Operation Manual

32
U kunt de flitsdekking (het bereik van de flits) automatisch of handmatig
instellen. Met de instelling <L> (automatisch) wordt de flitsdekking
automatisch aangepast op basis van de brandpuntsafstand (beeldhoek)
van de gebruikte lens en het beeldsensorformaat (p. 22). Met de
instelling <d> (handmatig) kunt u handmatig een flitsdekking instellen
van 24 tot 105 mm.
1
Druk op de knop <H>.
Druk op de knop <H> van de
<S>-pijltoetsen.
2
Stel de flitsdekking in.
Kies <X> voor automatische
instelling van de flitsdekking.
Selecteer een cijfer (de
brandpuntsafstand in mm) als u de
flitsdekking handmatig wilt instellen.
Draai <9> om de flitsdekking te
selecteren en druk vervolgens op
<8>.
e: De flitsdekking instellenN
Als u de flitsdekking handmatig instelt, kiest u dezelfde of een grotere
dekking dan de opnamezichthoek om te voorkomen dat de randen van
de foto donker worden.
Als u een lens met een brandpuntsafstand van minder dan 24 mm op de
camera bevestigt, ziet u op het LCD-paneel de waarschuwing
<O>. Bij gebruik van een camera met een beeldsensorformaat dat
kleiner is dan volledig beeld, verschijnt de waarschuwing <O>
wanneer de werkelijke beeldhoek breder is dan de zichthoek van een
24-mm lens.