Operation Manual

105
Ne
Videomontage
1. Zoek bij de cassette in de videorecorder het punt dat ongeveer 3 seconden vóór
de scène is die tussengevoegd moet worden. Zet de videorecorder bij dat punt
in de weergavepauzefunctie.
2. Druk op de camcorder op de PLAY-toets en zoek het opnamestartpunt op. Zet
de camcorder bij dat punt in de weergavepauzefunctie.
•U kunt de afspeeltoetsen op de camcorder of de speciale afspeelfuncties op de draadloze
afstandsbediening net zo gebruiken als in de afspeelfunctie.
3. Druk op de toets AV INSERT.
In het display verschijnen AV INSERT en 2a.
4. Begin met het afspelen van de cassette in de videorecorder.
5. Om te beginnen met tussenvoegen, drukt u op de e/a (weergave/pauze) toets
van de camcorder.
2a verandert in 22a.
6. Om met tussenvoegen te stoppen, drukt u op de STOP-toets van de camcorder.
Het tussenvoegen stopt en de aanduiding AV INSERT verdwijnt uit het display. De camcorder
keert terug naar de stopfunctie.
• Als u op de e/a (weergave/pauze) toets drukt u i.p.v. de stoptoets, komt de camcorder in de
AV-tussenvoegpauzefunctie.
Als u het nulstelgeheugen instelt op de positie van de band waar u met tussenvoegen wilt
stoppen, zal de camcorder, telkens wanneer u bij dat punt terugkeert, AV-tussenvoegen
stoppen en wordt de stopfunctie geactiveerd.
7. Stop het afspelen op de videorecorder.
Videomontage