Operation Manual

57
Stap 3 Het beeld instellen
Bediening Een beeld projecteren
Auto PC-instelling
Als bij selectie van [Analog PC-1] of [Analog PC-2] de beeldweergave verschuift of
het scherm flikkert, drukt u op de AUTO PC-knop drukken om de projector optimaal
af te stellen.
De afstellingsresultaten zullen worden opgeslagen. Als de projector opnieuw met
dezelfde computer gebruikt wordt, zal wanneer het ingangssignaal wordt gekozen
het beeld automatisch onder dezelfde omstandigheden geprojecteerd worden die
eerder werden afgesteld.
De Auto PC-functie uitvoeren
Druk op de AUTO PC-knop om de projector in te stellen.
Het beeldformaat instellen (WUX450/WX520)
Pas het beeldformaat aan met de hendel op de projectielens. Verander de positie
van de projector (P132) als uw gewenste beeldformaat te groot of te klein is om in
te stellen met de zoomfunctie.
Als de bijstelling door Auto PC niet voldoende is, kunt u het volgende doen.
Selecteer het ingangssignaal dat overeenkomt met de resolutie van de computer uit
[Ingangssignaalkeuze]. (P88)
Als bijstelling onvoldoende blijft na bovenstaande handeling, kunt u via
[Ingangssignaalinstellingen] de optie [Totaal aantal beeldpunten], [Tracking],
[Horizontale positie], [Vertikale positie], [Horizontale beeldpunten] en [Vertikale
beeldpunten] instellen. (P89 - P91)
Raadpleeg de tabel op pagina 296 voor informatie over de door de projector
ondersteunde signaalsoorten.
Afstandsbediening
Projector