User manual

Problemen oplossen
148
Menu’s
Inhoudsopgave Index
De rode POWER/CHG-indicator knippert snel (elke 0,5 seconde wordt
er geknipperd).
- De temperatuur van de accu ligt buiten het werkbereik (circa 0 – 40 °C).
Verwijder de accu, verwarm de accu of laat deze afkoelen, en probeer daarna
de accu opnieuw op te laden.
- Laad de accu op bij temperaturen tussen circa 0 °C en 40 °C.
- De accu is beschadigd. Gebruik een andere accu.
- De accu LP-E6 van Canon kan niet worden opgeladen. Controleer het label aan
de onderkant van de accu en controleer of dit een accu LP-E6N is.
- Het opladen is stopgezet omdat de netadapter of de accu defect is. Neem contact op met een Canon Service Center.
7 blijft op het scherm knipperen.
- U hebt de optionele GPS-ontvanger GP-E2 op het USB-aansluitpunt van de camcorder aangesloten in de stand
of . Ontkoppel de GP-E2, zet de camcorder in de stand of en sluit de GP-E2 vervolgens opnieuw aan.
verschijnt op het scherm.
- Als dit symbool in het geel wordt weergegeven, is de interne temperatuur van de camcorder gestegen tot een vooraf
bepaald niveau. Wanneer het symbool rood wordt, is de interne temperatuur van de camcorder nog verder gestegen.
In beide gevallen kan de camcorder zonder problemen verder worden gebruikt.
Beeld en geluid
Het scherm is te donker.
- Het LCD-scherm is gedimd. Wijzig de instelling [Systeeminstelling] > [1] > [LCD Backlight] naar [Normaal] of [Helder].
De schermgegevens verschijnen en verdwijnen herhaaldelijk.
- De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op.
- Verwijder de accu en sluit deze opnieuw goed aan.
Op het scherm worden abnormale tekens weergegeven en de camcorder functioneert niet naar behoren.
- Verwijder de stroombron en sluit deze na enige tijd weer aan.
Op het scherm verschijnt videoruis.
- Houd de camcorder op afstand van apparaten die sterke elektromagnetische velden produceren, zoals krachtige
magneten en motors, MRI-machines of hoogspanningsleidingen.
Op het scherm verschijnen horizontale strepen.
- Dit is een verschijnsel dat zich typisch voordoet bij CMOS-beeldsensors als uopnamen maakt onder sommige
tllampen, kwiklampen of natriumlampen. Dit is normaal en duidt niet op een storing. In de -stand kunt umogelijk
de symptomen verminderen door [Camera-instelling] > [1] > [Knipperreductie] in te stellen op [Auto]. U kunt ook,
of in de -stand, de sluitertijd instellen op een waarde die overeenkomt met de frequentie van het plaatselijke
lichtnet (1/25, 1/50 of 1/100 voor 50 Hz-systemen, 1/30, 1/60 of 1/120 voor 60 Hz-systemen).
Het beeld op de zoekereenheid is wazig.
- Stel de zoekereenheid bij met de oogcorrectieregelaar (A 23).
Ik kan geen audio opnemen.
- De externe audiobron die aangesloten is op het MIC-aansluitpunt, is niet ingeschakeld of de batterij van de microfoon
is leeg.
- Wanneer de INPUT 1/INPUT 2-aansluitpunten worden gebruikt: zorg dat de unitkabel die het AUDIO-aansluitpunt
van de camcorder en het AUDIO-aansluitpunt op de bijgeleverde microfoonadapter MA-400 met elkaar verbindt,
aan beide zijden goed is aangesloten.
- De externe microfoon die aangesloten wordt op het INPUT 1/INPUT 2-aansluitpunt, heeft fantoomvoeding nodig.
Zet de bijbehorende INPUT 1/INPUT 2-keuzeschakelaar voor de audiobron in op MIC+48V (A 88).
Het geluid is vervormd of wordt opgenomen op een lager niveau.
- Als uopnamen maakt bij harde geluiden (zoals vuurwerk, shows of concerten), kan het geluid vervormd raken of wordt
het geluid mogelijk niet op het feitelijke niveau opgenomen. Stel het audio-opnameniveau handmatig in (A 91).
Het beeld wordt correct weergegeven maar de ingebouwde luidspreker produceert geen geluid.
- Het luidsprekervolume staat uit. Pas het volume aan (A 113).
- Er komt geen geluid uit de ingebouwde luidspreker terwijl een koptelefoon of de bijgeleverde High Speed HDMI-kabel
HTC-100/S op de camcorder is aangesloten. Koppel de koptelefoon of HDMI-kabel los.
Modelnummer