User Manual

- 71 -
20.2. Veiligheid tijdens het installeren
Gebruik dit toestel met een 12 volt batterij en negatieve aarding. Doet u dit niet, dan kan dat leiden
tot brand of een storing.
Om kortsluiting in het elektrisch systeem te voorkomen, dient u de (-) accukabel te ontkoppelen
voordat u begint met de installatie (Afbeelding 75).
Voordat u de aansluitingen maakt, moet u het contact uitzetten om kortsluiting te vermijden.
Installeer de autoradio niet waar dit:
het zicht van de bestuurder kan belemmeren.
afbreuk kan doen aan de prestaties van het besturingssysteem van het voertuig of de
veiligheidsvoorzieningen, zoals de airbags of de knoppen van de waarschuwingsknipperlichten.
het vermogen van de bestuurder om het voertuig veilig te kunnen bedienen belemmert.
De lichtgroene kabel aan de voedingsstekker is ontworpen om de geparkeerde status van het
voertuig te herkennen en moet worden gekoppeld aan de voeding van de handremschakelaar.
Onjuiste koppeling of het onjuist gebruiken van deze kabel, kan leiden tot een wetsovertreding en
ernstig letsel of schade.
Gebruik geen stappen tot manipulatie of tot het uitschakelen van het parkeerrem
vergrendelingssysteem die bedoeld is voor uw veiligheid. Knoeien met of uitschakelen van het
handrem vergrendelingssysteem kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
Het is uiterst gevaarlijk als kabels of snoeren rond de stuurkolom of de versnelling gewikkeld
kunnen raken. U moet daarom dit product, de kabels en de bedrading zo installeren en wegwerken
dat ze de besturing niet kunnen belemmeren of hinderen. Zorg ervoor dat de kabels en de
bedrading niet in de weg zitten bij of vast kunnenkomen in de bewegende onderdelen van het
voertuig, in het bijzonder het stuur, de versnelling, de handrem, de rails van de verstelbare stoelen,
of andere bedieningsorganen van het voertuig.
Plaats geen kabels onder schroeven.
Afbeelding 75