User manual

Audio opnemen
79
Microfoondemper (Ingebouwde microfoon)
Activeer de microfoondemper (20 dB) als het audioniveau te hoog is en de audiogeluiden vervormd
klinken terwijl u opnamen maakt met de ingebouwde microfoon.
1 Stel [ Geluidsscène] in op [ Aangepast] (A 75).
2 Open het scherm [Ingebouwde mic.demping].
[FUNC.] > [MENU] > p > [Ingebouwde mic.demping]
3 Raak de gewenste optie aan en raak vervolgens [X] aan.
Opties
(
standaardwaarde)
Lage-tonenfilter (MIC-aansluitpunt)
Als u opnamen maakt terwijl een microfoon aangesloten is op het MIC-aansluitpunt, kunt u het lage-
tonenfilter activeren om het geluid van de wind, de motor van een auto en vergelijkbare
omgevingsgeluiden te verminderen.
1 Open het scherm [MIC: laag filteren].
[FUNC.] > [MENU] > p > [MIC: laag filteren]
2 Raak [i Aan] aan en raak vervolgens [X] aan.
OPMERKINGEN
Als u opnamen maakt in een omgeving die niet wordt beïnvloed door wind of als u geluiden
met lage frequenties wilt opnemen, is het raadzaam de instelling [MIC: laag filteren] in te stellen
op [j Uit].
Bedieningsstanden:
[2 Auto]
De camcorder activeert, indien nodig, automatisch de ingebouwde microfoondemper om
een optimaal audio-opnameniveau te bewerkstelligen, zodat hoge audioniveaus niet vervormd raken.
[i Aan] De ingebouwde microfoondemper wordt altijd geactiveerd om een geluidsdynamiek te
reproduceren die levensechter overkomt. Op het scherm verschijnt å.
[j Uit] De ingebouwde microfoondemper staat altijd uit. verschijnt op het scherm.
Bedieningsstanden: