User manual

34
Toen u de flitsdekking handmatig instelde, was de instelling
hoger dan de brandpuntafstand van het objectief. Dit
resulteerde in een donkere rand.
X Stel een lagere flitsdekking in dan de brandpuntafstand van het
objectief of stel automatische zoom in. (p.18)
Als alleen de onderrand van de foto donker is, bevond u zich
te dicht bij het onderwerp.
X Blijf op tenminste 0,7 m afstand van het onderwerp.
In het beeld bevond zich een sterk reflecterend voorwerp
(glazen ruit, enz.).
X Gebruik flitsbelichtingsvergrendeling. (p.15)
Het onderwerp is erg donker of erg licht.
X Stel flitsbelichtingscompensatie in. Bij een donker onderwerp
dient u een lagere flitsbelichting in te stellen. Bij een licht, helder
onderwerp stelt u een hogere flitsbelichting in. (p.14)
U gebruikte 'high-speed' synchronisatie.
X Bij 'high-speed' synchronisatie zal het effectieve flitsbereik veel
korter zijn. Zorg dat het onderwerp zich binnen het weergegeven
flitsbereik bevindt. (p.16)
De opnamemethode was ingesteld op <W> en de scène was
donker.
X Gebruik een statief of stel de opnamemethode in op <V>. (p.12)
Het programmakeuzewiel is ingesteld op een basisgebruik-
modus.
X Stel het programmakeuzewiel in op een creatief gebruik-modus.
De rand of de onderzijde van de foto ziet er donker uit.
De flitsbelichting is onder- of overbelicht.
De foto is echt onscherp.
De knoppen werken niet.
A81_Du.book Page 34 Tuesday, March 11, 2008 12:59 PM