Operation Manual

47
W AI.B automatisch
EOS DIGITAL-camera’s vanaf de tweede helft van 2014 tot
de eerste helft van 2017
Bij gebruik van de EOS-1D X Mark II, EOS 5DS/5DS R, EOS 5D
Mark IV, EOS 7D Mark II, EOS 80D, EOS 77D, EOS 760D, EOS
800D en EOS 750D kunt u automatische indirecte-flitsopnamen
maken via werkwijze 1. U kunt de afstand voor automatische
AI.B-opnamen niet meten via werkwijze 2.
* Hoewel de EOS 1300D, EOS M6, EOS M5 en EOS M3 zijn uitgebracht in de
tweede helft van 2014 of later, bieden ze dezelfde ondersteuning als “EOS-
camera’s van de eerste helft van 2014 of eerder”. Automatische AI.B-
opnamen zijn niet mogelijk.
EOS DIGITAL-camera’s van de eerste helft van 2014 of
eerder
Automatische AI.B-opnamen zijn niet mogelijk.
U kunt
halfautomatische AI.B-opnamen (p. 56) of handmatige indirecte-
flitsopnamen (p. 61) maken.
Druk tijdens het meten van de afstand bij een automatische AI.B-
opname niet op de knop <X> en druk vervolgens de ontspanknop niet
helemaal in (maak geen opname). De Speedlite geeft mogelijk een flits
op vol vermogen en de afstand wordt mogelijk niet correct gemeten.
Als de camera is ingesteld op een opnamemodus zonder flits of als
[Flitsen] in de modus [Externe Speedlite besturing] of [Flitsbesturing]
(p. 66) is ingesteld op [Uitschakelen], wordt bij automatische AI.B-
opnamen de afstand niet gemeten, zelfs niet als u op de
scherptediepteknop van de camera drukt bij gebruik van een EOS
DIGITAL-camera van de tweede helft van 2017 of later.
Als u bij gebruik van een EOS DIGITAL-camera van de tweede helft van
2017 of later de scherptediepteknop indrukt, kunt u tijdens het meten van
de afstand geen opname maken zelfs als u de ontspanknop volledig
indrukt (opnameblokkering). Maak de opname nadat de afstand is
gemeten.