Operation Manual

56
Zie pagina 45 voor een overzicht van de halfautomatische AI.B-
flitsmodus.
U kunt met alle EOS-camera’s halfautomatische AI.B-opnamen maken.
Bekijk nogmaals “Voorzorgsmaatregelen” (p. 8), “Algemene
voorzorgsmaatregelen bij (half)automatische AI.B-opnamen” (p. 60) en
dergelijke informatie voordat u halfautomatische AI.B-opnamen maakt.
Zie “Richtlijnen voor opnameomstandigheden in de automatische AI.B-
modus” op pagina 48.
1
Zet de knop <X> op <Y>
(p. 42)
.
Controleer of de Speedlite is
bevestigd op de camera en of zowel
de camera als de Speedlite zijn
ingeschakeld.
Zet de indirecte-flitsmodusknop
<X> op <Y>.
X De flitskop wordt automatisch recht
vooruit gezet als dit nog niet het geval
is.
2
Stel de gewenste reflectiehoek in.
Bepaal de richting (positie) van de
camera voor de opname en voer
vervolgens stap 2 en 3 uit.
Zet handmatig de flitskop in de juiste
positie en stel de reflectiehoek in.
Denk hierbij aan factoren als de
afstand tot het onderwerp en tot het
plafond.
X Het Speedlite-pictogram op het LCD-
paneel verandert in <m>.
V Halfautomatische AI.B-opnamen
Richtlijnen voor opnameomstandigheden in de halfautomatische AI.B-modus
Halfautomatische AI.B-opnamen