User manual

Scherpstelling
47
Scherpstellingsvoorkeuze
Als u handmatig scherp stelt, dan kunt u voor de scherpstelling een voorkeuzepositie instellen zodat
u later direct naar die voorkeuzepositie kunt terugkeren.
1 Open de scherpstellings-/zoomopties.
[FUNC.] > [< Focus]
2 Raak [MF] aan.
3 Gebruik Touch AF of draai aan de scherpstel-/zoomring om de gewenste scherpstelstand
in te stellen.
4 Raak [SET] aan om de voorkeuzepositie van de scherpstelling in te stellen.
5 Na de scherpstelling te hebben aangepast, raakt u [ON] aan om terug te keren naar
de voorkeuzepositie van de scherpstelling.
Raak [SET] nogmaals aan als u de huidige voorkeuzepositie van de scherpstelling wilt annuleren.
[ON] wordt gedimd weergegeven terwijl u scherp stelt of zoomt.
U kunt de optie [FUNC.] > [MENU] > q > [Voork.snelh. scherpstelling] gebruiken om
de snelheid aan te passen waarmee de camcorder terugkeert naar de scherpstellingsvoorkeuze.
OPMERKINGEN
De scherpstellingsvoorkeuze wordt geannuleerd wanneer u de camcorder uitzet.
Contourverscherping
Als contourverscherping is geactiveerd, worden de randen van objecten op het scherm in het rood,
blauw of geel geaccentueerd. Ook kunt u ervoor kiezen om over te gaan op een scherm in zwart-wit,
waardoor de randen verder worden benadrukt.
1 Open de scherpstellingsopties.
[FUNC.] > [< Focus]
2 Raak [w] aan.
Voor de zwart-wit-instelling: raak [Uit] of [Aan] aan
Voor de kleur van de contourverscherping: raak [Rood], [Blauw] of [Geel] aan
3 Raak [K] aan.
4 Raak [O] aan.
De contourverscherping wordt geactiveerd en randen worden geaccentueerd. U kunt op dit
scherm aan de scherpstel-/zoomring draaien of [X] aanraken om de scherpstelregelaars
te verbergen.
•Raak [O] nogmaals om de contourverscherping uit te schakelen.
OPMERKINGEN
Het contourverscherpingseffect en het zwart-wit-beeld worden niet weergegeven in uw opnamen.