Operation Manual

58
V Halfautomatische AI.B-opnamen
Pas de reflectiehoek aan (zet de hoek terug) als de afstand tot het
onderwerp verandert. Druk nogmaals op de knop <z> als u de
aangepaste reflectiehoek opnieuw wilt registreren. Als u de ontspanknop
half indrukt zonder nogmaals op de knop <z> te drukken, wordt de
reflectiehoek ingesteld op de oorspronkelijke waarde.
Als de positie van de flitskop (per ongeluk) verandert nadat de
reflectiehoek in de Speedlite is opgeslagen (geregistreerd) (en het AI.B-
lampje knippert), wordt de flitskop automatisch teruggezet in de
geregistreerde positie als u de ontspanknop half indrukt. (De
reflectiehoek wordt automatisch gecorrigeerd.)
Als u een opname maakt tijdens de automatische correctie van de
reflectiehoek, wordt er niet geflitst.
Dubbelklik bij gebruik van FE-vergrendeling of de zelfontspanner op de
ontspanknop en voer de FE-vergrendeling uit of maak de opname nadat
de flitskop is teruggezet in de opgeslagen (geregistreerde) positie
(automatische correctie).
Als u de knop <X> instelt op een andere modus of de aan-/
uitschakelaar instelt op <J>, wordt de reflectiehoek die in de Speedlite
is opgeslagen (geregistreerd) gewist.
Als u de flitskop draait, doe dit dan langzaam. U kunt hierbij een geluid
horen, maar dat is normaal. Als u echter de flitskop continu snel draait,
kan dit leiden tot een mechanische storing.
Zie pagina 52 als er een waarschuwing verschijnt op het LCD-paneel
van de Speedlite.
Bij halfautomatische AI.B-opnamen kunt u net als bij handmatige
indirecte-flitsopnamen de flits met de gewenste reflectiehoek geven door
op de knop <z> te drukken nadat u de richting (positie) van de
camera hebt bepaald en de richting van de flitskop hebt aangepast.
U kunt bepalen hoe u de reflectiehoek automatisch wilt laten corrigeren
(P.Fn-08, p. 91).