User manual

69
Witbalans
Menu’s
Inhoudsopgave Index
Witbalans
De witbalansfunctie helpt unauwkeurig kleuren te reproduceren onder verschillende verlichtingsomstandigheden.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de filmmodus is ingesteld op n, , of .
1 Raak [FUNC.] aan en raak vervolgens [Witbalans] aan.
2 Selecteer de gewenste optie en raak vervolgens [X] aan.
Selecteert u[È Kleurtemperatuur], [ Set 1] of [ Set 2], stel dan de kleurtemperatuur of een aangepaste
witbalans in met de desbetreffende procedure hieronder voordat u[X] aanraakt.
De kleurtemperatuur instellen ([È Kleurtemperatuur])
1 Raak [ ] aan.
De kleurtemperatuurregelaar verschijnt aan de onderzijde van het scherm.
2 Sleep uw vinger naar links/rechts langs de regelaar om de gewenste waarde te selecteren.
U kunt ook op de joystick naar links/rechts duwen om de instelling aan te passen.
3 Raak [K] aan.
Een aangepaste witbalans instellen ([ Set 1] of [ Set 2])
1 Richt de camcorder zodanig op een grijze kaart of een wit voorwerp dat het gehele scherm door het voorwerp
wordt gevuld.
2 Raak [ ] aan en raak vervolgens [WB inst.] aan.
Tijdens de procedure zal Å snel knipperen. Wanneer het pictogram stopt met knipperen, is de procedure
voltooid en wordt de instelling toegepast op de camcorder.
3 Raak [K] aan.
Opties
* Geeft een voorkeuzewitbalansoptie aan.
OPMERKINGEN
U kunt de instelling [v Camera-instelling] > [2] > [Zachte WB] gebruiken om de overgang vloeiender te
maken als ude witbalansinstellingen wijzigt terwijl ueen clip opneemt.
Als ueen aangepaste witbalans selecteert:
- Stel de aangepaste witbalans opnieuw in als de lichtbron of de ND-filterinstelling verandert.
- Afhankelijk van de lichtbron blijft Å mogelijk knipperen. Het resultaat zal echter nog steeds beter zijn dan
met de optie [ Auto].
Bedieningsstanden:
[ Auto]: De camcorder stelt de witbalans automatisch in op natuurlijk lijkende kleuren.
[¼ Daglicht]*: Voor het maken van buitenopnamen op een heldere dag.
[½ Schaduw]*: Voor het maken van opnamen op beschaduwde plaatsen.
[¾ Bewolkt]*: Voor het maken van opnamen op een bewolkte dag.
[¿ TL-licht]*: Voor het maken van opnamen onder warmwitte of koelwitte TL-verlichting, of TL-verlichting
van het warmwitte type (3 golflengten).
[ TL-licht H]*: Voor het maken van opnamen onder daglicht-TL of TL-verlichting van het daglichttype
(3 golflengten).
[É Lamplicht]*: Voor het maken van opnamen onder kunstlicht en TL-verlichting (3 golflengten).
[È Kleurtemperatuur]*: Voor het instellen van de kleurtemperatuur tussen 2.000 K en 15.000 K.
[ Set 1], [ Set 2]: Gebruik de aangepaste witbalansinstellingen om witte onderwerpen onder een gekleurde
verlichting wit uit te laten komen.