Operation Manual

98
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling)
Een gebruikersprofiel
maken/opslaan
> [Beeldinstelling] > [Profiel maken]
In totaal 5 combinaties van
beeldkwaliteitinstellingen kunnen in
het geheugen worden opgeslagen.
De opgeslagen beeldkwaliteit kan als
een beeldmodus geselecteerd
worden.
Gebruik de [ ] / [ ]-knoppen om de
opslagbestemming te selecteren.
(Opgeslagen geheugens worden
aangegeven door vinkjes.)
Als u de gewenste opslagbestemming
hebt geselecteerd, drukt u op de OK-
knop om uw instelling te bevestigen en
vervolgens druk u op [Terug].
De opgeslagen instellingen bestaan uit de
helderheid, het contrast, de scherpte, het
gamma, de kleurinstelling, de
geavanceerde instellingen en de
lampmodus.
Het aantal getoonde gebruikersgeheugens
is 5, echter het is mogelijk andere
instellingen op te slaan voor wanneer de
aangesloten apparatuur een computer is
(ANALOG PC, DIGITAL PC of HDMI
(wanneer [HDMI In] (P115) is [Computer])
en wanneer AV-apparatuur is aangesloten
(COMPONENT, HDMI (wanneer [HDMI In]
(P115) is [Automatisch])). Als gevolg is het
mogelijk in totaal 10 instellingen op te slaan.
De naam van de beeldmodus die de basis
was voor de instellingswijziging wordt ook in
het gebruikersgeheugen opgeslagen.
Wanneer een gebruikersgeheugen als de
beeldmodus wordt geselecteerd, wordt de
beeldmodus die de basis was voor dat
gebruikersgeheugen in het menu getoond
als [Basisbeeldmodus].
HDMI Component LAN
Digital PC Analog PC USB