D INSTRUCTIEHANDLEIDING 1
Inleiding De Canon Speedlite 470EX-AI is een externe, speciaal voor EOS camera’s ontwikkelde Speedlite die compatibel is met E-TTL II-/E-TTLautoflashsystemen. De Speedlite kan worden gebruikt als flitser op de accessoireschoen van de camera (normaal flitsen) of als ontvanger bij draadloze flitsopnamen met optische transmissie. Bij normale flitsopnamen kan de Speedlite worden gebruikt voor AI.B-flitsen.
Hoofdstukken Inleiding 1 Aan de slag en basishandelingen 2 Geavanceerde flitsopnamen 3 Indirecte-flitsopnamen 4 Flitsopnamen voorbereiden en standaardflitsopnamen maken Fotograferen voor gevorderden met de flitsfuncties Flitsopnamen met AI.
Symbolen in deze handleiding Pictogrammen in deze handleiding 9 8 p/2 (p. **) : geeft het selectiewiel aan. : geeft de bovenste, onderste, linker- en rechterknop van de pijltoetsen aan. : geeft de selectie-/instelknop aan. : geeft aan dat de betreffende functie gedurende circa 12 of 16 seconden geactiveerd blijft nadat u de knop hebt losgelaten. : geeft de pagina aan waarop u meer informatie kunt vinden. : waarschuwing om problemen met de flitser te voorkomen. : aanvullende informatie.
Inhoud Inleiding 2 Hoofdstukken .................................................................................... 3 Symbolen in deze handleiding .......................................................... 4 Inhoud ............................................................................................... 5 Functie-index .................................................................................... 7 Voorzorgsmaatregelen......................................................................
Inhoud 3 Indirecte-flitsopnamen 41 X Indirecte AI-flits ...................................................................... 42 W AI.B automatisch................................................................... 46 W Automatische AI.B-opnamen ................................................ 48 V Halfautomatische AI.B-opnamen .......................................... 56 m Handmatige indirecte-flitsopnamen .........................................
Functie-index Voeding Batterijen Flitsinterval/aantal De flitser in- en uitschakelen Flitser gereed Snelle flits Automatische uitschakeling Î p. 18 Î p. 18 Î p. 21 Î p. 21 Î p. 21 Î p. 22 Bediening De Speedlite bevestigen en loskoppelen Î p. 20 Blokkeerfunctie Î p. 22 LCD-paneelverlichting Î p. 22 Normale flitsopnamen E-TTL-autoflash Î p. 24 Automatisch flitsen per opnamemodus Î p. 25 Handmatige flits Î p. 36 Handmatig de flitsbelichting instellen na meting Î p. 37 TTL-autoflash Î p.
Voorzorgsmaatregelen Met de volgende voorzorgsmaatregelen kunt u letsel bij uzelf en anderen voorkomen. Zorg ervoor dat u deze maatregelen volledig begrijpt en uitvoert voordat u het product gebruikt. Als het product niet naar behoren werkt, beschadigd is of er andere problemen zijn, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center of met de leverancier bij wie u het product hebt aangeschaft. Waarschuwingen: Neem onderstaande waarschuwingen in acht.
Voorzorgsmaatregelen Houd het apparaat buiten het bereik van kinderen, ook tijdens het gebruik. Riemen of snoeren kunnen verstikking, elektrische schokken of letsel veroorzaken. Een kind kan ook stikken of zich bezeren als het per ongeluk een onderdeel of accessoire inslikt. Neem onmiddellijk contact op met een arts als een kind een onderdeel of accessoire inslikt.
Namen van onderdelen Sensor voor AI.B-afstandmeting Groothoekadapter (ingetrokken, p. 35) Flitskop (lichtverspreidingseenheid) Detector voor indirecte-flitsadapter Sensor voor draadloze optische transmissie AF-hulplicht (p. 27) Bevestigingsvoet (p.
Namen van onderdelen Bevestigingspunt indirecteflitsadapter (p. 63) Indirecteflitsmodusknop (p. 42) <0°> : Flitskop recht vooruit : Halfautomatische AI.B : Automatische AI.B LCD-paneel <1> Submenuknop (p. 40, 75, 82) Startknop voor afstandmeting bij automatische AI.B/ AI.B-lampje (p. 43, 49/54, 59) <0> Knop Terug Borgknop bevestigingsvoet (p. 20) Ontgrendelingsknop (p. 20) Instelknop reflectiehoek (p. 45, 54, 57) Deksel van batterijcompartiment (p. 18) Aan-/uitschakelaar (p.
Namen van onderdelen LCD-paneel E-TTL II-/E-TTL-autoflash (p. 24) 2: Synchronisatie op het eerste gordijn (normale flitsopnamen, p. 68) r : Synchronisatie op het tweede gordijn (p. 33, 68) c : Hogesnelheidssynchronisatie (p. 32, 68) a : E-TTL II-/ E-TTL-autoflash j : Standaard k : Richtgetalvoorkeur (p. 87) l : Gelijkmatige dekking (p. 87) t : Temperatuurstijging (flitserblokkering, p. 96) f: Flitsbelichtingscompensatie (p. 30, 68) G : Laadindicator (p.
Namen van onderdelen Handmatig flitsen (p. 36) q : Handmatig flitsen Vermogen handmatig flitsen Handmatig flitsniveau Draadloos flitsen met optische transmissie (p. 71) Ontvanger : : Draadloos flitsen met optische transmissie (p. 74) h: Ontvangerpictogram x: Ontvangerinstelling (p. 74) (: Individuele ontvanger (p. 79) Flitsgroep (p. 78) * : Transmissiekanaal (p.
Namen van onderdelen Indirect flitsen (p. 41) m : Indirecte flits (p. 49, 56, 61) H : Indirecte-flitsadapter bevestigd (p. 63) W : Automatische AI.B (p. 48) V : Halfautomatische AI.B (p. 56) Rotatiehoek flitskop Horizontale richting Flitskophoek omhoog Omhoog De rotatiehoek van de flitskop verschijnt in vijf stappen. Als u de camera bij een automatische AI.B-opname horizontaal houdt, is 180° de maximale reflectiehoek omhoog die wordt weergegeven.
Namen van onderdelen Bijgeleverde accessoires Hoes voor ministandaard Bevestigingspunt Speedlite-etui Ministandaard (p. 73) Indirecte-flitsadapter SBA-E4 (p.
1 Aan de slag en basishandelingen In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen beschreven voordat u begint met flitsfotografie en het standaardgebruik van de flitser. Voorzorgsmaatregelen bij continu flitsen Om slijtage en schade aan de flitskop door oververhitting te voorkomen, beperkt u het continu flitsen op vol vermogen tot maximaal 30 keer. Zorg voor een wachttijd van minimaal 10 minuten nadat u 30 keer continu op vol vermogen hebt geflitst met de flitser.
De batterijen installeren Installeer vier AA/R6-batterijen voor de voeding. 1 Open het deksel. Schuif het deksel van het batterijcompartiment omlaag en open het. de batterijen in het 2 Plaats compartiment. Zorg ervoor dat u de elektrische contactpunten (“+” en “-”) van de batterijen plaatst zoals in het batterijcompartiment is aangegeven. De groeven aan de zijkanten in het batterijcompartiment geven “-” aan. Dit is handig wanneer u de batterijen in het donker moet vervangen. 3 SluitSluithethetdeksel.
De batterijen installeren LET OP Gebruik geen lithiumbatterijen van het type AA/R6. Bepaalde lithiumbatterijen van het type AA/R6 kunnen in zeldzame gevallen extreem heet worden bij gebruik. Gebruik daarom om veiligheidsredenen geen lithiumbatterijen van het type AA/R6. Raak bij continu flitsen nooit de flitskop, batterijen en het gedeelte bij het batterijcompartiment aan.
De Speedlite op de camera bevestigen en loskoppelen 1 Bevestig de Speedlite. Schuif de bevestigingsvoet van de Speedlite helemaal op de accessoireschoen van de camera. de Speedlite vast. 2 ZetSchuif de borgknop van de bevestigingsvoet naar rechts. X Als u een klik hoort, is de voet vergrendeld. van de camera. 3 HaalDrukdeopSpeedlite de ontgrendelingsknop, schuif de borgknop naar links en haal de Speedlite van de camera. Zorg ervoor dat u de Speedlite uitschakelt voordat u deze bevestigt of loskoppelt.
De flitser inschakelen 1 Zet de aan-/uitschakelaar in de stand . X Het opladen van de flitser wordt gestart. X Tijdens het opladen ziet u op het LCD-paneel. Wanneer het opladen van de flitser is voltooid, verdwijnt deze indicatie. of de flitser gereed is 2 Controleer voor gebruik. Gereed-lampje (Testflitsknop) Het gereed-lampje verandert van uit naar groen (snelle flits klaar) naar rood (volledig opgeladen). U kunt op de testflitsknop (gereedlampje) drukken om een testflits te geven.
De flitser inschakelen Automatische uitschakeling Om de batterijen te sparen gaat de flitser automatisch uit als deze ongeveer 90 seconden niet is gebruikt. U schakelt de Speedlite weer in door de ontspanknop van de camera half in te drukken of op de testflitsknop (gereed-lampje) van de flitser te drukken. Als de flitser is ingesteld als ontvanger voor draadloze flitsopnamen met optische transmissie (p. 72), wordt het apparaat na circa 60 minuten automatisch uitgeschakeld.
De flitser inschakelen De flitsinstellingen blijven van kracht, zelfs nadat de flitser is uitgeschakeld. Om de instellingen te behouden moet u vóór het vervangen van de batterijen eerst het apparaat uitschakelen met de aan/uitschakelaar. U kunt testflitsen als de aan-/uitschakelaar op staat. Ook wordt wanneer een knop of een wieltje wordt bediend, het LCD-paneel verlicht. U kunt de functie voor automatische uitschakeling uitschakelen (C.Fn-01, p. 85).
a: Volledig automatische flitsopnamen Als u de opnamemodus van de camera instelt op (Program AE) of volledig automatische modus, kunt u in de volledig automatische E-TTL II-/E-TTL-flitsmodus fotograferen. 1 Stel de flitsmodus in op . Druk op de knop van de -pijltoetsen. Draai <9> om te selecteren en druk vervolgens op <8>. scherp op het onderwerp. 2 StelDruk de ontspanknop half in om scherp te stellen. X De sluitertijd en het diafragma worden in de zoeker weergegeven.
E-TTL II-/E-TTL-autoflash per opnamemodus Als u de opnamemodus van de camera instelt op (AE met sluitervoorkeur), (AE met diafragmavoorkeur) of (handmatige belichting), kunt u in elke opnamemodus E-TTL II-/E-TTLautoflash gebruiken. Selecteer deze modus wanneer u de sluitertijd handmatig wilt instellen. Vervolgens kiest de camera bij deze sluitertijd automatisch het juiste diafragma voor standaardbelichting van het onderwerp, gebaseerd op de s meting van de camera.
E-TTL II-/E-TTL-autoflash per opnamemodus Automatische zoomaanpassing aan beeldsensorformaat EOS DIGITAL-camera’s hebben drie beeldsensorformaten. De effectieve opnamebeeldhoek van de bevestigde lens is afhankelijk van het sensorformaat. De 470EX-AI herkent automatisch het beeldsensorformaat van de EOS DIGITAL-camera en stelt automatisch de flitsdekking in die ideaal is voor de effectieve opnamebeeldhoek van een lens met een brandpuntsafstand van 24-105mm.
E-TTL II-/E-TTL-autoflash per opnamemodus AF-hulplicht Als het bij weinig licht moeilijk is automatisch scherp te stellen op het onderwerp of als er weinig contrast is bij opnamen via de zoeker, flitst het infrarode AF-hulplicht van de flitser automatisch voor een betere automatische scherpstelling. Het AF-hulplicht ondersteunt de meeste AF-punten van de EOScamera’s. Het AF-hulplicht is toereikend voor de zichthoek van lenzen met een brandpuntsafstand van 28 mm of meer.
2 Geavanceerde flitsopnamen In dit hoofdstuk wordt het maken van geavanceerde opnamen met de flitsfuncties beschreven. Als de camera is ingesteld op de opnamemodus Volledig automatisch of op een basisgebruikmodus, zijn de functies in dit hoofdstuk niet beschikbaar. Stel de opnamemodus van de camera in op (creatieve modi). Als u geen indirecte-flitsopnamen maakt, stelt u de indirecteflitsmodusknop in op <0°> (p. 11). Zie hoofdstuk 3, “Indirecte-flitsopnamen” (p.
f Flitsbelichtingscompensatie U kunt het flitsvermogen op dezelfde manier als de belichtingscompensatie aanpassen. De flitsbelichtingscompensatiewaarde kan worden ingesteld tot maximaal ±3 stops in stappen van 1/3 stop. 1 Druk op de knop . Druk op de knop van de pijltoetsen. U kunt ook de flitsbelichtingscompensatie selecteren. Druk hiervoor op <8> en draai <9>. de waarde voor de 2 Stel flitsbelichtingscompensatie in.
7: Flitsbelichtingsvergrendeling Met FE-vergrendeling (FE = Flash Exposure, flitsbelichting) zet u voor elk deel van het onderwerp de juiste flitsbelichting vast. Druk op de knop van de camera als u op het LCDpaneel ziet. Voor camera’s zonder een knop drukt u op de knop (AE-vergrendeling) of <7>. 1 Stel scherp op het onderwerp. op de knop (8). 2 Druk Zorg ervoor dat het onderwerp zich midden in de zoeker bevindt en druk op de knop van de camera.
c Hogesnelheidssynchronisatie U kunt bij hogesnelheidssynchronisatie flitsopnamen maken, zelfs met sluitersnelheden (-tijden) die de maximale sluitersnelheid voor flitssynchronisatie overschrijden. Dit is effectief wanneer u wilt fotograferen in de modus (AE met diafragmavoorkeur, open diafragma) met een onscherpe achtergrond, bijvoorbeeld buiten bij daglicht. 1 Druk op <8>. het item dat is 2 Selecteer gemarkeerd in de afbeelding.
r Synchronisatie op het tweede gordijn Door opnamen te maken met een lage sluitersnelheid (-tijd) en tweedegordijnsynchronisatie kunt u het spoor van de lichtbronnen van een bewegend onderwerp, zoals autokoplampen, op natuurlijke wijze vastleggen. De flitser flitst vlak voordat de belichting wordt voltooid (bij het dichtgaan van de sluiter). 1 Druk op <8>. het item dat is 2 Selecteer gemarkeerd in de afbeelding.
H: De flitsdekking instellen U kunt de flitsdekking (het bereik van de flits) automatisch of handmatig instellen. Bij (automatisch) wordt de flitsdekking automatisch aangepast op basis van de brandpuntsafstand (opnamezichthoek) van de gebruikte lens en het beeldsensorformaat (p. 26). Bij (handmatig) kunt u handmatig een flitsdekking instellen van 24 tot 105 mm. 1 Druk op de knop . Druk op de knop van de -pijltoetsen. flitsdekking in.
H: De flitsdekking instellen Groothoekadapter Als u de interne groothoekadapter van de flitser in combinatie met de flitser gebruikt, kunt u flitsopnamen maken met een effectieve belichting van de volledige beeldhoek van een ultragroothoeklens met een brandpuntsafstand tot zelfs 14 mm. Trek de groothoekadapter naar buiten. Trek het uitstekende gedeelte in het midden van de groothoekadapter naar buiten. Klap de groothoekadapter naar beneden.
a: Handmatig flitsen U kunt het flitsvermogen instellen in stappen van 1/3 stop, van 1/1 tot 1/128 van het totale vermogen. Gebruik een flitsmeter (in de handel verkrijgbaar) om het benodigde flitsvermogen vast te stellen voor een goede flitsbelichting. We raden u aan de opnamemodus van de camera in te stellen op of . 1 Stel de flitsmodus in op . Druk op de knop van de -pijltoetsen. Draai <9> om te selecteren en druk vervolgens op <8>. het flitsvermogen in.
a: Handmatig flitsen Handmatig instellen van de flitsbelichting na meting Wanneer u een EOS-1D camera gebruikt, kan het flitsbelichtingsniveau handmatig worden ingesteld voordat u opnamen maakt. Dit is handig als u zich dicht bij het onderwerp bevindt. Gebruik een 18% grijsreflector (in de handel verkrijgbaar) en maak als volgt opnamen. 1 Stel de camera en de Speedlite in. Stel de opnamemodus van de camera in op of . Stel de flitsmodus van de Speedlite in op . 2 Stel scherp op het onderwerp.
Modelflits Als u op de camera op de knop voor het controleren van de scherptediepte drukt, wordt er gedurende circa 1 seconde een reeks flitsen gegeven. Dit wordt de “modelflits” genoemd. Dit is handig als u de schaduw van het flitslicht op het onderwerp wilt bekijken. Druk op de scherptediepteknop van de camera. X De flitser flitst circa 1 seconde continu. Modelflits in automatische AI.
Modelflits Om slijtage en schade aan de flitskop door oververhitting te voorkomen, beperkt u het gebruik van de modelflits tot maximaal 20 keer. Nadat u 20 keer met de modelflits hebt geflitst, moet u de flitser tenminste 10 minuten laten afkoelen. Als u het hierboven genoemde aantal keren de modelflits gebruikt en vervolgens herhaaldelijk opnieuw met korte tussenpozen flitst, kan de veiligheidsfunctie worden geactiveerd en het flitsen worden beperkt.
Speedlite-instellingen wissen U kunt de instellingen van de Speedlite-opnamefuncties en de instellingen voor draadloze flitsopnamen terugzetten op de standaardwaarden. 1 Ga naar het scherm Wis instellingen. Druk op de knop <1>. Draai <9> om te selecteren en druk vervolgens op <8>. X Er verschijnt een bevestigingsscherm. de instellingen. 2 WisDraai <9> om <;> te selecteren en druk vervolgens op <8>.
3 Indirecte-flitsopnamen In dit hoofdstuk worden functies voor indirect flitsen beschreven, zoals automatische of halfautomatische AI.B-flitsopnamen, handmatige indirecte-flitsopnamen en opnamen met indirecte-flitsadapter. Voorzorgsmaatregelen bij de indirecte AI-flitsfunctie Bij automatische en halfautomatische AI.B-opnamen beweegt de flitskop automatisch en wordt er automatisch geflitst. De flitskop kan in een ongewenste richting flitsen.
X Indirecte AI-flits Als u de flitskop op het plafond richt, kunt u de weerkaatsing van het flitslicht gebruiken voor uw flitsopnamen. Zo verzacht u de schaduwen van het onderwerp en wordt de opname natuurlijker. Dit noemt men “indirecte-flitsopnamen”. Als u indirect flitst, wordt uw opname natuurlijker dan wanneer het onderwerp rechtstreeks door het flitslicht wordt belicht. Om opnamen te kunnen maken met de juiste belichting hebt u echter enige kennis en ervaring nodig.
X Indirecte AI-flits W AI.B automatisch Deze modus is zeer geschikt voor beginners. In deze modus maakt u met enkele simpele handelingen automatisch een indirecteflitsopname. Als u op de startknop voor afstandmeting bij automatische AI.B drukt, is er een korte flits (voorflits) om de afstand tot het onderwerp en tot het plafond te meten voor de indirecte flits. Op basis van de gemeten afstand wordt de richting (reflectiehoek) van de flitskop automatisch ingesteld.
X Indirecte AI-flits Als u de richting (positie) van de camera wijzigt, kunt u de reflectiehoek terugzetten naar vrijwel dezelfde hoek als voorheen door te dubbelklikken op de ontspanknop van de camera (deze tweemaal snel na elkaar half in te drukken). De flitskop beweegt dan automatisch. x2 Wijzig de richting (positie) ten opzichte van nr. 3 op de vorige pagina. Zet de reflectiehoek terug naar vrijwel dezelfde hoek als in 3. Niet alle camera’s bieden automatische AI.B-opnamen.
X Indirecte AI-flits V Halfautomatische AI.B Deze modus is bedoeld voor (half)gevorderde fotografen. U kunt de reflectiehoek in de Speedlite opslaan (registreren) door op de knop te drukken nadat u de Speedlite-flitskop in de gewenste richting (reflectiehoek) hebt gezet. Zie pagina 56-59 voor meer informatie over halfautomatische AI.Bopnamen. 1. Stel de gewenste reflectiehoek in. 2. Druk op de knop .
W AI.B automatisch Compatibiliteit met automatische AI.B (AI-indirecte flits) en handelingen waarmee u automatische AI.B-opnamen start, zijn afhankelijk van de camera (EOS-camera’s van de eerste helft van 2014 en eerder ondersteunen automatische AI.B-opnamen niet). Bij automatische AI.B-opnamen is er een korte voorflits voordat de foto wordt genomen. Zo wordt de afstand tot het onderwerp en tot het plafond gemeten voor de indirecte flits.
W AI.B automatisch EOS DIGITAL-camera’s vanaf de tweede helft van 2014 tot de eerste helft van 2017 Bij gebruik van de EOS-1D X Mark II, EOS 5DS/5DS R, EOS 5D Mark IV, EOS 7D Mark II, EOS 80D, EOS 77D, EOS 760D, EOS 800D en EOS 750D kunt u automatische indirecte-flitsopnamen maken via werkwijze 1. U kunt de afstand voor automatische AI.B-opnamen niet meten via werkwijze 2.
W Automatische AI.B-opnamen Controleer of de camera automatische indirecte-flitsopnamen ondersteunt (p. 46) voordat u een automatische AI.B-opname (indirecte AI-flitsopname) maakt. Zie pagina 43 voor een overzicht van de automatische AI.B-functie. Bekijk bovendien nogmaals “Voorzorgsmaatregelen” (p. 8), “Algemene voorzorgsmaatregelen bij (half)automatische AI.B-opnamen” (p. 60) en dergelijke informatie voordat u een automatische AI.B-opname maakt.
W Automatische AI.B-opnamen Automatische AI.B-opnamen 1 Zet de knop op (p. 42). Controleer of de Speedlite is bevestigd op de camera en of zowel de camera als de Speedlite zijn ingeschakeld. Zet de indirecte-flitsmodusknop op . X De flitskop wordt automatisch recht vooruit gezet als dit nog niet het geval is. op de knop . 2 Druk Controleer of het gereed-lampje <&> brandt. Druk op de knop als het onderwerp zich midden in het scherm bevindt.
W Automatische AI.B-opnamen de foto. 3 Maak Stel scherp op het onderwerp en maak de foto op dezelfde manier als bij een normale flitsopname. X De flitser flitst met de automatisch ingestelde reflectiehoek en de opname wordt gemaakt. Bekijk de foto en controleer het resultaat. Sommige camera’s zijn uitgerust met een flitsmodus waarin flitsen is uitgeschakeld. Zorg er in dat geval voor dat u een flitsmodus kiest waarin flitsen mogelijk is. Bij automatische AI.
W Automatische AI.B-opnamen Wat moet u doen als u de camerarichting (-positie) wijzigt? x2 Als u de richting (positie) van de camera wijzigt nadat u op de knop of vergelijkbare knop hebt gedrukt en de afstand voor automatische AI.B hebt gemeten, kunt u de reflectiehoek terugzetten naar vrijwel dezelfde hoek als voorheen door te dubbelklikken op de ontspanknop van de camera (deze tweemaal snel na elkaar half in te drukken). De flitskop beweegt dan automatisch.
W Automatische AI.B-opnamen Veelgestelde vragen Als de afstand tot het onderwerp verandert Druk op de knop of een knop met dezelfde functie (p. 49) en meet de afstand tot het onderwerp opnieuw. Als er een waarschuwing op het LCD-paneel van de Speedlite verschijnt Waarschuwing Oplossing AI.B[ Bevestig de Speedlite op de camera en druk vervolgens op de knop . RETRY De flitskop is in aanraking gekomen met een obstakel, waardoor de handeling niet kan worden uitgevoerd.
W Automatische AI.B-opnamen De flitskop beweegt niet als er op de scherptediepteknop van de camera wordt gedrukt. Bekijk op pagina 46 of u de scherptediepteknop van de camera kunt gebruiken om de afstand te meten in de automatische AI.B-modus (controleer of de camera compatibel is). De reflectiehoek wordt niet automatisch gecorrigeerd, zelfs niet als de richting (positie) van de camera wordt gewijzigd.
W Automatische AI.B-opnamen X AI.B-lampje Het blauwe -lampje is uit, brandt of knippert afhankelijk van de staat van de flitskop tijdens de automatische AI.Bopname. Lampje Uit Knippert snel Brandt Status Vóór de automatische AI.B-opname wordt gestart Afstand bij automatische AI.B wordt gemeten of reflectiehoek wordt gecorrigeerd Afstand is gemeten (automatische AI.B-opname mogelijk) Bij wijziging van reflectiehoek na afloop van afstandmeting Fout in automatische AI.
W Automatische AI.B-opnamen Algemene voorzorgsmaatregelen bij automatische AI.B-opnamen Als u de knop instelt op een andere modus of de aan-/ uitschakelaar instelt op , wordt de reflectiehoek die in de Speedlite is opgeslagen (geregistreerd) gewist. Dubbelklik bij gebruik van FE-vergrendeling of de zelfontspanner op de ontspanknop en voer de FE-vergrendeling uit of maak de opname nadat de flitskop is teruggezet in de opgeslagen (geregistreerde) positie (automatische correctie).
V Halfautomatische AI.B-opnamen Zie pagina 45 voor een overzicht van de halfautomatische AI.Bflitsmodus. U kunt met alle EOS-camera’s halfautomatische AI.B-opnamen maken. Bekijk nogmaals “Voorzorgsmaatregelen” (p. 8), “Algemene voorzorgsmaatregelen bij (half)automatische AI.B-opnamen” (p. 60) en dergelijke informatie voordat u halfautomatische AI.B-opnamen maakt. Richtlijnen voor opnameomstandigheden in de halfautomatische AI.B-modus Zie “Richtlijnen voor opnameomstandigheden in de automatische AI.
V Halfautomatische AI.B-opnamen op de knop . 3 Druk Druk op de knop om de reflectiehoek die u in stap 2 hebt bepaald, in de Speedlite op te slaan (te registreren). Voer stap 2 en 3 opnieuw uit als u de reflectiehoek opnieuw wilt registreren. x2 de foto. 4 Maak Als u de reflectiehoek in de Speedlight hebt opgeslagen (geregistreerd) (stap 3) en daarna de richting (positie) van de camera wijzigt, dubbelklikt u op de ontspanknop van de camera (drukt u deze tweemaal snel na elkaar half in).
V Halfautomatische AI.B-opnamen Pas de reflectiehoek aan (zet de hoek terug) als de afstand tot het onderwerp verandert. Druk nogmaals op de knop als u de aangepaste reflectiehoek opnieuw wilt registreren. Als u de ontspanknop half indrukt zonder nogmaals op de knop te drukken, wordt de reflectiehoek ingesteld op de oorspronkelijke waarde. Als de positie van de flitskop (per ongeluk) verandert nadat de reflectiehoek in de Speedlite is opgeslagen (geregistreerd) (en het AI.
V Halfautomatische AI.B-opnamen X AI.B-lampje Het blauwe -lampje is uit, brandt of knippert afhankelijk van de staat van de flitskop tijdens de halfautomatische AI.B-opname. Lampje Uit Knippert snel Brandt Status Reflectiehoek niet geregistreerd (vóór halfautomatische AI.B-opname) Halfautomatische AI.B-opname wordt gemaakt of reflectiehoek wordt gecorrigeerd Reflectiehoek geregistreerd (halfautomatische AI.
Algemene voorzorgsmaatregelen bij (half)automatische AI.Bopnamen Als u de camera na een wijziging van de richting (positie) in een te steile hoek houdt, is automatische correctie van de reflectiehoek niet mogelijk. Bovendien wordt de reflectiehoek niet automatisch gecorrigeerd als het door de wijziging van de richting onmogelijk is de opgeslagen reflectiehoek terug te zetten. De draaihoek van de flitskop wordt in stapjes van 5° aangegeven.
m Handmatige indirecte-flitsopnamen Kies voor een handmatige indirecte-flitsopname de volgende instellingen en pas de richting van de flitskop aan. 1 Stel in op P.Fn-09-1. Zie pagina 92 en stel vervolgens de persoonlijke functie P.Fn-09 (instelling voor handmatige indirecte flits) in op 1. 2 Zet de knop op <0°>. de reflectiehoek handmatig 3 Stel in. Pas de richting van de flitskop handmatig aan. U kunt de opwaartse en de horizontale reflectiehoek via het LCDpaneel controleren.
m Handmatige indirecte-flitsopnamen Als P.Fn-09 is ingesteld op 0 (p. 92), kunt u de reflectiehoek niet handmatig instellen (de flitskop gaat automatisch terug naar de 0°-positie als u de ontspanknop half indrukt, zelfs als u de reflectiehoek handmatig instelt). Als de afstand tot het plafond of de muur waarvan het flitslicht wordt weerkaatst te groot is, kunt u mogelijk geen opnamen maken met de gewenste belichting, omdat het indirecte-flitslicht het onderwerp niet bereikt.
q Gecombineerd gebruik met de indirecte-flitsadapter Als u de bijgeleverde indirecte-flitsadapter op de Speedlite bevestigt en het flitslicht bijvoorbeeld op het plafond of de muur laat weerkaatsen, verspreidt u het flitslicht over een groter gebied en onderdrukt u de schaduwen van het onderwerp.
q Gecombineerd gebruik met de indirecte-flitsadapter Wanneer de indirecte-flitsadapter is aangesloten of als de indirecteflitsadapter tegelijk met de groothoekadapter wordt gebruikt, kan dit tot onderbelichting leiden, aangezien het flitsvermogen afneemt. Neem de noodzakelijke tegenmaatregelen, zoals het verhogen van de ISOsnelheid op de camera of het compenseren van de flitsbelichting (p. 30).
4 Flitsfuncties instellen met de knoppen van de camera In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de flitsfuncties instelt vanaf het menuscherm van de camera. Als de camera is ingesteld op de opnamemodus Volledig automatisch of op een basisgebruikmodus, zijn de functies in dit hoofdstuk niet beschikbaar. Stel de opnamemodus van de camera in op (creatieve modi).
Flitseraansturing via het menuscherm van de camera Bij gebruik van een EOS DIGITAL-camera van 2007 of later kunt u flitsfuncties of gebruikersfuncties instellen via het menuscherm van de camera. Zie voor bediening van de camera de instructiehandleiding van de camera. Flitsfuncties instellen 1 Selecteer [Externe Speedlite besturing]. Selecteer [Externe Speedlite besturing] of [Flitsbesturing]. [Flits functie 2 Selecteer instellingen]. Selecteer [Flits functie instellingen] of [Func.inst.
Flitseraansturing via het menuscherm van de camera Instellingen die beschikbaar zijn in het scherm Flits functie instellingen EOS DIGITAL-camera’s van 2007 of later In het scherm [Flits functie instellingen] of [Func.inst. externe flitser] kunt u instellingen voor normale flitsopnamen opgeven. De instelbare functies zijn als volgt. De beschikbare instellingen variëren per gebruikte camera en flitsmodus, enzovoort.
Flitseraansturing via het menuscherm van de camera Flitsen Stel deze optie in op [Inschakelen] voor flitsopnamen. Stel de functie in op [Uitschakelen] als u alleen het AF-hulplicht van de flitser wilt gebruiken. E-TTL II-flitslichtmeting Stel deze optie voor een normale belichting in op [Evaluatief]. Als [Gemiddeld] wordt ingesteld, wordt het gemiddelde genomen voor de flitsbelichting voor de volledige gemeten scène per camera. Flitsbelichtingscompensatie kan nodig zijn, afhankelijk van de scène.
Flitseraansturing via het menuscherm van de camera In-/uitzoomen (flitsdekking) U kunt de flitsdekking van de Speedlite instellen. Wanneer u [Auto] selecteert, wordt de flitsdekking automatisch ingesteld op basis van de brandpuntsafstand van de opnamelens en het beeldsensorformaat van de camera (p. 26). Instellingen wissen Als [Wis flitser instellingen.] of [Wis inst. externe flitser] is geselecteerd, kunt u de standaardinstellingen van de Speedlite herstellen.
Flitseraansturing via het menuscherm van de camera Gebruikersfuncties voor de flitser instellen U kunt gebruikersfuncties voor de Speedlite vanuit het menuscherm van de camera instellen. De weergegeven details variëren, afhankelijk van de camera. Wanneer C.Fn-21 tot en met 23 niet worden weergegeven, stelt u deze op de Speedlite in. Zie voor de gebruikersfuncties pagina 82-87. 1 Selecteer [Flitser C.Fn instellingen]. Selecteer [Flitser C.Fn instellingen] of [C.Fn-inst. externe flitser].
5 Draadloze flitsopnamen: Optische transmissie In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u draadloze flitsopnamen maakt via de draadloze ontvangerfunctie met optische transmissie. Raadpleeg het systeemoverzicht (p. 94) voor de accessoires die nodig zijn voor draadloze opnamen met optische transmissie. Als de camera is ingesteld op de opnamemodus Volledig automatisch of op een basisgebruikmodus, zijn de functies in dit hoofdstuk niet beschikbaar.
: Draadloze flitsopnamen met optische transmissie Met een Canon-apparaat dat is uitgerust met de draadloze zenderfunctie met optische transmissie en 470EX-AI ingesteld als ontvanger maakt u heel eenvoudig opnamen met meerdere draadloze flitsen, op dezelfde manier als normale opnamen met E-TTL II-/ETTLautoflash. De instellingen van de zender worden automatisch op de draadloos aangestuurde 470EX-AI (ontvanger) toegepast.
: Draadloze flitsopnamen met optische transmissie Zorg ervoor dat zich tussen de zender en ontvanger geen obstakels bevinden die de transmissie kunnen belemmeren. De transmissieafstand is afhankelijk van de gebruikte zender Raadpleeg de instructiehandleiding van het apparaat dat is uitgerust met de zenderfunctie. Voer voordat u gaat fotograferen een testflits (p. 21) en een testopname uit. Zorg ervoor dat de sensor voor draadloze ontvangst van de ontvanger richting de zender is geplaatst.
Instellingen voor draadloos flitsen Gebruik de volgende instellingen als u wilt flitsen via de draadloze ontvangerfunctie met optische transmissie. Ontvanger instellen Stel in op <:x>. Stel de flitser in die u als ontvanger wilt instellen. Druk op de knop van de pijltoetsen. Draai <9> om <:x> te selecteren en druk vervolgens op <8>. Selecteer voor normale flitsopnamen om de draadloze (ontvanger-)instellingen te wissen.
Instellingen voor draadloos flitsen Draai <9> om een kanaal van “Y” tot “[” te selecteren en druk vervolgens op <8>. Transmissiekanaal Wanneer de transmissiekanalen van de zender en ontvanger niet hetzelfde zijn, zal de ontvanger niet flitsen. Stel beide in op dezelfde waarde. Geheugenfunctie U kunt de instellingen voor draadloos flitsen in de ontvanger opslaan en later opnieuw gebruiken. Bedien elke ontvanger afzonderlijk wanneer u de instellingen wilt opslaan of oproepen. 1 Selecteer .
a: Volledig automatische draadloze flitsopnamen In deze paragraaf worden volledig automatische draadloze standaardopnamen beschreven bij gebruik van een apparaat (zender) met de draadloze zenderfunctie met optische transmissie en een 470EX-AI als ontvanger. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de zender voor meer informatie over draadloze flitsopnamen met optische transmissie en de bediening van de zender. 1 Stel de zender in.
a: Volledig automatische draadloze flitsopnamen of de flitser gereed is 6 Controleer voor gebruik. Wanneer de flitser van de ontvanger klaar is, knippert het AF-hulplicht in intervallen van circa 1 seconde. Controleer of het gereed-lampje van de zender brandt. de prestaties. 7 Controleer Geef een testflits vanaf de zender. X De ontvanger flitst. Als deze niet flitst, controleer dan of deze binnen het transmissiebereik is geplaatst (p. 72). de foto.
a: Volledig automatische draadloze flitsopnamen Fotograferen voor gevorderden met volledig automatisch draadloos flitsen Aangezien de volgende functies die zijn ingesteld op de zender, automatisch op de ontvangers in dit draadloze systeem worden ingesteld, hoeft u de ontvangers niet te bedienen. Daarom kunt u draadloze flitsopnamen maken op dezelfde manier als u normale flitsopnamen maakt. • Flitsbelichtingscompensatie (f, p. 30) • Flitsbelichtingsvergrendeling • Hogesnelheidssynchronisatie (c, p.
A Handmatige flits instellen op een ontvanger U kunt de handmatige flits rechtstreeks via de ontvanger instellen. Deze functie wordt de individuele ontvanger genoemd. Dit is handig wanneer u bijvoorbeeld de Speedlite Transmitter ST-E2 (afzonderlijk verkrijgbaar) gebruikt om draadloos handmatig te flitsen. 1 Stel de individuele ontvanger in. Druk op de knop van de pijltoetsen. Draai <9> om <:A> te selecteren en druk vervolgens op <8>. X Op het LCD-paneel ziet u <(>.
6 De Speedlite aanpassen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de Speedlite kunt aanpassen met de gebruikersfuncties (C.Fn) en persoonlijke functies (P.Fn). Als de camera is ingesteld op de opnamemodus Volledig automatisch of op een basisgebruikmodus, zijn de functies in dit hoofdstuk niet beschikbaar. Stel de opnamemodus van de camera in op (creatieve modi).
C / >: Gebruikersfuncties en persoonlijke functies instellen U kunt de verschillende flitsfuncties helemaal naar uw opnamevoorkeuren instellen. Hiervoor gebruikt u de gebruikersfuncties en de persoonlijke functies. De persoonlijke functies zijn instelbare functies die uniek zijn voor de 470EX-AI. C: Gebruikersfuncties 1 Geef het scherm met gebruikersfuncties weer. Druk op de knop <1 >. Draai <9 > om <=> te selecteren en druk vervolgens op <8>. X Het scherm met gebruikersfuncties wordt weergegeven.
C / >: Gebruikersfuncties en persoonlijke functies instellen Lijst gebruikersfuncties Nummer C.Fn-00 Functie " C.Fn-01 # C.Fn-02 $ C.Fn-08 - C.Fn-10 / C.Fn-11 0 Pagina Afstands indicatie weergave Automatisch uitschakelen p. 85 Instellicht AF-hulplicht Timer ontvanger automatisch uitschakelen p. 86 Ontvanger auto uitschakelen annuleren C.Fn-13 6 C.Fn-21 ; Flitsbelichtingscompensatie instellen C.Fn-22 < Verlichting LCD-paneel C.
C / >: Gebruikersfuncties en persoonlijke functies instellen Alle gebruikersfuncties/persoonlijke functies wissen U kunt alle gebruikersfuncties en persoonlijke functies wissen door op het scherm (links afgebeeld) of te selecteren en vervolgens <;> te selecteren. Zelfs als u alle gebruikersfuncties wist, wordt C.Fn-00 niet gewist. U kunt alle gebruikersfuncties van de Speedlite instellen of wissen in het menuscherm van de camera (p. 70).
C: Gebruikersfuncties instellen C.Fn-00: " (Afstands indicatie weergave) U kunt voor de afstandsindicatie op het LCD-paneel meter of voet selecteren. 0: m (Meters (m)) 1: ft (Feet (ft)) C.Fn-01: # (Automatisch uitschakelen) Wanneer de Speedlite ongeveer 90 seconden niet wordt gebruikt, wordt deze automatisch uitgeschakeld om energie te besparen. U kunt deze functie uitschakelen. 0: ON (Inschakelen) 1: OFF (Uitschakelen) C.Fn-02: $ (Instellicht) 0: 1: 2: 3: % (Inschakelen (scherpted.kn.
C: Gebruikersfuncties instellen C.Fn-08: - (AF-hulplicht) 0: 1: ON (Inschakelen) OFF (Uitschakelen) Schakelt het gebruik van het AF-hulplicht van de Speedlite uit. Het flitspictogram dat wordt weergegeven als C.Fn-08 is ingesteld, verandert op basis van de instelling van P.Fn-04 (Flitsmodus AF-hulplicht, p. 89). C.
C: Gebruikersfuncties instellen C.Fn-21: ; (Belichtingshoek) U kunt de belichtingshoek (flitsdekking) van de Speedlite ten opzichte van de beeldhoek wijzigen wanneer de flitsdekking is ingesteld op (automatische instelling). 0: j (Standaard) De optimale flitsdekking voor de beeldhoek wordt automatisch ingesteld. 1: k (Richtgetalvoorkeur) Hoewel de rand van de foto iets donkerder is dan bij de instelling 0, is deze instelling effectief als u het flitsvermogen prioriteit wilt geven.
>: Persoonlijke functies instellen P.Fn-01: @ (LCD-paneelcontrast) U kunt het contrast van het LCD-paneel op 5 niveaus instellen. P.Fn-02: A (LCD-paneelverlichtingskleur: normale flitsopnamen) U kunt de kleur van de LCD-paneelverlichting bij normale flitsopnamen (flitser op de camera) instellen. 0: GREEN (Groen) 1: ORANGE (Oranje) P.
>: Persoonlijke functies instellen P.Fn-04: ] (Flitsmodus AF-hulplicht) U kunt de flitsmodus van het AF-hulplicht selecteren. 0: K (Infrarood) Er verschijnt een infrarood AF-hulplicht (p. 27). Stel bij voorkeur scherp op het onderwerp als dit zich midden in de zoeker bevindt. 1: J (Een kleine serie flitsen) Het AF-hulplicht, bestaande uit onderbroken flitsen (een serie kleine flitsen), gaat branden.
>: Persoonlijke functies instellen P.Fn-06: ^ (Instellingswijzigingen via het wiel) Als u op <8> drukt en u op het scherm de instellingen ziet die links worden afgebeeld, kunt u instellen of u de volgende functies wel of niet direct kunt instellen door eenvoudigweg <9> te draaien. 0: 1: OFF (Uitschakelen) Stel de functie volgens de normale procedure in.
>: Persoonlijke functies instellen P.Fn-08: U (Automatische correctie reflectiehoek) U kunt instellen hoe de reflectiehoek automatisch wordt gecorrigeerd als de richting (positie) van de camera verandert tijdens een automatische () of een halfautomatische () AI.B-opname. 0: Q Als u dubbelklikt op de ontspanknop (deze tweemaal snel na elkaar half indrukt), wordt de reflectiehoek gecorrigeerd.
>: Persoonlijke functies instellen P.Fn-09: 0° (Handmatige indirecte flits instellen) Als de indirecte-flitsmodusknop is ingesteld op <0°>, kunt u instellen of de reflectiehoek handmatig kan worden ingesteld. 0: 0° Een handmatige indirecte-flitsopname (het handmatig instellen van de reflectiehoek) is niet mogelijk. Na handmatige instelling van de reflectiehoek wordt de flitskop weer recht vooruit gezet als u de ontspanknop half indrukt.
7 Aanvullende informatie Dit hoofdstuk bevat een systeemoverzicht, oplossingen voor problemen en een beschrijving van het gebruik van de Speedlite met type B-camera’s.
470EX-AI-systeem " # Draadloze flitsopnamen Optische transmissie Camera/Speedlite/ transmitter uitgerust met zenderfunctie % % Speedlite uitgerust met ontvangerfunctie " ' & $ " # $ % Speedlite 470EX-AI Indirecte-flitsadapter SBA-E4 (geleverd bij 470EX-AI) Ministandaard (geleverd bij 470EX-AI) Apparaat uitgerust met draadloze zenderfunctie met optische transmissie 600EX II-RT, 600EX-RT, 600EX, 580EX II, 580EX, 550EX, 90EX, MT-26EX-RT, MT-24EX, MR-14EX II, MR-14EX, ST-E2 en EOS DIGITAL-camera’s me
470EX-AI-systeem & Speedlite uitgerust met draadloze ontvangerfunctie met optische transmissie 600EX II-RT, 600EX-RT, 600EX, 580EX II, 580EX, 550EX, 430EX III-RT, 430EX III, 430EX II, 430EX, 420EX, 320EX, 270EX II ' Flitsschoenkabel OC-E3 Voor aansluiting van de 470EX-AI op de camera op een maximale afstand van circa 60 cm.
f Flitserblokkering als gevolg van temperatuurstijging Als u via een reeks flitsen of modelflitsen herhaaldelijk met korte tussenpozen flitst, kan de flitskop, de batterijen en het gebied bij het batterijcompartiment heet worden. Als u herhaaldelijk flitst, wordt het flitsinterval stapsgewijs groter. Zo wordt slijtage of schade aan de flitskop door oververhitting voorkomen. Als u in deze situatie herhaaldelijk blijft flitsen, wordt het flitsen automatisch beperkt.
f Flitserblokkering als gevolg van temperatuurstijging LET OP Raak bij continu flitsen nooit de flitskop, batterijen en het gedeelte bij het batterijcompartiment aan. Raak de flitskop, batterijen of het gedeelte bij het batterijcompartiment niet aan als u herhaaldelijk continu met een korte interval flitst of de modelflits gebruikt. De flitskop, batterijen en het gedeelte bij het batterijcompartiment kunnen heet worden, waardoor u zich kunt branden.
Problemen oplossen Raadpleeg bij problemen met de flitser eerst de onderstaande oplossingen. Als u aan de hand van deze informatie het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met uw leverancier of het dichtstbijzijnde Canon Service Center. Normale flitsopnamen De flitser gaat niet aan. Controleer of de batterijen in de juiste richting zijn geplaatst (p. 18). Controleer of het deksel van het batterijcompartiment gesloten is (p. 18). Vervang de batterijen door nieuwe. De Speedlite flitst niet.
Problemen oplossen Foto’s zijn onder- of overbelicht. Stel flitsbelichtingscompensatie in als het hoofdonderwerp er erg donker of erg licht uitziet (p. 30). Gebruik FE-vergrendeling als de foto een sterk reflecterend voorwerp bevat (p. 31). Met hogesnelheidssynchronisatie wordt het effectieve flitsbereik kleiner naarmate de sluitertijd korter wordt. Verklein de afstand tot het onderwerp (p. 32). De onderkant van de foto ziet er donker uit. Zorg voor een minimale afstand van 0,7 m tot het onderwerp.
Problemen oplossen De flitsdekking wordt niet automatisch ingesteld. Stel de flitsdekking in op (automatische instelling, p. 34). Schuif de bevestigingsvoet helemaal in de accessoireschoen van de camera, schuif de borgknop naar rechts en zet daarmee de Speedlite vast op de camera (p. 20). De flitsdekking kan niet handmatig worden ingesteld. Verwijder de indirecte-flitsadapter (p. 63). Schuif de groothoekadapter naar binnen (p. 35). U kunt bij automatische AI.
Problemen oplossen Indirecte-flitsopnamen De flitskop beweegt vanzelf. Als u de Speedlite voor het eerst start en de ontspanknop op de camera half indrukt terwijl de flitskop niet recht vooruit staat (niet in de 0°-positie), wordt de flitskop automatisch in deze positie gezet. De indirecte AI-flitsfunctie is actief. Als u de indirecte AI-flitsfunctie niet wilt gebruiken, zet u de knop op <0°> (p. 42).
Problemen oplossen Er wordt een waarschuwing weergegeven. Zie pagina 52 voor informatie over waarschuwingen. De flitsdekking kan niet handmatig worden ingesteld. U kunt de flitsdekking niet handmatig instellen bij automatische AI.Bopnamen, bij een bevestigde indirecte-flitsadapter of bij gebruik van de groothoekadapter. U kunt de reflectiehoek niet handmatig instellen. Zie pagina 61 voor meer informatie over handmatige indirecteflitsopnamen. Foto’s zijn onderbelicht.
Problemen oplossen De modelflits werkt niet. Bij sommige camera’s werkt de scherptediepteknop van de camera als een startknop voor afstandmeting bij automatische . Zie pagina 46 en 85 voor meer informatie.
Problemen oplossen Draadloze flitsopnamen met optische transmissie De ontvanger flitst niet. Stel de ontvanger in op <:x> (p. 74). Stel de transmissiekanalen van de zender en ontvanger op dezelfde waarden in (p. 74). Controleer of de ontvanger binnen het draadloze transmissiebereik van de zender is (p. 72). Richt de sensor voor draadloze bediening van de ontvanger op de zender (p. 72). Plaats de ontvanger op een locatie met het best mogelijke zicht op de zender.
Specificaties Type Type: Compatibele camera’s: E-TTL II-/E-TTL-autoflash Speedlite met schoenbevestiging Type A EOS-camera’s (E-TTL II-/E-TTL-autoflash) * Automatisch flitsen is niet mogelijk bij gebruik van type B EOS-camera’s.
Specificaties Belichting Belichtingsregelsysteem: Effectief flitsmeetbereik: (met EF 50mm f/1.4 lens bij ISO 100) Flitsbelichtingscompensatie: FE-vergrendeling: Hogesnelheidssynchronisatie: Handmatig flitsen: Modelflits: Flitser opladen Flitsinterval (Oplaadtijd): Gereed-lampje: AF-hulplicht Methode: E-TTL II-/E-TTL-autoflash, handmatige flits Normale flits: circa 0,7 - 23,5 m Snelle flits: circa 0,7 - 14,4 m (bij richtgetal nr.
Specificaties Draadloze ontvangerfunctie met optische transmissie Communicatiemethode: Optische puls Instellingen voor Ontvanger draadloos flitsen: Transmissiekanaal: Kan.
Specificaties Richtgetal (bij ISO 100, in meters) Normale flits (volledig vermogen)/snelle flits Flitsdekking (mm) 14 24 28 35 Normale flits (volledig vermogen) 14,0 25,0 26,0 29,0 Snelle flits Gelijk aan circa 1/2 - 1/6 van vol vermogen Flitsdekking (mm) 50 70 80 105 Normale flits (volledig vermogen) 33,0 40,0 42,0 47,0 Snelle flits Gelijk aan circa 1/2 - 1/6 van vol vermogen Handmatig flitsen Flitsvermogen Flitsdekking (mm) 14 24 28 35 1/1 14,0 25,0 26,0 29,0 1/2 9,9 1
Gebruik met een type B-camera In deze paragraaf wordt beschreven welke functies wel en niet beschikbaar zijn als u de Speedlite 470EX-AI met een type B-camera (analoge EOS-camera die A-TTL-/TTL-autoflash ondersteunt) gebruikt. Als de Speedlite op een type-B camera is bevestigd, verschijnt op het LCD-paneel van de flitser. Autoflash-meting is niet mogelijk. Functies die beschikbaar zijn bij type B-camera’s Handmatig flitsen Synchronisatie 2e gordijn AI.
Uitsluitend bestemd voor de Europese Unie en EER (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) Dit symbool geeft aan dat dit product in overeenstemming met de AEEA-richtlijn (2012/19/EU) en de nationale wetgeving niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Dit product moet worden ingeleverd bij een aangewezen, geautoriseerd inzamelpunt, bijvoorbeeld wanneer u een nieuw gelijksoortig product aanschaft, of bij een geautoriseerd inzamelpunt voor hergebruik van elektrische en elektronische apparatuur (EEA).
Index Numerics D 12 sec.-, 16 sec.-timer ......................4 Draadloos flitsen met optische 18% grijze reflector .........................37 transmissie ..................................... 71 A Aan-/uitschakelaar ..........................21 Aantal keer flitsen ...........................18 Accessoireschoen...........................20 Acessoire ........................................15 Draadloze instellingen .................... 74 Draadloze opnamen ....................... 71 Draagtas........
Index Flitssynchronisatiesnelheid.......25, 68 Flitsvermogen .................................36 G Gebruikersfuncties (C.Fn)...82, 83, 85 Geheugenfunctie ............................75 Gereed-lampje ..............21, 49, 77, 89 Groothoekadapter...........................35 K Kleurtemperatuurgegevens verzenden ....................................................... 26 Knop voor draadloos flitsen ........................................... 11, 74, 79 L LCD-paneel ....................................
Index Persoonlijke functies (P.Fn) Type A-camera ................................. 2 ............................................82, 83, 88 Type B-camera ............................. 110 R V Reflectiehoek ..................................61 Verticale positie ............ 44, 45, 51, 91 Compensatie ............44, 45, 51, 91 Horizontale richting.....................14 Instelknop .......................45, 54, 57 Maximale hoek ...........................90 Omhoog....................................
De beschrijvingen in deze instructiehandleiding dateren van december 2017. Voor informatie over de compatibiliteit met producten van latere datum neemt u contact op met een Canon Service Center. De meeste recente versie van de instructiehandleiding vindt u op de website van Canon. CPA-X324-000 © CANON INC.