User Manual

- 46 -
13.5. Achteruitrijcamera via achteruitrijverlichting
In dit stappenplan leggen we uit hoe de achteruitrijcamera kan worden aangesloten op de autoradio
met daarbij de achteruitrijverlichting als voedingsbron. De voeding halen we van de achteruitrij-
verlichting, omdat we willen dat de camera pas gaat werken als er daadwerkelijk achteruitgereden
wordt en dan ook automatisch in beeld verschijnt. Op de volgende pagina hebben we ook een
aansluitschema (Afbeelding 43) toegevoegd.
Let op: dit stappenplan is gebaseerd op een daadwerkelijk installatie. Wij adviseren de installatie
eerst uit te proberen zonder kabels daadwerkelijk weg te werken. Wanneer alles getest en
werkend is, kan er alsnog overgegaan worden op de definitieve aansluiting.
1. Schakel het contact van de auto uit en haal de autoradio (A) los.
2. Zoek de reverse signaaldraad (B) van de autoradio en strip deze.
3. Zoek vervolgens de tulpingang voor de camera. Deze is vaak gelabeld met de naam ‘Cam-in’,
‘Rear-cam’ of ‘CVBS-in’.
4. Pak de 5 meterlange videokabel van de achteruitrijcamera en koppel de tulpstekker (E) in de
camera ingang (D) op de autoradio. Koppel daarna de rode draad (C) aan de reverse draad (B).
5. Werk de videokabel vervolgens weg achter de panelen in de auto. Bepaal hierbij wat mogelijk
is en wat niet. Vaak kan deze kabel langs de deurlijsten worden weggewerkt. Maak hierbij
gebruik van demontagesleutels om panelen los te halen zonder deze te beschadigen. Breng de
tulp (H) en de stekker (G) in de buurt van de positie waar de camera wordt bevestigd.
Hebt u een bus, bestelauto of bedrijfswagen? Verleng indien nodig de videokabel of zorg voor een
langere videokabel.
6. Bevestig de achteruitrijcamera op de gewenste positie en voer de kabels I & K in de richting
van de stekkers G & H. Koppel stekkers H & I aan elkaar.
7. Neem de voedingskabel van de camera (J) en strip deze. Koppel kabel (J) vervolgens aan
kabel (K).
Let op: in de volgende stap zetten we het contact weer aan. Zorg dat alle draden aan elkaar
gekoppeld zijn en er geen gestripte kabels zijn die contact kunnen maken met andere kabels of
het chassis.
8. Zoek de draden van de achteruitrijverlichting (O & P). Gebruik hiervoor indien nodig de
multimeter. Zet hiervoor het contact aan en de auto in de achteruitrijstand. Vaak hoeft hiervoor
de motor niet te worden gestart. Is dat wel het geval zorg er dan voor dat er iemand in de auto
zit om te voorkomen dat de auto gaat rijden. Maak onderscheid tussen + en -.
9. Wanneer de juiste kabels zijn gevonden, schakelen we de auto weer volledig uit.
10. Strip vervolgens kabels (G) (M) (F) (O) (P) en koppel (O) & (M) aan elkaar.