Operation Manual

22
E-TTL II-/E-TTL-autoflash per opnamemodus
EOS DIGITAL-camera’s hebben drie verschillende beeldsensorformaten
en de effectieve brandpuntsafstand van de bevestigde lens varieert,
afhankelijk van het model. De 430EX III-RT/430EX III herkent
automatisch het beeldsensorformaat van de EOS DIGITAL-camera en
stelt automatisch de flitsdekking in die ideaal is voor de effectieve
brandpuntsafstand van de lens (bereik van 24-105 mm).
Met deze functie beschikt u over een optimale witbalans tijdens
flitsopnamen, omdat de kleurtemperatuurgegevens tijdens het flitsen
naar de EOS DIGITAL-camera worden verzonden. Als u de witbalans
van de camera instelt op <A> of <Q>, wordt de functie automatisch
ingeschakeld.
Zie de specificaties in de instructiehandleiding van de camera om na te
gaan of deze compatibel is met deze functie.
Als het bij zoekeropnamen met weinig licht of gering contrast moeilijk is
automatisch scherp te stellen op het onderwerp, worden er onderbroken
flitsen (een kleine reeks flitsen) gegeven voor een betere automatische
scherpstelling. Het effectieve bereik van het AF-hulplicht is circa 0,7 - 4 m in
het midden en circa 0,7 - 3,5 m bij de rand van de zoeker.
Automatische zoomaanpassing aan beeldsensorformaat
Kleurtemperatuurgegevens verzenden
AF-hulplicht
Het AF-hulplicht, dat gebruikmaakt van een serie kleine flitsen, gaat
branden als de 430EX III-RT/430EX III is bevestigd op een EOS
DIGITAL-camera met een functie voor de besturing van externe flitsers
via het menuscherm van de camera. Afhankelijk van het cameramodel
moet u mogelijk de firmware van de camera bijwerken.
Als het kleurfilter is bevestigd (p. 37), ziet u geen AF-hulplicht (serie
kleine flitsen). Stel P.Fn-05-1 (p. 87) in als u het AF-hulplicht nodig hebt.
Bij Live View-opnamen verlicht het AF-hulplicht, dat gebruikmaakt van een
serie kleine flitsen, zelfs als de AF-methode is ingesteld op [
Quick AF
].
U kunt de AF-hulplichtflitsen uitschakelen (C.Fn-08/p. 84).
U kunt ook infrarood AF-hulplicht gebruiken (P.Fn-05/p. 87).