Navigator - Handleiding MapFactor versie 11 Bediening van uw GPS tijdens het rijden kan gevaarlijk zijn. We raden u aan uw reis van tevoren voor te bereiden. Bedien de GPS niet als u aan het rijden bent. Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 INHOUDSOPGAVE_______________________________________________________________________ 2 1 DE GPS-SOFTWARE GEBRUIKEN________________________________________________________ 3 1.1 De bestemming instellen ______________________________________________________________ 3 1.1.1 Adres ____________________________________________________________________________ 4 1.1.2 POI ______________________________________________________________________________ 7 1.1.
Navigator 11 1 DE GPS-SOFTWARE GEBRUIKEN 1.1 De bestemming instellen 3 U kunt op verschillende manieren een bestemming instellen: vanaf de kaart, vanuit het menu Zoeken of via een van uw favorieten. Vanaf de kaart Tik op de kaart op de positie die u als de bestemming wilt instellen. Het volgende menu wordt weergegeven: Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 Selecteer het bestemmingspictogram en tik op “Navigate” (Navigeren) in het hoofdmenu. Vanuit het menu Search (Zoeken) Selecteer Find & Navigate (Zoeken en navigeren) in het hoofdmenu of tik op het zoekpictogram in de kaartweergave . U kunt uit verschillende databasetypen kiezen: Address (Adres), POI (Points of Interest), Favourites (Favorieten) en Coordinates (Coördinaten). Als u invoer wilt wijzigen, tikt u op het tekstvak waar de invoer in staat.
Navigator 11 5 Selecteer het land. Selecteer nu de plaats- of regionaam of de postcode (indien beschikbaar). U kunt typen met behulp van het toetsenbord op het scherm. Tijdens het typen zoekt Navigator automatisch naar de beste overeenkomsten; deze worden onderaan weergegeven. Tik op uw plaatsnaam in de lijst zodra u deze ziet. Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 Voer vervolgens de straat waar u heen wilt in (of selecteer TOWN CENTRE (Centrum)) en selecteer een kruising of op een willekeurige plek op straat. Tik op uw straatnaam in de lijst zodra u deze ziet. U ziet nu het volgende scherm Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 7 Tik nu op Navigate (Navigeren). Uw reis wordt nu berekend.
Navigator 11 Tik op “by address or name” (via adres of naam). Selecteer eerst het land waarin u wilt zoeken. Selecteer vervolgens de stad, de regio of het postcodegebied. Tik op ANY als u in het gehele land wilt zoeken. U kunt nu het POI-type selecteren. Points of interest zijn in zes groepen verdeeld. Selecteer nu het type POI dat u zoekt. Tik op ANY als u door alle points of interest wilt zoeken. Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 9 Typ nu de naam van de POI die u zoekt. Tijdens het typen zoekt Navigator automatisch naar de beste overeenkomsten; deze worden onderaan weergegeven. Het pictogram rechts van de naam vertelt u welk POI-type is geselecteerd. Tik op uw POI in de lijst zodra u deze ziet. U ziet nu het volgende scherm Tik nu op Navigate (Navigeren). Uw reis wordt nu berekend.
Navigator 11 - het aantal tussengevoegde locaties - de routemodus (snelste, kortste, goedkoopste) - het geselecteerde voertuigtype U kunt al deze parameters wijzigen door erop te tikken. Begin uw zoekopdracht opnieuw door op de pijl naar links te tikken. 1.1.
Navigator 11 11 Selecteer nu het type POI dat u zoekt. Tik op ANY als u door alle points of interest wilt zoeken. U ziet nu de locatie van de dichtstbijzijnde points of interest met hun rechtstreekse afstand. geeft aan dat de POI op de route ligt. geeft aan dat de POI niet op uw route ligt. Selecteer een of meer POI's met behulp van de selectievakjes aan de linkerkant. U ziet nu het volgende scherm Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 Tik nu op Navigate (Navigeren). Uw reis wordt nu berekend.
Navigator 11 13 Tik op een favoriet. Het volgende scherm wordt geopend. Tik op een groep om deze uit te vouwen. Tik nu op Navigate (Navigeren). Uw reis wordt nu berekend.
Navigator 11 14 - het geselecteerde voertuigtype U kunt al deze parameters wijzigen door erop te tikken. Begin uw zoekopdracht opnieuw door op de pijl naar links te tikken.
Navigator 11 15 Dit hangt ervan af of u de 2D- of 3D-modus hebt geselecteerd. In de ondoorzichtige balk onder aan het scherm worden instructies over uw volgende manoeuvre weergegeven. Als u een of meer tussenliggende punten aan uw reis hebt toegevoegd, ziet u het volgende scherm: Hier kunt u de selectie van tussenliggende punten die u niet langer in de route wilt opnemen, ongedaan maken met behulp van de selectievakjes links op het scherm. Op hoofdwegen wordt vaak de rijbaanassistent geactiveerd.
Navigator 11 Tik op de knop voor het route-overzicht om de hele lengte van uw reis te zien. U kunt nu de kaart gebruiken zonder dat deze gecentreerd is op uw GPS-positie. Dit is handig als u een andere locatie op de map of een alternatieve route wilt zoeken. Tik om terug te keren naar de navigatiemodus weer op de knop voor het route-overzicht. Als u de gehele routebeschrijving wilt zien, tik u op de manoeuvrepijl linksonder aan het scherm.
Navigator 11 17 Hier kunt u ervoor kiezen om de geselecteerde koppeling op de kaart weer te geven, aan uw favorieten toe te voegen of uit te schakelen in de route-engine. Zodra een koppeling is uitgeschakeld, wordt deze NIET meer gebruikt bij volgende routeberekeningen. Om een geblokkeerde straat te verwijderen, gaat u naar het hoofdmenu. Selecteer “route” en kies vervolgens “disabled streets” (uitgeschakelde straten).
2 Navigator 11 De kaart gebruiken Zodra u Navigator start, wordt het volgende scherm weergegeven. Boven aan het scherm staan vier knoppen - inzoomen - toegang tot de Navigator-menu’s (zoeken, routes, instellingen, etc.) - zoeken en navigeren - uitzoomen Als u de zoomknop ingedrukt houdt, zoomt u steeds verder in of uit. U kunt de kaart verplaatsen door deze te verslepen.
Navigator 11 19 Als u op de kaart tikt, worden zes functies weergegeven: Deze functies hebben betrekking op het omcirkelde punt op de kaart. - instellen als beginpunt - instellen als tussenliggend punt. Als u op een bestaand tussenliggend punt tikt, wordt het pictogram weergegeven als . Selecteer dit pictogram als u het wilt verwijderen.
Navigator 11 In het dialoogvenster ziet u de details van het object waarop u hebt getikt. Omdat de kaart uit lagen bestaat, hebt u mogelijk over verschillende objecten getikt. In het bovenstaande voorbeeld staan er vier in de lijst. Tik op het pictogram Find nearest (Dichtstbijzijnde zoeken) om de dichtstbijzijnde points of interest te zoeken. Tik op het pictogram Add to Favourites (Toevoegen aan favorieten) om het punt aan uw favorieten toe te voegen.
Navigator 11 3 21 Navigator 11-menu Als u op de knop Menu op de kaartweergave tikt, wordt het Navigator-menusysteem geopend. Het hoofdmenu kan, afhankelijk van het gebruikte navigatietoestel, zijn gesplitst in twee schermen.
4 Navigator 11 Favorieten Gebruik favorieten om uw eigen database met favoriete locaties te maken die u snel kunt openen en als navigatiebestemmingen kunt instellen. U kunt op twee manieren een favoriet toevoegen: via de kaart of via het menu Find & Navigate (Zoeken en navigeren). U kunt favorieten indelen in verschillende groepen zodat u er gemakkelijker door kunt bladeren. Voordat u tal van favorieten toevoegt, is het verstandig om eerst groepen toe te voegen.
Navigator 11 4.1 23 Favorieten toevoegen Een favoriet vanaf de kaart toevoegen Als u een favoriet vanaf de kaart wilt toevoegen, moet u eerst naar de juiste plaats navigeren in erop inzoomen. Tik op het punt waar u de favoriet wilt toevoegen. Selecteer de - button in de werkbalk die wordt weergegeven. Voer nu de naam van de favoriet in. Typ een naam voor de favoriet. Tik op Select Group (Groep selecteren) als u de favoriet aan een bestaande groep wilt toevoegen.
Navigator 11 Tik nu op Add to Favourites (Toevoegen aan favorieten). Voer nu de naam van de favoriet in. Typ een naam voor de favoriet. Tik op Select Group (Groep selecteren) als u de favoriet aan een bestaande groep wilt toevoegen. Er wordt onder een lijst met alle beschikbare groepen weergegeven. Tik op Add (Toevoegen) om het te voltooien. U keert terug naar het zoekresultatenmenu. 4.
Navigator 11 25 Tik op een favoriet. Het volgende scherm wordt geopend. Tik op een groep om deze uit te vouwen. Tik nu op Navigate (Navigeren). Uw reis wordt nu berekend.
Navigator 11 26 - het geselecteerde voertuigtype U kunt al deze parameters wijzigen door erop te tikken. Begin uw zoekopdracht opnieuw door op de pijl naar links te tikken. 4.3 Groepen beheren Tik vanuit het hoofdmenu op Favourites Editor (Favorieteneditor). U kunt favorieten tussen groepen verplaatsen door ze te verslepen. Er zij drie functies beschikbaar. Add Group (Groep toevoegen) - toevoegen als een nieuwe favorietengroep. Rename (Naam wijzigen) - de naam van de groep wijzigen.
Navigator 11 5 27 Odometer Odometer is een hulpmiddel waarmee u afstanden tijdens de reis kunt meten en kunt splitsen tussen privékilometers en zakelijke kilometers. Tik vanuit het hoofdmenu op Odometer. Hier ziet u de totale afgelegde afstand voor zowel privé- als zakenreizen. Schakel het selectievakje naast de items Private (Privé) of Business (Zakelijk) in om te schakelen tussen de privételler en de zakelijke teller. Let op: u kunt maar één teller tegelijk gebruiken.
6 Navigator 11 Routebepaling In Navigator kunt u routes berekenen zonder actief te navigeren. U kunt uw routepunten (vertrek, bestemming en tussenliggende punten) op dezelfde manier instellen als uw bestemming. (1.1) Bekijk uw routepunten door op Route in het hoofdmenu te tikken. Tik op Routing points (Routepunten).
Navigator 11 29 Tik op een routepunt om een ander menu te zien. Delete (Verwijderen) - hiermee verwijdert u het geselecteerde tussenliggende punt Show on Map (Weergeven op kaart) - laat het geselecteerde tussenliggen punt op de kaart zien Add To Favorites (Toevoegen aan favorieten) - hiermee slaat u het geselecteerde tussenliggende punt als favoriet op Tik op om af te sluiten en terug te keren naar het menu Routing (Routebepaling).
Navigator 11 Show on map (Weergeven op de kaart) - hiermee geeft u de manoeuvre in close-upweergave weer op de kaart. Add to favourites (Toevoegen aan favorieten) - deze positie toevoegen aan uw favorieten. Close for routing (Uitsluiten bij routebepaling) - dit kruispunt vermijden bij het berekenen van de route. Als u een manoeuvre uitsluit voor de routebepaling, moet u de route opnieuw berekenen door in Route op Calculate Route (Route berekenen) te tikken.
Navigator 11 7 31 Nachtmodus In Navigator kunt u overschakelen naar een ander kaartkleurschema voor gebruik 's nachts. Deze modus is prettiger voor uw ogen als u 's nachts rijdt. Ga naar het hoofdmenu om te schakelen tussen nacht- en dagmodus. Tik op het pictogram Day mode (Dagmodus) of Night mode (Nachtmodus) om tussen de twee modi te schakelen. Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
8 Navigator 11 Uw ritten opslaan en opnieuw afspelen In Navigator kunt u uw GPS-reizen als bestand opslaan en later terugkijken. Uw reizen opslaan Ga naar Odometer in het hoofdmenu om uw reis op te slaan. Tik nu op de knop Record Journey (Reis opnemen). Selecteer waar u het reisbestand wilt opslaan, bijvoorbeeld Storage card (Opslagkaart) of Object Store (Internal Memory) (Objectopslag (Intern geheugen)). U wordt nu gevraagd een naam voor het bestand in te voeren.
Navigator 11 33 Uw reizen afspelen Als u een reis uit een bestand wilt afspelen, tikt u op Replay Journey (Reis afspelen) in het dialoogvenster Odometer. Er wordt onder een lijst met alle beschikbare reisbestanden weergegeven. Selecteer een reisbestand door erop te tikken en tik vervolgens op OK. Als u afsluit, keert u terug naar de kaartweergave, waarop uw reis wordt afgespeeld. Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
9 Navigator 11 Instellingen In het hoofdmenu hebt u toegang tot de Navigator-instellingen. Tik op het pictogram Settings (Instellingen). Er zijn diverse opties: Gps, Navigation (Navigatie), Tracking (Tracering), Camera warnings...... Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 9.1 35 Uw GPS instellen Selecteer “Settings” (Instellingen) in het hoofdmenu en selecteer “GPS”. U ziet het volgende scherm: Tik nu op de knop Configuration (Configuratie). De GPS wordt nu automatisch voor u geconfigureerd. Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 36 Als de automatische detectie is geslaagd, tikt u op de gedetecteerde GPS. U zou nu een GPS-informatiescherm moeten zien. Als alles is gelukt, ziet u informatie over het signaal en positiegegevens via de ontvanger. Hebt u een TMC-ontvanger, tikt u op de knop TMC. Anders tikt u op OK. Let op: niet alle GPS-apparaten hebben een interne TMC-ontvanger. Als er geen interne TMC-ontvanger beschikbaar is, is de TMCfunctionaliteit alleen mogelijk als er een externe TMC-ontvanger in gebruik is.
Navigator 11 37 9.1.1 GPS-Configuratieproblemen Als er geen GPS-ontvanger wordt gevonden via automatische detectie, kunt u handmatige configuratie kiezen. Selecteer Setup COM port manually (COM-poort handmatig instellen). U ziet nu een lijst met alle beschikbare COM-poorten op uw systeem. Selecteer de poort waaraan uw GPS is gekoppeld. Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 De meeste GPS-ontvangers werken met een transmissiesnelheid van 4800 (maar niet alle). Als de Cartrek 3000 de GPS-ontvanger niet automatisch vindt, moet u de volgende instellingen gebruiken voor handmatige instelling: COM1, transmissiesnelheid = 4800. Tik op OK om door te gaan. U kunt nu uw navigatievoorkeuren instellen. Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 39 U kunt nu configureren hoe de reis op de kaart moet worden weergegeven. Selecteer Map Rotation Off (Kaartrotatie uitgeschakeld) om de kaart naar het noorden te laten wijzen, ongeacht in welke richting u rijdt. Selecteer Map Rotation On (Kaartrotatie ingeschakeld) om de kaart in de reisrichting te houden (dat wil zeggen dat u altijd naar de bovenkant van het scherm rijdt).
Navigator 11 Tik op “Settings” (Instellingen) in het hoofdmenu en selecteer “Navigation” (Navigatie). U bevindt zich nu in het menu Navigation Settings (Navigatie-instellingen). Tik op Autozoom (Automatisch zoomen) om de functie Autozoom (Automatisch zoomen) in of uit te schakelen. Met automatisch zoomen wordt de zoom op de kaart tijdens het rijden automatisch aangepast: er wordt uitgezoomd tussen manoeuvres en ingezoomd als u het volgende kruispunt bereikt.
Navigator 11 41 Selecteer “Nieuwe toevoegen” als u gepersonaliseerde instellingen wilt toevoegen. Geef het nieuwe profiel een naam en tik op OK. U kunt dan de parameters selecteren (zie onderstaande afbeelding). Mogelijk moet u opnieuw het voertuig selecteren en vervolgens uw nieuwe profiel selecteren om de parameters in te stellen. U kunt nu de parameters selecteren (zie onderstaande afbeelding). Stel het profiel dat u wilt bewerken in.
Navigator 11 Als u op de rechterkant van een rij tikt, kunt u de gemiddelde snelheid en maximumsnelheden van een wegklasse aanpassen. Toll Rd Allowed/Prohibited (Tolwegen toegestaan/verboden)- als u tolwegen verbiedt, worden routes berekend die tolwegen omzeild. Let op: reizen kunnen aanzienlijk langer worden en kunnen in sommige gevallen niet worden voltooid.
Navigator 11 9.3 43 TMC Als u een GPS-toestel hebt met een TMC-ontvanger en als u tijdens het rijden TMC (actuele verkeersinformatie) wilt gebruiken, moet u het TMC-protocol en de TMC-assistent instellen. Tik in het menu Settings (Instellingen) op de knop TMC. TMC protocol (TMC-protocol) - kies welk protocol door uw TMC-ontvanger wordt gebruikt. TMC Advisor - nadat u het juiste protocol hebt ingesteld, kunt u selecteren hoe Navigator tijdens de reis op verkeersinformatie reageert.
Navigator 11 Als u TMC-ontvangers gebruikt bij het GNS-protocol kunt u de FM-frequentie handmatig afstemmen. Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 9.4 45 Toepassing Tik op “Settings” (Instellingen) in het hoofdmenu en selecteer “Application” (Toepassing). Hier kunt u voorkeursinstellingen configureren die invloed hebben op het algemene gebruik van Navigator. 9.4.1 Kleurschema's/uiterlijk Hier kunt u het uiterlijk van het menu en de navigatie-interface wijzigen. Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 9.4.2 Toetsenbord In Navigator zijn er verschillende toetsenbordmodi op het scherm: de standaard-indeling QWERTY/ QWERTZ zoals op uw pc-toetsenbord, een alfabetische indeling ABCDEF en diverse internationale indelingen. Dit is een persoonlijke voorkeursinstelling en u moet zelf de gewenste indeling selecteren. De indelingen zien er als volgt uit. Cartrek Mapfactor 11 manual NL.
Navigator 11 47 Speciale tekens invoeren met het schermtoetsenbord U kunt met het toetsenbord op het scherm speciale tekens invoeren. Gebruik de knoppen (rechtsonder op het toetsenbord) om naar andere internationale tekens te schakelen. en Sommige internationale tekens kunt u met het standaardtoetsenbord invoeren. TEKEN- TRANSCRIPT å æ ä ø œ ö ü ß aa ae ae oe oe oe ue ss Tekens die niet in de bovenstaande tabel staan, kunt u vervangen door een teken zonder accent.
Navigator 11 9.4.3 Metrische en Engelse eenheden Tik op “Settings” (Instellingen) in het hoofdmenu en selecteer “Units system” (Eenhedensysteem). U kunt nu kiezen tussen metrische en Engelse eenheden. Tik op Metric Units (Metrische eenheden) om de afstanden en snelheden in kilometer en meter weer te geven. De gesproken instructies worden automatisch veranderd in metrische opdrachten (bijvoorbeeld: sla na 500 meter linksaf).
Navigator 11 49 9.4.4 Taal Met deze optie kunt u een taal voor de Navigator-interface en de gesproken instructies kiezen. 9.4.5 Regio's selecteren Hier kunt u regio's aan uw kaart toevoegen of ervan verwijderen. Regio's met een groen vinkje worden op de kaart weergegeven. Regio's met een rood kruis worden uitgesloten. Als u hier wijzigingen in aanbrengt, moet u de toepassing opnieuw starten. 9.4.6 Kaartkleurschema's Wijzig het kleurschema van de kaartkleuren. 9.4.
Navigator 11 Cartrek Mapfactor 11 manual NL.