User manual

Menuopties
142
Menu’s
Inhoudsopgave Index
[Bekijken]: bepaalt hoe lang een foto wordt weergegeven onmiddellijk nadat deze is gemaakt.
[Beschikbaar geheugen]/[Gebruikt geheugen]: geeft een scherm weer waarin ukunt controleren hoeveel ruimte
van het opnamemedium momenteel beschikbaar is voor het maken van opnamen of hoeveel ruimte er wordt
gebruikt (het pictogram van het opnamemedium geeft de totale opnametijd weer en ª geeft het totale aantal
foto's weer).
De geschatte resterende opnametijd voor films en het geschatte resterende aantal foto's gelden bij
benadering en worden gebaseerd op de bitsnelheid en het fotoformaat die momenteel worden gebruikt.
U kunt ook de snelheidsklasse van de SD-kaart controleren.
[Bestandsnummering]: aan foto's worden automatisch opeenvolgende nummers toegewezen en deze worden
op de SD-kaart opgeslagen in mappen. U kunt selecteren welke bestandsnummeringsmethode moet worden
gebruikt. We raden aan dat ude instelling [n Continu] gebruikt.
[m Reset]: telkens wanneer ueen nieuwe SD-kaart plaatst, begint de bestandsnummering opnieuw vanaf
100-0001. Als een SD-kaart al opnamen bevat, worden de nieuwe bestanden verder genummerd vanaf het
nummer van het meest recente bestand op de SD-kaart.
[n Continu]: de bestandsnummering gaat verder bij het nummer dat volgt op het nummer van de laatste
foto die met de camcorder is gemaakt. Deze instelling is de handigste manier om bestanden op een
computer te beheren.
Over mapnamen: een voorbeeldmapnaam is “101_1025”. De eerste 3 cijfers geven het mapnummer aan
(van 100 tot 999) en de laatste 4 cijfers geven de maand en dag weer waarop de map is gemaakt. In dit
voorbeeld is de map met het nummer 101 gemaakt op 25 oktober.
Over mappen: elke map kan maximaal 500 opnamen bevatten. Als dit aantal wordt overschreden, wordt
automatisch een nieuwe map gemaakt. Wanneer de transportmodus echter is ingesteld op [
p Continu] of
[ AF continu] en het aantal gemaakte foto's ervoor zou zorgen dat een map meer dan 500 opnamen bevat,
wordt er geen nieuwe map gemaakt en worden de foto's in dezelfde map opgeslagen.
Over bestandsnummers: een voorbeeldbestandsnummer is “101-0107”. De eerste 3 cijfers geven het
mapnummer aan waarin de opname is opgeslagen en de laatste 4 cijfers geven het opeenvolgende nummer
aan dat aan de opname is toegewezen (van 0001 tot 9999).
Over bestandsnamen: de bestandsnaam geeft ook de naam en locatie aan van het bestand op de SD-kaart.
Een foto die bijvoorbeeld het nummer 101-0107 heeft en die is opgenomen op 25 oktober, staat in de map
“DCIM\101_1025” als het bestand “IMG_0107.JPG”.
[¡ Audio-instelling]-menu
Menu-onderdeel Instelopties v { y } A
[INPUT 1/2] [Aan], [Uit] Ü 88
[CH2-invoer] [INPUT 2], [INPUT 1] Ü 89
[INPUT 1 mic begrenzing] [ +12 dB], [ +6 dB], [ù 0 dB], [ -6 dB],
[ü -12 dB]
Ü 90
[INPUT 1 microfoon dempen] [i Aan], [j Uit] Ü 91
[INPUT 2 mic begrenzing] [ +12 dB], [ +6 dB], [ù 0 dB], [-6 dB],
[ü -12 dB]
Ü 90
[INPUT 2 microfoon dempen] [i Aan], [j Uit] Ü 91
[INPUT 1/2 ALC-koppeling] [ Linked], [ Separated] Ü 89
[INPUT 1/2 aftoppen] [i Aan], [j Uit] Ü 90
[MIC: dempen] [i Aan], [j Uit] Ü 92
[MIC: laag filteren] [i Aan], [j Uit] Ü 92
[Ingebouwde mic.demping] [i Aan], [j Uit] Ü 92
[Ingeb. mic met laagfilter] [ Low Cut 2], [ Low Cut 1], [j Uit] Ü 93