GPS NAVIGATIESYSTEEM Software Gebruikshandleiding Deze gebruikershandleiding bevat belangrijke informatie voor het correcte gebruik van dit product. Wij raden u daarom aan deze informatie voor ingebruikneming van uw navigatiesysteem nauwkeurig te lezen. Daarnaast raden wij u aan om ook de hardware gebruikershandleiding van uw product te lezen. Belangrijk: GPS-ontvangst vereist dat u zich in de open lucht bevindt, bijvoorbeeld buiten of in een auto.
3.1 Navigeren met de point to map functionaliteit 3.2 Navigeren met de tekst functionaliteit 3.2.1 Uw plaats van bestemming invoeren 3.2.2 De straatnaam van uw bestemming invoeren 3.2.3 Het huisnummer van uw bestemming invoeren 3.3 Geavanceerde opties voor het invoeren van de bestemming 3.3.1 Een NP kiezen in de stad van uw bestemming 3.3.2 Navigeren naar een kruising in de straat van uw bestemming 3.4 Navigeren met de Routeplanner 3.4.1 Met de tekst functionaliteit 3.4.
.6.5 De route instellingen aanpassen 3.7 Uitleg over het navigatiescherm 3.7.1 Auto-zoom functie 3.7.2 Tools gebruiken en instellingen aanpassen tijdens navigatie 3.7.3 Omleidingen 3.7.4 Stop navigatie 3.8 Het scherm ‘Vrij Rijden’ 3.9 Het scherm ‘Systeem Instellingen’ 3.9.1 De taal van uw navigatiesysteem aanpassen 3.9.2 De eenheden van tijd, datum, afstand en snelheid aanpassen op uw navigatiesysteem 3.9.
.1 Map view of the marine function 4.2 Marine settings 5 Garantie & klachten 6 Service 7 Einde gebruiksrechtovereenkomst 1 Voor de eerste keer gebruik Wanneer u uw apparaat voor het eerst gebruikt, dient u zich ervan te verzekeren dat de batterij voldoende is opgeladen. Pas daarna mag het apparaat worden ingeschakeld. Schakel uw navigatiesysteem aan, druk op de aan/uit-schakelaar en houd deze ingedrukt tot het opstartmenu wordt weergegeven.
• In de software, kunt u het type keyboard wijzigen. De beschikbare keyboards: De standaard ABCDEF, de QWERTY, de Franse AZERTY en de Duitse QZERTY. Systeem Instellingen> Meer instellingen> Aanpassen> Keyboard • Alle mogelijke landen, steden en straatnamen op het scherm kunnen worden geselecteerd met behulp van de pijltjestoetsen aan weerszijden van het scherm en door op de toets ‘OK’ te drukken of door simpelweg op de naam te drukken.
3 Vertrekpunt: Het scherm ‘Thuis’ Thuis Nadat de navigatiesoftware is opgestart (al naar gelang het model gebeurt dit automatisch of handmatig), krijgt u altijd eerst het scherm ‘Thuis’ te zien. Dit is het startpunt voor alle taken die u met uw navigatiesysteem wilt uitvoeren. . Het scherm ‘Thuis’ bestaat uit drie toetsen: 1. De toets ‘Ga naar’. Druk op deze toets om met behulp van rij-instructies naar specifieke bestemmingen te navigeren; 2. De toets ‘Kaart’.
Voor het invoeren van een nieuwe bestemming drukt u in het navigatiescherm op de toets ‘Ga naar’. De overige toetsen in het scherm ‘Ga naar’ kunnen worden gebruikt om snel uw bestemming te kiezen. Meer informatie over snelle bestemmingskeuze vindt u in sectie 3.5. De Routeplanner functie vindt u in sectie 3.4. Nadat u de knop ‘Kaart’ heeft ingedrukt volgt de functie ‘point to map’, met deze functie kunt u een bestemming selecteren door deze op de kaart aan te wijzen .
worden gebruikt om snel uw bestemming te kiezen. Meer informatie over snelle bestemmingskeuze vindt u in sectie 3.5. De Routeplanner functie vindt u in sectie 3.4. 3.2.1 Uw plaats van bestemming invoeren Navigatie> Ga naar> Tekst Nadat u op de toets ‘Tekst’ in het scherm ‘Ga naar’ heeft gedrukt verschijnt een toetsenbord waarmee u uw bestemming kunt invoeren. (Meer informatie over het gebruik van het toetsenbord vindt u in sectie 2).
Nadat u de gewenste stad heeft geselecteerd zal het in het veld ‘huidige bestemming’ verschijnen. Nu kunt u de straatnaam invoeren, op dezelfde wijze zoals u de stad heeft ingevoerd. Nadat u de straatnaam heeft ingevoerd in het veld ‘keuze bestemming’, drukt u op de toets ‘OK’ of direct op de straatnaam. OPMERKING: Wanneer u ‘Waar dan ook (Centrum)’ in [Naam Stad] in het veld ‘keuze bestemming’ kiest zult u eenvoudig naar het centrum van de gekozen stad navigeren.
3.3 Geavanceerde opties voor het invoeren van de bestemming 3.3.1 Een NP kiezen in de stad van uw bestemming Een NP (Nuttige Plaats) is een specifieke locatie die handig of interessant is voor reizigers. Uw navigatiesysteem beschikt over diverse NP-categorieën zoals hotels, benzinestations, ziekenhuizen, restaurants, etc… Navigatie> Ga naar> Tekst> [geselecteerde plaats van bestemming] Wanneer u uw plaats van bestemming heeft ingevoerd, kunt u direct een NP kiezen om naartoe te navigeren.
Wanneer u op de toets ‘Meer’ heeft gedrukt ziet u een alfabetische lijst met NP-categorieën. U gebruikt de pijltjestoetsen ‘omhoog’ en ‘omlaag’ om met de cursor door de lijst te bewegen. U kunt ook de NP-categorie direct kiezen door de cursor op de gewenste categorie te plaatsen en vervolgens op de toets ‘OK’ te drukken. TIP: U kunt ook in de categorieënlijst zoeken door op het toetsenbord de trefwoorden ‘toegang tot luchthaven’ in te typen. Druk op de toetsenbordtoets om het toetsenbord te tonen.
3.4 Navigeren met Routeplanner Navigatie> Meer> Routplanner Met de Routeplanner functionaliteit kunt u een begin en een eind-bestemming invoeren naar wens. 3.4.1 Met de tekst functionaliteit Navigatie> Meer> Routeplanner> Tekst [ invoeren begin en einde route ] Het begin en eind punt van de route kan worden ingevoerd na het indrukken van de twee bovenstaande knoppen (1), meer informatie over het invoeren van een bestemming met tekst invoer vindt u in sectie 3.2.. 3.4.
Navigatie> Er zijn vier toetsen voor snelle bestemmingskeuze in het scherm ‘Ga naar’. De toets ‘Laatste Bestemmingen’ De toets ‘Favoriet’ De toets ‘Thuis’ De toets ‘NP’s in de omgeving’ Voor het snel kiezen van een pas bezochte locatie Voor het snel kiezen van een bestemming uit uw persoonlijke favorieten Voor het snel kiezen van uw ‘Huis adres’ als bestemming Voor het snel vinden en kiezen van een NP in de nabijheid van uw huidige locatie 3.5.
Navigatie> Druk op de toets ‘Favoriet’ persoonlijke favorieten. om een bestemming te kiezen uit uw Navigatie> Favoriet Nadat u op de toets ‘Favoriet’ heeft gedrukt verschijnt er een alfabetische lijst met uw favoriete bestemmingen. U gebruikt de pijltjestoetsen ‘omhoog’ en ‘omlaag’ om met de cursor door de lijst te bewegen. U kunt de bestemmingen ook direct selecteren door de cursor naar de gewenste bestemming te brengen.
voert een naam in, drukt op de toets ‘OK’ en de route wordt berekend. Vervolgens gaat u naar het scherm ‘route controleren’. Om een bestemming te verwijderen uit uw lijst persoonlijke favorieten, beweegt u de cursor door de lijst met de pijltjestoetsen ‘omhoog’ en ‘omlaag’ totdat deze op de favoriete bestemming staat die u wilt verwijderen. Druk vervolgens op de toets ‘Wissen’. Nadat u heeft bevestigd zal de favoriete bestemming worden verwijderd en zult u terugkeren naar de lijst. 3.5.3.
De POI’s in uw applicatie bevatten veel extra informatie (in de meeste gevallen) zoals naam, telefoon gegevens of andere contact gegevens. Om deze gegevens te raadplegen, klikt u de POI knop. Er verschijnt een balk met 3 knoppen. Druk op de “i” knop zodat deze blauw wordt. U kunt nu elk POI in uw scherm raadplegen. Druk op een POI en een pop-up venster met informatie over de POI verschijnt. Kies “X”om de pop-up te sluiten. Kies het “√” teken om naar de gekozen POI te navigeren.
Navigatie> Druk op de toets ‘NP’s in de omgeving’ nabijheid van de huidige locatie. om NP’s te vinden in de Navigatie> NP’s in de omgeving De woorden ‘Zoek in de omgeving’ verschijnen in het veld ‘huidige bestemming’. Ook zult u zes toetsen zien met de NP-categorieën die u recent het vaakst gebruikt heeft. Druk op de toetsen om de gewenste NP-categorie te kiezen of druk op ‘Blauwe pijl (1)’ om meer categorieën te bekijken of op alle om alle categorieën te zien.
To move the selector through the list, use the up and down arrows. You can also tap POI categories directly by placing the selector on your desired destination and tapping the OK button. TIP: De lijst met NP’s staat standaard in volgorde van afstand van de huidige locatie. Door op de toets ‘Naam’ te drukken, worden de NP’s alfabetisch gerangschikt en zal de toets ‘Naam’ veranderen in de toets ‘Afstand’. Door op deze toets te drukken wordt de lijst met NP’s weer op afstand gerangschikt.
• Een toets ‘route controleren . Druk op deze toets voor (uitgebreide) controle en om de berekende route te wijzigen; • De gebruikelijke toetsen ‘Thuis’, ‘Terug’ en ‘OK’. Wanneer u tevreden bent met de berekende route, drukt u op de toets ‘OK’. Vervolgens gaat u naar het navigatiescherm. 3.6.1 De kaartweergave wijzigen [destination selected]> [map view manipulation toolbar ON] Nadat u op de toets ‘Kijk’ heeft gedrukt , the map view manipulation toolbar will be displayed (ON).
Nadat u de toets ‘route controleren’ , heeft ingedrukt, verschijnt het ‘route controleren’ scherm. Het scherm ‘route controleren’ bestaat uit: • EEN lijst met alle wegen in de berekende route.
route wordt opnieuw berekend en getoond in het scherm ‘route controleren’. Wanneer u tevreden bent met de herberekende route, drukt u op de toets ‘OK’. Vervolgens komt u in het navigatiescherm. U kunt terug naar de originele route door de toets ‘Originele route’ in te drukken. OPMERKING: Wegen die u blokkeert worden alleen geblokkeerd nadat u de toets ‘Herberekenen’ heeft ingedrukt. 3.6.
[geselecteerde bestemming]> Route controleren> Route instellingen In het scherm ‘Route instellingen’ kunt u: • de manier van voortbewegen op auto, voetganger of fiets zetten; • schakelen tussen de berekening van de kortste of de snelste route; • de maximumsnelheid instellen voor de berekening van de ETA; • tolwegen of snelwegen vermijden. OPMERKING: Route instellingen die hier worden veranderd worden toegepast op alle routeberekeningen.
informatie ontvangt u van uw navigatiesysteem gesproken instructies die u naar de geselecteerde bestemming(en) leiden. Het navigatiescherm bestaat uit: • Een kaart waarop de omgeving staat weergegeven (1). Een pijl op de kaart die uw huidige locatie aangeeft (2). Een blauwe lijn die de door het apparaat berekende route aangeeft (3). • Het veld ‘huidige straat’ met daarin de naam van uw huidige locatie (4). • Het veld ‘volgende straat’ met daarin de naam van de volgende straat op weg naar uw bestemming (5).
De auto-zoom-functie past het zoom-niveau van de kaart aan de snelheid van uw vervoersmiddel aan. Bij versnelling wordt er van de kaart uitgezoomd. Bij afremmen wordt er op de kaart ingezoomd. Hierdoor heeft u beter zicht op uw directe omgeving als u langzaam rijdt, bijvoorbeeld op kruispunten en wanneer u dicht bij uw bestemming bent. De auto-zoom-functie staat standaard op AAN.
De toets ‘Geluid’ De toets ‘Meer instellingen’ Druk op deze toets om de geluidsinstellingen te wijzigen.Meer informatie over het aanpassen van de geluidsinstellingen vindt u in sectie 3.9.6. Druk op deze toets voor meer navigatie-tools en instellingen Navigatiescherm> Navigatie-tools & instellingen> Meer instellingen The Via button De toets ‘Originele route’ De toets ‘Stop’ De toets ‘Route instellingen’ Druk op deze toets om een Via-locatie aan uw route toe te voegen.
3.7.4 Stop navigatie Navigatiescherm> Navigatie-tools & instellingen Druk op de toets ‘Stop’ . om te stoppen met navigeren. Na bevestiging zal de berekende route worden gewist en komt u in het scherm ‘Thuis’ terecht. 3.8 Het scherm ‘Vrij Rijden’ Kaart toets ‘Kaart’ . Druk op deze toets om een kaart weer te geven waarop uw huidige positie staat aangegeven. De positie wordt tijdens het rijden voortdurend bijgesteld.
In het scherm ‘Systeem Instellingen’ kunt u de instellingen van uw navigatiesysteem aanpassen. De toetsen op het scherm vertegenwoordigen verschillende categorieën instellingen die kunnen worden gewijzigd. Om meer categorieën instellingen te bekijken drukt u in het eerste scherm op de toets ‘Meer Instellingen’. Om terug te keren naar het eerste scherm drukt u op de toets ‘Terug’. Het scherm ‘Systeem Instellingen’ bevat de volgende toetsen: De toets ‘Taal’. De toets ‘Tijd & Eenheden’. De toets ‘Scherm’.
Systeem instellingen> Taal Nadat u op de toets ‘Taal’ heeft gedrukt ziet u vier toetsen die elk een andere taal laten zien. Wanneer u op een toets drukt, licht deze op. Door op de toets ‘OK’ te drukken wordt bijbehorende taal geselecteerd waarna u terugkeert naar het scherm ‘Systeem Instellingen’. 3.9.2 De eenheden van tijd, datum, afstand en snelheid aanpassen op uw navigatiesysteem Systeem instellingen> Tijd & Eenheden Nadat u de toets ‘Tijd en Eenheden’ indrukt , ziet u vier verschillende koppen.
Nadat u op de toets ‘Scherm’ heeft gedrukt ‘Scherm Instellingen’. , ziet u drie categorieën Om tussen 2D en 3D kaartweergave te schakelen, drukt u op desbetreffende toets waarna deze oplicht. Om tussen Dag en Nacht kaartweergave te schakelen, drukt u op desbetreffende toets waarna deze oplicht. Om Auto-zoom-niveau Aan of Uit te zetten, drukt u op desbetreffende toets waarna deze oplicht. De schermverlichting kunt u aanpassen met de schuif onder in beeld.
Systeem Instellingen> Geluid Nadat u de toets ‘Geluid’ heeft ingedrukt ‘Geluidsinstellingen’. ziet u drie categorieën Om het geluidsvolume van uw navigatiesysteem aan te passen houdt u de schuif ingedrukt en sleept hem in de gewenste richting. Wanneer u tevreden bent met de verschillende instellingen, drukt u op de toets ‘OK’. Vervolgens komt u in het scherm ‘Systeem Instellingen’. OPMERKING: De instellingen worden alleen opgeslagen als u op de toets ‘OK’ drukt. 3.9.
voorkeuren zorgt ervoor dat u al uw informatie in één oogopslag ziet waardoor uw reis een stuk veiliger wordt! Om de Infobalk te verschuiven (de balk met alle informatie over snelheid en ETA) drukt u op de toetsen links, rechts of onder. Om een item te verbergen in de Infobalk drukt u op de toetsen waarna een kruis zal verschijnen. Met de toets ‘Tr. AAN’ kan de transparantheid van het scherm worden ingeschakeld.
Systeem Instellingen> Meer> Aanpassen> Stemmen Nadat u op de knop Stemmen heeft gedrukt, ziet u een lijst met alle stemmen die geïnstalleerd zijn op uw systeem. Gebruik de pijltjestoetsen om de cursor te bewegen in de lijst. Als u de gewenste stem heeft geselecteerd drukt u op de toets OK 3.9.
3.9.14 Flitspaal waarschuwingen aan-/uitzetten OPMERKING: Activeer eerst de flitspaal waarschuwingen. Voor meer informatie zie sectie 3.9.13. Nadat u in het scherm ‘Systeem Instellingen’ op de toets ‘Geluid’ heeft gedrukt ziet u de verschillende instellingen van het geluid. Om het ‘Flitspaal geluid’ AAN of UIT te zetten, drukt u op desbetreffende toets waarna deze oplicht. Wanneer u tevreden bent met de verschillende instellingen, drukt u op de toets ‘OK’.
De meeste POI’s zijn klikbaar en bevatten informatie. 4.2 Marine settings Navigatie> Meer> Marine> Marine settings Scherm wissel: Scherm wissel betekent dat u kunt kiezen tussen het beeld in uw scherm rond uw positie te vergrendelen zodat de kaart permanent bijgewerkt wordt en ververst zodra u beweegt (Positie OFF), of de kaart ontgrendelen, zodat u het naar elk gewilde locatie kan verplaatsen. (De cursor verplaatst zich dan over een stilstaande kaart) (Positie ON).
6. Service Voor technische vragen, informatie over onze producten en bestellingen van reserveonderdelen staat ons serviceteam voor u ter beschikking. Support Center: http://support.cosmicnavigation.com E-mail: sos@cosmicnavigation.com Belangrijke opmerking: Gelieve uw toestel niet naar ons adres te sturen als ons serviceteam dat niet gevraagd heeft. De kosten en het risico op verlies voor ongevraagde zendingen vallen ten laste van de afzender.
licentienemer ermee in dat het recht op de software uitsluitend toekomt aan Cosmic. Door deze overeenkomst wordt aan de licentienemer geen enkel recht inzake de software overgedragen anders dan het beperkte en herroepbare gebruiksrecht. Cosmic behoudt zich alle rechten voor die niet uitdrukkelijk worden verleend aan de licentienemer. De in combinatie met het softwarepakket gebruikte gegevens zijn het eigendom van derden, waarop de voorwaarden van deze derden van toepassing zijn. 3. Licentieduur.
later dan een (1) jaar na de bijbehorende aanleiding hiertoe. Bovendien verleent CosmicNavigation aan de licentienemer slechts die garantie die CosmicNavigation op zijn beurt van zijn hardwareleverancier krijgt. 6. Beperkte aansprakelijkheid.
11. Beperkte rechten. BEPERKTE RECHTEN: Wanneer dit product is verkregen door of voor de Amerikaanse overheid, wordt het met beperkte rechten geleverd. Gebruik, vermenigvuldiging of openbaarmaking door de Amerikaanse overheid is onderworpen aan beperkingen volgens artikelen (c)(1)(ii) van “The Rights in Technical Data and Computer Software clause at DFARS 252.227-7013” of artikelen (c)(1) en (2) van de “Commercial Computer Software - Restricted Rights at 48 CFR 52.227-19” of artikel 1852.