Operation Manual

112-0038-215 A Powerheart automatische externe defibrillator 9390A en 9390E
3-4
Een hulpverlening uitvoeren
!
PAS OP: Mogelijke interferentie met geïmplanteerde
pacemaker
De therapie mag niet worden uitgesteld voor patiënten met
geïmplanteerde pacemakers en er moet een
defibrillatiepoging worden uitgevoerd als de patiënt
bewusteloos is en niet ademt. De AED heeft
pacemakerdetectie en -afwijzing, maar bij bepaalde
pacemakers kan het gebeuren dat de AED geen
defibrillatieschok adviseert.
Bij het plaatsen van elektroden:
- Plaats de elektroden niet recht boven een geïmplanteerd
apparaat.
- Plaats de elektrode minstens 2,5 cm van geïmplanteerde
apparaten.
!
PAS OP: Verplaatsing van de patiënt tijdens een
hulpverlening
Wanneer de patiënt tijdens een reddingspoging overmatig
wordt geduwd of verplaatst, kunnen AED's het hartritme van
de patiënt onjuist analyseren. Stop alle beweging of trilling
alvorens een reddingspoging te ondernemen.