Operation Manual

24
Als u de opnamemodus van de camera instelt op <d> (Program AE) of
volledig automatische modus, kunt u in de volledig automatische
E-TTL II-/E-TTL-flitsmodus fotograferen.
1
Stel de flitsmodus in op <a>.
Druk op de knop <E> van de
<S>-pijltoetsen.
Draai <9> om <Q> te selecteren
en druk vervolgens op <8>.
2
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen.
X De sluitertijd en het diafragma
worden in de zoeker weergegeven.
Controleer of in de zoeker <Q>
brandt.
3
Maak de foto.
Controleer of het onderwerp zich
binnen het effectieve flitsmeetbereik
bevindt.
Als u de ontspanknop helemaal
indrukt, flitst het apparaat en wordt de
foto gemaakt.
a
: Volledig automatische flitsopnamen
Effectief flitsmeetbereik
Verklein de afstand tot het onderwerp en maak nog een opname als het
onderwerp donker (onderbelicht) is bij controle van het beeld. U kunt bij
gebruik van een digitale camera ook de ISO-snelheid verhogen.
Met “volledig automatisch” worden de opnamemodi <A>, <1> en
<C> bedoeld.
Zelfs wanneer de flitser is bevestigd op een camera die het E-TTL II-
autoflashsysteem ondersteunt, wordt <a> op het LCD-paneel
weergegeven.