User Manual

- 52 -
15.1.1. Voorbereiding
Om Apple CarPlay te gebruiken heeft u een aantal dingen nodig.
Een autoradio die Apple CarPlay ondersteunt.
Een iPhone 5 of nieuwer.
Een originele USB naar Lightning kabel (alleen bij bedraad).
CarPlay werkt enkel in combinatie met Siri. Controleer of Siri aan staat op het telefoontoestel.
Raadpleeg indien gewenst de Siri instructies van Apple.
Schakel het contact van de auto aan voordat u uw telefoon voor het eerst koppelt. Zorg ervoor dat uw
auto in de parkeerstand (P) staat en neem de tijd om CarPlay in te stellen voordat u gaat rijden.
15.1.2. CarPlay via kabel
Als Siri is ingeschakeld, verbind u uw iPhone met uw auto. Via een USB naar Lightning kabel: sluit een
USB kabel aan op uw autoradio of scherm en sluit het andere uiteinde aan op uw iPhone. Het is erg
belangrijk een originele kabel te gebruiken die ook data kan overdragen. Er zijn ook kabels die enkel
opladen.
Let op: in sommige gevallen heeft een autoradio een specifieke USB ingang voor CarPlay. Deze
kabel is dan gelabeld met een sticker waarop ‘CarPlay/Android auto’ staat vermeld. Sluit de
Lightning kabel dan aan op deze specifieke USB ingang. De USB poort van de autoradio zit in de
meeste gevallen aan de achterzijde van de autoradio. Raadpleeg de installatiehandleiding voor de
instructies over het verplaatsen van deze USB ingang naar een handige locatie.
Nadat alle handelingen zijn verricht zal, bij sommige autoradio’s, het beginscherm van CarPlay
automatisch weergegeven worden wanneer u de iPhone koppelt. Als het beginscherm van CarPlay
niet wordt weergegeven, selecteert u het CarPlay logo op het scherm in uw voertuig; CarPlay wordt
dan gestart. In enkele gevallen dient u de telefoon te ontgrendelen voor het opstarten van CarPlay. Op
sommige autoradio’s heet de CarPlay applicatie ‘Z-Link’, ‘Phonelink’ of ‘Carlink’.