User manual

Opnemen in slow motion en versneld opnemen
96
Menu’s
Inhoudsopgave Index
Opnemen in slow motion en versneld opnemen
Met deze stand kunt ude beeldopnamesnelheid wijzigen om tijdens het afspelen een slow motion-effect of een
effect van een versnelde beweging te creëren. Geluid wordt in deze speciale opnamestand niet opgenomen.
1 Raak de knop voor Slow & Fast Motion aan in de rechterbenedenhoek van
het scherm.
U kunt ook de instelling [3 Opname instellen] > [1] > [Slow & Fast Motion]
gebruiken.
2 Selecteer de gewenste snelheid voor slow motion/fast motion en raak vervolgens [K] of [X] aan.
Selecteer [OFF Normaal opnemen] om opnamen in slow motion en fast motion uit te schakelen.
De snelheid bij slow motion/fast motion wordt weergegeven in de knop voor Slow & Fast Motion.
3 Druk op de START/STOP-knop om te beginnen met opnemen.
4 Druk nogmaals op de START/STOP-knop wanneer umet opnemen wilt stoppen.
Beschikbare snelheden bij slow motion/fast motion
1
Niet beschikbaar bij het opnemen van 4K-clips.
2
Clips die met deze optie zijn opgenomen, zullen een resolutie van 1280x720 en een bitsnelheid van 18 Mbps hebben. Bovendien
is de optie voor gezichten detecteren en volgen niet beschikbaar.
OPMERKINGEN
Opnemen in slow motion en fast motion kunt uniet gebruiken in combinatie met de vooropnamestand.
De snelheid bij slow motion/fast motion kan tijdens de opname niet worden gewijzigd.
Clips zullen een beeldsnelheid van 25.00P hebben.
Deze functie is niet beschikbaar wanneer de systeemfrequentie is ingesteld op 24.00 Hz.
Opnemen in slow motion en fast motion wordt gedeactiveerd als ude videoconfiguratie wijzigt.
Tijdens de opnamestand voor slow motion en fast motion kan de werkingsmodus van de tijdcode (A 84)
worden ingesteld op [Rec Run] of [Regen.] en gaat de tijdcode vooruit aan de hand van het aantal opgenomen
beeldjes. Als de werkingsmodus van de tijdcode wordt ingesteld op [Free Run], zal de werkingsmodus
veranderen in [Rec Run] tijdens de opnamestand voor slow motion en fast motion. Als de opnamestand voor
slow motion en fast motion wordt uitgeschakeld, keert de werkingsmodus terug naar de vorige instelling.
Bedieningsstanden:
x1/4
1, 2
x1/2
1
x2 x4 x10 x20 x60 x120 x1200