Operation Manual

27
E-TTL II-/E-TTL-autoflash per opnamemodus
Als het bij weinig licht moeilijk is
automatisch scherp te stellen op het
onderwerp of als er weinig contrast is bij
opnamen via de zoeker, flitst het
infrarode AF-hulplicht van de flitser
automatisch voor een betere
automatische scherpstelling.
Het AF-hulplicht ondersteunt de meeste AF-punten van de EOS-
camera’s. Het AF-hulplicht is toereikend voor de zichthoek van lenzen
met een brandpuntsafstand van 28 mm of meer. Het effectieve bereik
(bij 28 mm) is circa 0,7 - 10 m in het midden van de zoeker en circa 1 -
5 m aan de rand (andere AF-punten dan het middelste).
AF-hulplicht
Als u een AF-punt aan de rand selecteert of een groothoek- of telelens
gebruikt, kan het optimaal scherpstellen wel eens moeilijk zijn met het AF-
hulplicht van een EOS-geschikte externe Speedlite. In dat geval kunt u beter
het middelste AF-punt of een AF-punt dichter bij het midden gebruiken.
Bij Live View-opnamen flitst het AF-hulplicht zelfs als de AF-methode is
ingesteld op [Quick-modus].
U kunt de AF-hulplichtflitsen uitschakelen (C.Fn-08, p. 86).
Het AF-hulplichttype dat gebruikmaakt van onderbroken flitsen (een
reeks kleine flitsen) kan worden gebruikt (P.Fn-04, p. 89).