Operation Manual

30
U kunt het flitsvermogen op dezelfde manier als de
belichtingscompensatie aanpassen. De
flitsbelichtingscompensatiewaarde kan worden ingesteld tot maximaal
±3 stops in stappen van 1/3 stop.
1
Druk op de knop <O>.
Druk op de knop <O> van de <S>-
pijltoetsen.
U kunt ook de
flitsbelichtingscompensatie
selecteren. Druk hiervoor op <8> en
draai <9>.
2
Stel de waarde voor de
flitsbelichtingscompensatie in.
Draai <9> om de waarde voor de
flitsbelichtingscompensatie in te
stellen en druk vervolgens op <8>.
X
De flitsbelichtingscompensatiewaarde
is ingesteld.
“0.3” betekent stop van 1/3 en “0.7”
betekent stop van 2/3.
Zet de compensatiewaarde terug op
±0 als u de flitsbelichtingscompensatie
wilt annuleren.
f Flitsbelichtingscompensatie
Over het algemeen kunt u het beste voor lichte onderwerpen een grotere
belichtingscompensatie en voor donkere onderwerpen een kleinere
belichtingscompensatie kiezen.
Als de belichtingscompensatie van de camera is ingesteld op stappen van
1/2 stop, is de flitsbelichtingscompensatie maximaal ±3 stops in stappen
van 1/2 stop.
Wanneer de flitsbelichtingscompensatie zowel op de flitser als op de
camera wordt ingesteld, krijgt de instelling op de flitser voorrang.
Zonder op de knop <O> van de <S>-pijltoetsen te drukken kunt u direct
<9> draaien en de hoeveelheid flitsbelichtingscompensatie instellen
(C.Fn-13, p. 86).