Operation Manual

289
Problemen oplossen
Bijlage Overige informatie
U kunt een beeld niet goed projecteren
De projector schakelt zichzelf uit
Oorzaak Maatregel
Het geprojecteerde beeld
is in verticale of horizontale
richting omgekeerd.
De instelling voor plafondbevestiging of plaatsing
aan de achterkant is onjuist. Controleer de instelling
[Beeldomkeer H/V] in het menu [Installatie-
instellingen]. (P148)
De ‘dot clock’ van het
signaal van het
ingangssignaal is hoger
dan 162 MHz met een
BNC-kabel.
Stel de ‘dot clock’ van het signaal op uw computer in
op 162 MHz of lager.
U gebruikt een
computerkabel waarvan
sommige pennen niet zijn
aangesloten.
Gebruik een computerkabel waarvan alle pennen zijn
aangesloten.
Oorzaak Maatregel
De luchtinlaat of -uitlaat is
geblokkeerd.
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat is geblokkeerd.
Als de luchtinlaat of -uitlaat is geblokkeerd, gaat de
temperatuur binnenin de projector omhoog en wordt
de stroom automatisch uitgeschakeld om de
projector te beschermen. (De [WARNING]- en
[TEMP]-lampjes branden.) Wacht totdat de
projectortemperatuur zakt en controleer dat de
luchtinlaat of -uitlaat niet langer geblokkeerd is,
schakel vervolgens de projector in. (P37, P52)
Het luchtfilter is vies. Controleer of het luchtfilter verstopt is met stof.
Als het luchtfilter verstopt is, maak het dan schoon of
vervang het luchtfilter. (P201)
De lamp is kapot
gesprongen
(of er is een storing in de
lamp).
Volg de aanwijzingen in “Voorzorgsmaatregelen bij
de vervanging van defecte lampen” (P25) als de
lamp kapot is gesprongen.
De bedrijfstemperatuur is
niet goed.
Controleer of de bedrijfstemperatuur tussen 0°C en
40°C ligt. (P29)
Projectorinstellingen moeten worden aangepast als u
de projector gebruikt op een hoogte van 2.300 m of
meer. Stel [Ventilatorstand] in het menu [Installatie-
instellingen] in op [Grote hoogte] (P154).