Operation Manual

48
Controleer of de camera automatische indirecte-flitsopnamen
ondersteunt (p. 46) voordat u een automatische AI.B-opname (indirecte
AI-flitsopname) maakt.
Zie pagina 43 voor een overzicht van de automatische AI.B-functie.
Bekijk bovendien nogmaals “Voorzorgsmaatregelen” (p. 8), “Algemene
voorzorgsmaatregelen bij (half)automatische AI.B-opnamen” (p. 60) en
dergelijke informatie voordat u een automatische AI.B-opname maakt.
Maak bij automatische AI.B-opnamen indirecte-flitsopnamen aan de
hand van de informatie in de volgende afbeelding. Druk daarnaast met
het onderwerp in het midden van het scherm op de knop <X> (om
de afstand te meten).
W Automatische AI.B-opnamen
Richtlijnen voor opnameomstandigheden in de automatische AI.B-modus
Afstand tot plafond
circa 1 - 3 m
Opnameafstand
circa 1 - 5 m
Bij een grote afstand tot het onderwerp of het plafond, een donker of niet
vlak plafond of vergelijkbare omstandigheden of als de camera is
ingesteld op een lage ISO-snelheid of hoge diafragmawaarde, kan er
onderbelichting optreden.
Bij een afstand van circa 7 m of meer tot het plafond of een opnamehoek
van meer dan circa 60° omhoog of omlaag wordt de flitskop automatisch
recht vooruit gezet en wordt er een normale flitsopname gemaakt,
zonder indirecte flits.