Operation Manual

33
Door opnamen te maken met een lage sluitersnelheid (-tijd) en tweede-
gordijnsynchronisatie kunt u het spoor van de lichtbronnen van een
bewegend onderwerp, zoals autokoplampen, op natuurlijke wijze
vastleggen. De flitser flitst vlak voordat de belichting wordt voltooid (bij
het dichtgaan van de sluiter).
1
Druk op <8>.
2
Selecteer het item dat is
gemarkeerd in de afbeelding.
Draai <9> om het item dat is
gemarkeerd in de afbeelding te
selecteren en druk vervolgens op
<8>.
3
Selecteer <r>.
Draai <9> om <r> te selecteren
en druk vervolgens op <8>.
r Synchronisatie op het tweede gordijn
Tweede-gordijnsynchronisatie werkt goed wanneer de opnamemodus
van de camera is ingesteld op <bulb(B)> (bulb-opnamen).
Wanneer de flitsmodus is ingesteld op <a>, flitst de flitser twee
keer. De eerste flits is een voorflits om het flitsvermogen vast te stellen.
Het is geen storing.
Tweede-gordijnsynchronisatie is niet beschikbaar tijdens draadloze
flitsopnamen.
Selecteer in stap 3 <2> (synchronisatie 1e gordijn) om terug te keren
naar normaal flitsen. (U ziet hierna geen <2> op het LCD-paneel.)