Operation Manual

88
>: Persoonlijke functies instellen
P. F n- 0 7 : I (Flitsen tijdens gekoppeld
fotograferen)
Bij het maken van opnamen met gekoppeld fotograferen (p. 67) kunt u
instellen of u de flitser die op de camera is bevestigd, wel of niet wilt laten
flitsen. Stel deze in voor elke flitser die u bij gekoppeld fotograferen
gebruikt. P.Fn-07 wordt niet weergegeven op de Speedlite 430EX III.
0: OFF (Uitschakelen)
De flitser flitst niet tijdens gekoppeld fotograferen.
1: ON (Inschakelen)
De flitser flitst tijdens gekoppeld fotograferen.
P. F n- 0 8 : ^ (Instellingswijzigingen via het wiel)
Als u op <8> drukt en u op het scherm de
instellingen ziet die links worden afgebeeld,
kunt u instellen of u de volgende functies wel
of niet direct kunt instellen door
eenvoudigweg <9> te draaien.
0: OFF (Uitschakelen)
Dit is de normale bedieningsprocedure.
1: ON (Inschakelen)
U kunt de instellingen direct specificeren. Selecteer hiervoor
eenvoudigweg met de <S>-pijltoetsen de symbolen voor
“Flitsbelichtingscompensatiewaarde”, “Vermogen handmatig flitsen”,
“Flitsgroepbediening”, “Flitsverhouding”, “Flitsprogramma voor elke
groep flitsers bij groepsflits” en “Slave-flitsgroep” en draai <9>.
Als u meerdere Speedlites tegelijkertijd laat flitsen tijdens gekoppeld
fotograferen, wordt de relevante belichting mogelijk niet bereikt of krijgt u
mogelijk een onevenwichtige belichting.