User manual

59
Filmstanden
Menu’s
Inhoudsopgave Index
1 Stel het filmmoduswiel in op .
De sluitertijd wordt oranje gemarkeerd.
2 Draai het keuzewiel om de sluitertijd aan te passen.
U kunt ook de sluitertijd aanpassen met behulp van het FUNC.-menu of de toepassing
Browser Remote (A 61).
Raadpleeg Beschikbare instellingen voor de sluitertijd (A 57) voor de beschikbare instellingen.
OPMERKINGEN
Afhankelijk van de helderheid van het onderwerp kan de camcorder de belichting mogelijk niet controleren
en zal de sluitertijdwaarde knipperen. Selecteer in dat geval een andere sluitertijd.
Programma AE ()
De camcorder stelt automatisch het diafragma, de sluitertijd, de gain (voor clips) en
de ISOsnelheid in om optimale belichting voor het onderwerp te verkrijgen.
Stel het filmmoduswiel in op .
Auto (N)
Gebruik deze modus als uwilt dat de camcorder verschillende instellingen automatisch kan
selecteren. Dit is de ideale modus als uzelf geen instellingen wilt aanpassen.
Stel het filmmoduswiel in op N.
Speciale scène (ƒ)
U kunt de speciale scènemodus selecteren die het best overeenkomt met uw opnamesituatie.
Sommige opnamesituaties, bijvoorbeeld wanneer het onderwerp gewoon met een spot wordt
verlicht, kunnen lastig zijn. In dergelijke gevallen is het handig dat ude passende speciale
scènemodus kunt instellen.
1 Stel het filmmoduswiel in op ƒ.
2 Raak [FUNC.] aan en raak vervolgens H [Scène] aan.
3 Selecteer de gewenste optie en raak vervolgens [X] aan.
Bedieningsstanden:
Bedieningsstanden:
Bedieningsstanden: