Mac OS X 10.8 Mac OS X 10.
Vóór gebruik zz Kies [Downloads Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden] en klik op [OK]. zz Dubbelklik op [ CameraWindow ]. 3 Beelden opslaan op de computer. zz Klik op [Import Images from Camera/ Beelden importeren van camera] en vervolgens op [Import Untransferred Images/Niet-verzonden afbeeldingen importeren]. zz De beelden worden nu in afzonderlijke mappen op datum op de computer opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Beelden afdrukken Foto’s Films U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken in serie, bestellingen bij fotozaken voorbereiden en bestellingen voorbereiden of beelden afdrukken voor fotoboeken. Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven schermen en beschikbare functies verschillen.
Foto’s Afdrukinstellingen configureren 1 Open het afdrukscherm. zz Voer de stappen 1–6 in “Eenvoudig afdrukken” (= 163) uit om het scherm links te openen. 2 Configureer de instellingen. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om een item te kiezen en kies vervolgens een optie door te drukken op de knoppen . Default Datum File No. Beide Uit Default Uit Aan R-Ogen1 Aantal exemplaren Trimmen – papier inst. – Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het afdrukken zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om een optie te selecteren. zz Wanneer u [N-plus] selecteert, drukt u op 1 Selecteer [papier inst.] de knoppen om het aantal beelden per vel op te geven. zz Druk op de knop . zz Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen configureren” (= 164) uit om het afdrukscherm te openen, kies [papier inst.] en druk op de knop . 2 Selecteer een papierformaat.
2 Selecteer de lengte van de lange en de korte zijde. Films Filmscènes afdrukken zz Druk op de knoppen of 1 Open het afdrukscherm. draai aan de knop <5> om een item te selecteren. Kies de lengte door te drukken op de knoppen en druk vervolgens op de knop . zz Voer de stappen 1–6 in “Eenvoudig afdrukken” (= 163) uit om een film te kiezen. Het scherm links wordt weergegeven. 3 Selecteer het afdrukgebied. 2 Selecteer een afdrukmethode.
Foto’s Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF) U kunt op de camera instellingen kiezen voor afdrukken in serie (= 169) en bestellingen bij fotozaken. Selecteer maximaal 998 beelden op een geheugenkaart en configureer de nodige instellingen, zoals het aantal exemplaren, als volgt. De afdrukinformatie die u op deze wijze voorbereidt, voldoet aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format).
2 Selecteer een beeld. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop . zz U kunt nu het aantal af te drukken exemplaren opgeven. zz Als u indexafdrukken opgeeft voor het beeld, wordt hierbij een pictogram [ ] geplaatst. Druk nogmaals op de knop om indexafdrukken te annuleren voor het beeld. [ ] wordt niet meer weergegeven. 3 Geef het aantal afdrukken op.
Foto’s Foto’s Beelden toevoegen aan een fotoboek Alle beelden in de printlijst wissen zz Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden” (= 167) uit om [Wis alle selecties] te selecteren en druk op de knop . zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop .
Foto’s Afzonderlijke beelden toevoegen 1 Selecteer [Selectie]. zz Selecteer [Selectie] volgens de procedure bij “Een selectiemethode selecteren” (= 169) en druk op de knop . Foto’s Alle beelden toevoegen aan een fotoboek zz Volg de procedure bij “Een selectiemethode selecteren” (= 169), selecteer [Sel. alle beelden] en druk op de knop . zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <5> om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . 2 Selecteer een beeld.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Bijlage Basishandelingen van de camera Nuttige informatie over het gebruik van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Problemen oplossen....................................... 172 Berichten op het scherm................................ 175 Informatie op het scherm............................... 178 Opname (informatieweergave).............................
Problemen oplossen Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice. Voeding Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt. • Controleer of de batterij is opgeladen (= 12). • Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (= 13). Opnamen maken Er kunnen geen opnamen worden gemaakt.
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet scherp wanneer de sluiterknop half wordt indrukt. • Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te drukken. De onderwerpen in de opnamen zijn te donker. • • • • Klap de flitser op en stel de flitsmodus in op [h] (= 80).
Onderwerpen lijken vervormd. • Onderwerpen die tijdens het opnemen snel langs de camera bewegen, kunnen vervormd lijken. Dit is niet het gevolg van een storing. Afspelen Wi-Fi Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend door op de knop te drukken. • Het Wi-Fi-menu is niet beschikbaar in de opnamemodus. Ga naar de afspeelmodus en probeer het opnieuw. Afspelen is niet mogelijk. • U kunt mogelijk geen beelden of films afspelen als u de bestandsnaam of mapstructuur hebt gewijzigd via een computer.
Kan geen beelden verzenden. • Het bestemmingsapparaat heeft onvoldoende opslagruimte. Vergroot de opslagruimte op het bestemmingsapparaat en verzend de afbeeldingen opnieuw. • Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart van de bestemmingscamera staat in de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de ontgrendelde positie.
Kan niet vergroten!/Kan dit niet afspelen in Smart Shuffle/ Kan niet roteren/Kan beeld niet wijzigen/Kan Niet Wijzigen/ Kan niet aan Cat. toekennen/Niet selecteerbaar beeld./Geen ID-info • De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die met een andere camera zijn gemaakt. Houd er rekening mee dat functies met een sterretje (*) niet beschikbaar zijn voor films. ID-info bew.
Wi-Fi Verbinding mislukt • Er zijn geen toegangspunten herkend. Controleer de instellingen van de toegangspunten (= 124). • Een apparaat wordt niet gevonden. Zet de camera uit en weer aan en probeer opnieuw verbinding te maken. • Controleer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en zorg dat het klaar is om verbinding te maken. Kan toegangspunt niet bepalen • De WPS-knoppen van meerdere toegangspunten zijn gelijktijdig ingedrukt. Probeer opnieuw verbinding te maken.
Informatie op het scherm Digitale zoomvergroting (= 34), Digitale telelens (= 75) Resterende tijd (= 190) Scherpstelbereik (= 74), AF lock (= 79) Knipperdetectie (= 49) AF frame (= 76), Spotmetingpunt kader (= 70) Datumstempel (= 38) i-Contrast (= 71) Opname (informatieweergave) * Geeft in de modus [ Opnamemodus (= 180), Compositiepictogram (= 32) Flits mode (= 80) Rode-ogencorrectie (= 47) Flitsbelichtings compensatie / flitsuitvoerniveau (= 81, 87) Meetmethode (= 70) Transport mode
Afspelen (uitgebreide informatieweergave) Compressie (beeldkwaliteit) / Resolutie, MP4 (films) Foto’s: Resolutie (= 190) Films: Afspeeltijd (= 190) Bestandsgrootte • Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als u beelden bekijkt op een tv (= 157).
Vóór gebruik Functies en menutabellen Basishandleiding Beschikbare functies per opnamemodus Opnamemodus K D B M G Functie Belichtingscompensatie (= 69) Zelfontspanner (= 37) ][$ Instellingen voor zelfontspanner (= 38) Vertraging*1 Beelden*2 E P t I Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera E O – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – O – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – O O O – – O O O O O O O O O O O O O O O O O
Opnamemodus K D B M G I Functie Scherpstelbereik (= 74, 79) e f Onderwerp kiezen voor AF Tracking Schermweergave (= 23) Geen informatieweergave Informatieweergave E P t E O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – O – – – O O O O O O O O O – – O – – – O O O – – O – – – O O O – O O – – – O – O O O O O O O O O O O O O – O O O O O O O O O O – O O O O O O O O O O – – – – – O O O – – – O O O O O O O O O O O O O O – O O – – – O O O O O – – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O
Vóór gebruik Menu FUNC.
Vóór gebruik Opnamemodus K D B M G E P t I Functie Hoogte/breedte foto (= 46) – – Handleiding voor gevorderden O O O O – – O – O O – O O – O O – O O – O O O O – – – O O – O O – – – O O O O O O O O O – O O O O O O O O O O O O – O O O O O – – – O O – – – – – – – O O O – – – – – – – – O – – – – – – – – – – – – – O O O O O – – – O O – – – – – – – O O O O O O O O O O O – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – Basishandleiding E O O – *1
Vóór gebruik 4 Opnametabbladmenu Basishandleiding Opnamemodus K D B M G Functie AF Frame (= 76) Gezichts-AiAf*1 AF Tracking Centrum AF kader afm. (= 76)*2 Normaal Klein Digitale zoom (= 34) Standaard Uit 1.6x/2.
Vóór gebruik Opnamemodus K D B M G Functie Veiligheids MF (= 74) Aan Uit MF-peaking-instellingen (= 75) Peaking Aan/Uit Level Laag/Hoog Kleur Rood/Blauw/Geel Flits Instellingen (= 47, 50, 81, 87) Automatisch Flits mode Handmatig Aan Rode-Ogen Uit Lamp Aan Aan/Uit Flitsbel. comp. Flits output Aan Veiligheids FE Uit i-Contrast (= 71) Auto Uit Hg lampcorr.
Vóór gebruik Opnamemodus K D B M G Functie Afbeelding direct bekijken (= 51) Uit/Snel Weergavetijd 2 sec./4 sec./8 sec./Vastzetten Uit Scherminfo details Knipperdetectie (= 49) Aan Uit Raster (= 48) Aan/Uit IS-instellingen (= 82, 83) Uit IS modus Continu Opname 1 Dynamic IS 2 Hulp bij kader – Beeldgebied (= 35) Groot/Medium/Klein Hulp bij kader – Auto Aan/Uit Datumstempel (= 38) Uit Datum/Datum & Tijd Digest-type (= 30) Met foto’s/Geen foto’s Inst.
3 Tabbladmenu Instellen Item Zie pagina Vóór gebruik 1 Tabbladmenu Afspelen Item Zie pagina Item Zie pagina Basishandleiding Item Zie pagina Handleiding voor gevorderden mute = 146 Bestandsnummering = 151 Digest-films weerg./afsp.
Voorzorgsmaatregelen Afspeelmodus menu FUNC. Item Zie pagina Item Roteren = 104 Film afspelen Beveilig = 98 Gekopp. Digest-film afsp. Zie pagina = 89 = 91, 92 Favorieten = 105 Smart Shuffle = 97 Print = 163 Beeld zoeken = 93 Groep afspelen = 94 Diavoorstelling = 96 Vóór gebruik Basishandleiding • De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten.
Specificaties Effectieve pixels in de camera (max.) Ongeveer 16,1 miljoen pixels Focuslengte lens 30x zoom: 4.5 (G)–135.0 (T) mm (equivalent aan 35 mm-film: 25 (G)–750 (T) mm) LCD-monitor Kleuren-TFT LCD 7,5 cm (3,0 inch) Effectieve pixels: Circa 922.000 pixels Bestandsformaat Design rule for Camera File system, compatibel met DPOF (versie 1.1) Gegevenstype Foto’s: Exif 2.3 (JPEG) Films: MP4 (video: MPEG-4 AVC/H.
Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart Opnamepixels Compressieverhouding Aantal opnamen per geheugenkaart (aantal opnamen bij benadering) 32 GB 8 GB (Groot) 16M/4608x3456 (Medium 1) 8M/3264x2448 (Medium 2) 3M/2048x1536 Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 4272 1705 6883 1996 8059 3069 12391 4723 19064 Maximale groothoek (j) 50 cm–3,5 m P-modus 34184 Maximale telelens (i) 1,0–2,0 m Tv-, Av- en M-modus 27291 110150 40937 165225 • De waarden in de
Vóór gebruik Sluitertijd Batterij NB-6LH [ ]-modus, automatisch ingesteld bereik 1–1/3200 sec. Beschikbare waarden in de modus [M] (seconden) 15, 13, 10, 8, 6, 5, 4, 3.2, 2.5, 2, 1.6, 1.3, 1, 0.8, 0.6, 0.5, 0.4, 0.3, 1/4, 1/5, 1/6, 1/8, 1/10, 1/13, 1/15, 1/20, 1/25, 1/30, 1/40, 1/50, 1/60, 1/80, 1/100, 1/125, 1/160, 1/200, 1/250, 1/320, 1/400, 1/500, 1/640, 1/800, 1/1000, 1/1250, 1/1600, 1/2000, 1/2500, 1/3200 Diafragma f/nummer Beschikbare waarden in de modus [B]* f/3.2–f/8.0 (G), f/6.9–f/8.
Index A Aangepaste witbalans...............................72 Aansluiting...............................157, 159, 163 Accessoires.............................................156 AE lock......................................................70 Afdrukken................................................163 AF-kaders..................................................76 AF lock......................................................79 Afspelen → Bekijken AF Tracking...............................................
H Handmatig scherpstellen (scherpstelbereik).....................................74 HDMI-kabel.............................................157 Het formaat van beelden wijzigen..........106 High-speedburst HQ (opnamemodus).....64 Hulp bij zoomkader...................................35 Hybride automatisch (opnamemodus).....30 I i-Contrast...........................................71, 109 iFrame-films (filmmodus)..........................66 Indicator.....................................................
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN) • Het modelnummer van de camera is PC2091/PC2093/PC2047. Om uw model te identificeren, bekijkt u op het label op de onderzijde van de camera het nummer dat begint met PC. Het model van de ingebouwde WLAN-module vindt u hieronder. Land/regio van aankoop V.S.
Voorzorgsmaatregelen voor storing van radiogolven • Dit product kan storing ondervinden van andere apparaten die radiogolven uitzenden. Om storing te vermijden, moet u dit product zo ver mogelijk van dergelijke apparaten gebruiken of probeert u de apparaten niet op hetzelfde moment als dit product te gebruiken. Dit product is geïnstalleerd met de WLAN-module die is gecertificeerd volgens normen die zijn ingesteld door IDA Singapore.
Handelsmerken en licenties • Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de U.S. en andere landen. • App Store, iPhone en iPad zijn handelsmerken van Apple Inc. • Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.